7 Ontwikkelingen rondom het coronavirus

Aan de orde is het tweeminutendebat Ontwikkelingen rondom het coronavirus (CD d.d. 28/09).

De voorzitter:

Aan de orde is het tweeminutendebat over de ontwikkelingen rondom het coronavirus naar aanleiding van een commissiedebat dat is gehouden op 28 september jongstleden. Ik heet uiteraard de minister, de leden en de mensen op de publieke tribune welkom. Altijd goed om weer een goedgevulde tribune te zien. Aan de zijde van de Kamer zijn er negen leden aanwezig, waarvan er zes spreektijd hebben aangevraagd. De eerste spreekster is mevrouw Agema namens de PVV.

Mevrouw Agema (PVV):

Dank u wel, voorzitter. Dit tweeminutendebat wordt gehouden naar aanleiding van een coronadebat dat wij op 28 september hebben gehouden. De vorige keer hebben wij ook al verzocht om het tweeminutendebat eerder in te plannen. Dus misschien kunt u dat verzoek opnieuw overbrengen.

Ik heb één motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering een keurmerk voor deugdelijke CO2-meters te bewerkstelligen, daar de juiste ventilatie bewezen effectief is in de verspreiding van het coronavirus en het niet echt handig is als mensen bouwen op een ondeugdelijke CO2-meter,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Agema en Van der Plas.

Zij krijgt nr. 1973 (25295).

Dank u wel, mevrouw Agema namens de PVV. De volgende spreker van de zijde van de Kamer is de heer Van Haga namens de Groep Van Haga.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Voorzitter.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat aan sterfte vlak na vaccinatie meerdere cumulatieve risicoverhogende effecten van meer variabelen ten grondslag kunnen liggen, naast het vaccin zelf;

overwegende dat het belangrijk is een volledig beeld te hebben van de potentieel schadelijke effecten van de vaccinatiecampagnes op de algehele fysieke en mentale gezondheid van mensen en de sterfte vlak na vaccinatie;

verzoekt de regering breed onderzoek te doen naar de effecten van de vaccinatiecampagnes en de daarmee samenhangende factoren op de gezondheid van mensen en de eventuele samenhang met sterfte vlak na vaccinatie,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Haga.

Zij krijgt nr. 1974 (25295).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat ventilatie een belangrijke methode is om verspreiding van het coronavirus en andere virussen te beperken;

overwegende dat voor vele gebouwen de ventilatienorm in het Bouwbesluit niet voldoende meer is;

verzoekt de regering zo snel mogelijk te komen met de toegezegde, brede publiekscampagne en een landelijk plan om CO2-meters en ventilatie in alle publieke locaties te bevorderen, in combinatie met instructies en adviezen daarover, te zorgen voor een borging van de kwaliteit in de arbowetgeving, en de Tweede Kamer daarover te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Haga.

Zij krijgt nr. 1975 (25295).

Voor u vervolgt: u heeft een interruptie van mevrouw Tielen, VVD.

Mevrouw Tielen (VVD):

Is meneer Van Haga ervan op de hoogte dat er diverse wetenschappelijke onderzoeken naar de vaccinaties beschikbaar zijn en dat er momenteel een best intensief onderzoek loopt naar de coronavaccinaties van de afgelopen jaren?

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Is mevrouw Tielen ervan op de hoogte dat professor Schetters inmiddels hele rare correlaties heeft aangetoond en dat het misschien verstandig is om daar nog eens goed onderzoek naar te doen?

Mevrouw Tielen (VVD):

Volgens mij werkt het zo niet in deze Kamer. Als ik een interruptie pleeg, mag er een antwoord komen. Deze tegenvraag slaat helemaal nergens op. De motie van meneer Van Haga voegt helemaal niets toe aan de manier waarop we in Nederland nu wetenschappelijk en onderzoeksmatig bezig zijn met coronavaccinaties. Ik zou hier graag een antwoord op krijgen van meneer Van Haga, maar ik denk dat ik dat niet krijg.

De voorzitter:

We gaan het proberen. De heer Van Haga.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Ik ben daarvan op de hoogte. Ik denk dat de maatregelen die de VVD heeft genomen in coronatijd werkelijk niets toe hebben gevoegd aan de volksgezondheid en dat die, integendeel, contraproductief waren. Die hebben onnodig heel veel geld en heel veel levens gekost.

