34 Gasmarkt en leveringszekerheid

Aan de orde is het tweeminutendebat Gasmarkt en leveringszekerheid (CD d.d. 15/09).

De voorzitter:

Aan de orde is het tweeminutendebat Gasmarkt en leveringszekerheid naar aanleiding van een commissiedebat, gehouden op 15 september jongstleden. We hebben van de zijde van Kamer tien sprekers en nog meer aanwezigen. Ik heet eenieder welkom. Ik heet uiteraard de minister voor Klimaat en Energie welkom. Ik moet even kijken of ik het goed zeg. Ja, de minister knikt.

Omdat we nog een aantal tweeminutendebatten voor de boeg hebben, wil ik meteen de eerste spreker van de zijde van de Kamer uitnodigen. Dat is de heer Thijssen van de Partij van de Arbeid. U krijgt het woord.

De heer Thijssen (PvdA):

Dank, voorzitter. We hebben het natuurlijk verschrikkelijk veel gehad over gas, de gasmarkt en de problemen het afgelopen jaar door de oorlog in Oekraïne en doordat we niet genoeg hadden geïsoleerd. Ik heb een vraag aan de minister. Het lijkt erop dat we deze winter door gaan komen met de goedgevulde opslagen, ook als het heel koud wordt, en dat de volgende winter uitdagender wordt, omdat we dan minder toevoer hebben van Russisch gas. Ik zou graag willen dat we heel regelmatig updates krijgen van het ministerie hoe het zit met de opslagen en hoe het zit met de doorkijk naar de volgende winter. We willen er natuurlijk niet pas in oktober achter komen dat we te weinig gas hebben en dat we dan een hele zware winter tegemoet gaan. Dan willen we misschien wel eerder meer gaan besparen of in ieder geval het debat met elkaar voeren over wat we nog meer zouden moeten doen. Mijn vraag is: heeft de minister inzicht in de mate waarin de gasopslagen eind januari, eind februari, eind maart gevuld moeten zijn, zodat we de volgende winter waarschijnlijk goed door kunnen komen? Kan hij daarover de komende maanden heel regelmatig aan ons rapporteren, zodat we dat gesprek met elkaar kunnen voeren en de Kamer het inzicht heeft?

Dan heb ik nog een tweede motie, over energiebesparing in de gebouwde omgeving. Het is nu duidelijk dat er een handelssysteem komt voor CO2 in de gebouwde omgeving vanuit Europa.

De voorzitter:

Even een dubbelcheck, want u zei "een tweede motie", maar ik heb nog geen eerste gehoord.

De heer Thijssen (PvdA):

Nee, sorry, u heeft helemaal gelijk, voorzitter. Ik had eerst één vraag. Nu komen de moties.

Het is wel mooi, want dit geeft wel een deadline voor wanneer alle slecht geïsoleerde huizen in Nederland geïsoleerd moeten zijn. Vandaar de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de EU voornemens is om per 2027 een CO2-belasting te hanteren;

overwegende dat een dergelijke belasting extra druk legt op mensen die veel gas nodig hebben om hun tochtige woning te stoken;

overwegende dat versneld huizen isoleren noodzakelijk is om deze druk te verminderen;

verzoekt de regering om voor 2027 alle 2,5 miljoen slecht geïsoleerde huizen te isoleren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Thijssen en Kröger.

Zij krijgt nr. 362 (29023).

Voor u vertrekt, heeft u nog een interruptie van mevrouw Leijten namens de SP.

