57 Visserij en tuinbouw

Aan de orde is het tweeminutendebat Visserij en tuinbouw (CD d.d. 06/07).

De voorzitter:

Ja, dames en heren, dan zijn we toch mooi aangekomen bij het allerlaatste debat van dit parlementaire jaar. Een speciaal woord van welkom aan de minister, niet alleen omdat hij bij dit debat is en straks zijn licht zal doen schijnen op de moties, maar ook omdat hij zich bereid heeft verklaard om bij de stemmingen aanwezig te zijn. Niemand had hem verteld dat hij eerst een uur moet wachten voordat we gaan stemmen en dat we dan nog een klein uur bezig zijn met de stemmingen. Daar vragen ze altijd beginnende bewindspersonen voor. Ik vind het heel makkelijk, maar er is altijd wel iemand die erin tuint en dat is de heer Staghouwer vandaag. Alvast hartelijk dank daarvoor.

Het historisch laatste debat van dit jaar wordt afgetrapt door de heer Stoffer. Het woord is aan hem. O ja, ik vertel ook nog even dat dit het tweeminutendebat Visserij en tuinbouw is. Het woord is aan de heer Stoffer.

De heer Stoffer (SGP):

Dank, voorzitter. Twee moties. De eerste luidt als volgt.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het kabinet voornemens is een deel van de Noordzeeakkoordmiddelen te schrappen, omdat sanering van de kottervloot gefinancierd wordt vanuit de BAR-regelingen;

overwegende dat de garnalenvisserij geen aanspraak kan maken op die BAR-regelingen;

overwegende dat de garnalenvisserij op de Noordzee op termijn ook in de knel komt door toenemende drukte op de Noordzee;

overwegende dat de kabinetsvisie op de garnalenvisserij eind 2022 naar de Kamer gestuurd zal worden en er nog onzekerheid is over de vergunningverlening voor de garnalenvisserij in verband met de stikstofproblematiek;

overwegende dat de voorzitter van het Noordzeeoverleg heeft opgeroepen om de genoemde Noordzeeakkoordmiddelen ten minste beschikbaar te houden tot de midterm review van het transitiefonds is afgerond;

verzoekt de regering in overleg met de sector ten minste een deel van de genoemde Noordzeeakkoordmiddelen voorlopig beschikbaar te houden voor onder meer een eventuele saneringsregeling voor de garnalenvisserij op de Noordzee,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Stoffer.

Zij krijgt nr. 211 (29675).

De heer Stoffer (SGP):

De volgende motie luidt als volgt. Dit is gelijk mijn laatste.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Kamer heeft gevraagd om een overbruggingsregeling voor tijdelijke steun aan de kottervisserij op de kortst mogelijke termijn (motie-Grinwis, Kamerstuk 21501-32, nr. 1448), en de regering aangeeft tijd nodig te hebben voor Europese goedkeuring;

overwegende dat voor de-minimissteun in de visserij geen Europese goedkeuring nodig is;

overwegende dat de nood groot is en in omliggende landen al steunregelingen voor visserijbedrijven van kracht zijn;

verzoekt de regering de overbruggingsregeling voor de kottervisserij naar voren te halen door financiële middelen zodanig in te zetten dat geen goedkeuringsprocedure nodig is,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Stoffer en Van der Plas.

Zij krijgt nr. 212 (29675).

De heer Stoffer (SGP):

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

U bedankt. Dan de heer Wassenberg van de fractie van de Partij voor de Dieren.

De heer Wassenberg (PvdD):

Dank, voorzitter. Gisteren hadden we het commissiedebat over visserij en tuinbouw. Door verplichtingen in de plenaire zaal — ik mocht ook een aantal tweeminutendebatten voorzitten — kon ik niet bij de antwoorden van de minister zijn. Toen ik ze terugkeek, zag ik dat helaas niet al mijn vragen beantwoord zijn. Dat vind ik jammer, want ik stelde de vragen aan de minister niet voor niets. Daarom moet ik ze opnieuw stellen.

Ik hoor graag het antwoord van de minister op de volgende eenvoudige vraag. Hoe verdedigt de minister dat in tijden van een klimaatcrisis en grote zorgen over de leveringszekerheid van aardgas nog steeds rozen en chrysanten worden gekweekt op aardgas? Dat is toch niet uit te leggen? Vindt de minister niet dat dat moet stoppen? En wat gaat de minister doen om ondernemers te steunen bij het omvormen naar een écht duurzame bedrijfsvoering, namelijk voedselproductie in onverwarmde kassen?

