10 Stemmingen

Aan de orde zijn de stemmingen in verband met de wetsvoorstellen Vaststelling van een nieuwe Politiewet (Politiewet 200.) ( 30880 ) en Invoering van de Politiewet 200. en aanpassing van overige wetten aan die wet (Invoerings- en aanpassingswet Politiewet 201X) ( 32822 ),

en over:

  • - de motie-Koole c.s. over het instemmingsrecht van de regioburgemeester bij bijstandsverzoeken (30880, letter K);

  • - de motie-Koole c.s. over het instemmingsrecht van de regioburgemeester bij de benoeming van de regionale politiechef (30880, letter L);

  • - de motie-Hoekstra c.s. over de gevolgen voor de werkgelegenheid en bereikbaarheid voor met name Overijssel (30880, letter M);

  • - de motie-Thom de Graaf c.s. over het beheer en de positionering van de nationale politie (30880, letter N).

(Zie vergadering van 3 juli 2012.)

De voorzitter:

Ik heet de minister van Veiligheid en Justitie en de staatssecretaris van Financiën wederom van harte welkom in de Eerste Kamer. Mij is verzocht om eerst de bij de behandeling van dit wetsvoorstel ingediende moties in stemming te brengen. Ik heb besloten om aan dat verzoek te voldoen.

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen vooraf.

De heer Hoekstra (CDA):

Voorzitter. Wij willen tegen deze motie stemmen, omdat wij denken dat deze te veel inbreuk maakt op de rechten van de gewone burgemeesters.

Met uw goedvinden maak ik meteen van deze gelegenheid gebruik om de motie van mijzelf in te trekken. Ik heb dat verzuimd tijdens de plenaire behandeling. Toen ik daar woensdag bij de griffier op terugkwam, zij deze mij dat dit uitsluitend in de plenaire vergadering mogelijk is.

De voorzitter:

Aangezien de motie-Hoekstra c.s. (30880, letter M) is ingetrokken, maakt zij geen onderwerp van behandeling meer uit.

De heer Hoekstra (CDA):

Ik leg nu ook graag een stemverklaring af over de twee moties die resten. Ik doel op de motie onder letter L, ook van de heer Koole c.s. Wij zullen ook tegen deze motie stemmen, omdat wij denken dat het niet nodig is dat de regioburgemeester instemmingsrecht krijgt bij het benoemen van de regionale politiechef.

Blijft over de motie onder letter M van de heer Thom de Graaf c.s. In al haar eenvoud is deze motie een beetje een wolf in schaapskleren, want eigenlijk een frontale aanval op dit wetsvoorstel. Wij zullen ook dus daartegen stemmen.

De voorzitter:

Ik geef de heer Knip gelegenheid tot een stemverklaring vooraf.

De heer Knip (VVD):

Voorzitter. Ik leg graag een stemverklaring af over de drie moties die nog resten. Met de moties-Koole wordt de figuur van de regioburgemeesters, waarin mijn fractie van begin af aan weinig gezien heeft, alleen maar groter dan die nu al is. Mijn fractie is daarvan geen voorstander en stemt daarom tegen de moties-Koole.

Mijn fractie begrijpt heel goed de strekking van de motie-De Graaf, maar zij zal deze toch niet steunen. De VVD-fractie had dezelfde kritiek op het wetsvoorstel, maar de minister heeft in de nadere memorie van antwoord toegezegd dat er een pakket wijzigingsvoorstellen komt dat in verregaande mate inhoudelijk maar zeker ook in effect tegemoetkomt aan onze bezwaren. Mijn fractie heeft er het volste vertrouwen in dat de regering met de grootst mogelijke spoed de wijzigingswet zal indienen en alles eraan zal doen om die vanaf 1 januari in werking te laten treden, samen met de hoofdwet. Alles overziende, steunt mijn fractie daarom het wetsvoorstel. Zij steunt de motie dus niet.