Mevrouw Leijten (SP):

Het is natuurlijk een supersympathieke motie. Daar heb ik eigenlijk geen vraag over, maar wel een opmerking. We hebben op 15 september dit commissiedebat gehad. Er is inderdaad heel veel gebeurd. Als wij moties gaan indienen over wat daarna is besloten en wat we niet uitgediscussieerd hebben, maken we er een beetje een potje van. Niks ten nadele van de inhoud — ik kan hiervoor de stem van mijn fractie wel bepalen — maar ik wilde het wel even doorgeven aan u, voorzitter. We moeten dat wel wegen, omdat over alles in de actualiteit moties in te dienen zijn, maar we moeten het ook weer terug laten vloeien naar het debat. Dat wilde ik alleen even opgemerkt hebben.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Leijten. Op zich is het een terecht punt. Een tweeminutendebat is een voortzetting of eigenlijk een afronding van het gevoerde commissiedebat, dus het is goed dat u ons daarop attendeert. Ik vraag de indiener zo om daar ook even op te reflecteren, maar eerst de heer Bontenbal.

De heer Bontenbal (CDA):

Ik heb een korte vraag en ik hoop op een kort antwoord. Is de heer Thijssen het met mij eens — we hadden hiervoor ook al een interruptiedebatje — dat we het ETS-BRT of ETS2 zodanig moeten inregelen in Nederland dat als er iets bij komt in de belastingen voor huishoudens, we dat compenseren met bijvoorbeeld het verlagen van de energiebelasting, zodat de huishoudens in Nederland er niet hard door geraakt worden?

De heer Thijssen (PvdA):

De Partij van de Arbeid zou het liefst zien dat we de huizen goed isoleren en dat we überhaupt geen energie meer nodig hebben, want energie die we niet gebruiken is de beste energie. Hetzelfde geldt voor het transportsysteem. We kunnen meer gaan betalen voor benzine, maar we kunnen ook zorgen dat er een veel beter ov-systeem is, zodat mensen ervoor kiezen om dat te gebruiken. Als dat dan niet helemaal lukt, dan is mijn partij meer van het ontlasten van arbeid en van het belasten van vervuiling. De oplossing die de heer Bontenbal noemt, zou een noodmaatregel kunnen zijn. Maar de voorkeur van mijn partij is om het minimumloon te verhogen naar €14 en om ervoor te zorgen dat mensen gewoon meer geld in handen hebben en rond kunnen komen, ook bij een eventuele extra belasting vanuit Europa.

Dan over wat mevrouw Leijten zegt. Ik geloof dat iedereen weet dat ik bij ieder debat steeds weer zeg: laten we die slecht geïsoleerde huizen zo snel mogelijk isoleren. Wat dat betreft ligt het dus wel in het verlengde, maar het klopt dat er ook een opmerking in zat over iets wat heel recent is gebeurd. Ik probeer het dus een beetje actueel te houden.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Thijssen, ook voor de reactie op de opmerking van mevrouw Leijten. Dan is het woord aan de volgende spreker van de zijde van de Kamer. Dat is de heer Kops namens de PVV.

De heer Kops (PVV):

Voorzitter.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat landen als Duitsland en China langetermijncontracten voor respectievelijk 15 en 27 jaar hebben afgesloten voor de import van gas, maar dat Nederland nog niets heeft geregeld voor de lange termijn;

constaterende dat Nederland wel nog altijd — geheime — langetermijncontracten heeft voor de export van gas;

overwegende dat onder andere het Internationaal Energieagentschap waarschuwt voor een mogelijk gastekort in de winter van 2023-2024;

verzoekt de regering langetermijncontracten voor de import van gas af te sluiten, om zo te voorkomen dat er een gastekort ontstaat;

verzoekt de regering tevens onmiddellijk te stoppen met de export van gas,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Kops.

Zij krijgt nr. 363 (29023).

De heer Kops (PVV):

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Kops namens de PVV. Dan is de volgende spreker van de zijde van de Kamer de heer Van Haga namens de Groep Van Haga.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Voorzitter.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de staatskas profiteert van de energiecrisis via belastingheffing;

verzoekt de regering om het btw-tarief op energie blijvend op 9% te houden en de voorgenomen verhoging naar 21% per 1 januari 2023 te schrappen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Haga en Van der Plas.