Voorzitter. Dan de laatste motie, want ik zie dat ik nog weinig tijd heb.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat in het rapport "Sterfte en oversterfte in 2020 en 2021" een groep van naar schatting 135.000 immuungecompromitteerden is uitgesloten bij de bepaling van de kans op sterfte direct na vaccinatie tegen COVID-19 door een herhaalprik;

overwegende dat circa 3.000 doden in die periode niet kunnen worden verklaard;

overwegende dat de Gezondheidsraad heeft geadviseerd deze duidelijk geïdentificeerde groep nauwgezet te monitoren in verband met mogelijk hoge risico's direct na vaccinatie;

verzoekt de regering het CBS en het RIVM te vragen om deze groep immuungecompromitteerden alsnog in het deelonderzoek "Kans op sterfte direct na vaccinatie" op te nemen als separate groep en daarmee het onderzoek te complementeren, en op korte termijn aan de Kamer te doen toekomen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Haga.

Zij krijgt nr. 1976 (25295).

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van Haga namens de Groep Van Haga. De volgende spreker van de zijde van de Kamer is mevrouw Westerveld van GroenLinks. Mevrouw Tielen, heeft u nog een interruptie voor de heer Van Haga?

Mevrouw Tielen (VVD):

Ik heb eigenlijk een punt van orde. We vragen niet meer "wordt de indiening van deze motie voldoende …". Dat doen we niet meer. Dat is jammer. Ook deze motie voegt helemaal niets toe aan wat wij als Kamercommissie VWS al uitgebreid aan het doen zijn. Het is dus gewoon zonde van iedereen z'n tijd. Dat is een punt van orde.

De voorzitter:

Ik markeer dit als een generiek punt dat denk ik een oproep is aan allen, niet alleen in deze commissie, waarin ik dat weleens constateer. Mevrouw Westerveld, GroenLinks.

Mevrouw Westerveld (GroenLinks):

Dank u wel, voorzitter. Er zijn in onze samenleving nog veel mensen die kampen met longcovidklachten. We hebben onlangs ook schriftelijke vragen ingestuurd over studenten die daarmee kampen en die buiten elke regeling vallen, dus ik ben heel benieuwd naar de antwoorden daarop. Wij staan ook onder een motie van mevrouw Kuiken die in ieder geval vraagt om onderzoek beter te gaan bundelen. Die motie zal ze straks gaan indienen.

Voorzitter. Ik heb zelf ook nog een motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat:

  • -een op de drie gezinnen in Nederland moeite heeft met rondkomen;

  • -939.000 mensen onder de armoedegrens leven;

  • -42% van de Nederlandse huishoudens en 70% van de jongvolwassenen dit jaar betalingsproblemen hadden;

  • -600.000 Nederlandse huishoudens problematische schulden hebben;

constaterende dat de koopkracht ook komend jaar er fors op achteruitgaat;

overwegende dat allerlei regelingen die gratis zelftesten en FFP2-mondkapjes beschikbaar stellen aan mensen met een kleine beurs zijn afgeschaald of afgeschaft;

van mening dat de mate waarin je jezelf kan beschermen tegen of testen op het coronavirus niet mag afhangen van de omvang van je portemonnee;

verzoekt de regering in kaart te brengen hoeveel mensen geen zelftest doen of FFP2-mondkapje gebruiken uit kostenoverwegingen;

verzoekt de regering tevens een doelmatig voorstel uit te werken met het doel deze grote groepen mensen te helpen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Westerveld en Kuiken.

Zij krijgt nr. 1977 (25295).

Dank u wel, mevrouw Westerveld. Dan is nu het woord aan mevrouw Kuiken namens de PvdA.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Voorzitter. Ik heb inderdaad een motie over postcovid.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de minister de opdracht heeft gegeven tot oprichting van een expertisecentrum postcovid;

overwegende dat veel postcovidpatiënten aangeven behoefte te hebben aan een plek waar zij terechtkunnen voor een diagnose en behandeling, en waar hun verhaal kan bijdragen aan het zoeken naar een oplossing;

verzoekt de regering om bij het oprichten van een expertisecentrum één vaste plek in te richten waar diagnose, behandeling, kennisbundeling en expertise samenkomen, en hierover de Kamer zo spoedig mogelijk te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Kuiken en Westerveld.

