Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 8 februari 2006 over de IND.

De heer Klaas de Vries (PvdA):

Voorzitter. Wij hebben overlegd met de minister over een rapport van de Algemene Rekenkamer. In 2004 hebben zich bij de IND allerlei problemen voorgedaan die leidden tot een tamelijk dramatische situatie. Inmiddels wordt gepoogd om verbeteringen tot stand te brengen. De minister heeft ons naar aanleiding van een van mijn vragen informatie toegestuurd over een nieuwe werkwijze bij de IND. Uit de brief die wij ontvingen – waarvoor dank – merk ik op dat bij de behandeling van bezwaarschriften inzake weigering van visa voor kort verblijf, machtigingen voor voorlopig verblijf en verblijfsvergunningen onderscheid tussen de oude voorraad en de nieuwe instroom van aanvragen wordt gemaakt. Dat verklaart de mail die ik daarover krijg omdat er nogal wat mensen zijn, ik citeer er één, die zeggen: "Merkwaardig. Ik heb begrepen dat de aanvragen van voor november met een lagere prioriteit worden behandeld dan de aanvragen van na november. Ik moet dus langer wachten hoewel ik eerder iets gevraagd heb." Zo heb ik verschillende zorgelijke brieven ontvangen. De minister heeft gezegd dat dat gebeurt op basis van het zogenaamde last-in-first-outprincipe. Er zijn natuurlijk meer principes te bedenken. Wij kunnen ook zeggen "first in first out". Het is niet helemaal duidelijk waarom degenen die het eerste verzoek hebben gedaan, ook van de oude voorraad, nu het laatst worden behandeld. Zij moeten dan het langst wachten van iedereen.

Ik begrijp dat niet helemaal, maar ik zie dat er een werkwijze is verzonden die er nu toe moet leiden dat alles op tijd wordt afgehandeld en dat trajecten nu op een goede manier binnen de wettelijke termijnen worden doorlopen. Ik ben het zicht een beetje kwijt op hoe het allemaal gaat en wanneer het voor elkaar komt. Mij dunkt dat wij daarover langzamerhand helderheid moeten krijgen. Vandaar dat ik een motie heb voorbereid die als volgt luidt.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat mede ten gevolge van automatiseringsproblemen bij de IND die zijn ontstaan in 2004, nog steeds achterstanden bestaan bij de uitgifte van documenten en de behandeling van verzoeken om een vergunning;

constaterende dat in sommige gevallen wettelijke beslistermijnen niet kunnen worden nageleefd;

overwegende dat veel mensen hierdoor ernstige hinder ondervinden;

verzoekt de regering, de Kamer voor 1 april 2006 mee te delen wanneer deze problematiek zal zijn opgelost en welke concrete stappen daartoe zullen worden gezet,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Klaas de Vries. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 8(30240).

De heer Klaas de Vries (PvdA):

Ik hoop dat wij op deze manier een goed overzicht zullen krijgen van alles wat er nu in de verschillende procedures zal gebeuren, inclusief bezwaar, en ook wanneer de minister de zaak voor elkaar hoopt te hebben en wat zij daarvoor zal doen. De Kamer moet op een gegeven moment kunnen vaststellen of de in het vooruitzicht gestelde prestaties door de minister worden geleverd. Wij naderen het eind van deze kabinetsperiode, wie weet hoe snel. De nieuwe bewindspersoon moet toch niet de alleroudste zaken nog steeds op het bureau vinden als gevolg van de zaak die maar blijft liggen en die nu last in first out wordt behandeld. Ik wil graag over zes weken een overzicht hebben van alle achterstanden bij vergunningverlening, beslissingen of bezwaar, met daarbij de mededeling van de minister wanneer zij het in orde zal hebben. Anderhalve maand is een royale termijn, maar als de minister zegt hiervoor een half jaar nodig te hebben, dan kunnen wij daarover ook spreken.

