Lijst van ingekomen stukken, met de door de voorzitter terzake gedane voorstellen:

1. een koninklijke boodschap, ten geleide van het voorstel van (rijks)wet Wijziging van de Paspoortwet, onder andere in verband met het daarin opnemen van enige bepalingen ter voorkoming van misbruik van reisdocumenten (26977, R1614).

Deze koninklijke boodschap, met de erbij behorende stukken, is al gedrukt en rondgedeeld;

2. de volgende brieven:

twee, van minister van Buitenlandse Zaken, te weten:

  • een, ten geleide van het verslag van een driedaags bezoek aan Indonesië (26049, nr. 21);

  • een, over de voortgang van het onderzoek inzake Srebrenica (26122, nr. 19);

een, van de staatssecretarissen van Buitenlandse Zaken en van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, ten geleide van een toelichting op de procedures, richtlijnen en criteria met betrekking tot aanvragen van HGIS-cultuursubsidies (26682, 26591, nr. 4);

vier, van de minister van Justitie, te weten:

  • een, inzake het opleggen van taakstraf bij verstek (26114, nr. 20);

  • een, over inzicht uitwisseling CRI-personeel (26215, nr. 8);

  • een, inzake Uitvoering aanbevelingen enquêtecommissie opsporingsmethoden (26269, nr. 26);

  • een, over het opleidingsbeleid rechterlijke macht (26589, nr. 3);

een, van de minister en de staatssecretaris van Justitie, ten geleide van een overzicht van de laatste stand van zaken m.b.t. de modernisering van de rechterlijke organisatie (26352, nr. 20);

een, van de staatssecretaris van Justitie, ten geleide van een ambtsbericht over Afghanistan (19637, nr. 491);

vijf, van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, te weten:

  • een, inzake pepperspray (26345, nr. 30);

  • een, over de stand van zaken met betrekking tot het initiatiefwetsvoorstel tot wijziging van de Gemeentewet (26423, nr. 11);

  • een, over andere vormen van bestuurlijke vrijheidsbeneming (26735, nr. 6);

  • een, ten geleide van antwoorden op vragen van het lid Nicolaï inzake scholierenrellen in Den Haag (26800-VII, nr. 32);

  • een, ten geleide van de notitie "Reflecties over de positie van de Eerste Kamer" (26976);

twee, van de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, te weten:

  • een, over de wateroverlast in Nederland (24071, nr. 55);

  • een, over schadeafhandeling WTS gemeente Ommen (26800-VII, nr. 31);

een, van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, over de rapportage wachtgeldontwikkeling (25644, nr. 21);

drie, van de minister van Financiën, te weten:

  • een, ten geleide van de geannoteerde agenda voor de Ecofin-raad van 31 januari 2000 (21501-07, nr. 273);

  • een, inzake derde fase EMU (25107, nr. 38);

  • een, inzake revaluatie Griekse drachme (26800-IXB, nr. 21);

twee, van de minister en de staatssecretaris van Financiën, te weten:

  • een, ten geleide van antwoorden op vragen die tijdens het wetgevingsoverleg op 21 januari 2000 gesteld zijn over de Belastingherziening 2001 en een antwoord op een vraag gesteld tijdens het wetgevingsoverleg op 17 januari 2000 (26727, 26728, nr. 81);

  • een, ten geleide van een tweede serie schriftelijke antwoorden op vragen gesteld tijdens het wetgevingsoverleg op 21 januari 2000 over de Belastingherziening 2001 (26727, 26728, nr. 82);

een, van de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, inzake de beheersing van grensoverschrijdende overbrenging van afvalstoffen en de verwijdering ervan (CoP5) (26800-XI, nr. 51);

twee, van de minister van Verkeer en Waterstaat, te weten:

  • een, over de aanpak van de katvangerproblematiek (26138, nr. 14);

  • een, inzake achtste wijzigingsbesluit Binnenvaartreglement (26989);

drie, van de minister van Economische Zaken, te weten:

  • een, over de mogelijkheden om de zeggenschap van de overheid over het landelijk hoogspanningsnet te vergroten (25097, nr. 32);

  • een, over de voortgang van het zgn. Antheus-convenant (26800-XIII, nr. 43);

  • een, inzake boorvergunning Andel II (26986);

een, van de minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, ten geleide van de agenda voor de vergadering van 24 en 25 januari 2000 te Brussel van de Europese ministers van landbouw (21501-16, nr. 249);

een, van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, over de toekomstige structuur van de uitvoering werk in inkomen (SUWI), 26448, nr. 7);

een, van de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, over vrouwenvakscholen (26800-XV, nr. 64);

een, van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, over de overschrijding van de Warenwetnorm voor PCB's in Nederlandse varkens (26800-XVI, nr. 68);

een, van de tijdelijke commissie besluitvorming uitzendingen, over de voortgang van het onderzoek van de commissie (26454, nr. 6).