Zij krijgt nr. 1978 (25295).

Dank u wel. Voor u vervolgt, heeft u een interruptie van de heer Hijink, SP.

De heer Hijink (SP):

Ik maak me er namelijk gewoon zorgen over of dit wel zo'n goed idee is. Je gaat dan namelijk heel veel mensen naar één plek in het land sturen. We maken als partijen, volgens mij gezamenlijk, vaak bezwaar tegen de concentratie van zorg, omdat mensen daardoor onmogelijk verre afstanden moeten overbruggen. Als mensen met long covid voor hun behandeling meerdere keren honderden kilometers moeten reizen, dan kan dat weleens hele negatieve effecten hebben. Ik zie dus niet helemaal in waarom dit per se een goed idee is als je de kennis en de behandelmethoden ook kunt bundelen en delen, en vervolgens op meerdere plekken kunt aanbieden. Dat is uiteindelijk voor de patiënt veel beter, zou ik zeggen.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Deze motie heb ik samen met patiënten opgesteld. Het is juist hún nadrukkelijke verzoek dat er ook één punt is waar dat samenkomt. Dat wil niet zeggen dat alle behandelingen daar plaatsvinden, maar het gaat hier toch over hoogspecialistische, complexe zorg waarvoor je in ieder geval één vast punt wil hebben. Voor een deel kan behandeling ook digitaal. Voor een deel kun je behandelingen ook decentraal doen. Maar dat is de reden.

Mevrouw Paulusma (D66):

Ik sla aan op het feit dat mevrouw Kuiken zegt dat ze dit in gesprek met patiënten heeft gedaan. Naar aanleiding van een motie van meneer Hijink en mij zijn die gesprekken ook al een tijdje gaande. Ik heb de minister vorige week via de procedurevergadering gevraagd om een update, omdat ik me ook wel zorgen maak over de snelheid. Maar dit gebeurt ook al allemaal met patiënten. Ik ben dus een beetje zoekende naar wat mevrouw Kuiken nou precies wil, want het traject is al in gang gezet.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Het traject is in gang gezet, maar het is nog niet afgerond. Er is juist behoefte aan duidelijkheid en snelheid. Dit is het tweeminutendebat naar aanleiding van het commissiedebat dat we hierover hebben gehad. Dit is dus het momentum waarop ik de minister kan vragen hoe het staat en ik een aansporing kan doen via een motie. Hadden we een debat met elkaar gehad, dan had ik het misschien anders vormgegeven.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan heeft u nog een interruptie van mevrouw Van den Berg van het CDA.

Mevrouw Van den Berg (CDA):

Ik wil graag even verdergaan op het punt van de heer Hijink, zodat we wat meer duidelijkheid krijgen over hoe mevrouw Kuiken dat precies ziet. Dat je zegt dat je wilt dat de kennis op één plek bij elkaar komt, kan ik begrijpen. Maar hoe worden die behandelingen dan gegeven? Daar zou ik graag meer duidelijkheid over willen krijgen.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

De plannen lijken nu vooral te zijn dat er heel veel digitaal, online of niet-fysiek plaatsvindt. Veel patiënten geven aan dat zij een plek willen waar zij gewoon terechtkunnen, waar zij ook fysiek met hun vragen terechtkunnen. Als er hoogcomplexe behandelingen, misschien niet nu maar straks, beschikbaar zijn, zou je daarvoor aanwezig moeten kunnen zijn. Ik kan het nog niet helemaal overzien, want we hebben te maken met een ziekte waar we helaas nog gewoon te weinig vanaf weten en waarbij effectieve behandelmethodes ook nog te wensen overlaten. Die ervaring en kennis wil je bundelen en daarom heb ik vier componenten in mijn motie benoemd.

De voorzitter:

Tot slot, mevrouw Van den Berg.

