Vragen van het lid Omtzigt aan de minister van Financiën over de uitvoering van de Wet walvis en het terugdringen van de administratieve lasten.

De heer Omtzigt (CDA):

Voorzitter. Op 1 januari 2006 treden, als het goed is, de wet Walvis en de Wfsv in werking. Werkgevers hoeven dan nog maar één keer loonaangifte te doen in plaats van twee keer. Er treedt een enorme administratieve lastenverlichting op en de uitkeringen worden simpeler. Het is een megaoperatie, waar het CDA volledig achter staat. Tot onze verbazing kwam er echter afgelopen zaterdag een brandbrief van de loonadministrateurs van een aantal grote bedrijven, waarin staat dat zij nog geen realistische test hebben kunnen doen met het systeem. Zij weten nog niet waar zij aan toe zijn. Wij hebben deze wet ongeveer anderhalf jaar geleden behandeld in de Kamer. Toen is beloofd dat er goede tests zouden plaatsvinden, integrale ketentests, waarmee de gehele aangifte zou kunnen worden getest om de overgang vloeiend te laten verlopen.

Mijn vragen aan de minister zijn als volgt. Wordt er voldoende en realistisch getest op de administratie? Worden er integrale ketentests uitgevoerd? Kan een werkgever op dit moment al proberen of hij onder de nieuwe systematiek aangifte kan doen en niet pas in januari wanneer de wet is ingevoerd? Kan de minister garanderen dat de systemen werken en dat er geen administratieve chaos uitbreekt op 1 januari 2006? Wij zien ook met veel interesse de voortgangsrapportage tegemoet. Treedt de administratieve lastenverlichting, zoals beloofd in het wetsvoorstel en herhaald in de pakketbrief, ook werkelijk op met ingang van 1 januari 2006?

Minister Zalm:

Voorzitter. Het spijt mij dat de staatssecretaris op dit moment in Marokko zit. Hij is natuurlijk beter op de hoogte dan ik, maar staatsrechtelijk gezien mag ik hem vervangen.

Er vinden op dit moment tests plaats. Er is ook overleg met de marktpartijen om te kijken of wij de testmogelijkheden kunnen uitbreiden. Dat overleg is afgelopen vrijdag nog geweest. De toonzetting van de brief wordt overigens niet helemaal herkend door degenen die het overleg voeren. Zowel Belastingdienst als UWV heeft afgesproken dat op korte termijn wordt nagegaan of er nog aanvullende testmogelijkheden kunnen worden ontwikkeld. De heer Omtzigt merkte terecht op dat er voor 1 juli een voortgangsrapportage over SUB/Walvis naar de Kamer zal worden gestuurd. In deze rapportage zal uitvoerig ingegaan worden op de stand van zaken. Er is geen aanleiding om te verwachten dat er chaos ontstaat per 1 januari 2006. Een van de zaken die op dit moment wordt besproken, is de service van de Belastingdienst bij foutmeldingen. Als een evidente fout wordt geconstateerd, zal daarover worden teruggekoppeld. Dat het een service van de Belastingdienst is, laat natuurlijk onverlet dat werkgevers zelf verantwoordelijk zijn en blijven voor hun aangifte. Niettemin wordt er met de bouwers van de software gesproken over mogelijkheden om controlemechanismen in de software zelf in te bouwen. Op die manier wordt geprobeerd om fouten in de aangeleverde gegevens te voorkomen.

Het effect op de administratieve lasten is geen aanleiding om de eerdere inschatting aan te passen. Een omschakeling naar een eenvoudiger systeem bij één dienst blijft desondanks natuurlijk vervelend, maar na invoering van het systeem is men wel verlost van de dubbele aangiftes die nu gebruikelijk zijn. Men zal dus door die zure appel heen moeten bijten, voordat de voordelen duidelijk worden.

De heer Omtzigt (CDA):

Ik bedank u voor het vervangen van de staatssecretaris.

