Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het wetsvoorstel Wet inkomstenbelasting 2001 (Belastingherziening 2001) (26727).

(Zie vergadering van 27 januari 2000.)

De voorzitter:

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen vooraf. In dit geval kan men misschien spreken over een korte heropening van de beraadslaging, omdat er nog moties rondgedeeld zijn en na het debat nog amendementen zijn ingediend of veranderd.

De heer Reitsma (CDA):

Mevrouw de voorzitter! Vorige week hebben wij het plenaire debat over de Belastingherziening 2001 gevoerd. De CDA-fractie heeft dat debat aangegrepen om scherp te markeren hoe zij nu en in de toekomst tegen belastingheffing in Nederland aankijkt. De fractie heeft diverse wijzigingsvoorstellen ingediend. Twee daarvan hebben betrekking op het ondernemerspakket. Mijn fractie hecht eraan dat de stakingswinstvrijstelling bij ondernemers van 55 jaar en ouder wordt gehandhaafd op ƒ 45.000. Verder hecht mijn fractie eraan dat het bijzondere tarief bij overlijden en invaliditeit in de wet gehandhaafd wordt.

De staatssecretaris heeft in het debat een beroep gedaan op de CDA-fractie om deze twee amendementen bij het wetsvoorstel inzake het ondernemerspakket te betrekken. Ik ben de staatssecretaris erkentelijk dat hij in het debat heeft gezegd de strekking van de twee amendementen te delen. Verder heeft hij toegezegd te zullen proberen de twee amendementen te verwerken in het definitieve wetsvoorstel dat in mei aanstaande zal worden ingediend. Op die manier kunnen de twee wijzigingsvoorstellen per 1 januari 2001 alsnog gehandhaafd worden. Wij vertrouwen erop dat die toezegging voldoende hard is. Het zijn voor de CDA-fractie twee belangrijke punten. Het betreft veel ondernemers in het midden- en kleinbedrijf en de agrarische sector die er sterk aan hechten. Dat is de reden dat ik, mede namens mijn collega Van der Vlies, de amendementen op de stukken nrs. 40 en 41 intrek.

De voorzitter:

Aangezien de amendementen-Reitsma/Van der Vlies (stukken nrs. 40 en 41) zijn ingetrokken, maken zij geen onderwerp van beraadslaging meer uit.

De heer Reitsma (CDA):

Voorzitter! De CDA-fractie heeft afgelopen week de positie van kinderen in de fiscaliteit naar voren gebracht en benadrukt dat de belasting meer rekening moet houden met draagkracht in huishoudverband. Er zijn verleden week diverse amendementen ingediend rondom de kinderkorting. Wij wachten de stemmingen over die amendementen af, maar ik wil wel aangeven dat wij grote moeite hebben met het voorstel voor een "combikorting". Daarbij wordt een onderscheid gemaakt tussen tweeverdieners enerzijds en alleenverdieners en kleine tweeverdieners anderzijds. Bovendien wordt een onderscheid gemaakt tussen werkenden en niet-werkenden. Wij vinden dat de overheid zich niet moet bemoeien met de keuze tussen werk en zorg, want dat behoort in het gezin te gebeuren. Daarom zullen wij tegen het amendement op stuk nr. 85 stemmen.

Mijn fractie heeft nog een motie ingediend. Die is al rondgedeeld. Zij luidt als volgt.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende, dat de regering een zogenaamde "kindernotitie" aan de Kamer heeft toegezegd met betrek- king tot de mogelijke stroomlijning van diverse maatregelen verband houdende met het hebben van kinderen;

overwegende, dat dit in ieder geval voor de mensen met de lagere inkomens inkomenspolitiek neutraal zou dienen te geschieden;

verzoekt de regering bij deze notitie de notie te betrekken dat beleid mede tot doel dient te hebben een cumulatie van lasten voortvloeiende uit wonen, zorg en het hebben van kinderen in relatie tot het besteedbaar inkomen te beperken,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Reitsma en Bos. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 121 (26727).

