Aan de orde is de voortzetting van de behandeling van:

de Planologische Kernbeslissing Schiphol en Omgeving (23552).

(Zie vergadering van 22 juni 1995.)

De beraadslaging wordt hervat.

De heer Rosenmöller (GroenLinks):

Voorzitter! Wij hebben een probleem met de ministers van Verkeer en Waterstaat en van VROM over de uitvoering van de motie die vorige week bij de stemmingen met een nipte meerderheid is aangenomen. Het is een voor ons – ik denk echter ook voor een aantal andere fracties – belangrijke motie waarin wordt gevraagd om het wat nadrukkelijker vastleggen van milieugrenzen, de kwantificering en de handhaving ervan. Omdat de verwerking van de motie in de PKB deel 3A niet volledig is geweest, hebben wij geprobeerd om dat probleem bilateraal op te lossen. Wij hebben de minister gevraagd om een nota van wijziging aan de Kamer voor te leggen. Ik probeer nu, dit politieke probleem via heropening van de beraadslaging op te lossen.

Als de Kamer een motie aanneemt, mag er geen meningsverschil zijn over de interpretatie ervan. Ik vind dat de Kamer zichzelf serieus moet nemen, als een motie is aangenomen. Dat gebeurde met steun van de fracties van de PvdA, D66, de SP, het AOV, de Unie 55+, de RPF en de collega's Verkerk en Van Wingerden. Je mag dan toch hopen en verwachten dat een en ander goed in de PKB deel 3A wordt opgenomen. Voorzitter! Dat is helaas niet het geval. Ik vind dat jammer, omdat de bewindslieden naar mijn idee niet met een redenering kunnen volstaan – of zich er daarmee kunnen afmaken – dat het hier om milieugrenzen uit de nota van toelichting uit de PKB deel 3 gaat. Als in de motie over de milieugrenzen is opgenomen: een 20 Ke-geluidszonecontour behorende bij de 35 Ke-zone, dan is daar geen woord Spaans bij. Ook in de PKB is de 35 Ke-zone gekwantificeerd – ik verwijs naar de motie-Van 't Riet/Van Gijzel – en wel 10.000 woningen. Dat is helder. Dat geldt ook voor de nachtzonecontour, te weten 20 dB(A) behorende bij de nachtzone van 26 dB(A).

Ik wil op geen enkele wijze de indruk wekken dat ik de afgelopen misschien wel 24 uur bezig ben geweest om de bewindslieden – ik zeg het in rond Hollands – "een kunstje te flikken" door de motie op te rekken, maar het mag ook niet de bedoeling zijn dat er wordt ondergeboden. Ik vraag de bewindslieden de motie uit te voeren zoals zij is omschreven. Dat is ook overeenkomstig hetgeen mevrouw De Boer heeft gezegd. Ik citeer de Handelingen: Ik ben er zonder meer toe bereid, datgene wat in de motie staat in de PKB op te nemen. Ook daar is geen woord Spaans bij. Dat moet in elkaar geschoven kunnen worden. Voorzitter! Omdat het de afgelopen uren nog niet op een bilaterale wijze is geregeld, leg ik de Kamer de volgende motie voor.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

van mening, dat motie nr. 50 niet volledig is verwerkt in deel 3A van de PKB Schiphol en omgeving;

verzoekt de regering om de volgende teksten als beslissingen van wezenlijk belang op te nemen in de PKB:

op pag. 15:

- Vanaf 2003 zal op geen enkel moment het aantal ernstig gehinderden binnen de 20 Ke-contour groter zijn dan het aantal vastgestelde ernstig gehinderden binnen de 20 Ke-zonecontour die behoort bij de 35 Ke-zone die maximaal 10.000 woningen omvat.

- Vanaf 2003 zal op geen enkel moment het aantal ernstig gehinderden binnen de 20 dB(A) nachtcontour groter zijn dan het aantal vastgestelde ernstig gehinderden binnen de 20 dB(A) nachtzonecontour die behoort bij de 26 dB(A) nachtzone die maximaal 10.100 woningen omvat.