Mevrouw Van den Berg (CDA):

Dat is mij dan toch niet helemaal duidelijk. De concentratie van kennis en kunde is mij wel duidelijk. Maar als mensen behandeld gaan worden — dat is ook de vraag van de heer Hijink — is mij niet helemaal duidelijk hoe mevrouw Kuiken het dan voor zich ziet dat mensen iedere keer honderden kilometers moeten rijden.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Als een bepaalde fysiotherapeutische behandeling helpt, dan is dat supergoed. Maar als we straks met zuurstoftanks moeten werken met hele hoge concentraties, omdat dat effectief blijkt te zijn over een x-aantal maanden, dan heeft de huisarts op de hoek die niet beschikbaar. Dan moet je dus een plek hebben waar je dat wel kunt doen. Misschien worden er nu wel behandelingen in het buitenland uitontwikkeld waarvan wij zeggen: dat wil je in Nederland ook. Breng dat dus samen. Het gaat dus niet alleen om wat we nu hebben, maar ook over wat we straks, in de toekomst, hebben. Kortom, ik weet ook niet zo goed waar we elkaar hier nu ... Ik ben hier niet een concentratiediscussie over hartcentra of allerlei andere zaken aan het voeren, want we trekken aan hetzelfde touw. We hebben alleen te maken met een ziekte die zich nog zeer onvoorspelbaar ontwikkelt, ook onder kinderen, en waarover nog heel weinig bekend is. De wens is nadrukkelijk om daar helderheid en snelheid in te krijgen. Richt dus zo'n expertisecentrum in en breng behandelingen, daar waar nodig of mogelijk, ook samen.

De voorzitter:

Dank u wel. U vervolgt uw betoog.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Ik heb nog een vraag over postcovid en kinderen. Veel ouders en hun kinderen ervaren veel onbegrip, ook uit het onderwijsveld. Dat komt ook door die onervarenheid. Er is druk van leerplichtambtenaren om hun kinderen weer naar school te sturen, ook als het echt niet gaat. Mijn vraag aan de minister is: hoe gaan we daarmee om richting die ouders en kinderen? Is het verstandig om met leerplichtambtenaren, jeugdartsen en het onderwijsveld in gesprek te gaan over het ziektebeeld van postcovid bij kinderen en wil de minister dat ook doen?

Tot slot ligt er een advies van de Raad van State over onverplichte tegemoetkoming van zorgmedewerkers. Die discussie zullen wij volgen. Ik kijk daar reikhalzend naar uit, want ik denk dat er behoefte is aan heel veel duidelijkheid, niet alleen in de zorg, maar ook in het onderwijs en in de kinderopvang, om maar eens een onderwerp te noemen.

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Kuiken, namens de Partij van de Arbeid. Dan is het woord nu aan mevrouw Van der Plas, namens BBB.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Dank u wel.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er op dit moment in China fundamentele mensenrechten worden geschonden in het zerocovidbeleid;

verzoekt het kabinet de Chinese ambassadeur in Nederland te ontbieden en zich hard uit te spreken tegen deze wijze van covidmaatregelen waarbij mensen ernstig in hun mensenrechten worden aangetast,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van der Plas.

Zij krijgt nr. 1979 (25295).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat ook de Raad van State vindt dat er goede redenen zijn om de frontstrijders in de zorg, die in de eerste covidgolf hebben moeten werken zonder beschermingsmiddelen, een goede financiële regeling te geven;

constaterende dat de frontstrijders al bijna drie jaar in de kou staan en de overheid de morele plicht heeft om het leed voor zorgmedewerkers met long covid te verzachten;

overwegende dat langer uitstel van een vergoeding kan leiden tot lange gerechtelijke procedures;

overwegende dat de overheid er is voor burgers en niet andersom;

verzoekt het kabinet om nog voor de kerst tot een regeling te komen voor de zorgprofessionals met long covid, die in de frontlinie zonder bescherming hun werk moesten doen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van der Plas.

Zij krijgt nr. 1980 (25295).

Voor u vervolgt, u heeft een interruptie van mevrouw Westerveld, GroenLinks.