Bij de behandeling van het wetsvoorstel is gezegd dat er vorig jaar juli een integrale testmogelijkheid zou zijn. Is het echter waar dat er op dit moment getest wordt met berichtjes van twee werkgevers die allebei één werknemer in dienst hebben met wie niets aan de hand is? Wordt er inderdaad aan de hand van zo'n casus bepaald of de salarisadministratie van 10 miljoen Nederlanders kan worden veranderd? Ik ben blij dat u heeft toegezegd dat er geen administratieve chaos zal uitbreken. Maar wat gaat u doen als uit de grote test in het najaar, dus na de go-no-go-beslissing, blijkt dat toch niet alle problemen zijn opgelost?

De voortgangsrapportage zie ik met veel belangstelling tegemoet. Ik hoop dat deze rapportage begin volgende week naar de Kamer wordt gestuurd, want dan kunnen wij er volgende week eventueel nog iets over zeggen.

Ik zal u houden aan uw toezegging over de administratieve lasten. Die zullen omlaag moeten en dat is alleen mogelijk als foutmeldingen onmiddellijk teruggekoppeld worden naar degene die verantwoordelijk is voor de foutmelding. Kunt u garanderen dat er zeker geen zes maanden zit tussen het moment dat de Belastingdienst een fout ontdekt en de melding daarvan bij de werkgever? De werkgever moet dan immers op straffe van een behoorlijk zware boete de foutmelding binnen drie weken ongedaan maken.

Minister Zalm:

Afgesproken is dat de Kamer voor 1 juli een voortgangsrapportage ontvangt. Ik stel voor dat wij in die rapportage uitgebreid ingaan op de stand van zaken. Dat lijkt mij beter dan dat ik achter dit katheder improviseer over een portefeuille die ik normaliter niet beheer.

De voorzitter:

Mijnheer Omtzigt, ik zie dat u daarmee akkoord kunt gaan.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Het jaar 2006 lijkt het jaar van het loonstrookje te worden. Wij hebben immers niet alleen deze grote operatie, die niet voor niets Walvis heet, maar ook de zorgtoeslag voor 6 miljoen Nederlanders, het nieuwe systeem voor het aanvragen van de huursubsidie, waarschijnlijk een onbegrijpelijk WAO en een nieuwe vut-, prepensioen- en levensloopsystematiek. Is het langzamerhand niet tijd dat het kabinet zich kritisch bezint op de vraag of het wel mogelijk is om al deze veranderingen op een fatsoenlijke manier per 1 januari 2006 in te voeren? Moeten wij langzamerhand niet gaan vrezen voor een grote puinhoop doordat niemand het goede loonstrookje krijgt en overal fouten worden gemaakt? Ik denk dan aan de mogelijkheid dat mensen inkomensafhankelijke subsidies niet meer op tijd krijgen enzovoort, enzovoort. Is het niet eens tijd dat het kabinet zich nog eens flink achter de oren krabt over de invoering van al deze nieuwe systemen?

Minister Zalm:

Wij moeten de zaken wel goed uit elkaar houden. Walvis heeft betrekking op het innen van loonheffingen en werknemerspremies bij de werkgever. Deze verandering staat dus los van de loonstrookjes van de werknemers. De zorgtoeslag en de individuele huursubsidie worden uitgevoerd door de Belastingdienst en die heeft natuurlijk wel een directe relatie met de werknemer. Alle voorbereidingen zijn inmiddels getroffen om dat zorgvuldig te kunnen doen. De uitvoering van de WAO is weer een heel ander onderwerp. De polisadministratie daarvan wordt uitgevoerd door het UWV. Het UWV kan zich echter concentreren op de uitvoering van de WAO, want het raakt ook een taak kwijt.

