Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik deel aan de Kamer mede, dat de commissie voor de Verzoekschriften het rapport van de Nationale ombudsman betreffende de totstandkoming en het gebruik van individuele ambtsberichten in asielzaken (Kamerstuk 26125, nr. 1) in handen heeft gesteld van de vaste commissies voor Buitenlandse Zaken en voor Justitie.

Het woord is aan de heer Schutte.

De heer Schutte (GPV):

Mevrouw de voorzitter! Afgelopen donderdag heeft de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen algemeen overleg gevoerd met de staatssecretaris over het Plan van scholen. Daarbij is gebleken dat bij verschillende fracties de behoefte leeft om het debat kort voort te zetten in een plenaire vergadering om enkele moties te kunnen indienen. Ik verzoek de voorzitter daarvoor ruimte te reserveren op de agenda op een dusdanig tijdstip dat voor de wettelijke termijn van 1 oktober de stemmingen over in te dienen moties zullen kunnen plaatsvinden.

De voorzitter:

Ik stel mij voor dat dit debat kort na de avondpauze wordt gevoerd. Dan kan morgen na de middagpauze gestemd worden over de ingediende moties. Ik zal de Kamer hierover nog nader informeren.

Aldus wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Blaauw.

De heer Blaauw (VVD):

Mevrouw de voorzitter! De vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat heeft hedenmiddag een extra procedurevergadering ingelast voor de plenaire zitting over de brief over Schiphol van vrijdag jongstleden van de minister van Verkeer en Waterstaat. Enige collega's vinden dat er sprake is van een spoedeisend karakter. Wij hebben dan ook besloten tot het volgende traject, waarvoor ik uw medewerking vraag.

In eerste instantie een schriftelijke ronde, met een inlevertermijn van morgenmiddag 16.00 uur. Wij verwachten dat de minister nog met de weekeindpost kan antwoorden. De commissie zal op dinsdag in de achtermiddag vanaf 16.00 uur een hoorzitting organiseren. Ik vraag daarvoor uw medewerking in die zin dat de plenaire behandeling van de begroting van Binnenlandse Zaken verschoven wordt, omdat er anders een dubbeling in woordvoerderschap is. De commissie verzoekt u na te gaan of er op 7 oktober a.s., volgende week woensdag, een plenair debat kan worden gehouden naar aanleiding van deze brief op een tijdstip dat u goeddunkt. Waarom op 7 en niet op 8 oktober? Op 8 oktober verwachten wij het rapport van de Rekenkamer. Dat gaat over een veel breder onderwerp. Het is meer dan alleen de brief van de minister. Daarvoor is wellicht een langer traject nodig. De zaak zou anders vervuild worden.

De voorzitter:

Wat bedoelt u met een 'dubbeling' van woordvoerderschap? Het gaat om plenaire debatten.

De heer Blaauw (VVD):

Daarom vroeg ik om uw medewerking. Ik breng dit verzoek over namens mijn collega's. De hoorzitting en begrotingsbehandeling zullen samenvallen en de kleinere fracties hebben dan vertegenwoordigingsproblemen.

De voorzitter:

Ik zal daarover een nader voorstel doen. Ik zal daarin proberen zoveel mogelijk met uw wensen rekening te houden.

Aldus wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Scheltema-de Nie.

Mevrouw Scheltema-de Nie (D66):

Mevrouw de voorzitter! Mede namens de collegae Swildens-Rozendaal en O.P.G. Vos deel ik u mee dat de ondertekenaars van het initiatiefvoorstel euthanasie dit heden hebben ingetrokken. Wij hebben dat gedaan omdat overeenkomstig het regeerakkoord het kabinet met een nieuw voorstel komt. Het kabinet heeft ons bericht dat dit nieuwe voorstel, gelijkluidend aan het initiatiefvoorstel, heden gereed ligt voor toezending aan de Raad van State om advies. Dat is voor ons reden om ons initiatiefvoorstel in te trekken. Ik heb dit reeds meegedeeld in een brief. Ik verzoek u deze brief in de witte stukken te doen opnemen.

De voorzitter:

Ik neem aan, dat daartegen geen enkel bezwaar bestaat, integendeel. Wij zullen dat binnen de kortste keren doen, zodat iedereen daarvan kennis kan nemen.

Aldus wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Balkenende.