Zij krijgt nr. 364 (29023).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat in tegenstelling tot Nederland andere Europese landen op advies van Duitsland contracten met SEFE aanhouden;

overwegende dat de unieke positionering van dit kabinet onnodig burgers en gemeentes in Nederland op hoge kosten jaagt;

verzoekt de regering om in navolging van andere landen gemeentes en andere instellingen toe te staan hun contracten met SEFE Energy aan te houden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Haga en Van der Plas.

Zij krijgt nr. 365 (29023).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de situatie in de huidige gasmarkt onvergelijkbaar is met de situatie waarin langjarige contracten voor het Groningse gas werden afgesloten;

verzoekt de regering te onderzoeken welke juridische of andere opties er zijn om ervoor te zorgen dat de vraag naar ons laagcalorisch gas door afnemende landen op korte termijn wordt afgebouwd, en de Kamer voor 1 april 2023 hierover te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Haga en Van der Plas.

Zij krijgt nr. 366 (29023).

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Dat was overigens ook een motie van mevrouw Van der Plas, maar zij is er niet, dus ik dien deze motie namens haar in.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van Haga namens de Groep Van Haga. Ook goed dat u even vermeldt dat het namens mevrouw Van der Plas was. Dan is het woord aan mevrouw Kröger van GroenLinks.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Voorzitter. Ik heb drie moties, dus ik ga heel rap lezen.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er op dit moment lng-terminals worden gebouwd vanwege de energiecrisis;

overwegende dat het importeren van lng op de korte termijn wellicht noodzakelijk is maar geen langetermijnoplossing voor de energievoorziening is;

overwegende dat het desondanks in het belang is van de eigenaren van de lng-terminals om de lng-terminals zo lang mogelijk in bedrijf te laten houden;

verzoekt de regering ervoor zorg te dragen dat alle lng-terminals een tijdelijke oplossing zijn en tevens vast te leggen dat alle terminals die gedurende langere termijn dreigen te worden gebruikt ook waterstofready zijn,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Kröger en Thijssen.

Zij krijgt nr. 367 (29023).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat we momenteel kampen met een energiecrisis en dat alle mogelijke maatregelen genomen moeten worden om energiebesparing te bewerkstelligen;

constaterende dat Duitsland en Frankrijk meer energiebesparingsmaatregelen nemen om onnodig energieverbruik te voorkomen, zoals het verbieden van buitenverlichting van publieke gebouwen, het verplicht verschaffen van energiebesparingstips aan energieverbruikers en een verbod op lichtreclame tussen 22.00 uur en 6.00 uur;

verzoekt de regering om in navolging van Duitsland en Frankrijk een additioneel pakket energiebesparende maatregelen in te stellen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Kröger en Thijssen.

Zij krijgt nr. 368 (29023).

Voor u overgaat naar uw laatste motie, is er een verduidelijkingsvraag van de heer Bontenbal van het CDA.

De heer Bontenbal (CDA):

Ja, die gaat over de eerste motie, over de lng-terminals. U zegt specifiek "waterstof". Mag dat iets breder zijn dan waterstof, dus ook ammoniak of andere energiedragers die echt bijdragen aan de klimaatneutrale energievoorziening? Heel veel import van waterstof zal vermoedelijk ook via andere dragers gaan dan waterstof, dus terminals die ammoniak of iets anders …

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Ja, dat mag iets breder geïnterpreteerd worden door de minister, zolang het maar een daadwerkelijk groene transitie is en het weg is van fossiel. Dat is de essentie van de motie.

De voorzitter:

Uw derde motie.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Mijn derde motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat met de huidige energiecrisis veel aandacht is voor het versterken van het toezicht op energiebedrijven en de redelijkheid van de tarieven die zij rekenen voor huishoudens;

overwegende dat een groot deel van deze tarieven bepaald wordt door de inkoopprijzen die de energiebedrijven zelf betalen op de groothandelsmarkt voor energie;

overwegende dat het van groot belang is dat er stringent toezicht is op de tarieven op groothandelsmarkten;

verzoekt de regering in Europees verband de werking van deze groothandelsmarkten voor energie te onderzoeken en te verkennen wat mogelijkheden zijn om het toezicht op deze groothandelsmarkten te versterken, zowel op nationaal als internationaal niveau,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Kröger.