Voor beide zones wordt, evenals in de rest van de PKB, uitgegaan van het woningbestand in 1990, conform de IMER.

op pag. 24:

De in hfd. II en hfd. V genoemde milieugrenzen, inclusief de in kaartvorm aangegeven 20 Ke-geluidszonecontour en de 20 dB(A) nachtzonecontour, zullen analoog aan de 35 Ke-geluidszone en de 26 dB(A) nachtzone worden gehandhaafd,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Rosenmöller. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 53 (23552).

De heer Rosenmöller (GroenLinks):

Voorzitter! Om wille van de tijd heb ik de motie niet voor medeondertekening aan de collega's kunnen aanbieden. Excuus daarvoor.

De heer Te Veldhuis (VVD):

Voorzitter! Ik heb een formele vraag. Het debat is al afgerond. Het gaat nu om de vraag of de aangenomen moties op een voldoende manier zijn verwerkt in deel 3A. Ik heb de motie nog niet kunnen lezen, maar uit hetgeen ik nu hoor, krijg ik de indruk dat er wat meer in staat dan in de motie op stuk nr. 50 die ik hier voor ogen heb. Nadat wij de stemmingen hebben gehad over deel 3A, mogen wij natuurlijk niet het debat heropenen over nieuwe elementen.

De voorzitter:

Ik wil liever geen debat over de procedure. Er zijn moties aangenomen. Die zijn verwerkt in een document waar wij later deze dag over stemmen. De vraag waar de Kamer voor staat, is of de verwerking al dan niet toereikend is. Dat kan leiden tot een nader voorstel. Dat kan in het allerergste geval ertoe leiden, dat wij de eindstemming vandaag niet kunnen doen plaatsvinden. Ik denk echter dat dit een zaak is die makkelijk vermeden kan worden. De vraag is dus heel simpel: is de zaak voldoende verwerkt? De oordelen daarover kunnen verschillen. Dan wordt erover gestemd en dan krijgen wij ten slotte de eindbeslissing.

De heer Te Veldhuis (VVD):

Goed. Dan zal ik de vraag anders formuleren.

Heb ik het goed verstaan dat de heer Rosenmöller nu ook andere elementen in zijn tekst noemt dan die welke in deze motie zijn verwoord?

De heer Rosenmöller (GroenLinks):

Het ondubbelzinnige antwoord is "nee". Ik hoop dat de heer Te Veldhuis ook aanwezig was toen ik de toelichting uitsprak. Ik richtte mij tot de bewindslieden, maar ik vergat mij misschien expliciet tot u of de collega's te richten. Ik zei heel nadrukkelijk dat het op geen enkele manier de bedoeling was om hier meer uit te halen dan erin zat, maar dat het expliciet de bedoeling was om datgene wat in de motie stond die aangenomen is – ik meen dat wij ons als Kamer serieus moeten nemen – letterlijk vertaald te zien in de PKB deel 3A. Niks meer, maar ook niks minder. In aansluiting op de woorden van de voorzitter merk ik verder op dat ik daarmee geen enkele poging wil doen om op welke manier dan ook te vertragen. Ik zou er veel voelen als wij hier een dubbelslag kunnen maken: een goede verwerking van de motie en vanavond gewoon stemmen over de PKB deel 3A. Ook daar heeft de regering recht op.

De heer Van Gijzel (PvdA):

Voorzitter! Bij de stemming van vorige week werd de motie op stuk nr. 50 aangenomen. Daarop heeft het kabinet gemeend, deze te moeten vertalen in de PKB die nu voorligt. Ik meen dat het kabinet op dat onderdeel toch net iets te kort door de bocht is gegaan. In de tekst van de motie staat letterlijk: "een 20 Ke-geluidszonecontour behorende bij de 35 Ke-zone". Daarmee kan dus niks anders bedoeld zijn dan de 35 Ke-zone met 10.000 woningen, zoals wij die in de PKB hebben vastgelegd. De motie op stuk nr. 50 vraagt er dus om een vastgelegde contour in de 20 Ke neer te leggen en die te handhaven.