De heer Reitsma (CDA):

Voorzitter! Mijn fractie heeft in het debat naar voren gebracht dat wij willen streven naar een lastenmaximering bij burgers als het gaat om wonen, zorg en kinderen. Wij waren van oordeel dat de amendementen die er nu liggen, onvoldoende recht doen aan de lastenmaximering voor wonen, zorg en kinderen. Wij hebben in eerste en tweede termijn heel sterk benadrukt dat dat onderwerp voor ons van wezenlijke betekenis is voor de verdere invulling van de post kinderen en fiscaliteit. Het kabinet heeft een kindernotitie toegezegd om alle maatregelen die met kinderen te maken hebben, te stroomlijnen. Wij zijn daar voor. Dat lijkt ons een goede zaak. Wij willen daarbij het aspect van lastenmaximering ten aanzien van wonen, zorg en kinderen betrekken. Wij zien dit onderwerp bovendien als een heel goede combinatie met het amendement dat op stuk nr. 83 is ingediend, omdat beide zich richten op de lasten die partners dragen voor kinderen. Wij willen dit graag zien in relatie tot het belastbaar inkomen. Wij wachten dan ook met belangstelling de discussie af, wanneer de notitie is verschenen.

Mevrouw de voorzitter! Ik sluit af. Ik heb een motie ingediend op stuk nr. 95. De staatssecretaris heeft in het debat gezegd dat hij met een notitie over wonen en fiscaliteit komt het komende jaar. Hij heeft toegezegd om daarbij het idee dat de CDA-fractie in deze motie heeft neergelegd, te betrekken. Ik wil de motie daarom aanhouden.

De voorzitter:

Op verzoek van de heer Reitsma stel ik voor, zijn motie (26727, nr. 95) van de agenda af te voeren.

Daartoe wordt besloten.

De heer Bos (PvdA):

Mevrouw de voorzitter! Er liggen vandaag tientallen amendementen voor, waarbij ons stemgedrag weinig nadere uitleg vereist. Toch stel ik er prijs op bij een aantal wel nadere uitleg te geven. Er is namelijk een aantal amendementen ingediend dat wij sympathiek vinden, maar waar wij nu niet voor zullen stemmen. Het is nu reeds duidelijk dat de onderwerpen waar deze amendementen betrekking op hebben, op een later tijdstip in een zinniger context terug zullen komen. Dat is dan het moment om op al deze onderwerpen effectiever dan we dat nu konden doen, terug te komen. Het gaat hier om amendementen op het gebied van het huurwaardeforfait, een problematiek die terugkomt in een notitie over de financiële en fiscale aspecten van het eigenwoningbezit later dit jaar. Wij zullen nu ook niet voor verdere veranderingen stemmen bij de zogenaamde ondernemersfaciliteiten. Deze komen later terug bij de behandeling van het ondernemerspakket. Dat geldt ook voor amendementen in de sfeer van buitengewonelastenaftrek, een problematiek die wat betreft de faciliteiten voor gehandicapten en chronisch zieken terug zal komen in de Miljoenennota en het kleine belastingplan. Ten slotte betreft het ook amendementen die zich richten op de verdere introductie van heffingskortingen. Hierover is een nadere notitie toegezegd. Zonder onze warme gevoelens voor heffingskortingen onder stoelen of banken te steken, zullen wij ook in dit opzicht met ons stemgedrag niet op de zaken vooruitlopen.

Mevrouw de voorzitter! Wij willen ook over een aantal van de hier ingediende moties graag iets zeggen. Het gaat ons met name om de moties op de stukken nrs. 94 en 108, beide met als kennelijk doel de heren Zalm en Vermeend van de straat te houden en hun, voor het nieuwe stelsel is ingevoerd, al nieuwe onderzoeksopdrachten mee te geven. Dat lijkt ons enigszins de verkeerde prioriteitenvolgorde.

