Aan de orde is de voortzetting van de behandeling van:

het wetsvoorstel Gemeentelijke herindeling in het samenwerkingsgebied 's-Hertogenbosch (23712)

, en van:

- de motie-Verhagen over naleving van de uitgangspunten bij gemeentelijke herindeling (23712, nr. 26);

- de motie-Verhagen over waarborging van de belangen van de randgemeenten (23712, nr. 27);

- de motie-Remkes c.s. over door het provinciaal bestuur uit te voeren grenscorrecties (23712, nr. 28).

(Zie vergadering van 14 december 1994.)

De algemene beraadslaging wordt heropend.

De heer Remkes (VVD):

Mijnheer de voorzitter! Ik maak van deze gelegenheid graag gebruik om het amendement op stuk nr. 30 mede namens collega's Van Heemst en Van 't Riet in te trekken.

De voorzitter:

Aangezien het amendement-Remkes c.s. (stuk nr. 30) is ingetrokken maakt het geen onderwerp van beraadslaging meer uit.

De heer Remkes (VVD):

Tevens dien ik in plaats van de motie op stuk nr. 28 de volgende gewijzigde motie in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat de voorgestelde grens tussen Sint-Michielsgestel en Schijndel met betrekking tot het gebied Hezelaar/De Bus/Meijldoorn een aantal woningen doorsnijdt;

tevens overwegende, dat het feit dat de wegen Schijndelseweg en Zijweg Dungen gedeeltelijk onder het beheer van de gemeente Schijndel vallen, door de gemeente Sint-Michielsgestel als een probleem wordt ervaren;

voorts overwegende, dat de voorgestelde grens tussen Sint-Michielsgestel en Boxtel een aantal natuurgebieden (Zegenwerp/Zegenrode/Venrode/Wilhelminapark) doorsnijdt, terwijl deze gebieden een landschappelijk geheel vormen;

verder overwegende, dat de grens in het gebied Kloosterstraat tussen Sint-Michielsgestel en 's-Hertogenbosch, rekening houdend met de mogelijkheden voor de vestiging van een bedrijventerrein op de korte termijn en mogelijk voor woningbouw op lange termijn, nader bepaald dient te worden op grond van de werkelijke behoefte gebaseerd op het Streekplan voor Noord-Brabant en het daaruit voortkomende Uitwerkingsplan voor de Stadsregio 's-Hertogenbosch;

van mening, dat de onderhavige grensverlopen een provinciale aangelegenheid zijn;

verzoekt de regering het provinciaal bestuur van Noord-Brabant uit te nodigen grenscorrecties ter hand te nemen met betrekking tot de hier aan de orde zijnde gebieden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze gewijzigde motie is voorgesteld door de leden Remkes, Van 't Riet en Van Heemst. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 32 (23712).

Voorzitter: Van Erp

De heer Van Heemst (PvdA):

Voorzitter! Ik wil een korte toelichting geven op wat er in de afgelopen dagen is gebeurd met het oorspronkelijke amendement waarin werd aangegeven dat de fractie van de PvdA er een voorkeur voor had om Heusden en Vlijmen buiten dit herindelingsplan te brengen, zodat een onderzoek zou kunnen worden uitgevoerd naar de voor- en nadelen van een mogelijk samengaan van Drunen, Heusden en Vlijmen. Die voorkeur was heel nadrukkelijk vastgelegd in de toelichting op het amendement. In de loop van het debat heeft de heer Remkes mij nadrukkelijk gevraagd of ik dat type onderzoek nog zou willen verbreden. Ik heb toen gezegd dat wat mij betreft ook de mogelijkheid van het samengaan van Heusden, Vlijmen en 's-Hertogenbosch erbij betrokken zou mogen worden. Ik plaats daar overigens wel de kanttekeningen bij die besloten lagen in mijn bijdrage aan het debat op dit punt.