De heer Balkenende (CDA):

Mevrouw de voorzitter! Wij zijn gisteren opgeschrikt door een brandbrief van het kabinet aan de sociale partners over de looneisen. Kennelijk voorziet het kabinet zwaar economisch weer. Ik denk dat de informatie in de brandbrief niet alleen relevant is voor de sociale partners, maar ook voor deze Kamer. Vanavond beginnen wij aan de algemene financiële beschouwingen. Het zou goed zijn om die informatie te krijgen. Bovendien heb ik vernomen dat deze notitie geen stuk van het kabinet is, maar slechts een ambtelijke notitie van het ministerie van Sociale Zaken. Dat roept weer vragen op, of deze visie wordt gedeeld door het kabinet, over welk stuk het gaat en of de minister van Sociale Zaken het eens is met deze bijdrage. Ik verzoek u, mevrouw de voorzitter, te bewerkstelligen dat wij voor het begin van de financiële beschouwingen uitleg krijgen over de status van het stuk en dat wij het stuk ook voor die tijd krijgen.

De heer Bakker (D66):

Voorzitter! Ik sluit mij ten volle aan bij het verzoek van de heer Balkenende. Het lijkt mij goed om die brief voor het debat van vanavond te hebben.

De heer Van Zijl (PvdA):

De vraag is inderdaad of er sprake is van een stuk van de minister en daarmee van de regering – daar hebben wij altijd belangstelling voor – of dat het gaat om een brief of een stuk van een ambtenaar, en dan hebben wij er geen belangstelling voor. Wij ontvangen graag een stuk van de regering, maar ambtelijke stukken bespreken wij hier niet.

De voorzitter:

VoorzitterIk stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Ik zal informeren of het om een stuk van het kabinet gaat. Stel dat dit stuk niet voor vanavond hier kan zijn. Vindt de heer Balkenende dan dat de algemene financiële beschouwingen moeten worden uitgesteld?

De heer Balkenende (CDA):

De financiële beschouwingen gaan wij natuurlijk niet uitstellen. Is de informatie echter van vitaal belang omdat zij te maken heeft met veronderstellingen over economische ontwikkelingen, dan moeten wij goed weten waar wij aan toe zijn. Daarom vind ik het erg belangrijk dat wij deze informatie krijgen.

De voorzitter:

Ik weet nooit zo goed wat 'boven de partijen staan' betekent, maar ik kan mij niet zo goed voorstellen dat een ambtelijk stuk ooit van relatief belang kan zijn voor een behandeling in de Kamer. Aan het geroezemoes in de Kamer hoor ik echter dat vele leden denken van wel. Daarom vraag ik even of ik daarvoor een nader voorstel kan krijgen.

De heer Bakker (D66):

Voorzitter! Naar mijn gevoel heeft u gelijk, tenzij het gaat om een ambtelijk stuk dat kennelijk, volgens de berichtgeving, aan sociale partners is gestuurd in het kader van de voorbereiding van het najaarsoverleg tussen kabinet en sociale partners. Dan is het wel degelijk een relevant stuk waar wij over moeten kunnen beschikken.

De voorzitter:

Ik heb al gezegd dat ik mij daarover nader zal informeren. Het gaat alleen om het laatste geval.

De heer Balkenende (CDA):

Mevrouw de voorzitter! Ik neem aan dat dit stuk onder de ministeriële verantwoordelijkheid valt, dus ik herhaal mijn verzoek.

De voorzitter:

Ik hoor geen van de andere fracties. Dat betekent dat ik niet zo goed kan constateren hoe de meerderheid van de Kamer daarover denkt. Ik zal dus naar bevind van zaken handelen, indachtig hetgeen tot nu toe is gezegd. Ik zie enkele leden naar de interruptiemicrofoon lopen, maar ik heb al twee keer gevraagd of er andere mensen waren die over dit onderwerp wilden spreken. Ik heropen hier het debat niet over. De Kamer moet het maar even aan mijn wijsheid overlaten.

Overeenkomstig het voorstel van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Schreijer-Pierik.

Mevrouw Schreijer-Pierik (CDA):

Mevrouw de voorzitter! Afgelopen donderdag heeft de vaste commissie voor Landbouw, Natuurbeheer en Visserij met minister Apotheker een algemeen overleg gevoerd over de knelpunten en knelgevallenregeling in de sector varkenshouderij. Inmiddels heeft de minister de Kamer een brief gestuurd over de problematiek van de hardheidsgevallen. De brief is naar de mening van de fractie van het CDA onvoldoende, omdat daarin geen voorstellen worden gedaan om die problematiek op te lossen. Daarom verzoek ik de voorzitter het verslag van het algemeen overleg en de brief van de minister van 28 september jl. op de plenaire agenda te plaatsen, opdat ik de Kamer een motie kan voorleggen.