Daar komt nog het volgende bij. Het denken staat natuurlijk de komende jaren niet stil. Ook wij zullen van de regering de komende jaren blijven vragen het belastingstelsel waar nodig aan te passen aan de veranderende omstandigheden, maar dan wel op een evenwichtige manier. Wij vinden dat evenwicht niet terug in de moties op de stukken nrs. 94 en 108.

Met name in de motie op stuk nr. 94 waarin verzocht wordt verdere verkenningen te doen naar verlaging van de tarieven, de zogenaamde vlaktaksvarianten, missen wij de lessen uit een eerder onderzoek, namelijk dat het invoeren van dergelijke systemen niet mogelijk is zonder het ter discussie stellen van grote aftrekposten. Dat geeft zeer moeizame inkomenseffecten voor middeninkomens en ouderen en roept grote vragen op over de mogelijkheden tot het voeren van een gerichte inkomenspolitiek, met name voor de laagste inkomens. Ten slotte gaat een ongeclausuleerde oproep voor een vlaktakssysteem voorbij aan de daardoor opgeroepen onherroepelijke toename van inkomensafhankelijke regelingen, al is dat bij de indieners van deze motie kennelijk geen probleem.

Kortom, we moeten vooral nadenken over de toekomst van de belastingen, al is het maar omdat de internationale situatie ons daartoe dwingt. Met een valse start is niemand gediend. Wij zullen daarom dus tegen de betreffende motie stemmen.

Mevrouw De Vries (VVD):

Voorzitter! Ik wil graag een stemverklaring afleggen over de motie op stuk nr. 102 van de heer Bos c.s. over fiscale faciliteiten voor gehandicapten en chronisch zieken. De VVD-fractie vindt het uitermate nuttig dat onderzoek wordt gedaan naar hetgeen de Gehandicaptenraad heeft voorgesteld, en dat de Kamer daarover wordt geïnformeerd. Dat onderdeel van de motie steunen wij dan ook van harte. Wij vinden het echter niet juist dat een voorschot wordt genomen op de beschikbare ruimte in het kader van de Miljoenennota 2001. Daarom zullen wij helaas toch tegen de motie stemmen.

Mevrouw Giskes (D66):

Voorzitter! Meer algemene opmerkingen en kwalificaties zal ik tot donderdag bewaren. Ik hecht eraan te zeggen dat D66 bij dit wetsvoorstel een poging heeft gedaan om af te raken van leeftijdsgrenzen, als het gaat om wat na je 65ste niet meer zou mogen. Dat is vooralsnog niet gelukt. Wij stellen ons voor daar bij het ondernemerspakket 21ste eeuw op terug te komen. Om die reden trekken wij nu ons amendement op stuk nr. 117 in.

De voorzitter:

Aangezien het gewijzigde amendement-Giskes c.s. (stuk nr. 117) is ingetrokken, maakt het geen onderwerp van beraadslaging meer uit.

Mevrouw Giskes (D66):

Iets dergelijks, voorzitter, speelt als het gaat om de fiscale behandeling van de auto van de zaak. Ook daarover zijn diverse amendementen ingediend, niet alleen door mijzelf, maar ook door anderen. Aangezien het niet lukte om nu een formulering te vinden die recht doet aan alle aspecten daarvan, hebben wij al die amendementen vervangen door een motie, die inmiddels is rondgedeeld en die mede is ondertekend door de leden Vendrik en Bos. Deze motie beoogt om bij het ondernemerspakket op dit onderwerp terug te kunnen komen.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat het van belang is het aantal auto's dat aan het woon-werkverkeer deelneemt zo beperkt mogelijk te houden;

constaterende, dat het huidige systeem van fiscale bijtelling voor de auto van de zaak selectiviteit in zowel het verstrekken als het gebruiken van die auto ontmoedigt;

verzoekt de regering bij het ondernemerspakket 21ste eeuw de mogelijkheden te onderzoeken van een fiscale regeling die gebruik van het openbaar vervoer door bezitters van een auto van de zaak stimuleert, rekening houdend met de wijze waarop elders in de Wet IB 2001 met regelmatig woon-werkverkeer per eigen vervoer wordt omgegaan,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Giskes, Vendrik en Bos. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 122 (26727).