Vervolgens bleek mij op donderdag en vrijdag van de vorige week dat de drie burgemeesters van de gemeenten Drunen, Heusden en Vlijmen zowel tegen de woordvoerders als naar buiten toe een krachtig pleidooi hebben gehouden om het door mij bepleite onderzoek daadwerkelijk door te laten gaan. Ik vond dat een positief bericht. Inmiddels had ik een aantal bezwaren die de staatssecretaris hier in het debat had verwoord, diep op mij laten inwerken. In mijn ogen waren dat evenwel bezwaren die vanuit een, overigens terechte, bestuurlijke afweging waren ingegeven.

In het weekeinde heb ik nog overleg gehad met de heer Remkes die immers had beloofd om de toelichting op het amendement aan te passen. Uiteindelijk heeft dat geleid tot niet een nevenschikking van de twee onderzoeken die ik in het debat voor ogen had, maar tot een rangschikking. In het nieuwe amendement staat nu nadrukkelijk aangegeven dat het onderzoek zich, wat ons beiden betreft, zou moeten richten op het verkennen van de voor- en nadelen van een mogelijk samengaan van Drunen, Heusden en Vlijmen. Daarbij laten wij de mogelijkheid open of nog anderszins onderzocht zal worden wat de variant Heusden/Vlijmen/- 's-Hertogenbosch zou opleveren. Ik denk dat dit voor de collega's verhelderend is voor hun inzicht in het hoe en het waarom van het amendement en de toelichting daarop.

De heer Verhagen (CDA):

Mijnheer de voorzitter! Wij hebben inderdaad een uitvoerig debat gehad over de positie van Heusden, waarbij duidelijk gesteld werd dat oorspronkelijk een apart wetsvoorstel was aangekondigd voor Heusden. De fractie van het CDA heeft toen aangegeven dat voor haar de voorkeur lag bij de zelfstandigheid van Heusden met een rijksregeling voor de oplossing van de financiële problemen. Maar gelet op het feit dat zich in dit huis een meerderheid aftekende die deze optie niet bespreekbaar achtte, hebben wij ook aangedrongen op de mogelijkheid van een nader onderzoek naar het eventuele samengaan van Drunen, Heusden en Vlijmen. Wij hebben daartoe een amendement ingediend en ik heb mij ook in die zin uitgesproken.

Voor de fractie van het CDA is het belangrijk dat het uit dit wetsvoorstel lichten van Heusden en Vlijmen, in ieder geval niet tot resultaat mag hebben dat zowel Heusden als Vlijmen bij 's-Hertogenbosch gevoegd wordt. Dat zou een veel slechtere uitkomst zijn dat de nu voorliggende voorstel.

Met andere woorden, ik ben bereid om positief na te denken over ondersteuning van een verzoek om te komen tot een nader onderzoek naar een samenvoeging van Drunen, Heusden en Vlijmen. Ik teken daar echter wel heel nadrukkelijk bij aan, dat naar het oordeel van de CDA-fractie de uitkomst daarvan niet mag zijn dat zowel Heusden als Vlijmen naar Den Bosch mag gaan.

Nu de toelichting is gewijzigd, zou ik van de heer Van Heemst willen horen wat zijns inziens de verdere voortgang moet zijn als dit amendement aangenomen wordt. Op welke wijze zou de staatssecretaris dan moeten opereren? Want ik neem aan dat de indieners van het amendement er toch een bedoeling mee hebben.

De heer Van Heemst (PvdA):

Voorzitter! Ik noem een aantal korte overwegingen op dat punt. In het debat van vorige week heb ik aangegeven waar mijn aanvankelijke voorkeur lag, namelijk bij de combinatie Drunen/Heusden/Vlijmen. Dat mag ook blijken uit het feit dat ik heel vaak Drunen en Heusden verhaspel tot "Dreusden". Dat geeft dus al aan in welke richting ik denk. Bovendien zou ik in de tijd gezien de behandeling van het voorstel voor midden-Brabant, waar Drunen onderdeel van is, willen aangrijpen om de knoop door te hakken. Daarmee geef je ook in de tijd aan, hoe lang zo'n onderzoek naar de voor- en nadelen van een samenvoeging zou mogen lopen. Daarbij heb ik zelf het vermoeden dat onderzoeken naar andere varianten in dat vooruitzicht een beetje verloren moeite zijn. Ik kan natuurlijk niet zeggen dat de voorkeur die ik heb, ook de uitkomst van het onderzoek moet zijn, want dan zou ik niet om een onderzoek behoeven te vragen. Het onderzoek moet een duidelijke kans krijgen. Ik denk dat dit wel heel duidelijk is, met misschien nog één toevoeging.