Mevrouw Westerveld (GroenLinks):

Ik heb een verduidelijkende vraag over de eerste motie. De eerste motie spreekt namelijk uit dat wanneer maatregelen onze grondrechten aantasten, we daar niet voor moeten zijn. Misschien kan mevrouw Van der Plas even herhalen wat de eerste motie nou precies aan ons vraagt.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Nee, het is geen spreekt-uitmotie. Deze motie verzoekt het kabinet om de Chinese ambassadeur hier te ontbieden vanwege de mensonterende toestanden die nu gaande zijn in China door het zerocovidbeleid. Dat is een verzoek aan het kabinet.

De voorzitter:

Dank u wel voor deze verduidelijking. U vervolgt uw betoog.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het covidbeleid en met name het coronatoegangsbewijs (ctb) tot diep in 2022 voor een tweedeling heeft gezorgd in de samenleving;

constaterende dat ongevaccineerde mensen lange tijd zijn neergezet als onverantwoordelijk en een gevaar voor de samenleving, terwijl ook gevaccineerde mensen besmettelijk konden zijn en ziek konden worden van covid;

constaterende dat families, vriendengroepen en verenigingen uit elkaar vielen door het beleid van de regering en het kabinet daar nooit verantwoordelijkheid voor heeft genomen;

verzoekt het kabinet te erkennen dat het ctb en de uitspraken over ongevaccineerden hebben geleid tot een tweedeling in de maatschappij en verzoekt de regering daarvoor excuses aan te bieden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van der Plas.

Zij krijgt nr. 1981 (25295).

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Van der Plas namens BBB. Dan zijn we bij de laatste spreker van de zijde van de Kamer. Dat is de heer Hijink namens de SP.

De heer Hijink (SP):

Dank u wel, voorzitter. We zijn nu al bijna anderhalf jaar met het kabinet bezig om te komen tot een fatsoenlijke regeling voor de mensen die ziek zijn geworden in de eerste periode van de corona-uitbraak. Mensen hebben hun gezondheid en leven in de waagschaal gelegd om andere mensen te beschermen. Ik noem ambulanceverpleegkundigen, mensen die werken in de ouderenzorg en mensen die werken in de ziekenhuizen. Nog steeds is er voor hen geen goede regeling.

Een ander probleem dat wij hebben met de regeling zoals die nu wordt opgetuigd, is dat die heel erg beperkt is. Die geldt vooralsnog alleen voor de groep zorgverleners die in de eerste golf ziek is geworden. Dat schiet wat ons betreft tekort, omdat ook in de periode daarna mensen niet altijd toegang hadden tot genoeg beschermingsmiddelen en ze ook nog geen vaccinatie konden hebben gehad. Die waren er pas vanaf anderhalf jaar daarna. Dus wij zeggen: we moeten die regeling niet bij voorbaat zover beperken. Daarom de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de regering overweegt om met een compensatieregeling te komen voor zorgverleners die kampen met long covid;

constaterende dat de regering deze regeling wil beperken tot zorgverleners die tijdens de eerste golf besmet zijn geraakt;

overwegende dat zorgverleners ook na juni 2020 vaak nog slecht beschermd waren tegen COVID-19 doordat er tekorten aan persoonlijke beschermingsmiddelen waren en er lange tijd nog geen vaccin beschikbaar was;

verzoekt de regering om de groep zorgverleners die aanspraak kan maken op de compensatieregeling niet bij voorbaat te beperken tot zorgverleners die tijdens de eerste golf besmet zijn geraakt en om in overleg te treden met sociale partners en onafhankelijke specialisten op het terrein van compensatieregelingen om te komen tot een uitlegbare en rechtvaardige afbakening van de compensatieregeling,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Hijink.

Zij krijgt nr. 1982 (25295).

Dank aan de heer Hijink, die sprak namens de SP. Dan zijn we daarmee aan het einde gekomen van deze termijn van de Kamer. De minister heeft aangegeven ongeveer tien minuten nodig te hebben. Ik schors de vergadering tot 12.36 uur.

De vergadering wordt van 12.27 uur tot 12.36 uur geschorst.

De voorzitter:

Aan de orde is het tweeminutendebat Ontwikkelingen rondom het coronavirus. We zijn aangekomen bij de beantwoording van de minister en zijn appreciatie van de moties. Ik geef de minister het woord.