Zij krijgt nr. 369 (29023).

Dank u wel voor uw inbreng namens GroenLinks, mevrouw Kröger.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Dank u wel.

De voorzitter:

Dan is het woord aan de heer Erkens van de VVD.

De heer Erkens (VVD):

Voorzitter. Ik heb twee moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat er op de retailmarkt voor energie geen vaste contracten meer worden aangeboden sinds de start van de energiecrisis;

overwegende dat het afsluiten van vaste contracten kan helpen met het bieden van zekerheid over de te verwachten energiekosten voor huishoudens;

verzoekt de regering om alles op alles te zetten om ervoor te zorgen dat er per 1 maart 2023 weer vaste contracten worden aangeboden aan consumenten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Erkens en Bontenbal.

Zij krijgt nr. 370 (29023).

De heer Erkens (VVD):

De tweede motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat Nederland de komende jaren de afhankelijkheid van Rusland en andere onvrije landen op energiegebied moet afbouwen;

overwegende dat langetermijncontracten voor de inkoop van aardgas uit andere landen nodig zijn om de leveringszekerheid te verstevigen;

overwegende dat de Europese lidstaten gaan inzetten op gezamenlijke inkoop van gas met het doel het aangaan van bestendige langetermijnrelaties met betrouwbare landen;

verzoekt de regering om in het eerste kwartaal van 2023 in te zetten op langetermijncontracten met betrouwbare partners, en de Kamer hierover te informeren voor het einde van het eerste kwartaal;

verzoekt de regering om zich daarbij in het bijzonder te richten op langetermijncontracten met Noorwegen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Erkens.

Zij krijgt nr. 371 (29023).

Voor u vertrekt: ik zie de heer Dassen naar voren lopen voor een interruptie.

De heer Dassen (Volt):

Ik geloof dat een van de overwegingen was dat Europese landen gezamenlijk gaan inkopen. Is de motie van de heer Erkens er dan ook op gericht dat we in Europa gezamenlijk contracten afsluiten en dus ook gezamenlijk gas gaan inkopen?

De heer Erkens (VVD):

Ja. Ik zou het in ieder geval logisch vinden om gezamenlijk met andere lidstaten zo'n contract af te sluiten, met name als het over grote volumes gaat. Wat wij importeren, gaat natuurlijk ook al deels naar Duitsland. Dat maakt de onderhandelingspositie sterker. Ik wil alleen niet uitsluiten dat Nederland misschien ook op eigen houtje aan de slag gaat hiermee als het niet van de grond zou komen, maar gezamenlijk optrekken lijkt me een logisch uitgangspunt.

De voorzitter:

Dank u wel voor uw inbreng, meneer Erkens namens de VVD. Dan is het woord nu aan de heer Grinwis van de ChristenUnie.

De heer Grinwis (ChristenUnie):

Voorzitter, dank u wel. Op 26 september klonk er geen luide knal, maar we schrokken wel als Europa en als wereld. Toen werden Nord Stream 1 en 2 gesaboteerd. Ik had daar een motie over meegebracht. Die dien ik echter niet in, omdat er eigenlijk al een motie ligt van collega Boswijk. De minister is daarmee aan de slag om een strategie te ontwerpen om onze cruciale, kritische infrastructuur op zee goed te beschermen, juist ook in een instabiele wereld waarin ook dit soort zaken, die tot voor kort misschien ondenkbaar waren, denkbaar zijn geworden, namelijk sabotage. Mijn vraag aan de minister is of hij bij de strategie die hij ontwikkelt ook heel goed bestaande wetgeving tegen het licht wil houden. Bestaande wetgeving beschermt die kwetsbare kritieke infrastructuur, de huidige maar ook de toekomstige, namelijk niet goed. Dat publieke belang van veiligheid van deze infrastructuur zit niet goed in de huidige wetgeving. Wil hij dat meenemen bij het maken van zijn strategie in dezen? Wanneer kan hij daarover wat meer vertellen aan de Kamer?