Kan de minister ook antwoord geven op mijn vraag over de visserij? Onderzoek laat zien dat bodemberoerende visserij mondiaal net zoveel CO2 uitstoot als de luchtvaart op mondiale schaal. Is de minister het ermee eens dat het tegenstrijdig beleid is om bijna 200 miljoen uit het klimaatfonds te halen om door te gaan met die bodemberoerende visserij en dus met CO2-uitstoot? Het artikel over de mondiale uitstoot van de bodemberoerende visserij en de luchtvaart zou ik graag aan de minister willen geven. Dat doe ik via de bode.

Dan heb ik nog één motie. Die gaat over hetzelfde.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de kabinetslijn is om geen brandstofcompensatie te bieden omdat dit het risico verhoogt dat bedrijven met de meeste uitstoot in stand gehouden worden;

constaterende dat het kabinet desondanks een overgangsregeling optuigt voor vissers waarbij brandstof ook gecompenseerd kan worden;

verzoekt de regering om brandstof niet te compenseren via de overgangsregeling,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Wassenberg.

Zij krijgt nr. 213 (29675).

De heer Wassenberg (PvdD):

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan is mevrouw Van der Plas van de fractie van BBB.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Dank u wel.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er Kamerleden zijn die voedselproductie niet zien als een publiek belang;

overwegende dat voedsel, naast zuurstof en water, een van de drie eerste levensbehoeften is;

overwegende dat je zonder voedsel doodgaat;

spreekt uit dat voedselproductie een publiek belang is,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van der Plas.

Zij krijgt nr. 214 (29675).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de visserij in zwaar weer verkeert en veel regelingen te lang op zich laten wachten;

overwegende dat de verwachting is dat de aanvragen voor de stilligregeling fors het beschikbare budget overstijgen;

constaterende dat er 1 miljard extra budget is vrijgemaakt uit het EFMZV van de EU, onder andere voor stilliggen;

verzoekt de regering het huidige budget van 33 miljoen voor de stilligregeling maximaal op te hogen met middelen vanuit het EFMZV, zodat overschrijding zo veel mogelijk voorkomen wordt,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van der Plas en Stoffer.

Zij krijgt nr. 215 (29675).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de glastuinbouw een belangrijk onderdeel vormt van het landelijk gebied;

overwegende dat modernisering van het teeltareaal glastuinbouw, herstructurering van glastuinbouwgebieden rondom veenweide of verplaatsing van solitair gelegen glastuinbouwbedrijven in de doelen van het Transitiefonds landelijk gebied en natuur passen;

constaterende dat de emissiereductie die op deze wijze kan worden gerealiseerd vaak over gebiedsgrenzen heen reikt en daarom in de gebiedsgerichte aanpakken geen plaats heeft;

verzoekt de regering de glastuinbouwsector toegang te geven tot de landelijke maatregelen in het Transitiefonds landelijk gebied en natuur,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van der Plas en Stoffer.

Zij krijgt nr. 216 (29675).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat Nederlandse telers als gevolg van de oorlog in Oekraïne worden geconfronteerd met enorme kostenstijgingen;

overwegende dat de Europese Commissie in maart 2022 het pakket crisisreserve van het GLB heeft opengesteld en een aantal EU-lidstaten dit al maximaal benut en hun telers met passende maatregelen voor de stijgende energieprijzen ondersteunt;

constaterende dat Nederland nog geen gebruikmaakt van deze Europese maatregelen;

verzoekt de regering oneerlijke concurrentie op de interne markt tegen te gaan en het EU-steunpakket open te stellen voor snellere verduurzaming van de Nederlandse tuinbouw;

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van der Plas en Stoffer.

Zij krijgt nr. 217 (29675).

Prima. Tot zover. De laatste spreker van dit jaar is de heer Tjeerd de Groot van D66. Hij verzorgt dit jaar de jaarsluiting.

Ik kondig u wat dramatischer aan.

De heer Tjeerd de Groot (D66):

En nu verwacht u, voorzitter, natuurlijk dat ik eindig met een stichtelijk woord.

De voorzitter:

Graag.

De heer Tjeerd de Groot (D66):

Maar in die traditie ben ik niet zo grootgebracht. Ik heb echter wel begrepen dat de minister van koken houdt. Het kookt hier ook weleens in de Kamer. En je kunt ook zeggen dat sommige Kamerleden er weleens een potje van maken. Maar ik wil eigenlijk de minister vooral een goede zomer wensen, waarin hij eindelijk ook weer eens aan koken zal toekomen. Wat dat koken zal er de laatste maanden niet van gekomen zijn.

Ik wens jullie allemaal een goede zomer. Tot in de pruimentijd.