Mevrouw Vos (GroenLinks):

Voorzitter. Ik dien een motie in in verband met het debat over de IND.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de Algemene Rekenkamer kritiek Vosheeft geuit op de manier waarop de IND reguliere verblijfsaanvragen afhandelt;

overwegende dat vooralsnog niet te beoordelen valt of de door de minister voor Vreemdelingenzaken aangekondigde en ingezette maatregelen in positieve zin zullen uitvallen;

overwegende dat het wenselijk is nader parlementair onderzoek in te stellen naar de werkwijze van de IND in asiel- en reguliere verblijfsaanvragen van de afgelopen tien jaren;

verzoekt het Presidium, een werkgroep vooronderzoek in te stellen die de Kamer adviseert over de opzet en de vorm van een parlementair onderzoek naar de werkwijze van de IND in asiel- en reguliere verblijfsaanvragen in de afgelopen tien jaren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Vos. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 9(30240).

Mevrouw Vos (GroenLinks):

Ik dien een motie in over de leges. Dat was een belangrijk onderdeel in het rapport van de Algemene Rekenkamer.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat uit het rapport van de Algemene Rekenkamer blijkt dat het niet mogelijk is om de werkelijke kosten te berekenen die bij de behandeling van reguliere verblijfsaanvragen gemoeid zijn en dat het daardoor onmogelijk is om die kosten in de leges door te berekenen;

overwegende dat in de afgelopen jaren de leges zijn verhoogd;

verzoekt de regering, de leges op het niveau van 1 januari 2003 vast te stellen en te voorzien in een regeling waarin de te veel betaalde leges worden terugbetaald en de Kamer daarover te berichten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Vos. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 10(30240).

Mevrouw Vos (GroenLinks):

Vervolgens dien ik nog een motie in over de leges.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de Algemene Rekenkamer concludeert dat de kostprijsberekening die de IND hanteert, onvoldoende inzichtelijk is;

overwegende dat de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie streeft naar een duidelijke afspiegeling van de werkelijke kostprijzen van werkzaamheden van de IND in de legestarieven;

overwegende dat minimaal eenmaal in de drie jaar een herijking van de kostprijzen per verblijfsdoel zal plaatsvinden en dat zal worden bezien of het systeem van legesheffing nog consistent is met de kostprijsontwikkeling;

verzoekt de regering, een kostprijsonderzoek in te stellen naar de legesheffing en de Kamer daarover te berichten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Vos. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 11(30240).

Minister Verdonk:

Voorzitter. Ik beperk mij tot de moties.

In zijn motie constateert de heer De Vries dat er automatiseringsproblemen zijn, waardoor achterstanden zijn ontstaan bij de IND. Daarover zijn wij het eens. Er is een plan van aanpak opgesteld met allerlei maatregelen om ervoor te zorgen dat er iets wordt gedaan aan deze situatie.

De heer De Vries constateert eveneens dat in sommige gevallen de wettelijke beslistermijnen niet worden nageleefd en ook daarover hebben wij al enige malen gedebatteerd. Mensen ondervinden hiervan inderdaad ernstige hinder en wij proberen er alles aan te doen om het ongemak te beperken. Hij verzoekt de regering, de Kamer voor 1 april 2006 mee te delen wanneer deze problematiek is opgelost en welke concrete stappen daartoe worden gezet. Naar aanleiding van eerdere vragen heb ik de Kamer een brief geschreven, waarin staat dat er twee parallelle trajecten lopen. Er zijn teams aan de slag gegaan met de nieuwe aanvragen en in mijn brief staat dat de nieuwe instroom direct in behandeling wordt genomen door de beslisunits. Er zijn ook units bezig met oudere aanvragen en deze werkwijze heeft tot verwarring geleid. De medewerkers van zowel de infolijn en als van publieksvoorlichting van de IND hebben nadere schriftelijke en mondelinge instructie ontvangen omtrent de werkwijze, zodat zij mensen goed te woord kunnen staan en misverstanden kunnen wegnemen. Er staat ook in dat een deel van de aanvragen die behoren tot de oude voorraad, pas later dit jaar worden afgehandeld.

Als de heer De Vries een summier overzicht en wat cijfers wil, ben ik bereid dat doen en kan ik de motie overnemen. Als hij een uitgebreid onderzoek wil en op elk detail wil weten...

De heer Klaas de Vries (PvdA):

Nee, dat is het laatste wat ik zou willen. Ik wil een overzichtelijke lijst van de achterstanden op dit gebied. Ik wil dat de minister aangeeft wanneer de achterstanden zijn weggewerkt. Misschien kan zij dan ook aangeven wat ervoor is gedaan. Ik wil helemaal geen rapporten. Ik wil zo langzamerhand weten wanneer de achterstanden weggewerkt zullen zijn. Wanneer kunnen de mensen die first in waren, maar last out gaan redelijkerwijze erop rekenen dat het afgehandeld is? Ik vind dat de Kamer dat behoort te kunnen weten. Het is voor ons niet goed genoeg om te weten dat u met een traject bezig bent. Als bij de NS de treinen te laat vertrekken, vragen wij hier ook of het niet te beter kan. Wij moeten weten wat uw prestatie zal zijn.

