Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het wetsvoorstel Wijziging van enkele bepalingen van de Wet op de rechtsbijstand (25066).

(Zie vergadering van 4 juni 1997.)

De voorzitter:

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen vooraf.

De heer Koekkoek (CDA):

Voorzitter! De CDA-fractie is voorstander van maatregelen om duidelijk onbedoelde effecten van de Wet op de rechtsbijstand teniet te doen. Daartoe staat de CDA-fractie een samenhangend pakket van maatregelen voor. Voorstellen van de staatssecretaris daarvoor hebben de Kamer op 10 juni jl. bereikt. Het amendement-M.M. van der Burg/Dittrich loopt op één onderdeel vooruit. Dat bemoeilijkt een samenhangende discussie en een oordeel over het geheel van de voorgestelde maatregelen. Die discussie zou wat ons betreft spoedig kunnen plaatsvinden. Daarom heeft de CDA-fractie gevraagd om uitstel van de stemming over dit amendement. Dat voorstel is niet gevolgd. Om die reden hebben wij geen andere keus dan thans tegen het amendement te stemmen.

De heer Vos (VVD):

Voorzitter! Ik wil een stemverklaring afleggen over het amendement op stuk nr. 12. Aan dit amendement kan zeker enige sympathie niet worden ontzegd, want er zijn problemen op het terrein van de rechtshulp. Toch kan de VVD-fractie niet met dit amendement instemmen. Zij prefereert de oplossingsrichtingen integraal te kunnen afwegen. Je kunt maar één keer op de best mogelijke manier je geld uitgeven. Als wij later daarover overleggen, moet er rekening worden gehouden met het belangrijke aspect van de marktwerking van de advocatuur. Marktwerking op het gebied van de rechtsbijstandsverzekering en ook op het gebied van de alternatieve geschillenbeslechting kan een oplossingsrichting zijn. Wij stemmen dan ook tegen dit amendement.

Mevrouw Sipkes (GroenLinks):

Voorzitter! De staatssecretaris heeft toegezegd dat wij verder zullen praten over de eigenbijdrageregeling voor de rechtsbijstand. Het lijkt mij beter om het geheel te behandelen. Ik trek mijn amendement op stuk nr. 10 dan ook in.

De voorzitter:

Aangezien het amendement-Sipkes (stuk nr. 10) is ingetrokken, maakt het geen onderwerp van behandeling meer uit.

Artikel I, aanhef, en de onderdelen A t/m D worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het gewijzigde amendement-M.M. van der Burg/Dittrich (stuk nr. 12, I) tot invoeging van een nieuw onderdeel Da.

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks, de SP, de PvdA, D66, het GPV, de SGP, de RPF, de groep-Nijpels en het lid Hendriks voor dit gewijzigde amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is aangenomen.

Ik stel vast, dat door de aanneming van dit gewijzigde amendement het andere op stuk nr. 12 voorkomende gewijzigde amendement als aangenomen kan worden beschouwd.

Onderdeel E, aanhef, en de punten 1 en 2 worden zonder stemming aangenomen.

De voorzitter:

Ik merk op, dat door de aanneming van het gewijzigde amendement-M.M. van der Burg/Dittrich (stuk nr. 12, II) een punt 2a is ingevoegd.

De punten 3 en 4 worden zonder stemming aangenomen.

Het gewijzigde onderdeel E wordt zonder stemming aangenomen.

Onderdeel F wordt zonder stemming aangenomen.

Het gewijzigde artikel I wordt zonder stemming aangenomen.

Artikel II en de beweegreden worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fractie van de CD tegen het wetsvoorstel hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat het is aangenomen.

Naar boven