De voorzitter:

Kan dit plaatsvinden bij de begrotingsbehandeling? Als dat niet kan, moet het verslag dan op de agenda van deze week of van volgende week worden geplaatst?

Mevrouw Schreijer-Pierik (CDA):

Graag begin volgende week.

De heer Oplaat (VVD):

Mevrouw de voorzitter! De VVD-fractie steunt het verzoek van het CDA.

De heer Feenstra (PvdA):

Mevrouw de voorzitter! Als je een vangnet te laag ophangt, verliest het zijn functie. Ik sluit mij dus graag aan bij dit verzoek.

De voorzitter:

Dan zal ik de Kamer daar een nader voorstel over doen.

Aldus wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Dittrich.

De heer Dittrich (D66):

Mevrouw de voorzitter! Op 10 september jl. heeft de vaste commissie voor Justitie een overleg gevoerd met de minister van Justitie over de positie van gevangenen en met name van de gezondheidszorg in gevangenissen. Het verslag van dat algemeen overleg is nu gereed. Ik wil u vragen dat op de plenaire agenda te plaatsen voor een voortzetting van dat algemeen overleg, opdat ik daarover in een tweeminutendebat een motie kan indienen.

De voorzitter:

Heeft u een voorkeur voor een tijdstip? Ik kan mij daar niet altijd aan houden, maar ik kan het wel vragen.

De heer Dittrich (D66):

Ik stel het op prijs als het donderdag of begin volgende week kan worden ingepast.

De voorzitter:

Dan zal ik ook daar een nader voorstel voor doen.

Aldus wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Dankers.

Mevrouw Dankers (CDA):

Voorzitter! Met stijgende belangstelling, maar ook wat verbazing hebben wij geluisterd naar de antwoorden van de staatssecretaris van Volksgezondheid bij de eerste vragenreeks over de thuiszorg en de problemen in Drenthe. Er werd een geheel nieuw beleid ontvouwd zonder dat daar een debat met de Kamer over mogelijk is geweest. Het ging veel verder dan de gestelde vragen, de incidenten die hebben plaatsgevonden en de daarmee samenhangende toezichtsaspecten.

Het CDA ziet derhalve graag een brief van het kabinet met de volgende informatie. Duidelijk moet worden welke elementen langs welke weg en met welk tijdpad de Kamer zullen bereiken, zodat daar een debat over kan worden gevoerd. Voorts moet in hoofdlijnen worden aangegeven wat verstaan moet worden onder een 'concurrentievrije uitvoering van de AWBZ'. Wat zijn de consequenties daarvan voor de afspraak dat de marktwerking in de thuiszorg tot 2001 bevroren zal worden? Wat is het verschil tussen commerciële initiatieven en competentie van toegelaten instellingen, wat tot op heden wel beleid was? Wat is ten slotte de relatie met de zogenaamde MDW-trajecten, waarbij het gaat om marktwerking en deregulering van Paars I?

Het lijkt ons noodzakelijk dat wij voor het algemeen overleg over de thuiszorg van 14 oktober over die notitie kunnen beschikken. Het heeft immers weinig zin om over stukken te praten die kennelijk onder een ander regime zijn geschreven dan dat nu is ontstaan. Dan zou de Kamer alleen maar dubbel werk hebben.

Mevrouw Meijer (VVD):

Mevrouw de voorzitter! Namens de VVD-fractie wil ik het verzoek van mevrouw Dankers van harte ondersteunen. Ik benadruk dat wij het algemeen overleg over de thuiszorg heel graag op 14 oktober willen houden. Wij zien de informatie van de staatssecretaris dus graag voor 14 oktober tegemoet.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Lambrechts.

Mevrouw Lambrechts (D66):

Voorzitter! Er ligt nog steeds een set onbeantwoorde vragen van de fractie van D66 met betrekking tot de Victory Boogie Woogie van Mondriaan. Wij hebben er begrip voor dat de vragen vorige week niet konden worden beantwoord omdat de minister-president in het buitenland was. Hij is inmiddels terug in Nederland. Wij zouden het erg op prijs stellen als de vragen nu echt met spoed beantwoord kunnen worden, zoals ook is toegezegd aan onze fractievoorzitter. Wij zouden het dus erg op prijs stellen als de antwoorden deze week naar de Kamer komen.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

Naar boven