Het kabinet heeft daarentegen als referentie niet de 35 Ke-contour met 10.000 woningen genomen, maar de 20 Ke-zone behorende bij het jaar 1990. Daartussen zit uiteindelijk een zeer groot verschil in aantallen. Het is technisch lastig. Dat geef ik zonder meer toe. Ik meen dat dit op zichzelf niet in voldoende mate recht doet aan de motie die vorige week door de Kamer is aangenomen.

Vervolgens ontstaat het probleem dat je daarmee op twee manieren kunt omgaan. Je kunt de letterlijke tekst van de motie nemen. Daar heb ik geen bezwaren tegen. Maar dat legt de contour absoluut in fysieke grenzen vast. Dat is een methode. Je kunt ook de andere methode nemen door het aantal gehinderden te berekenen binnen een eenmaal vastgelegde 35 Ke-contour met 10.000 woningen en daar de 20 Ke-contour van te nemen. Het aantal gehinderden daarvan kun je uitrekenen en die vervolgens handhaven.

Volgens mij doet de heer Rosenmöller met zijn motie nu het laatste. Hij rekent het aantal gehinderden uit en wil daaraan vasthouden. Je kunt ook gewoon de tekst van de motie nemen. In materieel opzicht zit daarin geen verschil. Beide methoden wijken volgens mij echter wel af van hetgeen het kabinet nu in de tekst heeft voorgelegd. Dat doet dus geen recht aan de uitspraak die de Kamer hier vorige week heeft gedaan.

Mevrouw Van 't Riet (D66):

Voorzitter! Het probleem is inderdaad dat de minister bij haar herziene PKB uitgaat van het stand-still-beginsel, dat niet zo in de motie is verwoord. Waarom is daarvoor gekozen en niet voor de 35 Ke en voor de 10.000 ernstig geluidsgehinderde woningen en de berekening daarvan? Ik sluit mij dus aan bij de vraagstelling van de heer Van Gijzel.

Ik heb nog een andere vraag over een ander onderwerp, namelijk over de nachtnormering. Wij hebben in het debat afgesproken dat wij niet meer uitgaan van het ochtendregime, maar van het nachtregime. Het nachtregime omvat behalve preferentieel baangebruik ook de hoogte van de norm, de 26 LAeq. Die is nu niet terug te vinden in de PKB. Dat is terecht, want daar moet de wet voor gewijzigd worden. Ik ga er echter van uit – en dat wil ik graag van de minister horen – dat wij deze drie jaar uitgaan van het totale nachtregime. Dat betekent zowel het preferentieel baangebruik als de 26 LAeq.

Mevrouw Verbugt (VVD):

Voorzitter! Ik heb eerder bij de stemmingen mijn motie op stuk nr. 27 over het vrijwaringsbeleid aangehouden, omdat ik eerst wilde afwachten hoe het dictum van de motie zou worden verwerkt in de aangepaste versie van de PKB-tekst. Daar hebben wij inmiddels kennis van kunnen nemen en ik stel vast dat de strekking van mijn motie in de tekst op voldoende wijze tot uitdrukking is gebracht. Daarom trek ik mijn motie in.

De voorzitter:

Aangezien de motie-Verbugt (23552, nr. 27) is ingetrokken, maakt zij geen onderwerp van beraadslaging meer uit.