Tot zover.

De voorzitter:

Dank aan de heer Grinwis en dank ook voor het voornemen om een motie niet in te dienen als in een eerder debat al een soortgelijke motie is ingediend. Dat is een goed voorbeeld. Dan gaan we nu snel door de sprekerslijst heen en is het woord aan de heer Dassen namens Volt.

De heer Dassen (Volt):

Dank u wel, voorzitter. Ik wilde ook een motie indienen, maar ik ga dat niet doen. Ik vraag wel om een brief van de minister. Wij hebben een technische briefing gehad met GasTerra. Daarin kwam onder andere ook de sluiting van GasTerra naar voren. Daar waren nog wat vragen over. Tot welke verstoringen op de gasmarkt kan die sluiting van GasTerra leiden en welke consequenties zijn er voor de langetermijncontracten die zij op dit moment in beheer hebben en voor de verplichtingen die zij hebben? Hoe gaat daar nu op gehandeld worden? Ik wil de minister vragen of hij daar iets dieper op kan ingaan en daar uitleg over kan geven. Dat verzoek doe ik mede namens mevrouw Leijten.

En dan nog ten aanzien van 2023. Een aantal collega's refereerden er al aan. Mijn additionele vraag naar aanleiding van onder andere vragen van de heer Thijssen luidt: wat gaat de minister nu in Europa doen? Hoe gaat hij er het komende jaar voor zorgen dat die leveringszekerheid gewaarborgd wordt? Ik weet dat Nederland voorstander is van gezamenlijke inkoop, maar hoe gaat de minister er ook voor zorgen dat die verantwoordelijkheid groter wordt gemaakt? De heer Erkens heeft net aangegeven dat hij het ook goed vindt als Nederland voornamelijk in bilateraal verband gaat inkopen. Ik acht het toch echt verstandig om als Europa gezamenlijk te gaan inkopen.

Wordt er ook nog nagedacht over een eventueel afschakelplan op het moment dat we richting 2023 en 2024 te maken krijgen met een gastekort? Daar hebben we ook al eerder voor gepleit.

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Dassen, voor uw inbreng namens Volt. We zijn bij de laatste spreker van de zijde van de Kamer in dit debat. Dat is de heer Van Raan namens de Partij voor de Dieren.

De heer Van Raan (PvdD):

Voorzitter, dank u wel. Ik heb één motie in dit debat over de gasmarkt en de leveringszekerheid. Ik kijk met die motie naar de wat langere termijn.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat Frans Timmermans en de minister voor Klimaat en Energie hebben gezegd dat de prijzen voor fossiele brandstoffen nooit meer laag zullen worden;

overwegende dat de prijzen voor fossiele brandstoffen wel weer lager kunnen worden;

constaterende dat de regering naar aanleiding van een aangenomen motie-Nijboer/Van Dijk (36202, nr. 130) een sociaal tarief voor energie gaat onderzoeken;

constaterende dat de energietransitie niet gebaat is bij prijzen voor fossiele brandstoffen die zo laag liggen dat voor iedereen de besparings- en substitutie-impuls te laag wordt;

verzoekt de regering om te onderzoeken of van de energiebelasting een flexibele belasting kan worden gemaakt, waardoor de toekomstige schommelingen in de gastarieven niet negatief doorwerken in de energietransitie, maar hooguit resulteren in een hogere of lagere belastingopbrengst,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Raan.

Zij krijgt nr. 372 (29023).

De heer Van Raan (PvdD):

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Ik dacht al een beweging bij de heer Bontenbal van het CDA te zien. Er is nog een interruptie.