De voorzitter:

Kijk, dat is nou een jaarsluiting die we willen hebben. U heeft dit namens de hele Kamer gedaan.

(Geroffel op de bankjes)

De voorzitter:

U krijgt een dankbare roffel.

Ik schors voor vijf minuten. Dan gaan we luisteren naar de antwoorden van de minister.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Het woord is aan de minister. Ik hoop dat hij ons kort en puntig door de vragen en de moties kan geleiden. Daarna hebben we namelijk een uurtje pauze voor hem in petto.

Minister Staghouwer:

Eén moment nog, voorzitter.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Heeft u alles, minister?

Minister Staghouwer:

Ja, zeker. Dank u, voorzitter. Ik miste de antwoorden op de vragen van de heer Wassenberg. Hij heeft daar natuurlijk recht op.

De heer Wassenberg vraagt mij naar op aardgas geteelde snijbloemen. Dat zou onuitlegbaar zijn. Het antwoord daarop is dat ik geen onderscheid maak tussen sierteelt en voedingstuinbouw. Beide sectoren moeten echt doorpakken op het gebied van energietransitie. De glastuinbouw kan natuurlijk fors inzetten op energiebesparing. Zo probeer ik dat, samen met mijn collega Jetten, ook maximaal te accommoderen. Dat heb ik gisteren ook in het debat gezegd.

Dan de vraag van heer Wassenberg over de bodemberoerende visserij. Ik heb een rapport van hem gekregen. Ik heb dat net gekregen, dus ik moet dat eerst bestuderen. Ik ga daarnaar kijken. Ik zeg de heer Wassenberg toe dat ik laat weten wat mijn reactie daarop is.

De voorzitter:

Prima. Dan de moties.

Minister Staghouwer:

Ja, dan de moties.

De motie-Stoffer op stuk nr. 211 …

De voorzitter:

Meneer Wassenberg heeft nog een korte vraag. We gaan namelijk niet het hele debat overdoen.

De heer Wassenberg (PvdD):

Nee, maar ik had de minister echt gevraagd: ziet hij een verschil tussen de sierteelt en de voedselteelt? Dat was mijn vraag.

Minister Staghouwer:

Natuurlijk zie ik verschil, maar ik maak geen onderscheid tussen sierteelt en voedingstuinbouw. Beide moeten doorpakken op het gebied van energiebesparing. Daar zet ik op in.

Dan de motie-Stoffer op stuk nr. 211. Deze motie ontraad ik, omdat de Noordzeeakkoordmiddelen niet kunnen worden ingezet voor een sanering, vanwege de staatssteunkaders.

De motie-Stoffer/Van der Plas op stuk nr. 212 gaat over een toezegging die ik gisteren in het debat heb gedaan. Ik heb gezegd dat ik de uitvoering van een motie zo snel mogelijk ter hand zal nemen. Ik begrijp de zorgen over vissers. Daar moet natuurlijk snel een regeling voor komen. Ik werk daar nu hard aan. Ik kijk wat er zo snel mogelijk beschikbaar is. Mijn verwachting is dat dat op korte termijn kan leiden tot een regeling. Ik onderzoek welke regeling het snelst is. Dat vergt echter afstemming met het kabinet. Ik laat u zo snel mogelijk weten wanneer ik de regeling open kan stellen. Daarom stel ik voor om deze motie aan te houden.

De voorzitter:

Maar dat moet de heer Stoffer doen.

Minister Staghouwer:

Dat moet de heer Stoffer doen. Ik geef alleen maar een advies.

Dan de motie op stuk nr. 213.

De voorzitter:

Ja, maar hij moet daar wel even iets over gaan zeggen.

De heer Stoffer (SGP):

Ik ben daar op zich toe bereid.

De voorzitter:

Heel mooi.

De heer Stoffer (SGP):

Maar ik heb twee vragen. Eén. Waarom de afstemming in het kabinet? Is dat niet gewoon het mandaat van de minister? Twee. Zou de terugkoppeling van hoe het ervoor staat, voor het eind van deze maand richting de Kamer kunnen komen?

Minister Staghouwer:

Eind van deze maand gaat zeker niet lukken, want wij zitten natuurlijk net als uw Kamer in het zomerreces. Ik heb de heer Stoffer net aangegeven dat ik daar zo snel mogelijk kond van wil doen, maar ik kan hem absoluut niet toezeggen dat dat eind van deze maand kan.

De heer Stoffer (SGP):

Kunnen we wel een datum afspreken? Want "zo snel mogelijk" is een heel rekbaar begrip.

