Aan de orde zijn de stemmingen over twee moties, ingediend tijdens het debat naar aanleiding van de Europese Raad te Amsterdam, te weten:

- de motie-De Hoop Scheffer over een strikte interpretatie van het begrotingstekortcriterium (21501-20, nr. 57);

- de motie-De Hoop Scheffer/Rosenmöller over samenwerking in Europa op het gebied van justitie, politie, vreemdelingenbeleid en asielbeleid (21501-20, nr. 58).

(Zie vergadering van 18 juni 1997.)

De voorzitter:

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen vooraf.

De heer Bolkestein (VVD):

Voorzit ter! Over beide moties een enkel woord. Over de motie op stuk nr. 57 heeft de minister-president gezegd dat zij overbodig is, omdat het kabinet al doet wat daarin staat. Wij zijn het daarmee eens, maar wij hebben opgemerkt dat verschillende leden van deze Kamer niet doen wat er in deze motie staat. Daarom zijn wij zo vrij om voor deze motie te stemmen, zodat ieder duidelijk is wat de positie van onze fractie is. Indien deze motie een meerderheid behaalt, wat wij hopen, dan weet ook iedereen wat de mening van deze Kamer op dit punt is.

Wat betreft de motie op stuk nr. 58 vinden wij dat deze misschien zou kunnen worden aangehouden. Wij zijn het weliswaar eens met de inhoud van die motie, maar wij vinden dat zij een plaats hoort te krijgen bij het debat over de ratificatie van het Verdrag van Amsterdam. Wij doen het vriendelijke verzoek aan de CDA-fractie om de motie aan te houden tot dat moment.

De voorzitter:

Het valt een beetje buiten het bestek van een stemverklaring, want het is eigenlijk een verzoek om heropening.

De heer De Hoop Scheffer (CDA):

Voorzitter! Als u mij in de gelegenheid stelt om de vraag van de heer Bolkestein te beantwoorden, luidt dat antwoord, mede namens de mede-indiener, de heer Rosenmöller, dat ik de motie gaarne aanhoud tot het ratificatiedebat.

De voorzitter:

Op verzoek van de heer De Hoop Scheffer stel ik voor, zijn motie (21501-20, nr. 58) van de agenda af te voeren.

Daartoe wordt besloten.

In stemming komt de motie-De Hoop Scheffer (21501-20, nr. 57).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het GPV, de SGP, de RPF, de VVD, het CDA, de groep-Nijpels, het AOV, de CD en het lid Hendriks voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

Naar boven