Er treedt natuurlijk een krachtenspel op als het amendement het zou halen, waarin staatssecretaris, de betrokken gemeenten en de provincie een rol spelen. Als ik nu de reactie zie van de drie betrokken gemeenten, plus een aantal signalen opvang van de behandeling van het voorstel Noord-Brabant-midden in de provinciale staten van Noord-Brabant, vorige week, verwacht ik ook dat het krachtenspel snel de kant opgaat van het onderzoek naar met name die combinatie Drunen/Heusden/Vlijmen.

De heer Verhagen (CDA):

Voorzitter! Een korte reactie. Ik constateer dat een van de indieners van dit amendement een onderzoek naar een mogelijk samengaan van Heusden, Vlijmen en Den Bosch verloren moeite vindt. Dat heeft hij net uitgesproken. Dat geeft mij in ieder geval een indicatie van de manier waarop dit amendement moet worden gelezen. Het gaat dus om een nader onderzoek naar de mogelijkheid van de combinatie Drunen/Heusden/Vlijmen. Dan hebben wij ook nog de optie van Heusden bij Den Bosch, zoals in het oorspronkelijke wetsvoorstel stond, en daarnaast volgens het CDA ook nog de mogelijkheid van zelfstandigheid.

Ik wil dan ook graag een reactie van de staatssecretaris, voordat mijn fractie tot een definitieve standpuntbepaling over dit amendement kan komen.

Mevrouw Van 't Riet (D66):

Voorzitter! Het wordt mij steeds onduidelijker. Want in het amendement zelf staat het onderzoek naar de combinatie Vlijmen/Den Bosch/Heusden genoemd, terwijl ik nu uit de toelichting van de indiener begrijp dat die combinatie eigenlijk niet aan de orde is. Daarom zou ik graag van de fractie van de Partij van de Arbeid horen of dat nog in het amendement blijft staan.

De heer Poppe (SP):

Mijnheer de voorzitter! Er is een amendement van het CDA waarin Heusden voorlopig in ieder geval zelfstandig blijft. Dat amendement zullen wij steunen. Ook dit voorstel kunnen wij steunen, want een onderzoek is op zichzelf nooit weg. In de toelichting staat wel dat het duidelijk moge zijn dat Heusden niet zelfstandig kan blijven. Maar dat moet nu juist uit een onderzoek blijken. Ik heb daarom even nagetrokken hoe het zit, dus ik weet nu dat de toelichting bij een stemming niet meetelt. Daardoor kunnen wij het amendement blijven steunen.

Wel wil ik nog even herhalen wat ik al in het debat gezegd heb: in feite los je financiële problemen die Heusden mogelijk heeft niet op door Heusden waar dan ook bij te voegen. Naar onze mening dient de rijksoverheid een grotere taak te nemen bij het in stand houden van dat deel van Heusden, dat in feite een nationaal monument is.

Mevrouw Van 't Riet (D66):

Voorzitter! Mijn fractie zal het amendement van de PvdA en de VVD niet steunen en wel om de volgende redenen. Wij menen dat Heusden/Den Bosch de beste combinatie is voor dit gebied. Wij vinden het onwenselijk om een extra onderzoek te verrichten waarbij Heusden en Den Bosch nog steeds in beeld blijven, waardoor in de toekomst een constructie kan ontstaan waarbij sprake is van dubbele verkiezingen. De eventuele toevoeging van Heusden in een later stadium, nadat Den Bosch en Rosmalen al bij elkaar zijn gevoegd, vinden wij ongewenst.