Minister Kuipers:

Voorzitter. Ik had allereerst één vraag van mevrouw Kuiken en die gaat over postcovid en kinderen: hoe gaan we daar richting ouders en kinderen mee om, ook waar het gaat om het in contact treden met leerplichtambtenaren en eventueel kinderartsen? In het coronadebat dat we hier volgende week hebben, wil ik daarop heel graag terugkomen. We hebben in de korte tussenliggende periode even contact gehad met OCW. Daar heb ik input van nodig en die kan ik in deze korte periode niet krijgen. Dus als u mij toestaat om die vraag mee te nemen naar het debat volgende week, dan kom ik er graag op terug.

De voorzitter:

Dank u wel. Dat noteren we. Ik zie mevrouw Kuiken nu niet in de zaal zitten maar ik zie andere collega's instemmend knikken. Dus dan doen we dat aldus.

Minister Kuipers:

Als ik het niet zou doen, word ik er ongetwijfeld nog wel aan herinnerd, maar ik vergeet het niet. Ik heb dus eerst even de input van OCW nodig.

Dan kom ik bij de moties. De motie op stuk nr. 1973 over een keurmerk voor CO2-meters geef ik oordeel Kamer. Als ik de motie zo mag lezen dat ik er naar kijk hoe ik dit zou kunnen realiseren, ben ik graag bereid om dat te doen, samen met de collega van BZK. Bewerkstelligen is op dit moment … Ik moet er eerst echt naar kijken.

De voorzitter:

Ik kijk naar de indiener en die knikt instemmend. Dan gaan we de motie met die lezing oordeel Kamer geven.

Minister Kuipers:

De motie op stuk nr. 1974 over een breed onderzoek naar de effecten van vaccinatiecampagnes moet ik ontraden.

De motie op stuk nr. 1975 over ventilatie en een publiekscampagne moet ik eveneens ontraden. Ik deel daarbij ook de premisse niet dat het Bouwbesluit niet voldoende is.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 1975 wordt ontraden.

Minister Kuipers:

De motie op stuk nr. 1976 over aan het CBS en RIVM vragen om de groep immuungecompromitteerden in het deelonderzoek te betrekken, moet ik eveneens ontraden.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 1976 wordt ook ontraden.

Minister Kuipers:

De motie op stuk nr. 1977 over zelftesten geef ik oordeel Kamer mits ik de motie mag opvatten als: doe onderzoek naar welke groepen uit kostenoverwegingen geen zelftest gebruiken en hoe we die groepen beter kunnen bereiken. FFP2-maskers worden nu buiten de specifieke zorginzetting niet gebruikt. Dus het gaat mij erom dat ik het echt mag focussen op de zelftesten. Ik kijk even naar mevrouw Westerveld.

De voorzitter:

Mevrouw Westerveld knikt instemmend. Dan is het met die lezing oordeel Kamer.

Minister Kuipers:

Ja, dan zal ik dat graag doen.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 1978.

Minister Kuipers:

Wat betreft de motie op stuk nr. 1978 over een expertisecentrum postcovid is mijn verzoek om die motie voor nu aan te houden. Ik deel het belang van bundeling van kennis en expertise. Daarover ben ik in nauw overleg met veldpartijen maar ik ben op dit moment nog niet overtuigd dat daadwerkelijke bundeling op één plek voor diagnose, behandeling et cetera de meest geëigende optie is. Ik wil er dan ook graag op terugkomen. Vandaar mijn verzoek om de motie nu aan te houden.

De voorzitter:

Ik kijk naar mevrouw Kuiken van de PvdA.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Op wat voor termijn verwacht de minister helderheid?

Minister Kuipers:

In januari.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Ja. Januari lijkt mij goed. Nogmaals, ik heb deze motie nadrukkelijk ingediend ook op verzoek van covidpatiënten zelf. Wij willen heel graag dat we komen tot iets waar iedereen zich senang en gezien bij voelt en ook de beste expertise, kennis en behandeling krijgt die maar mogelijk is.

Minister Kuipers:

Dat begrijp ik heel goed.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Dan houd ik de motie aan.

Minister Kuipers:

U had als voorbeeld tanks met zuurstof

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Het was een voorbeeld.

