Aan de orde is de stemming over drie moties, ingediend in het debat over de Voorjaarsnota 1995 (24178), te weten:

- de motie-Ybema c.s. over de monumentenzorg (24178, nr. 5);

- de motie-Rabbae over arbeidsduurverkorting (24178, nr. 6);

- de motie-Van der Ploeg/Ybema over het grote-stedenbeleid (24178, nr. 7).

(Zie vergadering van 27 juni 1995.)

De voorzitter:

De motie-Van der Ploeg/Ybema is in die zin gewijzigd, dat zij thans luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat voor het grote-stedenbeleid een investeringsimpuls gewenst is in het kader van economische structuurversterking t.b.v. leefbaarheid en werkgelegenheid;

constaterende, dat de steden bereid zijn hieraan zelf een financiële bijdrage te leveren en hierover prestatie-afspraken met het Rijk te maken;

verzoekt de regering bij de verdere uitvoering van de begroting 1995 de mogelijkheden te onderzoeken om eenmalig een substantieel bedrag toe te voegen aan het budget dat voor het grote-stedenbeleid beschikbaar is door een herschikking binnen bestaande middelen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Deze motie is voorgesteld door de leden Van der Ploeg, Ybema en Remkes. Naar mij blijkt, wordt deze gewijzigde motie voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 8 (24178).

Ik neem aan dat er geen bezwaar tegen is, nu over deze motie te stemmen.

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen vooraf.

De heer Terpstra (CDA):

Voorzitter! Ondanks het feit dat ik geen haast heb, zal ik toch maar beginnen.

Wij hebben dinsdag 27 juni onder uw leiding bij de behandeling van de Voorjaarsnota op zeer bescheiden wijze met een man of zeven afscheid genomen van de financieel woordvoerder van de VVD. Wij hadden niet kunnen vermoeden, dat zijn afscheid binnen de fractie van de VVD zo snel zou worden verwerkt. Hij is nog niet eens weg en nu gaat het financieel al mis met de fractie van de VVD, althans naar mijn mening.

De motie-Van der Ploeg/Ybema op stuk nr. 8, oorspronkelijk stuk nr. 7, is namelijk op twee punten gewijzigd. De motie is nu zelfs nog iets minder deugdelijk gefinancierd dan de vorige en de naam van een niet financieel woordvoerder van de VVD is toegevoegd.

In het kader van het sociaal beleid is onze fractie van mening dat wij de heer Zalm niet wakker moeten maken voor deze zaak. Wij zijn voorstander van een zeer uitgeruste minister van Financiën die zijn ogen goed openhoudt. Wel wil ik u vragen, voorzitter, schriftelijk het oordeel van de minister van Financiën te vragen over deze gewijzigde motie. Het advies over de vorige motie die een beetje degelijker was en één naam minder bevatte, was namelijk nogal negatief. Ik wil echter de stemmingen niet ophouden.

De voorzitter:

Mij is meegedeeld dat de minister van Binnenlandse Zaken op dit moment optreedt voor de minister van Financiën.

Minister Dijkstal:

Voorzitter! Ik zit in een bijzonder moeilijke positie, want ik moet iets zeggen over een motie waarvan volgens mij nog niet vaststaat...

De voorzitter:

Dan stel ik voor, dat wij de suggestie van de heer Terpstra volgen en het stenogram van dit deel van de vergadering de heer Zalm doen geworden, opdat een schriftelijke reactie op enig moment kan worden gegeven.

Overeenkomstig het voorstel van de voorzitter wordt besloten.

In stemming komt de motie-Ybema c.s. (24178, nr. 5).

De voorzitter:

Ik constateer, dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de motie-Rabbae (24178, nr. 6).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks, de SP en het AOV voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Van der Ploeg c.s. (24178, nr. 8).

De voorzitter:

Ik stel voor, stuk 24178 voor kennisgeving aan te nemen.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA en de CD tegen deze gewijzigde motie hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat zij is aangenomen.

Naar boven