11 Stemmingen

Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op de rechterlijke indeling, de Wet op de rechterlijke organisatie en diverse andere wetten in verband met de vermindering van het aantal arrondissementen en ressorten (Wet herziening gerechtelijke kaart) ( 32891 ),

en over:

  • - de motie-Beuving c.s. over een meer gematigde vorm van schaalvergroting in Oost-Nederland (32891, letter G).

(Zie vergadering van 3 juli 2012.)

De voorzitter:

Door het lid Beuving is gevraagd om eerst over de door haar ingediende motie te stemmen. Ook dat voorstel heb ik gemeend te kunnen inwilligen.

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen vooraf.

Mevrouw Scholten (D66):

Voorzitter. In het debat van vorige week is de schaalgrootte van Oost-Nederland uitvoerig aan de orde geweest. De minister heeft in de tweede termijn op uitdrukkelijk verzoek van mevrouw Beuving gezegd dat hij de rechtbanken wel, maar het OM niet wil knippen en de politie dus ook niet. Ik verwijs hiervoor naar bladzijde 80 van het stenografisch verslag. Dat betekent dat als de motie wordt aanvaard, de rechtbank Oost-Nederland wel, maar het Openbaar Ministerie niet wordt gesplitst. Zo legt mijn fractie de motie uit en daar kan mijn fractie mee leven. Wij zijn bereid om over onze vele inhoudelijke bezwaren tegen de wet zelf heen te stappen en ook het wetsvoorstel te aanvaarden.

Mevrouw Broekers-Knol (VVD):

Voorzitter. De VVD-fractie heeft bij de stemming over de motie van mevrouw Beuving van de PvdA het volgende overwogen. Aan het eind van die overwegingen zal ik onze conclusie geven. Tijdens het plenaire debat van vorige week is duidelijk geworden dat de VVD-fractie het arrondissement Oost-Nederland heel groot, zo niet te groot vindt. Om die reden hebben wij ook stevige toezeggingen van de minister gevraagd met betrekking tot de evaluatie na drie jaar. Tegelijk zien wij dat het moeilijk is om alsnog het arrondissement Oost-Nederland te splitsen, wanneer uit de evaluatie blijkt dat het arrondissement inderdaad te groot is om efficiënt te kunnen functioneren. De motie-Beuving van de PvdA stelt voor om het arrondissement Oost-Nederland nu te splitsen langs de provinciegrenzen van Overijssel en Gelderland, zodat er elf in plaats van tien arrondissementen komen, namelijk een arrondissement Overijssel en een arrondissement Gelderland. De motie gaat er wel van uit dat de politieregio Oost-Nederland intact blijft. Dat wil zeggen dat er tien politieregio's zijn. Dat is voor de VVD-fractie belangrijk. Mocht bij de evaluatie over drie jaar blijken dat een groot arrondissement Oost-Nederland toch een betere optie is, dan kan daar eenvoudig toe worden overgegaan.

Wanneer de motie-Beuving wordt aangenomen, dan betekent dit een wijziging van de Wet herziening gerechtelijke kaart, maar ook een wijziging van de Wet nationale politie, omdat deze wet uitgaat van de indeling van de gerechtelijke kaart. De VVD-fractie gaat ervan uit dat de minister zich tot het uiterste zal inspannen om deze wetswijzigingen zo spoedig mogelijk gerealiseerd te krijgen in het geval de meerderheid van deze Kamer voor de motie zal stemmen. Laat één ding volstrekt duidelijk zijn: De VVD gaat ervan uit dat beide wetten, zowel de Wet herziening gerechtelijke kaart als de Wet nationale politie, met ingang van 1 januari 2013 in werking treden met, naar wij zeker verwachten, de wetswijzigingen die noodzakelijk zijn.

Vanuit het vertrouwen dat mijn fractie in de minister heeft dat hij zich keihard zal inzetten voor een zo spoedig mogelijke realisatie van de vereiste wetswijzigingen, stemt de VVD-fractie in met de motie-Beuving.