De heer Te Veldhuis (VVD):

Voorzitter! Moties die in de Kamer zijn aangenomen, moeten verwoord worden en dat geldt ook voor de manier waarop de moties bedoeld zijn. Daar mag geen enkel misverstand over bestaan en ontstaan. Ik heb zojuist bij interruptie echter al proberen aan te geven dat ik in de tekst van de motie die ik zojuist van de heer Rosenmöller heb ontvangen en die al dan niet goed verwerkt zou zijn, niet heb aangetroffen wat hij nu alsnog wil invoeren: een jaartal, bijvoorbeeld 2003, of een omrekening van het aantal ernstig gehinderden. Ook de heer Van Gijzel heeft daarop gewezen en heeft gezegd dat het niet veel uitmaakt of je het nu van de ene of van de andere kant precies aangeeft, maar ik blijf met het gevoel zitten dat er meer in staat dan wat in de motie op stuk nr. 50 bedoeld was. Als dat het geval is, hebben wij het over een ander onderwerp en dat zou niet correct zijn. Ik wacht echter de reactie van de regering af. Ik durf er eerlijk gezegd nu nog niet zoveel van te zeggen, omdat ik, door de nieuwe tekst die de heer Rosenmöller mij nu heeft voorgelegd, niet precies kan nagaan of er hetzelfde staat als in de motie op stuk nr. 50. Als hij wel hetzelfde heeft bedoeld, zou het het meest correct zijn als de motie en de tekst daarvan in die woorden nader geëxpliciteerd in de tekst zou worden opgenomen in plaats van via een vertaling, zoals hij nu voorstelt. Dat lijkt mij zuiverder.

De heer Van Gijzel (PvdA):

Vindt u, gelet op de PKB-tekst zoals die er nu ligt, dat de motie op stuk nr. 50 daar in voldoende mate in terug te vinden is?

De heer Te Veldhuis (VVD):

Zoals ik de motie heb gelezen, heb ik haar voldoende teruggevonden, omdat ik, ook gelet op de toelichting die de heer Rosenmöller vorige week heeft gegeven, in de PKB terugvind dat de milieucriteria nu op een voldoende manier zijn gekwantificeerd. Ik heb dus het gevoel van wel. Als het niet zo, laat ik mij graag van het tegendeel overtuigen. Ik heb er, eerlijk gezegd, wel in gevonden wat deze motie beoogde. Wat ik in de nieuwe motie lees, is echter een andere benadering.

De heer Van Gijzel (PvdA):

Het gaat om de 20 Ke-zone, behorende bij de 35 Ke-zone. Is die terug te vinden in de PKB-tekst?

De heer Te Veldhuis (VVD):

Zoals die nu is verwoord, heb ik de indruk van wel.

Minister De Boer:

Mijnheer de voorzitter! Ik kan mij niet helemaal aan de indruk onttrekken dat hier sprake is van een grote begripsverwarring. Als dat zo is, komen wij er met elkaar uit en hebben wij geen politiek probleem. Als dat probleem er wel is, is dat lastiger en vervelender.

Ik ga terug naar de discussie van deze week. Wij hebben met elkaar gesproken over de milieuparameters. Ik heb gezegd dat de milieuparameters aangegeven staan in de toelichting. De heer Rosenmöller vond dat deze onvoldoende als toetsingscriteria te gebruiken zijn als zij alleen in de toelichting staan. Hij wilde het graag in de PKB in het geel hebben. Daarin heb ik toegestemd. Nu gaat het om de vraag wat de interpretatie is van de parameters in de toelichting. Het gaat dan met name om de criteria: 20 Ke, het jaar 1990 en de situatie na de realisering van de vijfde baan.

De 20 Ke-zone hoort zonder meer bij de 35 Ke-zone. Er is een juridisch verschil tussen de 20 Ke-zone en de 35 Ke-zone. Bij de 35 Ke-zone is het beleid dat er niet gebouwd mag worden. Er zijn wel een aantal ontheffingen mogelijk. Bij de 20 Ke-zone mag gewoon gebouwd worden. Daar geldt geen bepaald regime dat het niet zou mogen. Wij hebben daar keer op keer discussie over gehad. Die is wat mij betreft al begonnen bij de begrotingsbehandeling. Wat in de toelichting staat en wat opgenomen is in de PKB, en daarom volstrekt spoort met de motie van de heer Rosenmöller, is dat de 20 Ke-contour, behorende bij de 35 Ke-contour, opgenomen wordt. Wij hebben ook opgenomen dat het uitgangspunt een lager aantal ernstig gehinderden binnen de 20 Ke-contour dan in 1990 is. De crux van het verhaal zit in het jaar 1990 en wat daarbij komt. Wij hebben als meetpunt 20 Ke in 1990. Ten opzichte van het aantal woningen in 1990 mag het aantal geluidsgehinderden niet toenemen. Wij hebben geen bouwverbod in de 20 Ke. Sterker nog, er worden bouwlocaties gerealiseerd en die zijn zelfs op dit ogenblik in aanbouw. Wat moet gebeuren – wij hebben dat op 12 april medegedeeld – is dat het aantal geluidsgehinderde woningen ten opzichte van 1990 moet verminderen als de vijfde baan is aangelegd. Daar ging het allemaal om.

