Besluit van 26 september 2014 van de Minister van Financiën houdende aanpassing van de lijsten behorende bij het Aanwijzingsbesluit rechtspersonen met een beperkte kasbeheerfunctie (Vijfde wijziging van het Aanwijzingsbesluit rechtspersonen met een beperkte kasbeheerfunctie)

De Minister van Financiën,

Gelet op artikel 4 van het Aanwijzingsbesluit rechtspersonen met een beperkte kasbeheerfunctie;

In overeenstemming met de Ministers van Veiligheid en Justitie, Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Infrastructuur en Milieu, Economische Zaken en Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

BESLUIT:

ARTIKEL I

1. In de A1-lijst behorende bij het Aanwijzingsbesluit rechtspersonen met een beperkte kasbeheerfunctie worden de volgende rechtspersonen opgenomen:

Ministerie van Veiligheid en Justitie

  • – Bureau Financieel Toezicht;

  • – Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen (LBIO);

  • – Stichting het Juridisch Loket;

  • – Stichting Nidos;

  • – Stichting Slachtofferhulp Nederland.

Ministerie van Financiën

  • – Stichting administratiekantoor beheer staatsdeelnemingen (NLFI).

Ministerie van Economische Zaken

  • – Kamer van Koophandel.

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

  • – Zorginstituut Nederland, uitsluitend voor de apparaatsgelden.

2. In de A1-lijst behorende bij het Aanwijzingsbesluit rechtspersonen met een beperkte kasbeheerfunctie wordt de volgende rechtspersoon verwijderd onder het opschrift Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en in alfabetische volgorde opgenomen onder het opschrift Ministerie van Infrastructuur en Milieu

  • – Dienst voor het kadaster en de openbare registers.

3. In de A1-lijst behorende bij het Aanwijzingsbesluit rechtspersonen met een beperkte kasbeheerfunctie wordt de naam van de volgende rechtspersoon, die is opgenomen onder het opschrift Ministerie van Infrastructuur en Milieu, gewijzigd in de daarbij vermelde nieuwe naam:

  • – Stichting Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen wordt Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen.

4. De omschrijving van de A1-lijst komt te luiden: Rechtspersonen met een wettelijke taak die verplicht zijn aangewezen op grond van artikel 45, eerste lid, Comptabiliteitswet 2001.

ARTIKEL II

1. In de A2-lijst behorende bij het Aanwijzingsbesluit rechtspersonen met een beperkte kasbeheerfunctie wordt de volgende rechtspersoon opgenomen:

Ministerie van Veiligheid en Justitie

  • – Kansspelautoriteit.

2. Uit de A2-lijst behorende bij het Aanwijzingsbesluit rechtspersonen met een beperkte kasbeheerfunctie worden de volgende rechtspersonen verwijderd:

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

  • – Stichting Afwikkeling Het Gebaar;

  • – Stichting Fonds Patiënten, Gehandicapten en Ouderen (Fonds PGO).

3. Nadat de wijzigingen, bedoeld in het eerste en het tweede lid, zijn doorgevoerd, wordt de A2-lijst behorende bij het Aanwijzingsbesluit rechtspersonen met een beperkte kasbeheerfunctie gesplitst in:

  • a. een nieuwe A2-lijst met de omschrijving A2-lijst: Rechtspersonen met een publieke taak die verplicht zijn aangewezen op grond van artikel 45, derde lid, Comptabiliteitswet 2001, waarin de volgende rechtspersonen uit de gewijzigde oorspronkelijke A2-lijst worden opgenomen:

    Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

    • – Stichting Nationaal Restauratiefonds.

    Ministerie van Economische Zaken

    • – Centrale Organisatie voor Radio-actief Afval N.V. (COVRA);

    • – Stichting Nationaal Groenfonds.

    Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

    • – Centraal administratiekantoor bv (CAK);

    • – Stichting Rechtsherstel Sinti en Roma.

  • b. een A3-lijst met de omschrijving A3-lijst: Rechtspersonen met een publieke, al dan niet wettelijke, taak die vrijwillig zijn aangewezen op grond van artikel 45, derde lid, Comptabiliteitswet 2001, waarin de overige rechtspersonen uit de gewijzigde oorspronkelijke A2-lijst worden opgenomen.

ARTIKEL III

1. Uit de B1-lijst behorende bij het Aanwijzingsbesluit rechtspersonen met een beperkte kasbeheerfunctie worden de volgende rechtspersoon verwijderd:

Ministerie van Veiligheid en Justitie

  • – Stichting Avenier (in Zutphen);

  • – Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen (LBIO);

  • – Stichting Slachtofferhulp Nederland.