De heer Hoekstra (CDA):

Voorzitter. Wij hebben de minister in het debat een zogenaamde tweetrapsraket voorgesteld, namelijk om vier rechtbanken in eerste instantie terug te brengen naar twee rechtbanken en op termijn, bijvoorbeeld over drie jaar, te bezien of het verstandig is om die twee rechtbanken vervolgens tot één rechtbank terug te brengen. Helemaal aan het eind van het debat – het was de laatste vraag in het debat – heb ik de minister expliciet gevraagd of, als de motie-Beuving zou worden aangenomen, hij af zou stappen van de congruentie in Oost. De vorige sprekers hebben zojuist ook het belang daarvan aangegeven. Dat heeft de minister expliciet toegezegd. Die combinatie van redenen maakt dat wij van harte voor de motie van mevrouw Beuving stemmen.

Ik wil mevrouw Beuving ook nog complimenteren met de vasthoudendheid waarmee zij het debat met de minister heeft gevoerd.

De voorzitter:

Hear hear!

De heer Reynaers (PVV):

Voorzitter. Ook mijn fractie had zo haar reserves bij de omvang van het arrondissement Oost-Nederland. Hoewel wij niet van mening zijn dat een groot arrondissement per definitie onwerkbaar is, kan niet worden ontkend dat het in dit geval toch echt een enorm gebied betreft. Mijn fractie sluit dan ook niet uit dat die schaal op termijn toch tot problemen gaat leiden. Daar komt bij dat niet op voorhand vaststaat dat het opknippen van Oost in twee kleinere arrondissementen twee te kleinschalige arrondissementen zou opleveren, laat staan dat dit de kwaliteit van de rechtspraak negatief zou beïnvloeden. Mevrouw Beuving heeft dat vorige week op overtuigende wijze betoogd en bovendien cijfermatig onderbouwd. Mijn fractie is daardoor overtuigd. Wij zullen deze motie dan ook steunen. Wellicht ten overvloede voeg ik er nog aan toe dat wij ervan uitgaan dat dit alleen de gerechtelijke kaart betreft en absoluut niet de politieregio's.

In stemming komt de motie-Beuving c.s. (32891, letter G).

De voorzitter:

Ik constateer dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van een stemverklaring vooraf.

De heer Ruers (SP):

Voorzitter. Ik had een vooruitziende blik toen ik deze tekst opschreef, want ik heb het volgende opgeschreven. Wij zijn tevreden met het feit dat dankzij de aangenomen motie van collega Beuving daardoor de veel te grote regio Oost tot normale proporties wordt teruggebracht. Dat vinden we een positief punt. Dat op zich is voor ons echter niet voldoende om voor het wetsvoorstel te stemmen. We constateren namelijk dat de minister ons niet heeft kunnen overtuigen van de noodzaak van het wetsvoorstel. Daarbij weegt voor de SP-fractie zwaar dat er een grote kloof bestaat tussen de Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak en de minister. Het is naar onze mening ongewenst en onverstandig om een wetsvoorstel aan te nemen dat het functioneren van de rechterlijke macht verregaand beïnvloedt, terwijl diezelfde rechterlijke macht grote bezwaren heeft tegen dat wetsvoorstel. Ten slotte heeft ons bijzonder gestoord de wijze waarop de Raad voor de rechtspraak – ik heb dat uitgezocht – getracht heeft, de vrijheid van meningsuiting van de tijdelijke ondernemingsraad te dwarsbomen. Over die naar onze mening onbestaanbare opstelling komen we nog nader te spreken. We zullen derhalve genoodzaakt zijn, tegen het wetsvoorstel te stemmen.

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de VVD, de PvdA, het CDA, de PVV, D66, GroenLinks, de ChristenUnie, de SGP en 50PLUS voor het wetsvoorstel hebben gestemd en de aanwezige leden van de fracties van de SP, de PvdD en de OSF ertegen, zodat het is aangenomen.

Naar boven