Minister Verdonk:

Dat is heel duidelijk. In tegenstelling tot wat de heer Klaas de Vries hoopt, hoop ik dat ik gedurende nog ruim een jaar kan laten zien wat er allemaal gebeurt. Ik hoop dus dat dit kabinet niet valt. Ik zal er ook alles aan doen om dat te voorkomen. Ik zeg u toe dat u het overzicht krijgt. Ik probeer het voor 1 april. Mocht het niet lukken, dan hoop ik dat u ook tevreden bent met 1 mei. In dat geval neem ik de motie over en zorg ik ervoor dat u alle gegevens krijgt.

In de motie-Vos wordt de regering verzocht, de leges op het niveau van 1 januari 2003 vast te stellen en te voorzien in een regeling waarin de te veel betaalde leges worden terugbetaald en de Kamer daarover te informeren. Zij constateert dit naar aanleiding van het rapport van de Algemene Rekenkamer.

De Algemene Rekenkamer heeft geconstateerd dat er geen inzicht is in de ontwikkeling van de kostprijzen per product waarop de leges konden worden gebaseerd. Die constatering is juist. Ik heb dat ook nooit ontkend. Met het nieuwe kostprijsmodel is dat vanaf 2006 wel mogelijk. Vanaf dit jaar kunnen met het nieuwe kostprijzenmodel realisatiecijfers per product worden geleverd. Omdat er geen inzicht bestond in de ontwikkeling van de kostprijzen van specifieke producten waar legestarieven tegenover staan, is ter voorbereiding van de nieuwe per 1 juli 2005 ingevoerde legessystematiek een separaat onderzoek naar de tijdsbesteding voor de verschillende aanvragen ingesteld. De Algemene Rekenkamer concludeert dat het onderzoek naar de kostprijzen per product met behulp van gedetailleerd tijdschrijven en het werken met een schatting van experts, een juiste aanpak was. Wel plaatste de Algemene Rekenkamer kanttekeningen bij de lengte van de tijdschrijfperiode en het hanteren van gebudgetteerde uurprijzen. De kanttekeningen van de Algemene Rekenkamer zijn geen reden om de hoogte van de huidige leges ter discussie te stellen. Ik heb daarin wel aanleiding gezien om de vaststelling van de kostprijzen verder te verbeteren. Ik zie dus geen reden om de leges op het niveau van 1 januari 2003 vast te stellen en de te veel betaalde leges terug te betalen. Ik ontraad dus aanvaarding van deze motie.

Ik kom volgens bij de motie over de kostprijzen en het kostprijzenonderzoek. U verzoekt de regering een kostprijzenonderzoek in te stellen naar de legesheffing en de Kamer daarover te berichten. Ik kan meedelen dat het tijdschrijven wordt geïntensiveerd. Dat is ook nodig, want wij hebben een eerste kostprijs en wij zijn steeds bezig om die kostprijs te verfijnen. Vanaf 1 januari 2006 doen alle medewerkers die rechtstreeks werken aan afhandeling van aanvragen, aan tijdschrijven. Vanaf medio 2006 zullen ook alle ondersteunende medewerkers in het primaire proces én de medewerkers die zich bezighouden met bezwaar en beroep tijd gaan schrijven. Wij liggen dus op schema met de aanbevelingen uit het rapport van de Algemene Rekenkamer. De gerealiseerde kostprijzen per product zullen jaarlijks geanalyseerd worden op basis van een nacalculatie. Conform de agentschapsvoorwaarden zal eens per drie jaar worden bekeken of de gehanteerde kostprijzen moeten worden herzien.

Een extra kostenprijzenonderzoek lijkt mij niet nodig. Wij hebben maatregelen in werking gezet. Ik ontraad de Kamer dan ook aanvaarding van deze motie.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik stel voor, vandaag aan het einde van de vergadering over de ingediende moties te stemmen.

Daartoe wordt besloten.

Naar boven