In stemming komt de motie-Koole c.s. (30880, letter K).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de PvdA, de ChristenUnie, GroenLinks, de SP, D66, 50PLUS, de PvdD en de OSF voor de motie hebben gestemd en de aanwezige leden van de fracties van de PVV, de VVD, het CDA en de SGP ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Koole c.s. (30880, letter L).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de PvdA, de ChristenUnie, GroenLinks, de SP, D66, 50PLUS, de PvdD en de OSF voor de motie hebben gestemd en de aanwezige leden van de fracties van de PVV, de VVD, het CDA en de SGP ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Thom de Graaf c.s. (30880, letter N).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de PvdA, de ChristenUnie, GroenLinks, de SP, D66, 50PLUS, de PvdD en de OSF voor de motie hebben gestemd en de aanwezige leden van de fracties van de PVV, de VVD, het CDA en de SGP ertegen, zodat zij is verworpen.

We komen nu toe aan de stemmingen over de wetsvoorstellen zelve. Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen vooraf.

De heer Thom de Graaf (D66):

Voorzitter. Ik leg een stemverklaring af over beide wetsvoorstellen, dus ook over de invoeringswet. In het debat van vorige week heeft de fractie van D66 aangegeven steun te willen verlenen aan de hoofdrichting van de nationale politie mits aan een aantal randvoorwaarden werd voldaan. Die randvoorwaarden betroffen het lokaal gezag, de rechtstatelijk inbedding van het beheer, de bestuurlijke structuur en de positie van de regioburgemeester. Mijn fractie meent dat het voorliggende voorstel op deze punten nog onvoldoende is. Daarom heeft zij met andere fracties aangedrongen op wijzigingsvoorstellen van de minister. De koninklijke weg in dezen is, zoals de minister zelf stelde, een novelle. Die zou tezamen met het voorliggende voorstel tot een geïntegreerde behandeling en een integraal oordeel kunnen leiden. Die procedure had naar het oordeel van mijn fractie moeten worden gevolgd. Ik constateer dat de minister wel wijzigingsvoorstellen wil doen, maar alleen indien en nadat het voorliggende voorstel door deze Kamer is aanvaard en de wet in het Staatsblad staat. Wij vinden dat een principieel onjuiste procedure. De Kamer wordt zo immers niet in de gelegenheid gesteld om een totale afweging te maken. Om die reden kan de fractie van D66 niet instemmen met het wetsvoorstel. Ik zeg dat met spijt, omdat wij daartoe inhoudelijk bereid waren geweest, als wij een oordeel hadden kunnen geven over het gewijzigde voorstel op grond van de novelle. Dat zou overigens niet of nauwelijks tot tijdverlies hebben geleid. D66 betreurt deze gang van zaken, die ons nu tot een negatief oordeel noodzaakt. Dit betreft beide wetsvoorstellen.

De heer Ruers (SP):

Voorzitter. Ook ik leg een stemverklaring af over beide wetsvoorstellen. De Politiewet is in de Tweede Kamer met algemene stemmen aangenomen. Dat stel ik nog maar eens goed vast. Ook de SP-fractie in deze Kamer is in beginsel voor een nationale politie. Onder druk van deze Kamer heeft de minister tien belangrijke wijzigingen in het vooruitzicht gesteld. Op zichzelf genomen waarderen wij deze toezeggingen van de minister bijzonder. Wat ons echter niet zint, is de onwil van de minister om in casu de correcte weg te volgen, namelijk die van de novelle. Omdat de Kamer daardoor geen garantie heeft dat de wijzigingen ook daadwerkelijk worden doorgevoerd, en wij niet weten wat die wijzigingen uiteindelijk precies zullen inhouden, kunnen wij niet met de door de minister voorgestelde procedure instemmen en zijn wij – ik zeg het met grote spijt – genoodzaakt tegen beide wetsvoorstellen te stemmen.

Mevrouw Strik (GroenLinks):