Wij hebben de Kamer een tabel toegestuurd waarin het aantal woningen van 20 Ke aangegeven staat. Dat aantal bedraagt op dit ogenblik 241.000 woningen. Dat aantal bedraagt binnenkort 211.000 woningen en als de vijfde baan is aangelegd, bedraagt dat aantal 122.000 woningen. Als in de tussentijd, en dat gebeurt dus, meer woningen toegevoegd worden in de 20 Ke-zone, wordt het aantal weer opgehoogd. Aangezien ik denk dat dit het criterium en de problematiek is...

De heer Van Gijzel (PvdA):

Hier zit de kern van een van de problemen. De woningen die extra gebouwd worden, tellen toch niet mee? Anders heeft u gelijk. De gemeenten bouwen woningen en dat betekent dat Schiphol daarmee minder mogelijkheden krijgt. Maar wij hebben juist afgesproken om voor de tellingen uit te gaan van het woningenbestand in 1990, maar wel bij 20 Ke, gerelateerd aan een 35 Ke/10.000. In de tekst van de PKB ontbreken een paar cruciale woordjes en nummers: "35 Ke/10.000". Die zijn er niet meer in terug te vinden.

Minister De Boer:

Die zijn verwerkt in de tekst – van harte gefeliciteerd, trouwens, mijnheer Van Gijzel; ik realiseer mij dat u jarig bent – want de rode draad in het hele verhaal is dat wij uitgaan van die 10.000 woningen. Aanvankelijk stond er dat er, wanneer dat bedrag van – ik kan die woorden niet meer uit mijn mond krijgen – circa 40 mln. niet meer past binnen die zone van 35 Ke/10.000, een vrijwaringszone zou worden opgenomen. Sinds de debatten van vorige week staat dat er niet meer in. De rode draad in het geheel is dus 10.000 woningen in de 35 Ke-zone.

De 20 Ke heeft natuurlijk te maken met de 35 Ke. Over de 20 Ke hebben wij met elkaar afgesproken dat er bij het in gebruik nemen van de vijfde baan ten opzichte van 1990 ook een terugval zal zijn ten aanzien van het aantal geluidsgehinderde woningen. Dat is ook logisch. Maar daar er, in tegenstelling tot bij de 35 Ke-contour, waar niet meer bijgebouwd mag worden, in de 20 Ke-contour wel bijgebouwd wordt, kan het echte aantal geluidsgehinderde woningen stijgen, maar ten opzichte van 1990 zullen er 120.000 woningen minder geluidsbelast zijn.

Voorzitter! Ik heb hier zo'n uitvoerige toelichting op gegeven omdat ik de vraagstelling van zoëven niet anders kan uitleggen. En anders begrijp ik het probleem niet. Het is geen opzet; dan begrijp ik het echt niet.

De heer Rosenmöller (GroenLinks):

Niemand spreekt van opzet. Wij moeten het erover eens worden dat er sprake moet zijn van een – overigens ook te handhaven – 20 Ke-geluidscontour, behorende bij de 35 Ke-contour/10.000 woningen.

Minister De Boer:

Maar dat is er ook in opgenomen.