Minister Kuipers:

Maar dan heb je maar een zeer beperkt aantal centra. Dan kun je je goed voorstellen dat je zegt dat je je daarop richt in een centrum in Nederland. Er zijn echter ook bepaalde andere vormen waarbij het misschien mogelijk is om het juist op meer plekken te doen, maar daar heb ik dat verdere overleg voor nodig.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan noteren we dat de motie op stuk nr. 1978 wordt aangehouden.

Op verzoek van mevrouw Kuiken stel ik voor haar motie (25295, nr. 1978) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

Minister Kuipers:

De motie op stuk nr. 1979 moet ik ontraden.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 1979 wordt ontraden. Voordat u vervolgt, ik zie dat mevrouw Van der Plas van BBB een interruptie heeft.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Ik wil graag weten waarom deze motie wordt ontraden.

Minister Kuipers:

Ieder land probeert passende maatregelen te nemen. Ik treed niet in de beslissingen van een ander land. Er is overigens veel internationaal overleg, maar het is niet aan mij om hierover met de Chinese ambassadeur in Nederland te gaan spreken in het kader van de schending van mensenrechten.

De voorzitter:

Tot slot, mevrouw Van der Plas.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Daar schrik ik eerlijk gezegd wel van. De minister heeft waarschijnlijk ook wel beelden gezien. Er zijn brede protesten. Die worden ook breed in de media gedeeld, ook door CNN en de BBC. Daar gebeuren op dit moment de meest verschrikkelijke dingen. Wij spreken ons vaker uit als land naar landen waar mensenrechten worden geschonden. Het lijkt mij in dit geval niet meer dan logisch om dat ook te doen. Ik vind het een beetje vreemd dat de minister zegt dat het niet aan hem is. Dan kunnen we gewoon stoppen met ons ooit uitspreken tegen welke schending van welk mensenrecht dan ook in de wereld.

De voorzitter:

Minister, heeft nog een ander inzicht na dit betoog?

Minister Kuipers:

Ik heb geen ander inzicht hierover.

De voorzitter:

Dan noteren we dat de motie op stuk nr. 1979 wordt ontraden. Dan komt de motie dinsdag in stemming, dus dan kan de Kamer zich daarover uitspreken.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Mag ik nog even zeggen dat ik er echt verbijsterd over ben dat dat zo makkelijk wordt weggevaagd terwijl we nu gewoon weten hoe mensen daar … Nou ja, goed, we hebben die gruwelijke beelden gezien. Ik kan daar echt met m'n kop niet bij. Maar goed, dat is het oordeel van de minister; ik hoop dat de Kamer daar anders over denkt.

Minister Kuipers:

Ik zal uiteraard graag mijn collega, de minister van Buitenlandse Zaken, informeren dat deze vraag gesteld is. Ik kan alleen vertellen dat op het gebied van volksgezondheid beleid van landen onderling regelmatig wordt besproken.

De voorzitter:

Maar u houdt de motie op stuk nr. 1979 voor nu op ontraden?

Minister Kuipers:

Ja.

De voorzitter:

Dan de motie op stuk nr. 1980.

Minister Kuipers:

De motie op stuk nr. 1980 ten aanzien van postcovid ontraad ik eveneens. Deze motie is bedoeld voor minister Helder. Ik heb daarover contact gehad met haar. We willen de motie ontraden. Afgelopen maandag is de voorlichting van de Afdeling advisering van de Raad van State gepubliceerd. Het kabinet is deze voorlichting aan het bestuderen en komt zo snel mogelijk met een besluit. Mijn collega, de minister voor Langdurige Zorg en Sport, kan daar nu nog niet op vooruitlopen, maar doet haar best om de gevraagde duidelijkheid op zo kort mogelijke termijn te bieden.

Mevrouw Agema (PVV):

Ik heb nog een vraag met betrekking tot de behandeling van long covid, oftewel postcovid. Ik zag op 6 november een uitzending van Nieuwsuur waarbij een meneer voor behandeling naar Duitsland was gegaan. In de uitzending gaf een longarts in Nederland aan: dat soort behandelingen hebben wij niet; het is ook allemaal niet bewezen effectief. Dat is natuurlijk ook logisch. Postcovid is een nieuw ziektebeeld. Mijn vraag aan de minister is of hij enig inzicht kan geven in de termijn waarop postcovidpatiënten in Nederland in aanmerking kunnen komen voor behandelingen om hun ziektebeeld te kunnen behandelen.