Tevens wijs ik op de inhoudelijke kant. Heusden heeft een monumentaal karakter en kent behoorlijke begrotingstekorten. Het is nu een artikel-12-gemeente. Een en ander lijkt voor de toekomst beter gewaarborgd als Heusden bij Den Bosch is. De geografische problemen zien wij wel degelijk, maar wij zien ook de meerwaarde van het oplossen van de financiële tekorten van Heusden. Bovendien heeft Den Bosch expertise ten aanzien van het opknappen van monumenten. Dat alles vinden wij zo waardevol dat wij kiezen voor de combinatie Heusden/Den Bosch in dit wetsvoorstel. Wij zullen het amendement dus niet steunen.

Mevrouw Nijpels-Hezemans (AOV):

Mijnheer de voorzitter! Wij hebben in het debat over dit wetsvoorstel al aangegeven dat het ons niet verstandig lijkt als Heusden zelfstandig blijft, gezien de omvang van Heusden. Wel heb ik sterk gepleit voor een samengaan op termijn van Heusden, Drunen en Vlijmen. Ik kan dus overwegen om deze motie te steunen, ware het niet dat de samenvoeging van Heusden en Vlijmen met Den Bosch in de lucht blijft hangen. Dat is voor ons vooralsnog niet aan de orde. Als daarover enige duidelijkheid kan worden gegeven, dan wel het desbetreffende deel uit de toelichting kan verdwijnen, zullen wij de motie steunen.

De voorzitter:

Mijnheer Van Heemst, er is een vraag aan u gesteld.

De heer Van Heemst (PvdA):

Bij de toelichting op het amendement geldt, zo zeg ik tegen mevrouw Van 't Riet, precies datgene wat ik zoëven heb uitgelegd. Dat blijft overeind. In het debat van vorige week heb ik met de heer Remkes afgesproken, nadat hij mij erop had aangesproken, dat wij een nevenschikking in de toelichting zouden opnemen. De twee mogelijkheden die nu de ronde doen, zouden in elk geval op hun voor- en nadelen moeten worden onderzocht. Dan kan later een keuze worden gemaakt. Ik heb uitgelegd wat vervolgens de verwikkelingen zijn geweest. Er is nu een rangschikking gemaakt. Er ligt een uitgesproken opdracht om de eerste mogelijkheid in elk geval te onderzoeken, waarbij de tweede mogelijkheid onderzocht zou kunnen worden. Dat staat er. Daar sta ik als mede-indiener van het amendement ook achter.

Vervolgens heb ik, naar aanleiding van de opmerking van de heer Verhagen zoëven, uit de doeken gedaan hoe ik als woordvoerder van de PvdA tegen het geheel aankijk. Ik denk dat ik duidelijk heb gemaakt hoe het naar mijn verwachting zal aflopen. Maar ik ga niet zeggen: het moet zo aflopen. Dan had ik niet hoeven vragen om een onderzoek. Dan had ik kunnen zeggen: ik zout de boel even op en wij hakken wel een knoop door als het voorstel voor midden-Brabant hier wordt behandeld. Dan is de positie van Drunen in het geding. Ik wil dus graag dat onderzoek. Ik verwacht dat het tot dat onderzoek beperkt zal blijven. Ik hoop dat het onderzoek mijn bruine vermoeden van nu bevestigt, namelijk dat aan Drunen/Heusden/Vlijmen aantoonbare voordelen zitten.

De heer Verhagen (CDA):

Daarbij blijft overeind staan dat volgens u een onderzoek naar de samenvoeging van Den Bosch met Heusden en Vlijmen overbodig is?

De heer Van Heemst (PvdA):

Ik heb het zojuist wat harder gezegd. Ik denk, als woordvoerder van de PvdA, dat het verloren moeite is. Maar dat hangt mede af van het krachtenspel waarbinnen uitvoering moet worden gegeven aan het amendement. Als de provincie, de staatssecretaris en de betrokken gemeenten eraan hechten dat die stap niet wordt overgeslagen en dat die mogelijkheid dus ook wordt onderzocht, dan neem ik daar kennis van. Dan gebeurt dat. Maar in mijn ogen, zoals ik er nu tegenaan kijk, is dat verloren moeite.

