Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda van aanstaande donderdag en te behandelen als hamerstuk de brief van het Presidium over een onderzoek naar de parlementaire betrokkenheid bij de uitzending van de Nederlandse militairen in het kader van de NATO Response Force (30162).

Ik stel voor, volgende week te stemmen over de motie-Rouvoet c.s. over ontmoediging van het gebruikmaken van diensten van illegale prostituees (25437, nr. 48).

Ik stel voor, toestemming te verlenen tot het houden van een notaoverleg met stenografisch verslag op maandag 27 juni 2005 van 14.30 uur - 18.30 uur van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de kabinetsreactie WRR advies publieke omroepen.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Op verzoek van de VVD-fractie benoem ik in:

  • - de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid het lid Nijs tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Van Miltenburg;

  • - de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap het lid Nijs tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Aptroot;

  • - de commissie voor de Rijksuitgaven het lid Nijs tot lid in plaats van het lid Balemans;

  • - de Parlementaire Vergadering van de Raad van Europa en West-Europese Unie het lid Nijs tot lid in plaats van het lid Visser;

  • - de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport het lid Nijs tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature;

  • - de vaste commissie voor Economische Zaken het lid Weekers tot lid in plaats van het lid Van Egerschot en het lid Van Egerschot tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Weekers;

  • - de commissie voor de Werkwijze der Kamer het lid Aptroot tot lid in de bestaande vacature.

Het woord is aan de heer De Haan.

De heer De Haan (CDA):

Voorzitter. De minister van Buitenlandse Zaken heeft op 20 juni 2005 een brief aan de Kamer geschreven met betrekking tot de uitvoering van het amendement-Karimi/Van Baalen, dat strekt tot bevordering van vrije op Iran gerichte media. Een meerderheid van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken is van mening dat de minister met deze brief geen duidelijke uitvoering geeft aan hetgeen in het amendement is verwoord. Namens die meerderheid van deze commissie verzoek ik u, voorzitter, het daarheen te leiden dat hierover een kort debat kan plaatsvinden tussen de commissie en de minister van Buitenlandse Zaken.

Tevens vraag ik u om de minister te verzoeken om het desbetreffende besluit dat hij genomen heeft nog niet in de Staatscourant te publiceren maar om dat pas te doen nadat het debat heeft plaatsgevonden.

De voorzitter:

Ik stel voor, aan het eerste verzoek, gedaan namens de meerderheid van de commissie, te voldoen en om het debat de volgende week te houden met spreektijden van 2 minuten per fractie. Verder stel ik voor, het stenogram van dit deel van de vergadering toe te zenden aan de minister van Buitenlandse Zaken.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Lambrechts.

Mevrouw Lambrechts (D66):

Voorzitter. Mijn verzoek is om de schriftelijke vragen die ik heb gesteld over homo's in de asielopvang en de asielprocedure, nog deze week beantwoord te krijgen. Ik heb eerder gevraagd of de antwoorden afgelopen vrijdag al binnen konden zijn, maar dat bleek een te korte termijn. Ik hoop dus dat het deze week wel lukt.

Verder zou ik graag een brief ontvangen van minister Verdonk over versnelling in de afhandeling van asielprocedures, zodat de resterende 14.000 van de oorspronkelijke 26.000 snel een toekomstperspectief krijgen. Als het kan, zou ik deze brief graag nog deze week tegemoetzien, zodat wij er eventueel de volgende week een debat met de minister over kunnen voeren.

De heer Klaas de Vries (PvdA):

Voorzitter. Deze wens van D66 is deze Kamer en waarschijnlijk iedereen al een hele tijd bekend. Ik ga ervan uit dat de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie er ook al een tijd over heeft kunnen nadenken. Ik zou het dan ook aangewezen vinden dat wij die brief uiterlijk donderdag ontvangen.

De voorzitter:

Het tweede verzoek van mevrouw Lambrechts is er nu een beetje tussendoor "gesneakt", aangezien het eigenlijk iets is wat volgens de hier gangbare procedures via de commissie had moeten lopen. Ik zie de instemmende glimlach van haar fractievoorzitter op de achtergrond.

De heer Visser (VVD):

Voorzitter. Volgende week vindt een WGO plaats over justitie en asielbeleid. Als de brief voor die tijd binnenkomt, zouden wij die alsdan kunnen bespreken.

De voorzitter:

Ik stel voor, aangaande het verzoek van mevrouw Lambrechts inzake haar Kamervragen en die van de heer De Wit, gericht aan de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie over de veiligheid van homoseksuele asielzoekers, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie en de minister van Buitenlandse Zaken. Tevens stel ik voor om met betrekking tot de door mevrouw Lambrechts gevraagde brief, met inachtneming van de tijdslimiet genoemd door de heer De Vries, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te zenden aan de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Gerkens.

Mevrouw Gerkens (SP):

Voorzitter. Vanochtend stond in de Volkskrant een alarmerend bericht over de fysieke veiligheid van het spoor. De geschiedenis van het spoor laat zien dat er vorig jaar een toename is geweest van het aantal gewonden tot 138. Er waren 13 botsingen en 10 ontsporingen. Nu luiden de medewerkers van ProRail de alarmklok. De werkdruk zorgt voor een toenemende onveiligheid en onverantwoorde situaties bij de treindienstleiding. Volgens hen kruipt men steeds vaker door het oog van de naald.