Deze brieven zijn al gedrukt en rondgedeeld;

3. de volgende brieven:

een, van de minister van Buitenlandse Zaken, ten geleide van de adviesaanvraag aan de Adviesraad internationale vraagstukken inzake de veiligheid en stabiliteit in Afrika;

een, van de minister van Buitenlandse Zaken, inzake Wijziging van de Bijlage bij het Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek China inzake de burgerluchtvaart en Wijziging van Bijlage II bij het Verdrag inzake het behoud van wilde dieren en planten en hun natuurlijk leefmilieu in Europa;

een, van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, ten geleide van het onderzoeksrapport "Democratische controle op gemeenschappelijke regelingen";

twee, van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, te weten:

  • een, ten geleide van de eerste voortgangsrapportage over Onderwijs On Line;

  • een, ten geleide van een afschrift van de brief van het antwoord op een brief van het Arcus College te Heerlen inzake de registratie van de arbeids- en rusttijden;

drie, van de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, te weten:

  • een, ten geleide van het persbericht over de voortgang van de plannen voor een centrum voor foto, film en mediacultuur in Rotterdam;

  • een, ten geleide van het advies van de Onderwijsraad m.b.t. examenprogramma's;

  • een, ten geleide van inspectierapporten;

een, van de minister van Financiën, ten geleide van het rapport van de commissie-Van Kemenade;

een, van de minister van Verkeer en Waterstaat, inzake rekeningrijden;

een, van de minister van Economische Zaken, inzake de ontwikkelingen op de elektriciteitsmarkt;

een, van de staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, inzake beleidsvoornemen diervoeder;

een, van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, ten geleide van een schets van het programma van het Portugese voorzitterschap op sociaal terrein;

twee, van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, te weten:

  • een, inzake budgettaire rapportage over de zorg;

  • een, over het advies van de Raad voor de volksgezondheid en zorg inzake octrooiering biotechnologie;

een, van de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, ten geleide van de gedrukte versie "Jeugdbeleid in Ba(la)ns".

De voorzitter stelt voor, deze brieven door te zenden aan de betrokken commissies en niet te drukken;

4. de volgende adressen:

een, van J.H.M. Boerland te Venlo, met betrekking tot uitstel van betaling voor een belastingschuld;

een, van M. Boers te Maassluis, met betrekking tot kwijtschelding van aanslagen inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen;

een, van mevrouw H. Ninkcabs te Amsterdam Zuidoost, met betrekking tot handelwijze van de Nederlandse ambassade in Accra en de minister van Buitenlandse Zaken;

een, van H. Peters te Kerkrade, met betrekking tot het niet beantwoorden van correspondentie inzake toepassing van de hardheidsclausule;

een, van mevrouw O.J.H. v.d. Elshout-Niemeijer te Voorburg, met betrekking tot aftrek van buitengewone lasten;

een, van mevrouw A. de Pater-van der Born te Gouda, met betrekking tot uitstel van betaling voor een aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen.

Deze adressen zijn in handen gesteld van de commissie voor de Verzoekschriften;

5. een brief van de burgemeester van de gemeente Zaanstad, inzake toekenning van middelen uit het Gemeentefonds.

De voorzitter stelt voor, deze brief door te zenden aan de betrokken commissie;

6. de volgende brieven:

een, van G.J. Bloemendaal, ten geleide van het artikel "Bezinning op reacties inzake wetsvoorstellen van het Paarse kabinet over abortus en euthanasie";

een, van B.M. Liberg, inzake antidemocratisch handelen van de politieke partijen in Nederland;

een, van de stichting ProBos, ten geleide van "Nederlands bos in beeld";

een, van mevrouw A.M. Verhagen, inzake de herdenking van het oud-lid Veringa;

een, van de stichting Vervangingsfonds en bedrijfsgezondheidszorg voor het onderwijs, ten geleide van een beleidsreactie op interdepartementaal onderzoek vervangingsfonds;

een, van de Landelijke Sinti-organisatie, inzake de bevindingen en adviezen van de commissie-Van Kemenade;

een, van de colleges van gedeputeerde staten van Utrecht, ten geleide van het pilotplan voor het gebied Vallei-zuidwest.

Deze brieven liggen op de griffie ter inzage.

Naar boven