De heer Poppe (SP):

Voorzitter! Ik heb een vraag aan de heer Van Heemst. Wordt het een puur technisch onderzoek? Dan heb ik het verkeerd begrepen. Of wordt het een onderzoek waarbij ook de bevolking wordt betrokken? De inwoners moeten immers kunnen meepraten over wat waarom noodzakelijk is.

De heer Van Heemst (PvdA):

Voorzitter! Ik laat mij niet uit over de vorm van het onderzoek. De staatssecretaris draagt als bestuurder verantwoordelijkheid voor de vraag hoe zij het verzoek van de Kamer tot uitvoering brengt. De provincie zal daar een rol in hebben te spelen. Datzelfde geldt in ieder geval voor de drie betrokken gemeenten. Dat krijgt zijn beloop in de discussies binnen de gemeenten, tussen het college van B en W en de raad en tussen het gemeentebestuur en de inwoners.

De heer Poppe (SP):

Voorzitter! Dit lijkt mij een mislukte poging om een vraag te ontwijken. De heer Van Heemst dient het amendement in. Ik vraag of het zijn bedoeling is – dan is het ook zwart op wit vastgelegd – dat de bevolking erbij betrokken wordt.

Mevrouw Van 't Riet (D66):

Voorzitter! In het amendement wordt om twee onderzoeken gevraagd. Ik begrijp dat het tweede onderzoek eigenlijk niet aan de orde is, terwijl het wel in het amendement staat. Ik vind het onduidelijkheid scheppen als het amendement in deze vorm wordt aangenomen. Ik wacht het antwoord van de staatssecretaris hierop af.

Staatssecretaris Van de Vondervoort:

Voorzitter! Ik ben er nooit een voorstander van om energie te steken in dingen die op voorhand als verloren moeite worden gekwalificeerd, zeker niet als dat gebeurt door de indieners van een amendement. Het lijkt mij verstandig, helderheid te geven. Ik zal in ieder geval mijn eigen opvatting geven.

In het debat heb ik vorige week duidelijk gemaakt dat er wat mij betreft geen sprake van kan zijn dat Heusden zelfstandig blijft. Welke oplossing ook wordt gekozen, het zal altijd een oplossing zijn waarbij Heusden op enigerlei wijze samen zal gaan met andere gemeenten. Ik heb een aantal overwegingen gegeven waarom het naar mijn stellige overtuiging de voorkeur heeft om Heusden bij Den Bosch te voegen. Niet vanuit de noodzaak om in het kader van het vergroten van het draagvlak van steden juist deze toevoeging te doen – in dat kader is namelijk de toevoeging van Rosmalen relevant – maar vanuit het karakter van Heusden en de dominantie van de problematiek van de monumentenstad Heusden. Den Bosch moet daaraan een bijdrage gaan leveren. Dat is om zowel inhoudelijke als financiële redenen relevant. In dat licht bezien acht ik het wetsvoorstel beter dan datgene wat als gevolg van de aanneming van het amendement de uitkomst van de discussie zou kunnen zijn.

In het amendement wordt gevraagd om beide onderzoeken te doen. Beide onderzoeken dienen dan te worden uitgevoerd en zouden de uitkomst van de discussie moeten kunnen beïnvloeden. Ik zeg dat daarom, omdat ik de optie om Vlijmen en Heusden bij Den Bosch te voegen interessanter vind dan de optie om Heusden, Vlijmen en Drunen tot één combinatie te maken. Dat heeft te maken met de inhoudelijke gronden die ik heb gegeven, zowel voor de overweging om Heusden bij Den Bosch te voegen als voor de overweging van de vergroting van het stedelijk gebied. Ik heb mij niet de vrijheid gepermitteerd om Vlijmen in de huidige discussie mee te nemen. Als de Kamer de discussie heropent, zal ik dit echter graag doen.