2. In de B1-lijst behorende bij het Aanwijzingsbesluit rechtspersonen met een beperkte kasbeheerfunctie wordt onder het opschrift Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport aan de vermelding van de Stichting Horizon, Instituut voor Jeugdzorg en Onderwijs (in Rotterdam) na “in Rotterdam” toegevoegd: en Zutphen.

3. De omschrijving van de B1-lijst komt te luiden: Rechtspersonen met een wettelijke taak die zijn aangewezen op grond van artikel 45, tweede lid, Comptabiliteitswet 2001.

ARTIKEL IV

1. Dit besluit treedt in werking op 1 oktober 2014.

2. Artikel I, eerste lid, artikel II, eerste en tweede lid, en artikel III, eerste lid, werken voor elke betrokken rechtspersoon afzonderlijk terug tot de datum waarop de rechtspersoon van de Minister van Financiën het bericht heeft ontvangen over het deelnemen aan schatkistbankieren.

ARTIKEL V

Dit besluit wordt aangehaald als: Vijfde wijziging van het Aanwijzingsbesluit rechtspersonen met een beperkte kasbeheerfunctie.

Dit besluit zal met de toelichting en de bijlage daarbij in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Financiën, J.R.V.A. Dijsselbloem

NOTA VAN TOELICHTING

1. Algemeen

Artikel 4, eerste lid, van het Aanwijzingsbesluit rechtspersonen met een beperkte kasbeheerfunctie (Stb. 2004, 427) biedt de Minister van Financiën de – gedelegeerde – mogelijkheid om in overeenstemming met betrokken andere ministers andere rechtspersonen als bedoeld in artikel 45, eerste en tweede lid, van de Comptabiliteitswet 2001 (CW 2001) aan te wijzen (bedoeld worden: andere rechtspersonen dan die bij het aanwijzingsbesluit zijn aangewezen).

Het tweede lid van artikel 4 biedt de Minister van Financiën de – gedelegeerde – mogelijkheid een aanwijzing in te trekken. Van besluiten tot aanwijzing en intrekking moet mededeling worden gedaan in de Staatscourant.

Sinds de inwerkingtreding van het Aanwijzingsbesluit rechtspersonen met een beperkte kasbeheerfunctie is het besluit bij de volgende besluiten gewijzigd (inclusief het onderhavige wijzigingsbesluit):

  • 1. Aanpassingsbesluit zorgverzekeringswet, van 15 december 2005 (Stb. 2005, 690);

  • 2. Besluit van 28 november 2006, houdende wijziging van een aantal besluiten in verband met de invoering van de Wet marktordening gezondheidszorg (Stb. 2006, 635);

  • 3. Besluit gewasbeschermingsmiddelen en biociden, van 5 september 2007 (Stb. 2007, 334);

  • 4. Eerste wijzigingsbesluit Aanwijzingsbesluit rechtspersonen met een beperkte kasbeheerfunctie, van 10 december 2007 (Stcrt. 2007, 245);

  • 5. Besluit van 29 december 2008 tot wijziging van het Besluit SUWI en enkele andere besluiten in verband met de evaluatie van de Wet SUWI en deregulering (Stb. 2008, 597);

  • 6. Tweede wijzigingsbesluit Aanwijzingsbesluit rechtspersonen met een beperkte kasbeheerfunctie, van 23 februari 2009 (Stcrt. 2009, 46);

  • 7. Besluit van 23 december 2009 tot wijziging van diverse besluiten in verband met de oprichting van de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) (Stb. 2010, 159);

  • 8. Besluit bestuurlijke centralisatie raden voor rechtsbijstand, van 14 juni 2010 (Stb. 2010, 234);

  • 9. Aanpassingsbesluit veiligheidsregio’s, van 24 juni 2010 (Stb. 2010, 256);

  • 10. Derde wijzigingsbesluit Aanwijzingsbesluit rechtspersonen met een beperkte kasbeheerfunctie, van 26 februari 2011 (Stb. 2011, 136);

  • 11. Vierde wijzigingsbesluit Aanwijzingsbesluit rechtspersonen met een beperkte kasbeheerfunctie, van 23 maart 2011 (Stcrt. 2011, 5579);

  • 12. Besluit van 13 december 2011, houdende wijziging van het Administratiebesluit Bijzondere Ziektekostenverzekering (Stb. 2012, 4);

  • 13. Besluit rijksbijdragen IFV, van 24 oktober 2012 (Stb. 2012, 525);

  • 14. Aanpassingsbesluit Politiewet 2012 (Stb. 2012, 615);

  • 15. Besluit van 2 juli 2014 tot wijziging van enkele besluiten in verband met de stroomlijning van het door de Autoriteit Consument en Markt te houden markttoezicht (Stb. 2014, 265);

  • 16. Vijfde wijziging van het Aanwijzingsbesluit rechtspersonen met een beperkte kasbeheerfunctie; het onderhavige besluit.

