Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, toe te voegen aan de stemmingslijst van heden:

  • - de brief van het Presidium over de embargoregeling voor Verantwoordingsdag en Prinsjesdag (30539, nr. 1);

  • - de brief van het Presidium over benoeming van een nieuw lid van de Raad voor Economisch Adviseurs (29654, nr. 5).

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda van 16, 17 en 18 mei:

  • - verslagen van de commissie voor de Verzoekschriften (30335, nrs. 39 tot en met 46).

Voorts stel ik op verzoek van de commissie voor Verkeer en Waterstaat voor, een hoofdlijnendebat te houden over de structuurvisie Zuiderzeelijn en deze aan de agenda van 16, 17 en 18 mei toe te voegen met maximumspreektijden van vijf minuten per fractie.

Ik stel voor, de minister van Financiën op 17 mei aanstaande in de gelegenheid te stellen de jaarverslagen over 2005 aan te bieden aan de Kamer.

Ingekomen is een beschikking van de Voorzitters van de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal inzake aanwijzing van het lid Oplaat tot lid in plaats van het lid Van der Sande in de Raadgevende Interparlementaire Beneluxraad. Ik stel voor, deze beschikking voor kennisgeving aan te nemen

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Op verzoek van de VVD-fractie benoem ik in de contactgroep Groot-Brittannië het lid Weekers tot lid in plaats van het lid Hirsi Ali.

Het woord is aan de heer Koenders.

De heer Koenders (PvdA):

Voorzitter. Het is soms erg onduidelijk wanneer door de regering toegezegde informatie daadwerkelijk bij de Kamer komt. Wij hebben op 16 maart een debat gevoerd met het kabinet over de CIA-vluchten. Toen is toegezegd dat informatie van Eurocontrol aan de Kamer zou worden gezonden. Ik heb op 6 april verzocht om op het eerdere verzoek te reageren voor 11 april. Dat is niet gebeurd. Ik heb op 12 april een mededeling gekregen dat er nadere afstemming nodig was. Wij zijn nu weer een paar weken verder. Ik wil via de voorzitter een beroep doen op de staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat om die informatie per omgaande aan de Kamer te zenden. Er is gisteren een interim-rapport van het Europees Parlement verschenen met betrekking tot het onderzoek naar CIA-vluchten. Daarin staat een aantal conclusies. Ik wil ook andere leden van het kabinet verzoeken om een gedegen en precieze reactie op het rapport te geven.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet, in het bijzonder naar de staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Marijnissen.

De heer Marijnissen (SP):

Voorzitter. Als ik zeg dat de publieke sector ziek is, zult u waarschijnlijk niet opkijken. Die vaststelling deponeer ik hier immers al jaren en deze klacht heb ik ook al vaker bij het kabinet geuit. Ik zal toelichten waarom ik hier nu sta. Dat is het gevolg van de uitzending van Netwerk van gisterenavond, waarin de klachten die ik al heel lang over de publieke sector heb eindelijk eens werden geobjectiveerd. Mijn klachten zijn dat het aantal managers hand over hand toeneemt, dat zij erg goed zijn in het zakkenvullen, dat zij totaal geen weet hebben van wat er op de werkvloer speelt en dat de meerderheid van de mensen op de werkvloer aangeeft dat de managers een negatieve invloed hebben op de kwaliteit en efficiency.

Ik zal de Kamer nu niet vermoeien met alle gegevens die in Netwerk werden genoemd, maar de essentie is wel de conclusie. En de conclusie is naar mijn idee dat wij als gevolg van toegenomen marktwerking, toegenomen schaalvergroting, toegenomen cijferfetisjisme allerlei uitwassen zien in onze publieke sector. Ik heb het dan over de zorg en het onderwijs. Dit leidt tot ontmenselijking van de zorg en van het onderwijs, alsook tot cynisme op de werkvloer en tot erosie van de beroepseer en de beroepsautonomie.

Uit het onderzoek van Netwerk blijkt dat de situatie zo erg is dat ik eigenlijk snel een brief van het kabinet wil hebben met de reactie van het kabinet hierop. Ik weet wel dat de infectie van de coupe van de managers teruggaat naar de periode van "Paars", maar de incubatietijd is nu eenmaal een aantal jaren. Wij kunnen nu geobjectiveerd vaststellen welke negatieve effecten de keuzes van destijds op onze publieke sector hebben gehad en hebben.

Kortom, voorzitter, via u vraag ik het kabinet om hierover eens een boom op te zetten, zodat wij na het reces daarover met het kabinet kunnen debatteren.

De voorzitter:

Ik stel voor, dit deel van het stenogram naar het kabinet door te geleiden met het verzoek om hierover een brief aan de Kamer te sturen.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer De Wit.

De heer De Wit (SP):

Voorzitter. Er vindt op het ogenblik een algemeen overleg plaats over de voortgang van de Zorgverzekeringswet. Namens mijn collega Agnes Kant verzoek ik u om ruimte te reserveren op de agenda van de Kamer voor een mogelijk VAO naar aanleiding van het genoemde algemeen overleg.

De voorzitter:

Het VAO over de Zorgverzekeringswet stond al onder voorbehoud op de agenda. Ik stel voor, dat nu definitief te laten zijn.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Klaas de Vries.