De heer Verhagen (CDA):

Voorzitter! Dit antwoord bevreemdt mij enigszins. De staatssecretaris heeft een nota van wijziging ingediend, waarin zij heel expliciet Vlijmen niet bij Den Bosch heeft gevoegd. De Kamer vraagt vervolgens om een nader onderzoek naar de mogelijkheid van Drunen/Vlijmen/Heusden. De staatssecretaris reageert daarop dat zij dan consequent wil zijn en ook Vlijmen erbij wil betrekken, omdat dat haar voorkeur had. Als dat inderdaad haar voorkeur had, waarom heeft zij dit dan niet bij nota van wijziging voorgesteld?

De heer Remkes (VVD):

Mijnheer de voorzitter! Misschien kan de staatssecretaris ook voor de heer Verhagen nog eens bevestigen dat de vrijheid die de Kamer heeft om voor welke variant dan ook te kiezen, volstrekt intact wordt gelaten bij aanvaarding van dit amendement.

Staatssecretaris Van de Vondervoort:

Voorzitter! In het debat van vorige week heb ik duidelijk gemaakt dat ik Vlijmen niet bij Den Bosch heb willen voegen, omdat de schriftelijke inbreng van de Kamer onvoldoende aanwijzingen bood dat dit een meerderheid zou kunnen halen. Ik heb de bestuurlijke overwegingen gegeven om in lijn van het wetsvoorstel dat eerder was ingediend, dat inmiddels een volledige procedure had doorlopen en in de Kamer aanleiding had gegeven tot vragen en opmerkingen, mij te beperken tot het zoeken van aansluiting bij datgene wat de Kamer in meerderheid als wijzigingsverzoeken had gedaan. Als de Kamer nu een amendement aanneemt, waarbij in de discussie ook de optie van Vlijmen bij Den Bosch is betrokken, dan acht ik dat een uitspraak van een meerderheid van de Kamer. Dan maakt dat volgens mij deel uit van het onderzoek, zoals dat gevraagd wordt. Ik acht dat dus ook een mogelijke uitkomst van de discussie, evenzeer als de optie, zoals die nu in het wetsvoorstel ligt, en de optie Heusden/Vlijmen/Drunen. Er zijn dus drie uitkomsten mogelijk in deze discussie.

De heer Verhagen (CDA):

Voorzitter! De staatssecretaris geeft aan dit amendement een interpretatie die niet door de meerderheid gedeeld wordt. Zij zegt: als de meerderheid vraagt... Uit de verschillende interventies valt juist op te maken dat de meerderheid daar niet om vraagt. Met andere woorden: als de staatssecretaris het amendement werkelijk zo wil uitvoeren als de meerderheid dat wil, dan kan zij niet overeind houden dat dan ook de mogelijkheid van samenvoeging van Vlijmen en Den Bosch ter sprake behoort te komen.

Staatssecretaris Van de Vondervoort:

Voorzitter! In dat geval kan de heer Verhagen het beter uit het amendement schrappen. Laat hij zelf die helderheid scheppen en dit niet overlaten aan de interpretatie van de staatssecretaris!

De voorzitter:

Er liggen nog twee vragen aan het adres van de heer Van Heemst: een vraag van mevrouw Van 't Riet en een vraag van de heer Poppe.

De heer Van Heemst (PvdA):

Voorzitter! Op de vraag van de heer Poppe kan ik zeggen dat ik niet het punt dat hij maakt, ontloop. Ik geef aan dat bij de uitvoering door de betrokken gemeentebesturen ook moet worden nagegaan hoe de bevolking geraadpleegd kan worden en of dat überhaupt wel gedaan moet worden. Ik noem de boeiende discussies op dat vlak in de gemeente Vierlingsbeek. De gemeenteraad daar zegt dat hij geen raadpleging van de bevolking wil, omdat die bijna al bij voorbaat een emotionele en daardoor gekleurde uitslag zal opleveren. Dit zit dus allemaal in de kring van vragen hoe een gemeente dit aanpakt en of een gemeente hier een verstandige mogelijkheid voor ziet. Dat regelen wij hier niet.