De heer Rosenmöller (GroenLinks):

Als wij het daarover eens zijn, is vervolgens de tekstuele verwerking daarvan natuurlijk een peuleschil, want dat schrijven we dan gewoon op. Wij moeten dus niet "1990" opschrijven, maar "behorende bij de 35 Ke-contour/10.000 woningen". Dat stel ik in de motie voor.

Het gaat mij niet om een stammenstrijd. Als wij het hierover eens zijn, hoeft u geen moeite te hebben met de motie en hoeft die ook helemaal niet in stemming te komen. Wel moet er dan misschien een nota van wijziging aan te pas komen, want wat er nu staat is verkeerd, met alle respect.

Minister De Boer:

Nee, ik heb toegezegd dat ik zou overnemen wat er in de toelichting staat, en dit staat in de toelichting. Ik denk dat er tussen u en mij geen politiek verschil van mening is. Nogmaals: 35 Ke, dat is volstrekt helder. En wij hebben de 10.000 afgesproken, dat is ook volstrekt helder. Dat vergt dus een bepaalde contour die kan worden uitgetekend op de kaart. Daaraan gerelateerd is de 20 Ke, die overigens geen wettelijke contour is; het is goed om dit nog eens te stipuleren. De 35 Ke-contour wordt dus gehandhaafd, niet de 20 Ke-contour.

Dat zijn de zaken die hierbij steeds een rol hebben gespeeld. Als het u nog niet duidelijk is, wil ik er best nog een keer apart over overleggen. Wij willen ook best nog een keer de teksten doornemen, maar in alle oprechtheid: ik weet niet wat uw probleem is.

De heer Rosenmöller (GroenLinks):

Voorzitter! Nu ontstaan er wel twee problemen. De minister verwijst bij voortduring naar de nota van toelichting bij de PKB. Dat mag zij doen, maar het gaat nu om de motie. Ik citeer haar uit de Handelingen van 21 juni: "Ik ben er zonder meer toe bereid, datgene wat in de motie staat, in de PKB op te nemen".

Minister De Boer:

Dat gebeurt ook.

De heer Rosenmöller (GroenLinks):

Ik betwist dat het gebeurd is, en daarin sta ik niet alleen. In de motie staat dat er een 20 Ke-geluidscontour, behorende bij die 35 Ke-zone, moet worden gerealiseerd. Ik hoop van niet, maar daarover lijkt nu toch een meningsverschil te ontstaan.

Verder zegt u dat er verschil is tussen de 20 Ke-contour en de 35 Ke-contour, en dat die laatste wordt gehandhaafd. Er staat echter expliciet achter: "en tevens op pagina 25 van de PKB de adequate handhaving van deze onderdelen expliciet op te nemen". Dat staat ook in de motie. Dat is ook aangenomen. U kunt dan niet zeggen: wij handhaven de 35 Ke en met de 20 Ke gaan wij op een andere manier om. Het staat gewoon in de motie, sorry.

Minister De Boer:

In de motie staat: "gehoord de beraadslaging, van mening, dat het gewenst is milieugrenzen volledig te kwantificeren, en als besluit van wezenlijk belang in de PKB op te nemen; verzoekt het kabinet zulks te doen voor een 20 Ke-geluidszonecontour behorende bij de 35 Ke-zone".

Ik zou niet weten, hoe je een 20 Ke-zonecontour zou moeten opnemen die niet bij een 35 Ke-zonecontour hoort. Dat is zo volstrekt duidelijk. Als u dat nog eens keer erin wilt hebben, ben ik geneigd te zeggen dat dat mag. Maar dat gaat het helemaal niet om.

De heer Van Gijzel (PvdA):

Het gaat er niet om of je een 20 Ke-zonecontour op kunt nemen bij een 35 Ke of dat dit los van elkaar zou kunnen.

Minister De Boer:

Dat staat er wel.