De heer Bontenbal (CDA):

Het is goed dat de heer Van Raan deze keer niet zo veel moties indient. Ik hoop daarmee ook een weddenschap te winnen. Maar dat terzijde. Hoe stelt u zich dat voor? Die energiemarkt is natuurlijk hartstikke flexibel. De Belastingdienst maakt één keer per jaar een Belastingplan en kan die tarieven heel moeilijk aanpassen. Die variabiliteit kunnen wij er als overheid dus nooit in krijgen.

De heer Van Raan (PvdD):

Dat laatste vraag ik me dus af. En als het makkelijk was, dan had ik het wel helemaal uitgeschreven. Het gaat erom dat die schommelingen in gastarieven leiden tot schommelingen in de prijzen. Er ligt een motie waarin wordt gevraagd om tot een sociaal tarief te komen. Daar moet onderzoek naar gedaan worden. Wat is dan een sociaal tarief? Maar de gasprijs kan natuurlijk nooit zo laag zijn dat je daarmee de verduurzamingsprikkel of de transitieprikkel wegneemt. Ik denk dat we het daar allemaal over eens zijn. Er moet dus onderzoek worden gedaan naar een soort stabilisatiemechanisme waarmee je de component die schommelt, de gasprijs op de markt, kunt stabiliseren. Het gebruiken van de energiebelasting daarvoor zou een methode kunnen zijn. Dan krijg je een soort vaste evenwichtsprijs die sociaal genoeg is, maar die ook de verduurzamingsprikkel niet in de weg zit. Dat is de zoektocht waar ik de minister toe uitdaag.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van Raan, voor uw inbreng namens de Partij voor de Dieren. Daarmee zijn wij aan het einde gekomen van deze termijn. Ik zie dat de minister meteen kan doorgaan met de beantwoording van de vragen en de appreciatie van de moties. Misschien kunt u beginnen met de beantwoording van de vragen. Dat geeft de bodes enige momenten om de moties rond te delen. Dat is handiger om het te volgen.

Minister Jetten:

Voorzitter, dank u wel. Dat was ik ook van plan, want dan krijg ik, terwijl ik de vragen aan het beantwoorden ben, ook dat mapje van mijn geweldige ambtenarenteam.

De heer Thijssen vroeg naar regelmatige updates over de gasopslagen en een doorkijk naar komende winter. Dat lijkt me heel verstandig. We blijven wekelijks het dashboard van de gasopslagen publiceren, zodat u ook gedurende deze winter kunt volgen hoeveel er nog in de gasopslagen zit. Daar zit dan ook een duiding bij van wat die cijfers betekenen. Volgens mij was het vorige week dat ik samen met de staatssecretaris een brief naar uw Kamer heb gestuurd over hoe we richting volgend jaar met de gasopslagen willen omgaan, onder andere met het doorrollen, zoals dat met een technische term heet, van het gas dat in de opslagen zit, om eind deze winter met zo veel mogelijk gas in de gasopslagen te eindigen. We hebben EBN al aan het werk gezet om zich goed voor te bereiden op volgende winter.

U krijgt in het eerste kwartaal ook een brief over de langetermijnaanpak ten aanzien van contracten en de inzet van energiediplomatie. Dat is ook meteen een antwoord op de vraag van de heer Dassen. Daar zijn wij in Europees verband mee bezig, maar ik zal ook uitgebreider schetsen wat het Nederlandse kabinet doet. Het is een eerdere toezegging aan de heer Erkens geweest dat u daar in het eerste kwartaal een brief over krijgt. Ik stel de heer Thijssen ook voor dat ik aan het eind van de winter een brief stuur met de stand van zaken op dat moment, zodat we dan in het voorjaar, bij de start van het vulseizoen, een goed beeld hebben van hoe we ervoor staan.

De heer Dassen vroeg naar GasTerra. Dat zit formeel bij de staatssecretaris, die ook met GasTerra bezig is in het kader van het opheffen van het gasgebouw. U krijgt in het eerste kwartaal een brief over de stand van zaken rondom de afbouw van GasTerra, maar ook over hoe we de functies die nu bij GasTerra zitten mogelijk op een andere plek gaan vormgeven.

