Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het wetsvoorstel Wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het ministerie van Financiën (IXB) voor het jaar 1995 (slotwet) (24854).

(Zie vergadering van 9 oktober 1996.)

De artikelen 1 t/m 3, de staat, onderdeel uitgaven en verplichtingen, de staat, onderdeel ontvang sten, en de beweegreden worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:

Ik constateer, dat het wetsvoorstel met algemene stemmen is aangenomen.

Ik stel aan de Kamer voor, de financiële verantwoording over het jaar 1995 van de Nationale Schuld (24844, nr. 12) voor kennisgeving aan te nemen en, voorzover het deze Kamer betreft, de minister van Financiën decharge te verlenen voor het door hem gevoerde financiële beheer.

Ik stel aan de Kamer voor, de financiële verantwoording over het jaar 1995 van het ministerie van Financiën (24844, nr. 11) voor kennisgeving aan te nemen en, voorzover het deze Kamer betreft, de minister van Financiën decharge te verlenen voor het door hem gevoerde financiële beheer.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen achteraf over de onderwerpen, waarover zojuist is gestemd.

Financiële gelijkstelling onderwijs

De heer Cornielje (VVD):

Mijnheer de voorzitter! De VVD-fractie heeft voor het wetsvoorstel inzake materiële en financiële gelijkstelling gestemd omdat hierdoor een doelmatiger en doeltreffender besteding van overheidsmiddelen mogelijk wordt gemaakt. Wij hebben tegen de amendementen van collega Koekkoek op stuk nr. 12 en collega Schutte op stuk nr. 15 gestemd, waarmee beoogd wordt om het rechtsbeschermingsmodel aan te scherpen. Wij zijn van oordeel dat deze aanscherpingen niet noodzakelijk zijn om de volgende drie redenen. Ten eerste, de Algemene wet bestuursrecht biedt reeds nu een adequate rechtsbescherming. Ten tweede, de voorgestelde rechtsbescherming is ongewijzigd overgenomen uit het Schevenings akkoord. Daarover is overeenstemming bereikt met de onderwijskoepelorganisaties. Ten derde. het betreft hier niet een nieuwe gedecentraliseerde bevoegdheid voor de gemeenten, maar een verfijning van een reeds bestaande bevoegdheid.

Wij hebben overwogen om steun te geven aan het amendement op stuk nr. 12 van collega Koekkoek met betrekking tot het op overeenstemming gericht overleg, als hierdoor het draagvlak voor het wetsvoorstel verbreed zou kunnen worden. Ons is gebleken dat deze steun op zichzelf onvoldoende was om die verbreding van het draagvlak tot stand te brengen. Daarom hebben wij na ampele overweging besloten thans geen steun te geven aan dit amendement.

Naar boven