Aan de orde is de stemming over het wetsvoorstel Wijziging van arbeidsongeschiktheidswetten en de Wet financiering sociale verzekeringen in verband met de verhoging van de uitkering voor volledig arbeidsongeschikten naar 75% en in verband met de uitsluiting van de wachttijd in verband met wijziging van het Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten (Wet verhoging uitkeringshoogte arbeidsongeschiktheidswetten) (31106).

(Zie vergadering van 10 december 2007.)

De voorzitter:

Ik geef de gelegenheid tot het afleggen van een stemverklaring vooraf.

Mevrouw Swenker (VVD):

Mevrouw de voorzitter. Het uitgangspunt van het kabinet bij dit wetsvoorstel is dat alleen voor diegenen die volledig en duurzaam arbeidsongeschikt zijn een verhoging van de uitkering van 70% naar 75% gerechtvaardigd is.

De voorgestelde verhoging heeft echter ook betrekking op degenen voor wie nog niet vaststaat dat zij duurzaam en volledig arbeidsongeschikt zijn en blijven. Dit geldt met name voor mensen van 45 jaar tot 50 jaar die niet volgens het nieuwe schattingsbesluit afgeschat zijn én voor jongeren met een Wajong-uitkering.

Het kabinet kiest ervoor om ook voor deze groepen de uitkering te verhogen. De VVD is van mening dat ten onrechte het beginsel gelijke behandeling uitgangspunt is. Zij stemt dan ook tegen dit wetsvoorstel.

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fractie van de VVD tegen dit wetvoorstel hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat het is aangenomen.

Naar boven