Minister Staghouwer:

Ik heb gisteren in het debat duidelijk gemaakt dat ik zie dat de verduurzaming van de vloot alleen maar kan als er ook nog een vloot over is, en dat ik alles erop inzet om dat te realiseren. Ik ben graag bereid om het voor 1 september te doen, maar ik weet niet of ik het kan waarmaken.

De voorzitter:

Prima.

Minister Staghouwer:

Dus ik zeg u toe dat ik het zo snel mogelijk doe. Ik kom daarover met informatie naar uw Kamer toe.

De voorzitter:

Meneer Stoffer, wat gaan we doen?

De heer Stoffer (SGP):

Ik overweeg het heel even, voorzitter. Ik kom daar tussen nu en voor de stemmingen op terug.

De voorzitter:

Ja. Als de motie niet wordt aangehouden, wil ik wel een appreciatie van de minister hebben.

Minister Staghouwer:

Dan ga ik haar ontraden.

De voorzitter:

Helder. De motie op stuk nr. 212.

Minister Staghouwer:

De motie op stuk nr. 213, want dit ging over de motie op stuk nr. 212. Dat is de motie van de heer Wassenberg. Die verzoekt om brandstof niet te compenseren via de overgangsregeling. Ik heb gezegd een overbruggingsregeling uit te werken als steuntje in de rug. Ik werk dat uit zoals ik dat net heb gezegd. Deze motie is dan ook niet nodig, dus ontraad ik haar.

Dan de motie op stuk nr. 214 van de BoerBurgerBeweging. Dat is een spreekt-uitmotie. Er is geen reactie nodig van het kabinet.

De motie op stuk nr. 215 vraagt om het huidige budget van 33 miljoen maximaal op te hogen vanuit het EFMZV. Het kabinet ontraadt deze motie, want ik heb deze besteding voorzien voor alle middelen vanuit dit fonds.

Dan de motie op stuk nr. 216 over de glastuinbouw toegang geven tot de middelen van het transitiefonds. Deze motie ontraad ik, omdat de glastuinbouw gebruik kan maken van de klimaatgelden.

Meneer de voorzitter, dan de laatste motie. Dat is de motie op stuk nr. 217 van mevrouw Van der Plas. Die verzoekt om een regeling om oneerlijke concurrentie tegen te gaan. Deze motie ontraden wij.

De voorzitter:

Prima. Heel goed. Dan zijn we erdoorheen. De heer Wassenberg nog even.

De heer Wassenberg (PvdD):

De minister zegt: de motie is niet nodig, dus ik ontraad haar. Waarom zegt de minister dan niet: de motie is niet nodig, dus ik neem haar over? Want als het gaat om een steuntje in de rug, moet het natuurlijk geen steuntje in de verkeerde richting zijn.

Minister Staghouwer:

Nee, zeker niet. Het is een steuntje in de rug om te verduurzamen en om naar een duurzame visserij te gaan, net als ik net heb aangegeven richting de heer Stoffer. Dat is ook de reden waarom ik daarop inzet.

De heer Valstar (VVD):

Sorry, ik moet toch nog teruggaan naar de motie op stuk nr. 212 van de heer Stoffer. Ik heb net het debat tussen de heer Stoffer en de minister ook gevolgd. Ik zou de minister toch echt op het hart willen drukken om in ieder geval voor 5 september — dat is de dag voordat wij weer een nieuw parlementair jaar beginnen — een brief naar de Tweede Kamer te sturen en aan te geven wat de tussenstand is. Ik begreep net dat de toezegging "zo snel mogelijk" was. Dat is eigenlijk geen toezegging. Ik zou toch echt willen vragen om daar voor 5 september een brief over te sturen.

Minister Staghouwer:

Dat zeg ik de heer Valstar toe. Een tussenstand zeg ik toe.

De voorzitter:

Prima. Heel goed.

Minister Staghouwer:

En voorzitter, dank u wel.

De voorzitter:

Ja. De heer Stoffer nog even. Heel kort, want we zijn er nu wel uit.

De heer Stoffer (SGP):

Dan hou ik de motie aan. Er hangt nu in ieder geval een datum aan vast.

De voorzitter:

Op verzoek van de heer Stoffer stel ik voor zijn motie (29675, nr. 212) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

Minister Staghouwer:

Voorzitter. Het is mij een eer om dit parlementaire jaar te mogen afsluiten als lid van het kabinet. Dank u wel.

De voorzitter:

Wilt u daar nog een mooi stichtelijk woord aan toevoegen?

Minister Staghouwer:

Nee, dat ga ik niet doen.

De voorzitter:

Hè, jammer, jammer, jammer.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Om 22.30 uur gaan we stemmen.

De vergadering wordt van 22.22 uur tot 22.32 uur geschorst.

Naar boven