Ten aanzien van de gezamenlijke gasinkoop waarnaar de heer Dassen vroeg, zeg ik dat er gisteren in de Energieraad ook weer een pakket ten aanzien van joint purchasing is aangenomen, waarmee het makkelijker wordt om de gezamenlijke gasinkoop vorm te geven. Nederland zal daar, met Duitsland en een aantal andere grote inkopers, sowieso aan deelnemen.

De heer Van Haga had nog gevraagd naar laagcalorisch gas en de vraag uit een aantal buurlanden. Dat komt zo meteen terug in een van de moties, dus dan zal ik daar uitgebreider op ingaan.

Dat waren dan alle vragen, voorzitter.

De voorzitter:

Ik kijk even of iedereen de moties al heeft. Ik zie dat de linkerzijde die nog niet heeft. De heer Bontenbal gaat de tijd opvullen, zie ik.

De heer Bontenbal (CDA):

Nee, de minister. Ik had bij het vorige blokje nog een vraag over de subsidieregeling waarover ooit gesproken is bij het afschakelplan, dus investeringen die je naar voren zou kunnen halen. Die vraag is nog niet beantwoord, dus als u nog vijf minuten de tijd heeft?

Minister Jetten:

Dat is het vorige tweeminutendebat. Ja, zeker.

De heer Bontenbal (CDA):

U kunt het vast uit uw blote hoofd.

Minister Jetten:

We hebben ervoor gekozen om niet alle instrumenten uit het Bescherm- en Herstelplan Gas al in te zetten, omdat we dat niet nodig achten met de huidige stand van de gascrisis, maar ook omdat we gewoon het een en ander aan het uitwerken zijn om de bedrijven echt te helpen om compleet te verduurzamen. Ik vond het op zich wel een goede vraag om niet alleen naar nieuwe investeringen te kijken, maar om ook nogmaals te kijken of je bestaande investeringen naar voren kunt halen. Ik ga daar dus op terugkomen in een van de brieven over de gascrisis in het eerste kwartaal.

Om de tijd dan nog vol te praten, voorzitter …

De voorzitter:

Nou, op zich heeft iedereen de moties.

Minister Jetten:

Iedereen heeft de moties, oké. Dan ga ik het toch nog even doen, want dan heb ik 'm helemaal afgemaakt. De heer Thijssen had nog gevraagd hoe we omgaan met de gasopslagen. Het schema van de vullingspercentages is als volgt. Op 1 februari streven we naar 31% vulling en op 1 mei willen we nog 25% in de gasopslagen behouden hebben. Dat is dus aan het einde van de winterperiode. Op 1 juli willen we dan alweer op 41% zitten. We gaan daarna dus echt weer snel beginnen met het vullen. Belangrijk is, ook omdat er waarschijnlijk geen Russische toevoer meer zal zijn, om met zo veel mogelijk gas in de opslagen te eindigen aan het eind van het winterseizoen.

Dan de moties, mevrouw de voorzitter. Ik begin met de motie op stuk nr. 362 van de heer Thijssen. Het kabinet deelt de urgentie om zo snel mogelijk zo veel mogelijk woningen te verduurzamen. De minister voor Volkshuisvesting is daar ook mee bezig en heeft afspraken met de woningcorporaties om per 2028 alle E- en G-labels uit te faseren. Het tempo dat de heer Thijssen in deze motie verzoekt, achten we niet realistisch en daarom moet ik de motie op stuk nr. 362 ontraden.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 362: ontraden.

Minister Jetten:

De motie-Kops op stuk nr. 363 ontraad ik. We zijn bezig met energiediplomatie en we hebben bovendien verplichtingen tegenover onze buurlanden, waar huishoudens ook gas nodig hebben.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 363: ontraden.

Minister Jetten:

De motie-Van Haga/Van der Plas op stuk nr. 364 gaat over het btw-tarief. Met verwijzing naar vele debatten die daarover zijn gevoerd, ontraad ik de motie.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 364: ontraden.