Tegen mevrouw Van 't Riet zeg ik dat er niet staat dat er twee onderzoeken moeten worden uitgevoerd. Dat staat er helemaal niet. Dat stond wel in de voorgenomen tekst, zoals die zich aftekende tijdens het debat van vorige week na interrupties van de heer Remkes. Ik heb dit ook uitgelegd. Het zou toen gaan om een nevenschikking, in casu de vraag om in ieder geval die twee onderzoekingen naar die twee mogelijkheden uit te voeren. Ik heb uitgelegd wat er sindsdien gebeurd is. Ik heb nadrukkelijk gezegd dat drie burgemeesters het oorspronkelijke amendement steunen. Daarin wordt gevraagd om de optie Drunen/Heusden/Vlijmen te onderzoeken op voor- en nadelen. Wij hebben dit omgebouwd tot een rangschikking. Wat er in ieder geval moet gebeuren, is het onderzoek dat als eerste in de toelichting genoemd wordt. Als indieners zeggen wij – de heer Remkes kan dit misschien nog beter verwoorden – dat het tweede onderzoek niet moet, maar wel mag. Zo staat het nu in de tekst van de toelichting.

Als PvdA-woordvoerder zeg ik dat ik denk dat het tweede onderzoek verloren tijd is. Ik heb namelijk het bruine vermoeden dat Drunen/Heusden/Vlijmen een interessante mogelijkheid is. De staatssecretaris zegt dat zij een eigen verantwoordelijkheid heeft. Als er in een amendement ruimte zit om ook de tweede variant te laten bestuderen, dan is het haar goed recht om dat te doen. Ik heb steeds aangegeven dat er bestuurlijk een wat andere afweging kan plaatsvinden dan de politieke afweging die ik hier te maken heb. Ik hoop zoëven in ieder geval duidelijk te hebben gemaakt hoe het amendement volgens de PvdA-fractie moet worden uitgevoerd en waar dat hoogstwaarschijnlijk toe leidt.

De heer Remkes (VVD):

Voorzitter! Desgevraagd wil ik nog het volgende zeggen. Wat de Kamer bij aanvaarding van dit amendement uitspreekt, is dat zij de hele situatie rond Heusden, Drunen en Vlijmen eigenlijk nog een keer wil beoordelen aan de hand van een aantal criteria. Waarom zijn de verklaring hiervoor en de interpretatie hiervan door de heer Van Heemst voor mij logisch? In de eerste plaats is dat het geval vanwege een overweging die de staatssecretaris vorige week heeft gegeven, namelijk dat het op zichzelf onwenselijk is om Den Bosch in twee rondes bij een herindeling te betrekken. In de tweede plaats is dat het geval vanwege het bestuurlijke signaal dat afgelopen vrijdag/zaterdag door de drie gemeenten werd gegeven. Dat signaal was luid en duidelijk. Dat is voor mij de reden waarom ik akkoord ben gegaan met de rangschikking, zoals die nu in het amendement is neergelegd.

Staatssecretaris Van de Vondervoort:

Mijnheer de voorzitter! Ik heb vorige week inderdaad als een van de overwegingen aangegeven dat het ongewenst is om Den Bosch en Rosmalen in twee rondes te betrekken bij de herindeling, want dat is het gevolg als je op een later moment Heusden bij Den Bosch voegt. Maar als de procedure die bij amendement wordt ingezet, waarin de combinatie Heusden/Vlijmen/Drunen aan de orde is, in haar eindconclusie toch zou kunnen zijn "Heusden bij Den Bosch", dan ontstaat die situatie toch. Het traject van dit wetsvoorstel gaat dan namelijk door en zal tot gevolg hebben dat dat uiteindelijk in twee rondes gaat, met twee fusieprocessen, twee gemeentelijke verkiezingen en wat dies meer zij. Als het nodig is – ik zal mij daarover nog een oordeel moeten vormen – om voor de combinatie Heusden/Vlijmen/Drunen opnieuw een ARHI-procedure te volgen, zal dat in midden-Brabant in procedureel opzicht niet gelijktijdig kunnen worden meegenomen. Ik geef dat de Kamer ter overweging mee.

De algemene beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik stel voor, morgen over het wetsvoorstel en de moties te stemmen.

Daartoe wordt besloten.

Naar boven