Aan de orde zijn de stemmingen over acht moties, ingediend tijdens het debat over de thuiszorg, te weten:

- de motie-Vliegenthart c.s. over een eenmalige tegemoetkoming in de extra uitgaven (25351, nr. 4);

- de motie-Van der Vlies c.s. over het toelaten van een beperkte categorie particuliere instellingen (25351, nr. 5);

- de motie-Marijnissen over het verwijderen van de marktwerking uit de thuiszorg (25351, nr. 6);

- de motie-Nijpels-Hezemans c.s. over het verband tussen budget en vergrijzing (25351, nr. 7);

- de motie-Stellingwerf over een onderzoek naar personele-bestuurlijke bindingen en kartelvorming (25351, nr. 8);

- de motie-Van Blerck-Woerdman c.s. over uitbreiding van het persoonsgebonden budget (25351, nr. 9);

- de motie-Mulder-van Dam c.s. over een structurele extra financiële bijdrage tot 100 mln. (25351, nr. 10);

- de motie-Mulder-van Dam c.s. over een parlementair onderzoek (25351, nr. 11).

(Zie vergadering van 19 juni 1997.)

De voorzitter:

De motie-Nijpels-Hezemans c.s. (25351, nr. 7) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende, dat:

  • - circa 80% van de cliënten van de thuiszorg ouderen zijn;

  • - de vergrijzing in Nederland niet in alle regio's in dezelfde mate optreedt;

  • - in regio's waar de vergrijzing het grootst is, al een grote financiële achterstand is ontstaan;

  • - door de capaciteitsreductie bij intramurale instellingen juist in die regio's de druk op de thuiszorg extra toeneemt (communicerende vaten);

  • - bij de verevening van het budget slechts rekening wordt gehouden met objectieve demografische criteria en niet met het effect van de zogenaamde communicerende vaten;

  • - dit tot gevolg heeft dat de individuele cliënt van de thuiszorg te maken krijgt met kwantitatieve en kwalitatieve vermindering van de zorg;

van mening, dat dit een onacceptabele ontwikkeling is;

verzoekt de regering bij de verdeling van de (extra) budgetten niet alleen objectieve demografische criteria te hanteren, maar tevens rekening te houden met de effecten van capaciteitsreductie van verzorgings- en verpleeghuizen op de druk op de thuiszorg en de Kamer daarover voor de begrotingsbehandeling te rapporteren,

en gaat over tot de orde van de dag.

Deze gewijzigde motie is voorgesteld door de leden Nijpels-Hezemans, Mulder-van Dam, Oedayraj Singh Varma, Van der Vlies, Stellingwerf en Marijnissen.

Zij krijgt nr. 12 (25351).

De motie-Stellingwerf (25351, nr. 8) is in die zin gewijzigd, dat het dictum thans luidt:

"verzoekt de regering onderzoek te doen naar de personele-bestuurlijke bindingen tussen organisaties in de sector van de thuiszorg en naar kartelvorming binnen deze sector,".

Naar mij blijkt, wordt deze gewijzigde motie voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 13 (25351).

De heer Van der Vlies (SGP):

Voorzitter! De motie op stuk nr. 5 wil ik graag intrekken. De reden daarvoor is dat de staatssecretaris voor de aanvang van de tweede termijn een brief schreef aan de Kamer, waarvan ik de merites op dat moment niet precies kon nagaan. Overigens heeft zij in tweede termijn een toezegging gedaan over wat de motie vroeg. Ik heb toen al gezegd dat ik er nog even naar zou kijken. Als het allemaal zou sporen, zou ik de motie intrekken. Mede namens de andere ondertekenaren doe ik dat bij dezen.

De voorzitter:

Aangezien de motie-Van der Vlies c.s. (25351, nr. 5) is ingetrokken, maakt zij geen onderdeel van de stemmingen meer uit.

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen vooraf.

Mevrouw Nijpels-Hezemans (groep-Nijpels):

Voorzitter! Ik leg een stemverklaring af over de motie-Van Blerck-Woerdman c.s. op stuk nr. 9 over de uitbreiding van het persoonsgebonden budget. Wij zijn absoluut voorstander van uitbreiding van het persoonsgebonden budget, maar niet ten koste van het budget voor de thuiszorg, dat naar onze mening toch al te krap is. Daarom zien wij ons helaas genoodzaakt om tegen deze motie te stemmen.

Mijn gewijzigde motie op stuk nr. 12 zou ik graag willen aanhouden tot na het debat over het verslag van het algemeen overleg over de modernisering van de ouderenzorg.

De voorzitter:

Op verzoek van mevrouw Nijpels-Hezemans stel ik voor, haar gewijzigde motie (25351, nr. 12) van de agenda af te voeren.

Daartoe wordt besloten.

Mevrouw Oedayraj Singh Varma (GroenLinks):

Voorzitter! Het persoonsgebonden budget is voor de fractie van GroenLinks erg belangrijk. Het persoonsgebonden budget kent zeer veel knelpunten en heeft een enorm financieel tekort. Aan het budget voor de thuiszorg is 103 mln. toegevoegd. Om van dat budget, dat al zo dringend nodig is, 10 mln. af te halen en toe te voegen aan het persoonsgebonden budget vinden wij niet goed. Er moet een structurele oplossing komen, zowel voor de thuiszorg als voor het persoonsgebonden budget. Het geschuif met bedragen tussen beide dossiers vinden wij niet goed. Daarom zullen wij tegen deze motie stemmen.

In stemming komt de motie-Vliegenthart c.s. (25351, nr. 4).

De voorzitter:

Ik constateer, dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de motie-Marijnissen (25351, nr. 6).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fractie van de SP voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Stellingwerf (25351, nr. 13).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, het GPV, de SGP, de RPF, de VVD, het CDA, de groep-Nijpels, het AOV, de CD en het lid Hendriks voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Van Blerck-Woerdman c.s. (25351, nr. 9).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de PvdA, D66, het GPV, de SGP, de RPF, de VVD en het CDA voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Mulder-van Dam c.s. (25351, nr. 10).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks, de SP, het GPV, de SGP, de RPF, het CDA, de groep-Nijpels, het AOV en het lid Hendriks voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Mulder-van Dam c.s. (25351, nr. 11).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks, de SP, het CDA, de groep-Nijpels, het AOV en het lid Hendriks voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

Naar boven