Mevrouw Giskes (D66):

D66 zal na rijp beraad toch het amendement van de heer Vendrik op stuk nr. 68 over sociaal-ethische beleggingen niet steunen. Wij menen dat er voldoende alternatieven zijn in de sfeer van giften, legaten en wat dies meer zij, zodat beleggen daar niet nog eens bij hoeft te komen. Bovendien zou, als je niet oppast, de deur opengezet worden voor allerlei ongewenste ontwikkelingen, nog afgezien van de vraag wat niet sociaal-ethisch beleggen zou zijn.

Het amendement van de leden Bos en De Vries op stuk nr. 28 regelt een extra vrijstelling voor kinderen in de vermogensrendementsheffing. D66 is van mening dat, nu wij net twee regelingen hebben bedacht om voor kinderen fiscaal iets te kunnen doen, het in die regelingen geconcentreerd dient te worden. Wij zullen dit amendement dan ook niet steunen, omdat daarmee weer versnippering optreedt.

Ik heb nog een opmerking over de motie van het lid Vendrik op stuk nr. 113 over negatieve effecten van de belastingherziening voor mensen met een studieschuld. D66 is zelf bezig geweest met opstelling van een amendement om de rente op studieschulden aftrekbaar te houden, maar wij zijn overtuigd door de redenering van de bewindslieden. Wij vertrouwen erop dat de toezeggingen die zij in het verlengde daarvan hebben gedaan, tot resultaat zullen leiden.

De motie die de CDA-fractie zojuist nog heeft ingediend, gaat voor D66 te veel in de richting van een quotebenadering. Die benadering spreekt ons niet aan en wij zullen dan ook niet voor deze motie stemmen.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Mevrouw de voorzitter! Afgelopen zaterdagochtend werden wij verblijd met een vijfde nota van wijziging. En wat blijkt? De fiets is terug van weggeweest. Dat betekent dat mijn amendement op stuk nr. 96 ingetrokken kan worden.

De voorzitter:

Aangezien het amendement-Vendrik c.s. (stuk nr. 96) is ingetrokken, maakt het geen onderwerp van beraadslaging meer uit.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Aansluitend bij de motie die mevrouw Giskes zojuist heeft ingediend, kan mijn amendement op stuk nr. 114 (dat was bedoeld als vervanging voor het amendement op stuk nr. 65) ingetrokken worden.

De voorzitter:

Aangezien het amendement-Vendrik c.s. (stuk nr. 114) is ingetrokken, maakt het geen onderwerp van beraadslaging meer uit.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Dan enkele opmerkingen, mevrouw de voorzitter, over het amendement op stuk nr. 85 inzake de combinatiekorting, ingediend door mevrouw Giskes c.s. De GroenLinks-fractie zal voor dit amendement stemmen, maar wel met de hakken over de sloot. De GroenLinks-fractie kiest in principe voor het fiscaal ondersteunen van belastingplichtigen die arbeid en zorg voor kinderen ook daadwerkelijk willen combineren. Dat betekent dat onze aandacht vooral uitgaat naar deeltijders. Dit amendement heeft helaas een veel bredere werking. De korting komt ook terecht bij alleenverdienershuishoudens en fulltime tweeverdienershuishoudens. De doorslag geeft op dit moment, dat met dit amendement ook de algemene arbeidskorting van ƒ 1847 neerwaarts wordt bijgesteld. En dat is weer winst. Dus per saldo stemmen wij voor. U begrijpt dat wij hier nog zeer uitgebreid op terugkomen bij volgende belastingplannen. Het amendement van de heer Van der Vlies op stuk nr. 29 betreffende een zorgkorting voor alleenverdienershuishoudens zal om dezelfde reden niet onze steun krijgen.

In het amendement van mevrouw Giskes op stuk nr. 22 wordt geregeld dat rente over schulden in verband met scholing voor aftrek in aanmerking komt. Dat amendement steunen wij niet, onder verwijzing naar mijn eigen amendement op stuk nr. 64, dat een regeling bevat voor aftrek van rente uit hoofde van consumptief krediet voor mensen met een laag inkomen.

Het amendement van de heer Schutte op stuk nr. 15 en het amendement van de heer Bos en mevrouw De Vries op stuk nr. 28 strekken ertoe een extra vrijstelling van de box III-heffing te regelen voor belastingplichtigen met een kind. Wij vinden dat een luxeregeling voor belastingplichtigen met kinderen en zien geen reden om voor deze amendementen te stemmen.

De voorzitter:

Wij gaan nu over tot de stemmingen.

Ik deel nog het volgende mee. Mevrouw Giskes heeft daarnet gemeld het amendement op stuk nr. 117 ingetrokken te hebben. Zij had al gemeld dat zij de amendementen op de stukken nrs. 20, 22, 26 en 110 intrekt.

De heer Vendrik heeft gemeld dat hij ook het amendement op stuk nr. 96 intrekt.

Artikel 1.1 wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Schutte (stuk nr. 10, I).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, het GPV, de RPF en de SGP voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast, dat door de verwerping van dit amendement de andere op stuk nr. 10 voorkomende amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

Artikel 1.2 wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen 1.3 t/m 2.3.1b worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Vendrik (stuk nr. 91, I).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SP en GroenLinks voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast, dat door de verwerping van dit amendement het andere op stuk nr. 91 voorkomende amendement als verworpen kan worden beschouwd.

In stemming komt het amendement-Vendrik (stuk nr. 49).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SP en GroenLinks voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

In stemming komt het amendement-Vendrik (stuk nr. 50).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SP en GroenLinks voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Artikel 2.3.2 wordt zonder stemming aangenomen.

Artikel 2.3.2a wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Schutte (stuk nr. 24, I) tot het invoegen van een nieuw artikel 2.3.2b.

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, het GPV, de RPF, de SGP en de SP voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast, dat door de verwerping van dit amendement het andere op stuk nr. 24 voorkomende amendement als verworpen kan worden beschouwd.

In stemming komt het amendement-Vendrik (stuk nr. 51).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SP en GroenLinks voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Artikel 2.3.3 wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Vendrik (stuk nr. 52).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SP en GroenLinks voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Artikel 2.3.4 wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Vendrik (stuk nr. 90, I).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SP en GroenLinks voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast, dat door de verwerping van dit amendement de andere op stuk nr. 90 voorkomende amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

Artikel 2.4.1 wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen 2.4.2 t/m 3.2.2.7 worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Vendrik (stuk nr. 69).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, D66 en de SGP voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Artikel 3.2.2.8 wordt zonder stemming aangenomen.

Artikel 3.2.2.8a wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Vendrik (stuk nr. 66, I).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SP en GroenLinks voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast, dat door de verwerping van dit amendement het andere op stuk nr. 66 voorkomende amendement als verworpen kan worden beschouwd.

In stemming komt het amendement-Vendrik (stuk nr. 53, I).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, het GPV, de RPF en de SGP voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast, dat door de verwerping van dit amendement het andere op stuk nr. 53 voorkomende amendement als verworpen kan worden beschouwd.

Artikel 3.2.2.9 wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Schutte (stuk nr. 25, IA).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, het GPV, de RPF en de SGP voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast, dat door de verwerping van dit amendement de andere op stuk nr. 25 voorkomende amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

Artikel 3.2.2.10, eerste lid, wordt zonder stemming aangenomen.

Het tweede t/m zevende lid worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Vendrik (stuk nr. 65, I, 1).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SP en GroenLinks voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast, dat door de verwerping van dit amendement de andere op stuk nr. 65 voorkomende amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

Het achtste lid wordt zonder stemming aangenomen.

Artikel 3.2.2.10 wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen 3.2.2.10a t/m 3.2.2.47 worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Schutte (stuk nr. 11).

De voorzitter:

Ik constateer, dat dit amendement met algemene stemmen is aangenomen.

Artikel 3.2.2.48, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het amendement-Schutte (stuk nr. 11), wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen 3.2.2.49 t/m 3.2.3.3 worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Reitsma c.s. (stuk nr. 45).

De voorzitter:

Ik constateer, dat dit amendement met algemene stemmen is aangenomen.

Artikel 3.2.3.4, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het amendement-Reitsma c.s. (stuk nr. 45), wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen 3.2.3.5 t/m 3.3.5 worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het gewijzigde amendement-Reitsma (stuk nr. 100, I).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SP en het CDA voor dit gewijzigde amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast, dat door de verwerping van dit gewijzigde amendement het andere op stuk nr. 100 voorkomende gewijzigde amendement als verworpen kan worden beschouwd.

Artikel 3.3.6 wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen 3.3.7 en 3.3.8 worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het gewijzigde amendement-Bos c.s. (stuk nr. 107).

De voorzitter:

Ik constateer, dat dit gewijzigde amendement met algemene stemmen is aangenomen.

Artikel 3.3.9, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het gewijzigde amendement-Bos c.s. (stuk nr. 107), wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen 3.3.10 t/m 3.4.1.1 worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Bos/Reitsma (stuk nr. 75).

De voorzitter:

Ik constateer, dat dit amendement met algemene stemmen is aangenomen.

Artikel 3.4.1.2, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het amendement-Bos/Reitsma (stuk nr. 75), wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen 3.4.1.2a t/m 3.6.2 worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het nader gewijzigde amendement-Reitsma (stuk nr. 46).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA en de SGP voor dit nader gewijzigde amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Artikel 3.6.3 wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen 3.6.4 t/m 3.6.6 worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het gewijzigde amendement-De Vries/Bos (stuk nr. 39, I).

De voorzitter:

Ik constateer, dat dit gewijzigde amendement met algemene stemmen is aangenomen.

Ik stel vast, dat door de aanneming van dit gewijzigde amendement het andere op stuk nr. 39 voorkomende gewijzigde amendement als aangenomen kan worden beschouwd.

Artikel 3.6.7, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het gewijzigde amendement-De Vries/Bos (stuk nr. 39, I), wordt zonder stemming aangenomen.

Artikel 3.6.8 wordt zonder stemming aangenomen.

Artikel 3.6.9, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het gewijzigde amendement-De Vries/Bos (stuk nr. 39, II), wordt zonder stemming aangenomen.

Artikel 3.6.10 wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Marijnissen (stuk nr. 87).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SP en GroenLinks voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

In stemming komt het amendement-Vendrik (stuk nr. 67).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SP en GroenLinks voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Artikel 3.6.11 wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen 3.6.12 t/m 3.7.4 en artikel 3.7.5, eerste en tweede lid, worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-De Vries c.s. (stuk nr. 57).

De voorzitter:

Ik constateer, dat dit amendement met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt het amendement-De Vries c.s. (stuk nr. 58).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fractie van de SP tegen dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat het is aangenomen.

Het derde lid, zoals het is gewijzigd door de aanneming van de amendementen-De Vries c.s. (stukken nrs. 57 en 58), wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Vendrik (stuk nr. 92).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SP en GroenLinks voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Het vierde lid wordt zonder stemming aangenomen.

Het vijfde en zesde lid worden zonder stemming aangenomen.

Het gewijzigde artikel 3.7.5 wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen 3.7.6 t/m 3.8a.1 worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Vendrik (stuk nr. 55, I) tot het laten vervallen van de artikelen 3.9.1 t/m 3.9.4.

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SP en GroenLinks voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast, dat door de verwerping van dit amendement de andere op stuk nr. 55 voorkomende amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

Artikel 3.9.1 wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen 3.9.2 t/m 5.1.3, eerste en tweede lid, worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Schutte (stuk nr. 14) tot invoeging van een nieuw lid.

