Vragen van het lid Oedayraj Singh Varma aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, over het schaduwen van activisten.

Mevrouw Oedayraj Singh Varma (GroenLinks):

Voorzitter! Afgelopen zaterdag stond in Het Parool een artikel onder het kopje 'Europa wil activisten schaduwen'. Ik weet dat in mei daarover een besluit is genomen. Waarom het mij gaat, is dat bij het nemen van dat besluit niet expliciet gesproken is over de groepen waarover het gaat. In het artikel in Het Parool ging het met name over de volgende groepen: milieuactiegroepen, deelnemers aan demonstraties en bezoekers van popconcerten. Is de opsomming die in Het Parool staat juist? Kan de minister toelichten waarom hooligans, dus voetbalvandalen, die ook geschaduwd worden, op één hoop worden gegooid met milieuactivisten, demonstranten en bezoekers van popconcerten? Waar ligt de streep? Bij de ene groep gaat het om vandalisme en dat is kwalijk, terwijl de andere groepen – milieuactivisten, demonstranten en bezoekers van popconcerten – streven naar recreatieve doeleinden en hun mening uitdragen. Waarom worden die groepen op één hoop geveegd? Wij zijn met het kabinet van mening dat burgers hun mening naar voren moeten brengen, mondig moeten zijn en moeten participeren. Maar als die mensen participeren in de maatschappij, worden hun beperkingen opgelegd door hen te schaduwen. Welke dienst gaat deze mensen schaduwen? Hoe kan de minister garanderen dat de uitgewisselde informatie vertrouwelijk blijft? Hoe kan hij garanderen dat de richtlijnen zo duidelijk en transparant zijn, dat mensen die onschuldig zijn hierbij niet betrokken worden? Ik kan mij best voorstellen dat vandalen en mensen die strafbare feiten plegen, opgepakt moeten worden, maar wat hebben in hemelsnaam demonstranten, bezoekers van popconcerten en milieuactivisten ermee te maken?

Minister Peper:

Mevrouw de voorzitter! Mevrouw Varma heeft een aantal vragen gesteld die te maken hebben met een door de Kamer in mei vorig jaar in het kader van de voorbereiding van de JBZ-raad overeengekomen protocol binnen de Europese Unie. De Kamer is daar volledig bij betrokken geweest. Het gaat over het gemeenschappelijk optreden en het protocol van 26 mei 1997, ondertekend door de toenmalige voorzitter van de Europese Unie, in dit geval mevrouw Sorgdrager. In dat protocol wordt geen specificatie gegeven van groepen. Het gaat om openbare orde en ordeverstoringen. Het gaat alleen om groepen en niet om individuen. Het is dus een informatiepositie waarbij nationale centra elkaar informeren wanneer er bewegingen zijn in Europa, waardoor de openbare orde mogelijkerwijs in gevaar zou komen. Dit protocol is ook ondertekend door Nederland en besproken in het parlement. De invulling die daaraan in Het Parool wordt gegeven, komt voor rekening van Het Parool. In de tekst van het protocol wordt niet gespecificeerd.

Wat Nederland en de dienst betreft moet vastgesteld worden dat een en ander gebeurt onder Nederlands recht. De dienst die daarvoor de coördinatie doet, is het nationaal coördinatiecentrum op Binnenlandse Zaken. Dat krijgt daarover informatie.

Eén dezer maanden komt er een evaluatie van deze nieuwe regeling. Het schijnt nog niet zo geweldig te lopen. Misschien is dat een geruststellende gedachte.

Het gaat dus echt om bewegingen van groepen, om groepen die zich door landen zouden kunnen bewegen of naar een bepaald land zouden kunnen gaan zonder specificatie.

Ik denk, mevrouw de voorzitter, dat ik binnen de vijf minuten ben gebleven, wat een uitzondering is in mijn geval.

De voorzitter:

Ruim, maar die krijgt u niet bij een volgend onderwerp erbij.

Mevrouw Oedayraj Singh Varma (GroenLinks):

Mevrouw de voorzitter! Ik begrijp de minister zo, dat het artikel in Het Parool niet de juiste informatie gegeven heeft. Als dat zo is, ben ik zeer tevreden. Het gaat in feite om groepen die de openbare orde verstoren, bijvoorbeeld hooligans. Het gaat dus niet om demonstranten van antiracismebijeenkomsten, milieuactivisten enzovoort. Ik ben de minister dankbaar voor zijn antwoord.

Minister Peper:

Mevrouw de voorzitter! Dat is zo.

De heer Van Oven (PvdA):

Mevrouw de voorzitter! Wij hebben dit onderwerp op 26 mei in een algemeen overleg nadrukkelijk besproken, waarin ook door de PvdA-fractie het woord is gevoerd en om aandacht is gevraagd voor de gevaren dat een dergelijk optreden uit een oogpunt van privacybescherming zou kunnen hebben en waarin niet het woord is gevoerd door GroenLinks. Hoe komt het dat dit nu pas, nu het allang een besluit is geworden, door GroenLinks aan de orde wordt gesteld?

Mevrouw Oedayraj Singh Varma (GroenLinks):

Mevrouw de voorzitter! De heer Van Oven heeft inderdaad vragen gesteld, maar de vragen die hij stelde, gingen over Interpol en over de privacy. In dat overleg ging het niet om de invulling en de namen van de groepen. Nu werden in Het Parool de namen van de groepen genoemd: milieuactivisten, demonstranten, bezoekers van popconcerten. Daar maakte ik mij ernstig zorgen over. Ik ben blij met het antwoord van de minister. In het overleg waarbij de heer Van Oven aanwezig was, ging het niet om de invulling van deze groepen.

Minister Peper:

Mevrouw de voorzitter! Het is misschien goed om nog even te refereren aan een deel van de tekst van het Verdrag van de Europese Unie, in het bijzonder artikel K.3., lid 2, onder b. Daar staat het volgende. Overwegende dat in vervolg op eerder genomen initiatieven met name op het gebied van voetbalvandalisme, ernaar gestreefd moet worden om de samenwerking terzake van openbare orde en veiligheid uit te breiden en te versterken. Overwegende dat de samenwerking terzake manifestaties in ruime zin, met andere woorden gebeurtenissen waarbij grote aantallen mensen uit meerdere lidstaten zich verzamelen en het politieoptreden primair gericht is op de handhaving van de openbare orde en veiligheid en het voorkomen van strafbare feiten, nadere voorzieningen behoeft. Overwegende dat tot deze manifestaties onder meer behoren: sportwedstrijden, rockconcerten, betogingen en wegblokkades, maar dat ook aanverwante onderwerpen zoals de bewaking en beveiliging van personen en objecten, deel kunnen uitmaken van bedoelde samenwerking. Zo staat het in dat stuk dat vorig jaar op 26 mei is goedgekeurd.

De voorzitter:

Het is heel bijzonder en ook heel nieuw dat wij antwoord krijgen op vragen die niet gesteld zijn. Soms kan dat misschien geen kwaad.

Naar boven