De heer Van Gijzel (PvdA):

Nee, er staat dè 35 Ke-zone. Gelet op de discussie van vorige week en de week daarvoor is de 35 Ke-contour die contour die 10.000 woningen omvat. Daarbij hoort een 20 Ke-zonecontour. Dat kun je in een kaartbeeld uitdrukken en dat vervolgens handhaven. Je kunt de letterlijke tekst van de motie in de PKB-tekst zetten, daarmee heb ik geen enkel probleem. Je kunt hem ook materieel hetzelfde op een andere manier uitwerken, zoals dat nu in de motie is neergelegd.

Minister De Boer:

Ik ben best bereid daarover met u nog apart te praten. Ik heb het gevoel dat er echt sprake is van een misverstand. Dè 20 Ke-contour hoort bij dè 35 Ke-contour zoals wij dit van de week afgesproken hebben bij de PKB. Wij hebben dus met elkaar afgesproken dat binnen die 35 Ke-contour die 10.000 geluidsgehinderde woningen zitten.

De heer Van Gijzel (PvdA):

In de tekst die de minister zelf ingeleverd heeft, staat: "Een lager aantal ernstig gehinderden binnen de 20 Ke-contour dan 1990." In 1990 zaten er in de 35 Ke-contour 16.800 woningen. Als je dat als referentie neemt bij de 20 Ke-contour, heb je dus veel méér mensen en zit je er na 2003 bij de introductie van de vijfde baan automatisch onder. De minister refereert aan een 35 Ke/16.800. De motie refereert aan een 35 Ke/10.000.

Minister De Boer:

Ik probeer het nog één keer. De Kamer heeft van ons gekregen de bijlage in relatie tot de vergelijking resultaten nieuwe horizontale spreiding met PKB deel 3. Dat is met de vragen aan u toegestuurd. Daarin hebben wij een tabel opgenomen ten aanzien van de aantallen geluidsbelaste woningen. Ik ga het rijtje af. Wat hoort bij de 35 Ke? Dat is referentie 1990: 15.100. Als je dat doortrekt met de zone S4/S2, krijgen wij 14.900. Na de ingebruikneming van de vijfde baan, komen wij op 10.000. In diezelfde reeks horen de woningen met de 20 Ke. Bij die 10.000 waarover ik zojuist sprak, horen na de ingebruikneming van de vijfde baan 122.100 woningen. Dat hebben wij met elkaar afgesproken. Dat is onlosmakelijk met elkaar verbonden. Ik heb het nu vijf keer gezegd.

De heer Rosenmöller (GroenLinks):

Als dat inderdaad gebaseerd is op de 35 Ke en 10.000 woningen, dan is dat goed. En dan ook te handhaven...

Minister Jorritsma-Lebbink:

Dat kan dus niet.

De heer Rosenmöller (GroenLinks):

Dat zegt de minister niet in de microfoon, maar dat staat wel in de motie. Is dat te handhaven? Ik hoop dat het antwoord op de vraag "ja" is.

Minister De Boer:

Wij handhaven het hele beleid rond de 35 Ke en dat heeft zijn impact op de 20 Ke. Dat hebben wij afgesproken. De 20 Ke is geen wettelijke contour. De 35 Ke is een wettelijke contour. Wij hebben de 30 Ke onlangs ook wettelijk gemaakt. De 20 Ke is dat niet. Omdat het een met het ander samenhangt, wordt het op deze manier wel gehandhaafd.

De heer Rosenmöller (GroenLinks):

Voorzitter! Het gaat mij om de adequate handhaving. Dat punt is een belangrijk onderdeel van de motie. Ik vertaal de woorden van de minister zo, dat ook die 20 KE-geluidszonecontour op een adequate wijze wordt gehandhaafd.

Minister De Boer:

Precies zoals wij dat aangegeven hebben in de PKB. Ik kan de zaak ook niet oprekken.

Minister Jorritsma-Lebbink:

Voorzitter! Mevrouw Van 't Riet heeft nog een vraag gesteld over de 26 LAeq, de nachtnormering. Wat daarover vast te leggen was, hebben wij vastgelegd in de PKB. Het overige moet natuurlijk gestalte krijgen via het gebruiksplan. Dat hebben we ook met elkaar afgesproken. Daarin wordt ook de handhaving op het nachtregimeniveau geregeld.