Minister Jetten:

De motie op stuk nr. 365 is overbodig, want dat heb ik al geregeld met de gemeentes, dus die motie ontraad ik.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 365: ontraden.

Minister Jetten:

De motie-Van Haga/Van der Plas op stuk nr. 366 gaat over de laagcalorische contracten met andere landen. We zijn met de buurlanden bezig met een taskforce, die er specifiek op is gericht om de vraag naar laagcalorisch gas uit die landen zo snel mogelijk te verlagen. De vraag naar L-gas uit Duitsland, België en Frankrijk wordt heel netjes conform deze afspraken afgebouwd. De staatssecretaris ziet daarop toe. Deze motie is daarmee niet nodig en die ontraad ik.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 366 wordt ook ontraden.

Minister Jetten:

De motie-Kröger/Thijssen op stuk nr. 367 over de lng-terminals geef ik oordeel Kamer.

De voorzitter:

Oordeel Kamer, met de toevoeging uit het interruptiedebatje tussen de heer Bontenbal en mevrouw Kröger. Ik kijk ook even naar de minister.

Minister Jetten:

Het gaat om groene energiedragers.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 367: oordeel Kamer.

Minister Jetten:

De motie-Kröger/Thijssen op stuk nr. 368 vraagt om een additioneel energiebesparingspakket. Die motie geef ik oordeel Kamer.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 368: oordeel Kamer.

Minister Jetten:

De motie-Kröger op stuk nr. 369 ga ik oordeel Kamer geven, maar ik ga er even een wat langere reactie op geven. De groothandelsmarkt is nu gereguleerd. Dat weten we allemaal. Dat loopt via allerlei Europese afspraken en ook via de nieuwe noodverordening gas. Het is denk ik heel verstandig om de komende tijd door te werken aan verdere verbetering van die werking van de markt, niet alleen in deze crisissituatie, maar ook permanent. Daar krijgen wij ook van ACER en ESMA, belangrijke Europese experts, adviezen over. Belangrijk is dat op de groothandelsmarkt nu grote professionele handelaren en met name industriële partijen actief zijn. Die kunnen in principe goed voor hun eigen posities en belangen opkomen. Op die groothandelsmarkt spelen veel van de risico's die genoemd zijn daarmee ook minder erg dan bij consumenten het geval is, waar die redelijke tarieven echt veel beter moeten worden geborgd. Dat is even de nuancering op deze motie, maar ik ben het verder eens met het dictum, dus ik geef de motie oordeel Kamer.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 369: oordeel Kamer.

Minister Jetten:

De motie op stuk nr. 370 over de vaste contracten geef ik oordeel Kamer.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 370: oordeel Kamer.

Minister Jetten:

De motie-Erkens op stuk nr. 371 gaat over de energiediplomatie, waarover we het net al hadden. Die motie geef ik ook oordeel Kamer.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 371 krijgt oordeel Kamer. Dan zijn we bij de laatste motie.

Minister Jetten:

Dat is de motie op stuk nr. 372 van de heer Van Raan. We zitten allemaal in die zoektocht: hoe gaan we in plaats van met het prijsplafond veel gerichter ervoor zorgen dat de energierekening voor mensen behapbaar blijft? We zijn bezig met verbetering van de energiebelastingen en belastingen in brede zin, om die helemaal gereed te maken voor de duurzame economie en samenleving van de toekomst. De complexiteit van het verzoek van de heer Van Raan zie ik in de uitvoering niet voor me; daarover was ik het wel eens in het interruptiedebat. We zullen met andere creatieve oplossingen moeten komen. Dus de motie op stuk nr. 372 ontraad ik daarom.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 372 wordt ontraden.

Daarmee zijn we aan het einde gekomen van dit tweeminutendebat Gasmarkt en leveringszekerheid, naar aanleiding van het commissiedebat gehouden op 15 september.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

De stemmingen zijn aanstaande donderdag bij aanvang van de middagvergadering.

Naar boven