Voorzitter. Vorige week hebben wij een uitgebreide behandeling gehad van de wetsvoorstellen voor de Politiewet, althans van de voorstellen zoals ze nu voorliggen. Want het is duidelijk dat het wetsvoorstel waarover wij nu stemmen, niet de uiteindelijke wet zal worden. De minister heeft een trits aan fundamentele wijzigingen in het vooruitzicht gesteld, die hij noodzakelijk acht voor het bereiken van een evenwichtige en heldere nieuwe Politiewet. Wij zijn in principe niet tegen de omvorming van de politie naar een landelijke politie, maar achten met de minister de voorgestelde wijzigingen wel een essentiële voorwaarde daarvoor. Wij hebben er daarom op aangedrongen om die wijzigingsvoorstellen met spoed te behandelen en te wachten met een eindafweging van het voorstel totdat wij de concrete invulling van de wijzigingsvoorstellen hebben gezien en deze door de Tweede Kamer daadwerkelijk zijn aangenomen. Wij betreuren het dat wij deze mogelijkheid nu niet hebben. Het past niet bij de taakopvatting van deze Kamer om een onvoldragen wetsvoorstel toch in stemming te brengen. Naar de mening van onze fractie is een dergelijke werkwijze evenmin werkbaar en verantwoord voor het werkveld zelf. Wij zien ons daarom gedwongen, tegen de huidige wetsvoorstellen te stemmen.

De heer Koole (PvdA):

Voorzitter. Ook ik leg een stemverklaring af over beide wetsvoorstellen. De PvdA-fractie zou graag voor een goed wetsvoorstel over de nationale politie stemmen. Politiemensen verdienen zo'n wet en de inbedding van de zwaardmacht in de democratische rechtsstaat vereist zo'n wet. Aan het wetsvoorstel waarover wij vandaag gaan stemmen, kleven echter te veel breed onderkende bezwaren. Vele daarvan zijn door de minister erkend. Dat blijkt uit zijn voornemen om de wet op tien essentiële punten te willen wijzigen. Dat behoort echter in dit wetsvoorstel te gebeuren. De PvdA-fractie is van mening dat een eindoordeel over dit wetsvoorstel pas kan worden gegeven na een zorgvuldige en integrale inhoudelijke afweging. Door ook een novelle te weigeren, maakt de minister dat in feite onmogelijk. Wij betreuren dat in hoge mate. Zo blijven onzekerheid en onduidelijkheid bestaan, bijvoorbeeld over de bestuurlijke aansturing van en democratische controle op het geweldsmonopolie van de Staat. Zo'n onvoldragen wetsvoorstel kan en wil de PvdA-fractie niet voor haar rekening nemen. Daarom zullen wij tegen beide wetsvoorstellen stemmen.

De heer Ester (ChristenUnie):

Voorzitter. Mijn fractie was in het plenaire debat vorige week behoorlijk kritisch over de Politiewet. Onze kritiek betrof onder andere de lokale inbedding van de nieuwe politieorganisatie, de figuur van de regioburgemeester in de regio-Oost en de verhouding tussen beheer en gezag. Het wetgevingstraject verdient daarenboven bepaald geen schoonheidsprijs. Veel wordt er nu in een veegwet geregeld, hetgeen in een demissionaire situatie de nodige onzekerheden met zich brengt. Wij stemmen vandaag derhalve niet over een integrale wetstekst.

Mijn fractie heeft de grenzen van de eigen rekkelijkheid moeten opzoeken. Wat ons uiteindelijk voor het wetsvoorstel gewonnen heeft, is het omvattende conceptinrichtingsplan, de nog zeer recente brief ook met de heldere uiteenzetting van de tien aangekondigde wetswijzigingen en het grondige evaluatietraject dat voorzien is. De minister heeft al met al goed naar de argumenten van dit huis geluisterd. Het is bovendien zaak dat we de politiewereld niet langer in onzekerheid laten. Mijn fractie hoopt dat we met de nieuwe wet een politiebestel krijgen dat leidt tot betere politieprestaties, tot een groter vertrouwen van de burgers in de politie en tot een politiekorps dat herkenbaar als eenheid functioneert.

In stemming komt wetsvoorstel 30880.

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de PVV, de VVD, het CDA, de ChristenUnie en de SGP voor dit wetsvoorstel hebben gestemd en de aanwezige leden van de fracties van de PvdA, de SP, GroenLinks, D66, 50PLUS, de PvdD en de OSF ertegen, zodat het is aangenomen.

In stemming komt wetsvoorstel 32822.

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de PVV, de VVD, het CDA, de ChristenUnie en de SGP voor dit wetsvoorstel hebben gestemd en de aanwezige leden van de fracties van de PvdA, de SP, GroenLinks, D66, 50PLUS, de PvdD en de OSF ertegen, zodat het is aangenomen.

Naar boven