Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het voorstel van rijkswet Herstel van gebreken en leemten in de Rijksoctrooiwet en de Rijksoctrooiwet 1995 alsmede het laten vervallen van de verplichte domiciliekeuze (25872, R1606), en over:

- de motie-Udo c.s. over de Nederlandse achterstand met betrekking tot octrooiverlening (25872, R1606, nr. 7).

(Zie vergadering van 24 september 1998.)

Artikel I wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Van der Hoeven c.s. (stuk nr. 6) tot invoeging van een nieuw onderdeel Aa in artikel II.

De voorzitter:

Ik constateer, dat dit amendement met algemene stemmen is aangenomen.

Artikel II, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het amendement-Van der Hoeven c.s. (stuk nr. 6), wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen III en IV en de beweegreden worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:

Ik constateer, dat het wetsvoorstel met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de motie-Udo c.s. (25872, R1606, nr. 7).

De voorzitter:

Ik constateer, dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

De minister-president is vandaag jarig. Wij zijn erg blij dat hij toch in ons midden is. Gefeliciteerd!

(Applaus)

Naar boven