Mevrouw Noorman-den Uyl (PvdA):

Het wetsvoorstel en het doel van de wet worden ook door de PvdA-fractie ronduit onderschreven. Alle woordvoerders hebben bij de behandeling van het wetsvoorstel echter hun zorgen geuit over de ambitie van het kabinet om op heel korte termijn een heleboel regelingen tegelijkertijd uit te voeren. Wij hebben toen gevraagd om op een tijdig moment helderheid te krijgen over de vraag of het allemaal wel kan. Onderdeel daarvan is de go-no-go-beslissing over de invoering van de wet financiering sociale verzekeringen, die mensen nu Walvis noemen. Ik heb minister De Geus vorige week gevraagd om de tweede voortgangsrapportage waarin die beslissing gedocumenteerd zou kunnen worden genomen, uiterlijk op 28 juni aan de Kamer toe te sturen. Volgende week voeren wij er nog een debat over. Ik wil nu weten, ook gezien de eerdere antwoorden van de minister, of de tweede voortgangsrapportage is voorzien van een second opinion of een accountantstest, omdat er blijkbaar interpretatieverschil mogelijk is over de kwaliteit van het proces dat nu wordt geïmplementeerd. Wij weten al dat het niet is wat wij oorspronkelijk wilden, maar een afgeslankte, uitgeklede vorm daarvan.

Wij hebben vragen gesteld naar aanleiding van het rapport van de Rekenkamer over de premie-inning door de Belastingdienst. Is de minister bereid om de vragen die betrekking hebben op de implementatie voor die datum te beantwoorden? Het gaat mij dan om de vragen die de minister zelf kan beantwoorden; hij kan niet voor de Rekenkamer spreken. Als de Kamer eind volgende week tot het oordeel moet komen dat het onvoldoende is, dan is dit zo goed mogelijk gedocumenteerd. Of er is dan voldoende vertrouwen in de voortgang van hetgeen waarmee de minister nu bezig is.

Minister Zalm:

Ik heb onvoldoende inzage in de conceptrapportage om te kunnen beoordelen of er een toets door derden in staat. Gelet op de terughoudendheid die wij mede op inspiratie van de Kamer hebben bij de inhuur van derden, zou het best kunnen dat wij op basis van onze eigen deskundigheid rapporteren. De rapportage komt eraan. Ik zal proberen om mijn deel van de antwoorden op de vragen die blijkbaar zijn gesteld over de premie-inning naar aanleiding van het rapport van de Rekenkamer, gelijktijdig met de rapportage aan de Kamer te doen toekomen.

De heer Koopmans (CDA):

Het Nederlandse bedrijfsleven wacht met smart op een gemakkelijker uitvoering door middel van deze wet. Ik hoor de minister echter net in antwoord op vragen van de heer Omtzigt zeggen dat er nog door een zuur appeltje heen moet worden gebeten. Daarbij doelde hij op de dubbele systematiek vanaf 1 januari, terwijl bij de wetsbehandeling is afgesproken dat dit slechts in noodgevallen aan de orde zou zijn. Dat noodgeval lijkt mij tot op heden niet aan de orde.

Minister Zalm:

Als je van het ene systeem overschakelt op het andere, veranderen de gebruikelijke gedragspatronen en aangiftepatronen. Dat gaat per 1 januari gebeuren. Ondernemers moeten zich daarop voorbereiden. Dat is natuurlijk vervelend en lastig, maar vanaf 1 januari gaat het systeem draaien op een manier waarvan zij duurzaam plezier hebben. Ik heb beoogd om te zeggen dat de aanpassingen aan het nieuwe systeem voor ondernemers vervelend zijn.

De heer Koopmans (CDA):

Betekent dit dat elke in de pakketbrief toegezegde euro voor administratieve lastenverlichting zeker daar naartoe gaat?

Minister Zalm:

De administratieve lastenverlichting die wij hebben gekwantificeerd, staat.

Mevrouw Smeets (PvdA):

Wat doen wij met de kleine mkb'ers die volgens de loonadministrateurs grote problemen zullen krijgen? Wij hebben het hier over de Haagse werkelijkheid, maar de werkelijkheid van die mensen is volgens de loonadministrateurs straks dramatisch.

Minister Zalm:

Wij zijn in overleg met de partijen die dit allemaal moeten uitvoeren. Naar het oordeel van de Belastingdienst heeft dat overleg een constructief karakter en staat het niet in het teken van paniek en onmogelijkheden. Zoals ik al zei, lijkt het mij goed dat op dit punt gedegen wordt ingegaan in de voortgangsrapportage.

Naar boven