Minister Kuipers:

Ik moet mij verexcuseren. Ik meen dat ik weet over welke therapie het gaat, maar ik heb de betreffende uitzending destijds gemist. Ik heb er wel iets over gelezen. Als ik het goed heb, ging het om een plasmabehandeling of iets dergelijks. Dat is ook internationaal een onderwerp van gesprek, om te zorgen dat behandelingen ook zo snel mogelijk internationaal met elkaar vergeleken worden. Ik kan niet zeggen of deze behandeling op enige termijn effectief is en wanneer die dan in Nederland beschikbaar zou zijn. We zoeken naar bewezen effectieve maatregelen op zo kort mogelijke termijn.

De voorzitter:

Tot slot, mevrouw Agema.

Mevrouw Agema (PVV):

Begrijp ik goed dat het beleid in Nederland is dat wij niet meedoen, dat we achteruit leunen en gaan afwachten welke behandelingen voor postcovidpatiënten in andere landen op enig moment bewezen effectief zijn en dat die behandelingen dan pas naar Nederland komen? Of gaat Nederland ook meedoen aan behandelingen die veelbelovend zijn maar nog niet bewezen effectief voor onze eigen patiëntenpopulatie?

Minister Kuipers:

Dat is allereerst echt aan de betreffende onderzoeksgroepen en behandelaars. Nogmaals, ik weet niet exact de precieze behandeling. Wat wij in het algemeen op goede gronden doen, is dat als we dit soort behandelingen toepassen, we dat in onderzoekssetting doen.

De voorzitter:

Dan gaan we door naar de motie op stuk nr. 1981.

Minister Kuipers:

De motie op stuk nr. 1981: ontraden.

De motie op stuk nr. 1982 gaat over postcovid en in overleg treden met sociale partners en specialisten. Mijn verzoek is om deze motie aan te houden. De motie is bedoeld voor minister Helder. Ik gaf al aan dat ik tussendoor contact heb gehad. Ik heb ook al iets gezegd over de Afdeling advisering van de Raad van State. Mijn collega, de minister voor Langdurige Zorg en Sport, kan daar nu niet op vooruitlopen, maar zij doet haar best om op zo kort mogelijke termijn duidelijkheid te bieden.

De voorzitter:

Ik kijk even naar de indiener of hij bereid is de motie aan te houden. De heer Hijink, SP.

De heer Hijink (SP):

Dat zouden we dan misschien tot het debat van volgende week moeten doen, als we over corona spreken. Maar er is al zo lang gesteggel over die regeling en het kabinet heeft de groep al heel nadrukkelijk afgebakend. Daar zit mijn probleem. De groep is al heel nadrukkelijk afgebakend: de mensen die in de eerste golf ziek zijn geworden. Daar zit ons bezwaar, omdat dat te absoluut is. Er zijn namelijk hele goede redenen om ook later nog ziek te kunnen zijn geworden en ook recht te hebben op dezelfde compensatie. Dat is het enige punt. Maar ik wil de motie best een weekje aanhouden, zodat we er volgende week nog over door kunnen spreken.

De voorzitter:

Dan noteren we voor nu: aanhouden.

Op verzoek van de heer Hijink stel ik voor zijn motie (25295, nr. 1982) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

Minister Kuipers:

Zo lees ik 'm ook: treedt in overleg met. Ik zie ook de uitlegbare en rechtvaardige afbakening. Maar dat ligt echt op het terrein van minister Helder.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan kijk ik naar de minister of hij aan het einde was gekomen van zijn betoog.

Minister Kuipers:

Ja.

De voorzitter:

Dank u wel. Daarmee zijn we ook aan het einde gekomen van deze beraadslaging.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik schors voor een enkel moment, maar niet nadat ik vermeld dat dinsdag de stemmingen over de moties plaatsvinden. Ik schors voor een enkel moment, zodat we daarna door kunnen gaan met het volgende tweeminutendebat. Dat is het tweeminutendebat Reactie op het D66-plan ter bestrijding van vogelgriep en uitspraak RvS vergunning geitenhouderij Utrecht.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven