Aan de orde zijn stemmingen over moties, ingediend bij het debat naar aanleiding van een algemeen overleg over voedselbanken, te weten:

- de motie-Verburg c.s. over nadrukkelijke aandacht voor samenwerking tussen energiemaatschappijen en gemeenten tijdens regionale bijeenkomsten (24515, nr. 82);

- de motie-Verburg c.s. over een convenant met de woningbouwcorporaties en de brancheorganisatie Aedes waarin huisuitzetting maximaal wordt voorkomen (24515, nr. 83);

- de motie-Verburg/Noorman-den Uyl over de totstandkoming van contracten met bedrijven in de financiële sector zonder bewuste aanvaarding van het aanbod door consumenten (24515, nr. 84);

- de motie-Noorman-den Uyl/Verburg over het vergoeden door het UWV van kosten van schulden door te late en te lage uitbetaling van de uitkering (24515, nr. 85);

- de motie-Noorman-den Uyl/Verburg over actieve voorlichting door het UWV over de kopjesregeling en de Toeslagenwet (24515, nr. 86);

- de motie-Huizinga-Heringa over een substantiële bijdrage voor exploitatiekosten van voedselbanken (24515, nr. 87);

- de motie-Van Gent over een actievere rol van gemeenten bij de ondersteuning van de lokale voedselbank (24515, nr. 88);

- de motie-Koşer Kaya over een onderzoek naar problemen van bijstandsmoeders bij de overstap van uitkering naar werk (24515, nr. 89).

(Zie vergadering van heden.)

In stemming komt de motie-Verburg c.s. (24515, nr. 82).

De voorzitter:

Ik constateer dat de Groep Wilders tegen deze motie heeft gestemd en de leden van de overige fracties ervoor, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Verburg c.s. (24515, nr. 83).

De voorzitter:

Ik constateer dat de Groep Wilders tegen deze motie heeft gestemd en de leden van de overige fracties ervoor, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Verburg/Noorman-den Uyl (24515, nr. 84).

De voorzitter:

Ik constateer dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de motie-Noorman-den Uyl/Verburg (24515, nr. 85).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA, D66, de Groep Lazrak, de ChristenUnie, de SGP, het CDA, de LPF en de Groep Nawijn voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Noorman-den Uyl/Verburg (24515, nr. 86).

De voorzitter:

Ik constateer dat de Groep Wilders tegen deze motie heeft gestemd en de leden van de overige fracties ervoor, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Huizinga-Heringa (24515, nr. 87).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks en de ChristenUnie voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Van Gent (24515, nr. 88).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA, D66, de Groep Lazrak, de ChristenUnie en de SGP voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Koşer Kaya (24515, nr. 89).

De voorzitter:

Ik constateer dat de Groep Wilders tegen deze motie heeft gestemd en de leden van de overige fracties ervoor, zodat zij is aangenomen.

Ik geef het woord aan de heer Bos voor een punt van orde.

De heer Bos (PvdA):

Voorzitter. Vandaag vernamen wij uit een brief van het Presidium op stuk nr. 30539, nr. 1 dat de minister-president de voorzitter van de Kamer benaderd heeft met het verzoek om de embargoregeling rondom Prinsjesdag te wijzigen. Wij zouden graag een debat aanvragen met de minister-president om van hem te vernemen welke precieze argumenten hij voor dat verzoek heeft. Dat debat zouden wij graag zo snel mogelijk na het reces willen doen plaatsvinden.

De voorzitter:

De heer Bos had moeten zeggen dat hij in zijn punt van orde een extra regeling van werkzaamheden wilde aanvragen.

De heer Bos (PvdA):

Voorzitter. In mijn punt van orde zou ik graag een extra regeling van werkzaamheden willen adresseren. Van de inhoud bent u inmiddels op de hoogte.

De voorzitter:

Dan bepaal ik dat er thans een extra regeling van werkzaamheden wordt gehouden. Ik denk dat het efficiënt is om de heer Bos nu niet te vragen om zijn punt te herhalen.

De heer Bos (PvdA):

Ik doe dit verzoek mede namens de fractie van GroenLinks.

De heer Verhagen (CDA):

Ik dacht even dat de heer Bos vanwege het spoedeisende karakter van dit punt het debat vanavond al wilde voeren, maar ik zal de rest van de Kamer niet in verleiding brengen.

De voorzitter:

De heer Bos brengt mij met dit verzoek in problemen. Hij brengt ook de minister-president in problemen. Ik zie het namelijk niet voor mij dat ik samen met de minister-president in vak-K zit en ik ken de minister-president zo goed dat hij het niet voor zich ziet om met mij in vak-K te zitten. Dus ik wil graag duidelijkheid over de volgorde van de twee debatten.

De heer Bos (PvdA):

Voorzitter. Ik heb u strikt genomen gevraagd om een debat met de minister-president, niets meer en niets minder. Ik heb u al eerder gezegd dat het mij logisch lijkt dat het debat met de minister-president plaatsvindt voor het debat over de brief van het Presidium, omdat de brief van het Presidium geschreven is naar aanleiding van een verzoek van de minister-president. Strikt genomen gaat mijn verzoek alleen om een debat met de minister-president.

De voorzitter:

Kan de Kamer ermee akkoord gaan dat de twee debatten, te weten een debat met het Presidium over de brief en een debat met de minister-president naar aanleiding van de brief, worden gehouden in de volgorde zoals voorgesteld door de heer Bos?

De heer Verhagen (CDA):

Voorzitter. De Kamer heeft eerder besloten, op basis van mijn verzoek, om een debat te houden met het Presidium. Dat debat moet plaatsvinden. Ik heb er in principe geen bezwaar tegen om naar aanleiding van het verzoek van de PvdA-fractie een debat te hebben met de minister-president over datzelfde onderwerp, maar ik vind het wel vreemd dat dan de volgorde van de debatten wordt omgegooid. Daar heb ik bezwaar tegen. Ik wil met u op basis van uw voorstel een debat voeren. Ik gun de PvdA-fractie absoluut een debat met de minister-president, maar dat hoeft niet voordien plaats te vinden.

De heer Rouvoet (ChristenUnie):

Ik denk dat de volgorde van aanvragen zelden beslissend is voor de volgorde van agendering. Dat is geen standaard gang van zaken. Ik kan mij de logica wel voorstellen dat een debat met de minister-president informatie kan opleveren die van nut kan zijn in het debat met het Presidium. Omgekeerd kan ik mij daar minder bij voorstellen.

De voorzitter:

Wij gaan het wat korter maken, want hele fracties verlaten reeds de zaal. Reglementair is dat wij het eerst debatteren over de eerste aanvraag, als de aanvrager dat zelf wil. Dat neemt niet weg dat de heer Bos een nader verzoek heeft gedaan. Dan is het ook mijn plicht om dat verzoek aan u voor te leggen. Mijn voorstel is, het verzoek van de heer Bos tot het houden van een debat in te willigen en om ons te houden aan de gewone volgorde, zoals ik die zo-even beschreef. Ik constateer dat de heer Bos en de overige leden van de Kamer zich daarin kunnen vinden. Dan debatteren wij na het reces eerst met mij over de brief van het Presidium en daarna met de minister-president. Staatsrechtelijk is dat weer correct.

Aldus wordt besloten.

Sluiting 20.58 uur

Naar boven