De heer Rosenmöller (GroenLinks):

Misschien zijn de drie bewindslieden nu klaar met hun betoog. Op zichzelf kan ik mij dat voorstellen. Mijn vraag is dan of er op basis van de ons verstrekte PKB deel 3A een nota van wijziging komt. Of vinden de bewindslieden dat via de formulering die zij ons hebben doen toekomen een adequate vertaling is gegeven van de motie op stuk nr. 50? Als zij hierop "ja" antwoorden, hebben wij een meningsverschil en dan moet ik mijn motie handhaven.

Minister De Boer:

Voorzitter! Ik kan met de beste wil van de wereld niet zeggen dat hier iets tot stand is gebracht dat niet overeenkomt met de motie en datgene wat wij van de week hebben afgesproken. Het zou mij een lief ding waard zijn om moties te kunnen voorkomen. Als men echter het gevoel heeft dat wij toch nog wat moet veranderen, klopt er iets niet.

De heer Te Veldhuis (VVD):

Voorzitter! Ik wil nog een poging doen in de richting van de heer Rosenmöller. Zojuist werd door minister De Boer een uitleg gegeven en toen werd er van alle kanten instemmend geknikt. Men vond dus dat dit de uitleg moest zijn. De heren Rosenmöller en Van Gijzel knikten en naar ik meen ook mevrouw Van 't Riet. Ik zelf knikte ook. Als die uitleg van de minister goed is, dan ligt nu toch in de Handelingen heel duidelijk vast wat de bedoeling is. Laten wij alsjeblieft geen misverstand laten bestaan over de een of de andere tekst. In ieder geval is nu mondeling, maar via de Handelingen ook schriftelijk precies aangegeven wat bedoeld wordt. Een andere tekst levert misschien opnieuw problemen op. Daarom zeg ik tegen de heer Rosenmöller: laten wij, nu u volledig uw zin heeft, de verwarring niet groter maken dan zij al is.

De heer Rosenmöller (GroenLinks):

Voorzitter! Ik respecteer natuurlijk de poging van de heer Te Veldhuis, maar ik wijs hem erop, dat in de motie staat: in geel opnemen in de PKB. Dat is iets anders dan in zwart opnemen in de Handelingen. Ik wil de problemen niet groter maken dan ze zijn. Ik heb een maximale poging gedaan om het met elkaar eens te worden. Overigens, iedereen heeft dat gedaan. Soms leek het erop dat wij het met elkaar eens werden, maar als het dan ging om de vertaling of de vraag of ook de tekst gewijzigd kon worden, kwam men mij niet voldoende in mijn wensen tegemoet. Daarom handhaaf ik mijn motie. Het kan niet anders.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik stel voor, aan het eind van de vergadering te stemmen.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Ik vraag met name de aandacht van de bewindslieden voor het volgende. Als de motie wordt aangenomen, moet er vanwege het feit dat het om een PKB gaat, strikt genomen een nota van wijziging komen om de eind-PKB vast te stellen. Het is ook mogelijk dat het kabinet daarvan afziet. Er doet zich dus nog een klein procedureel probleempje voor. Dat kan naar mijn oordeel opgelost worden en ik zou het op prijs stellen als dat in het komende half uur of drie kwartier door enig overleg gebeurde, opdat wij vanavond de vergadering niet onnodig lang hoeven te rekken om het probleem alsnog op te lossen. Ik zou het op prijs stellen als ik binnen pakweg een uur een indicatie kan krijgen van de manier waarop dit probleem opgelost wordt. Als het namelijk niet wordt opgelost en de motie wordt aangenomen, zou de eindstemming niet kunnen plaatsvinden. Als de motie niet wordt aangenomen, is alles irrelevant, maar dat weten we nu eenmaal pas als de stemming heeft plaatsgevonden. De griffie heb ik hierover reeds ingelicht, zodat we dit probleem voor de dinerpauze kunnen tackelen.

Naar boven