Als ik een optelsom maak, maak ik mij grote zorgen over de veiligheid op het spoor. Ik wil daar met spoed met de minister over spreken.

Mevrouw Dijksma (PvdA):

Ik kan mij heel goed indenken dat hierover heel snel met de minister wordt gesproken. Dat wil mijn fractie ook, maar zij vindt dat dit ook in een spoed algemeen overleg kan plaatsvinden.

Ik wil wel steun geven aan het verzoek dat de minister een brief naar de Kamer schrijft met daarin een reactie op hetgeen vanochtend in de Volkskrant te lezen was.

De Kamer heeft onlangs zelf een parlementaire werkgroep opgestart die zich bezighoudt met het functioneren van ProRail. Het lijkt mij daarom zinnig om dit onderwerp zelf op te pakken, maar dat is iets voor de procedurevergadering.

De heer Van Hijum (CDA):

Ik sluit mij daar kortheidshalve bij aan. Ik ben dus niet voor een spoeddebat, maar ik vind wel dat hier op korte termijn zorgvuldig naar gekeken moet worden.

De voorzitter:

En een brief.

De heer Van Hijum (CDA):

Ja, vooraf een brief. Dat lijkt mij duidelijk.

Mevrouw Gerkens (SP):

Voorzitter. Ik ben blij met de steun van mijn collega's voor mijn verzoek om hier met spoed over te spreken. Als de minister aan de Kamer een brief schrijft waarin zij aangeeft dat zij bereid is om op korte termijn een onderzoek te doen naar de werkdruk en de automatische rijweginstelling, wil ik mij graag aansluiten bij het voorstel van de PvdA om er een spoed-AO van te maken.

Wij spreken zeker nog over de parlementaire werkgroep, maar ik ben bang dat dit te traag gaat. Ik wil graag de vaart erin houden. Ik hoop daarom dat de brief de Kamer morgenochtend voor 12.00 uur bereikt, zodat het AO morgenochtend kan worden gepland.

De voorzitter:

Ik verzoek de griffier van de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat om op zeer korte termijn hierover een algemeen overleg te organiseren.

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet, in het bijzonder naar de minister van Verkeer en Waterstaat, met het verzoek om een spoedige reactie in de vorm van een brief.

Het laatste punt dat mevrouw Dijksma noemde – het al dan niet toevoegen aan de werkzaamheden van de werkgroep – zullen de werkgroep en de commissie verder ter hand nemen.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Haverkamp.

De heer Haverkamp (CDA):

Voorzitter. Morgen voeren wij onder andere een debat over het geluids isolatieproject Schiphol. De staatssecretaris had de Kamer eerder toegezegd, een brief te sturen. De commissie heeft hieraan al eerder gerappelleerd. Ik verzoek u nogmaals aandacht te vragen voor het verzoek van de commissie. Wij ontvangen de brief het liefst voor 13.00 uur, zodat wij hem nog kunnen bestuderen voor het algemeen overleg.

De voorzitter:

Dit verzoek komt inderdaad voort uit een brief van geruime tijd geleden. Als ik mij niet vergis, van 4 mei. Ik stel voor, aan dit verzoek te voldoen door het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet, in het bijzonder naar de staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Szabó.

De heer Szabó (VVD):

Voorzitter. Komende dinsdag voert de Kamer een plenair debat over de millenniumdoelstellingen. Drie weken geleden heb ik hierover vragen gesteld aan de minister voor Ontwikkelingssamenwerking. Ik heb daar nog geen antwoord op ontvangen. Het komt echter heel nauw, want aanstaande donderdag is voor haar de deadline en dinsdag voeren wij het debat. Ik doe bij dezen een beroep op haar om dit keer op tijd te zijn met het geven van antwoorden.

De voorzitter:

U zegt het zelf: het was nog niet helemaal nodig geweest, want de minister had nog tot donderdag en het debat is volgende week. Maar goed, we zullen maar zeggen dat u vooruitwerkt.

Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet, in het bijzonder naar de minister voor Ontwikkelingssamenwerking.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Weekers.

De heer Weekers (VVD):

Ik verzoek de voorzitter mede namens de fracties van het CDA en de PvdA om de stemming over het wetsvoorstel over de afgeschermde getuigen tot volgende week dinsdag aan te houden. Recent is een amendement rondgestuurd dat wij graag nader bestuderen.

De voorzitter:

Ik stel de Kamer voor om aan het verzoek te voldoen en de stemmingen tot volgende week dinsdag uit te stellen.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Cornielje.

De heer Cornielje (VVD):

Namens de vaste Kamercommissie voor OCW deel ik mee dat wij zojuist een extra procedurevergadering hebben gehouden en dat wij hebben besloten om het notaoverleg van maandag 27 juni aanstaande over de publieke omroepen geen doorgang te laten vinden. Zojuist is toestemming gevraagd om dat overleg te houden, maar dat is niet meer nodig.

De voorzitter:

Daarmee is het besluit herroepen dat wij aan het begin van de Regeling hebben genomen.

Naar boven