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, het GPV, de RPF en de SGP voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

In stemming komt het amendement-Reitsma (stuk nr. 34).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA en de SGP voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Het derde lid wordt zonder stemming aangenomen.

Het vierde lid wordt zonder stemming aangenomen.

Artikel 5.1.3 wordt zonder stemming aangenomen.

Artikel 5.1.3a wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Reitsma (stuk nr. 35).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA en de SGP voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

In stemming komt het amendement-Schutte (stuk nr. 15).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, het GPV, de RPF en de SGP voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

In stemming komt het amendement-Bos/De Vries (stuk nr. 28).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de PvdA, de VVD, het CDA, het GPV, de RPF en de SGP voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is aangenomen.

Artikel 5.1.3b, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het amendement-Bos/De Vries (stuk nr. 28), wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen 5.1.4 t/m 5.2.1 worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Reitsma (stuk nr. 76).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fractie van het CDA voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Artikel 5.2.2 wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen 5.2.3 t/m 5.2.8 worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Reitsma (stuk nr. 36) tot invoeging van een nieuw artikel.

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA en de SGP voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

De artikelen 5.2a.1 t/m 5.2a.6 worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Vendrik (stuk nr. 68) tot invoeging van een nieuw artikel.

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de SP, GroenLinks, de PvdA, het CDA, het GPV, de RPF en de SGP voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is aangenomen.

De artikelen 5.3.1 t/m 5.3.4 worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Vendrik (stuk nr. 64, I).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SP en GroenLinks voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast, dat door de verwerping van dit amendement de andere op stuk nr. 64 voorkomende amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

In stemming komt het gewijzigde amendement-Vendrik (stuk nr. 93, I).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SP en GroenLinks voor dit gewijzigde amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast, dat door de verwerping van dit gewijzigde amendement de andere op stuk nr. 93 voorkomende gewijzigde amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

Artikel 6.1.1 wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen 6.1.2 t/m 6.7.1 worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Schutte (stuk nr. 109, I).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fractie van de SP tegen dit amendement hebben gestemd en die van de overige leden ervoor, zodat het is aangenomen.

Ik stel vast, dat met de aanneming van dit amendement het andere op stuk nr. 109 voorkomende amendement als aangenomen kan worden beschouwd.

Artikel 6.7.2, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het amendement-Schutte (stuk nr. 109, I), wordt zonder stemming aangenomen.

Artikel 6.7.3 wordt zonder stemming aangenomen.

Artikel 6.7.4, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het amendement-Schutte (stuk nr. 109, II), wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen 6.8.1 t/m 8.1.1 worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Van der Vlies (stuk nr. 29, I).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, het CDA, het GPV, de RPF en de SGP voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast, dat door de verwerping van dit amendement de andere op stuk nr. 29 voorkomende amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

In stemming komt het amendement-Reitsma (stuk nr. 43, I).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA en de SGP voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast, dat door de verwerping van dit amendement de andere op stuk nr. 43 voorkomende amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

In stemming komt het amendement-Vendrik (stuk nr. 97, I).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, het CDA, het GPV, de RPF en de SGP voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast, dat door de verwerping van dit amendement de andere op stuk nr. 97 voorkomende amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

In stemming komt het gewijzigde amendement-Bos c.s. (stuk nr. 83, I).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fractie van de VVD tegen dit gewijzigde amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat het is aangenomen.

Ik stel vast, dat door de aanneming van dit gewijzigde amendement de andere op stuk nr. 83 voorkomende gewijzigde amendementen als aangenomen kunnen worden beschouwd.