De heer Klaas de Vries (PvdA):

Voorzitter. Ik wil uw aandacht vragen voor drie zaken die betrekking hebben op het beleidsterrein van de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie. De eerste gaat over een motie die op 23 februari is voorgesteld en die met algemene stemmen is aanvaard. Daarin wordt aan de minister gevraagd om de Kamer vóór 1 april jongstleden mee te delen wanneer de problematiek van de achterstanden bij de IND zal zijn opgelost. Nu hoort deze motie inmiddels ook al een beetje bij de achterstanden, maar ik zou het zeer op prijs stellen dat deze Kamer bij terugkomst van het meireces beschikt over een antwoord op die motie. Wij kunnen dan naar aanleiding van dat antwoord debatteren.

De voorzitter:

Ik stel voor, dit deel van het stenogram door te geleiden naar het kabinet, in het bijzonder naar de minister, zodat er een antwoord is op het moment dat u zojuist hebt aangegeven.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is opnieuw aan de heer Klaas de Vries.

De heer Klaas de Vries (PvdA):

Voorzitter. Ik vraag voorts aandacht voor vragen die door mevrouw Vos, de heer De Wit, mevrouw Huizinga-Heringa en mij op 11 juli aan de minister gesteld zijn. Die vragen gaan over de uitzetting van een gezin naar Servië. Daarop is geruime tijd later, op 11 januari van dit jaar, geantwoord. Die antwoorden waren evenwel vertrouwelijk. Naar aanleiding daarvan hebben wij eind maart aan de minister gevraagd om die antwoorden openbaar te maken, voorzover dat in verband met de bescherming van onder andere privacy redelijk is. In de antwoorden staat namelijk veel wat wij hier zouden moeten kunnen bespreken. De vragenstellers hebben van het ministerie een uitstelbericht gekregen, waarin staat dat er nog allerlei overleg nodig is om afstemming te zoeken. Dit vind ik echter onaannemelijk. In ieder geval wil ik dat dus niet aannemen.

Ik vraag u dan ook om de minister te verzoeken, ervoor te zorgen dat wij binnen twee weken een antwoord op de vraag krijgen om de antwoorden op eerdere vragen openbaar te maken. Ook de inhoud van die antwoorden leent zich voor een debat. Zoals ik heb aangegeven, loopt deze zaak al bijna een jaar. Met het vertrouwelijk ter inzage geven, gaat toch veel tijd verloren.

De voorzitter:

Ik stel voor, ook dit deel van het stenogram door te geleiden naar het kabinet, in het bijzonder naar de minister, opdat direct na het reces aan uw verzoek is voldaan.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is wederom aan de heer Klaas de Vries.

De heer Klaas de Vries (PvdA):

Op 16 december jongstleden heb ik vragen over het Istanbul Protocol gesteld. Dat protocol houdt verband met het medisch onderzoek naar slachtoffers van martelingen. Op 11 januari jongstleden is er een uitstelbericht gekomen, maar wij hebben de antwoorden nóg niet, terwijl de Nederlandse regering dit protocol dagelijks zou moeten toepassen. Kunnen deze vragen nu eindelijk en dus met spoed worden beantwoord?

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet, in het bijzonder naar de minister, zodat direct na het reces het antwoord daarop hier zal zijn.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Bussemaker.

Mevrouw Bussemaker (PvdA):

Voorzitter. Ik vraag om het verslag van het algemeen overleg dat de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid gisteren over het reïntegratiebeleid heeft gevoerd, op de agenda voor de plenaire vergadering te zetten. Dat kan na het reces.

De voorzitter:

Ik stel voor, dat niet meer op de agenda voor vandaag te zetten, maar dat direct na het reces te plannen.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Noorman-den Uyl.

Mevrouw Noorman-den Uyl (PvdA):

Voorzitter. Gisteren heb ik tijdens de regeling van werkzaamheden gemeld dat er vandaag een algemeen overleg over de koopkracht in relatie tot de invoering van het nieuwe zorgstelsel zou worden gevoerd. Dat overleg heeft heden inderdaad plaatsgevonden en naar aanleiding daarvan verzoek ik u, het verslag ervan op de agenda voor de plenaire vergadering van vandaag te zetten.

De voorzitter:

Ik stel voor, het "onder voorbehoud" ervan af te halen en het definitief te maken.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Rouvoet.

De heer Rouvoet (ChristenUnie):

Mijn opmerkingen vallen in dezelfde categorie als die waarin enkele opmerkingen van de heer De Vries vallen. Zij gaan over antwoorden op vragen die langer uitblijven dan wij gewend zijn. Naast de series vragen die de heer De Vries noemde, is er een serie vragen van mijn collega, mevrouw Huizinga, en nog een aantal collega's aan de ministers voor Vreemdelingenzaken en Integratie en van Buitenlandse Zaken over Afghaanse religieuze minderheden, onder wie ook ex-moslims. Daar zijn beleidsmatige consequenties aan verbonden. De vragen zijn ingediend op 31 maart jongstleden. Mij lijkt het goed als wij daar op zeer korte termijn antwoord op krijgen. Ik stel een rappel dan ook zeer op prijs.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet, in het bijzonder naar de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie zodat direct na het reces het antwoord daarop hier zal zijn.

Daartoe wordt besloten.

Naar boven