In stemming komt het amendement-Schutte (stuk nr. 47, I).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het GPV, de RPF en de SGP voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast, dat door de verwerping van dit amendement de andere op stuk nr. 47 voorkomende amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

In stemming komt het amendement-Vendrik (stuk nr. 62, I).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SP en GroenLinks voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast, dat door de verwerping van dit amendement de andere op stuk nr. 62 voorkomende amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

In stemming komt het amendement-Vendrik (stuk nr. 63, I).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SP en GroenLinks voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast, dat door de verwerping van dit amendement de andere op stuk nr. 63 voorkomende amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

In stemming komt het amendement-Reitsma c.s. (stuk nr. 84, I).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, het CDA en de SGP voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast, dat door de verwerping van dit amendement de andere op stuk nr. 84 voorkomende amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

In stemming komt het derde nader gewijzigde amendement-Giskes c.s. (stuk nr. 85, I).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA, D66 en de VVD voor dit derde nader gewijzigde amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is aangenomen.

Ik stel vast, dat door de aanneming van dit derde nader gewijzigde amendement de andere op stuk nr. 85 voorkomende derde nader gewijzigde amendementen als aangenomen kunnen worden beschouwd.

Artikel 8.1.1a, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het gewijzigde amendement-Bos c.s. (stuk nr. 83, I) en het derde nader gewijzigde amendement-Giskes c.s. (stuk nr. 85, I), wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen 8.1.2 t/m 8.1.7 worden zonder stemming aangenomen.

Artikel 8.1.8, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het gewijzigde amendement-Bos c.s. (stuk nr. 83, II) en het derde nader gewijzigde amendement-Giskes c.s. (stuk nr. 85, II), wordt zonder stemming aangenomen.

Artikel 8.2.1 wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Marijnissen (stuk nr. 86, IA).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SP en GroenLinks voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast, dat door de verwerping van dit amendement de andere op stuk nr. 86 voorkomende amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

Artikel 8.8.2, eerste lid, wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Vendrik (stuk nr. 56, I).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SP en GroenLinks voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast, dat door de verwerping van dit amendement de andere op stuk nr. 56 voorkomende amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

In stemming komt het amendement-Reitsma (stuk nr. 78, I).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks en het CDA voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast, dat door de verwerping van dit amendement de andere op stuk nr. 78 voorkomende amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

In stemming komt het amendement-Reitsma (stuk nr. 88).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, het CDA en de SGP voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Het tweede lid, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het derde nader gewijzigde amendement-Giskes c.s. (stuk nr. 85, III), wordt zonder stemming aangenomen.

Het derde en vierde lid worden zonder stemming aangenomen.

Het gewijzigde artikel 8.2.2 wordt zonder stemming aangenomen.

De voorzitter:

Ik merk op, dat door de aanneming van het gewijzigde amendement-Bos c.s. stuk nr. 83, III) en het derde nader gewijzigde amendement-Giskes c.s. (stuk nr. 85, IV) drie nieuwe artikelen (8.2.2a t/m 8.2.2c) zijn ingevoegd.

De artikelen 8.2.3 en 8.2.4 worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Reitsma (stuk nr. 99).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, het CDA en de SGP voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Artikel 8.2.5 wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen 9.1 en 9.2 worden zonder stemming aangenomen.

Artikel 9.3, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het gewijzigde amendement-Bos c.s. (stuk nr. 83, IV) en het derde nader gewijzigde amendement-Giskes c.s. (stuk nr. 85, V), wordt zonder stemming aangenomen.

Artikel 9.4 wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Reitsma (stuk nr. 77).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SP en het CDA voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Artikel 10.1.1, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het gewijzigde amendement-Bos c.s. (stuk nr. 83, V) en het derde nader gewijzigde amendement-Giskes c.s. (stuk nr. 85, VI), wordt zonder stemming aangenomen.

Artikel 10.1.2 wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Reitsma (stuk nr. 37).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fractie van het CDA voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

In stemming komt het amendement-Vendrik (stuk nr. 61) tot het laten vervallen van artikel 10.1.3.

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SP en GroenLinks voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Artikel 10.1.3 wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen 10.1.4 t/m 11.4 en de beweegreden worden zonder stemming aangenomen.

De voorzitter:

Ik stel voor, aanstaande donderdag bij het begin van de middagvergadering over het wetsvoorstel te stemmen.

Daartoe wordt besloten.

Naar boven