Voor de relevante criteria voor de aanwijzing van rechtspersonen wordt verwezen naar de memorie van toelichting bij de Eerste wijziging van de Comptabiliteitswet 2001 (Kamerstukken II, 2001/02, 28.035, nr. 3) en naar de Nota van toelichting bij het Aanwijzingsbesluit rechtspersonen met een beperkte kasbeheerfunctie (Stb. 2004, 427). Voor de financiële criteria wordt ook verwezen naar de Nota van toelichting bij het Eerste wijzigingsbesluit Aanwijzingsbesluit rechtspersonen met een beperkte kasbeheerfunctie (Stcrt. 2007, 245).

2. De lijsten

In het aanwijzingsbesluit is de aanwijzing van rechtspersonen geconcretiseerd door de plaatsing van de rechtspersonen op een lijst, die als bijlage bij dat aanwijzingsbesluit hoort. Het betreft steeds rechtspersonen met een wettelijke taak (zogenaamde RWT’s, rechtspersonen ex artikel 91, eerste lid, onderdeel d, CW 2001) of rechtspersonen met een publieke taak. In het onderhavige wijzigingsbesluit wordt bij die lijsten aangesloten. Er waren totnogtoe drie lijsten operationeel: de A1-lijst, de A2-lijst en de B1-lijst. Door dit wijzigingsbesluit worden dat vier lijsten: de A2-lijst is namelijk opgesplitst in een nieuwe A2-lijst en een A3-lijst.

Op de A1-lijst staan de RWT’s die verplicht worden met hun publieke liquide middelen te schatkistbankieren. Zij ontvangen daarover een rentevergoeding. Tevens hebben zij de mogelijkheid om onder voorwaarden bij de schatkist te lenen voor de financiering van investeringen die benodigd zijn voor de uitvoering van hun wettelijke taak (de leenfaciliteit).

Rechtspersonen worden verplicht aangewezen, indien zij voldoen aan de definitie van RWT, maar niet tevens zijn uitgezonderd. De definitie van RWT is opgenomen in artikel 91, eerste lid, onder d, van de CW 2001. Samengevat is een rechtspersoon een RWT als de taak bij of krachtens de wet is geregeld èn als de bekostiging van die taak bij of krachtens de wet is geregeld (bekostigd uit een belasting, een andere heffing of in bepaalde situaties een tarief/retributie).

RWT’s die zijn uitgezonderd, zijn:

  • a. de provincies, de gemeenten, de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba, de rechtspersoonlijkheid bezittende lichamen, bedoeld in de Wet gemeenschappelijke regelingen, de waterschappen en de openbare lichamen voor beroep en bedrijf (op grond van artikel 45, lid 7, CW 2001)1;

  • b. de RWT’s die behoren tot een algemene (beleidsmatige) uitzonderingscategorie, te weten:

    • 1. de RWT’s, waarvan de wettelijk geregelde taak voornamelijk een marktkarakter heeft (bijvoorbeeld de omroepen);

    • 2. de RWT’s die tot wettelijk geregelde taak hebben om door het inlenen van financiële middelen gelden uit te zetten bij derde partijen (bijvoorbeeld De Nederlandsche Bank NV), of

    • 3. de RWT’s die tevens niet wettelijk geregelde taken uitvoeren (bijvoorbeeld private taken) en waarvan de wettelijk geregelde taak relatief beperkt is ten opzichte van die niet wettelijke taken (bijvoorbeeld de APK-keuringsstations);

  • c. de RWT’s die behoren tot een categorale uitzonderingscategorie, te weten:

    • 1. de RWT’s die een verzelfstandigd Rijksmuseum zijn;

    • 2. de RWT’s die een gesloten jeugdzorginstelling zijn;

    • 3. de RTW’s die een bekostigde onderwijsinstelling zijn (in primair onderwijs, voortgezet onderwijs, hoger onderwijs en beroepsonderwijs en volwasseneneducatie);

    • 4. de RWT’s die een kenniscentrum zijn voor het beroepsonderwijs bedrijfsleven.

  • d. de RWT’s die niet voldoen aan een minimum financieel omvangscriterium op het moment van een mogelijke eerste aanwijzing, te weten een totaalbedrag aan inkomsten van ten minste € 15 mln. per jaar (het laatst afgesloten jaar of het lopende jaar), dan wel een totaalbedrag aan liquide middelen en beleggingen van ten minste € 1 mln. (gemiddeld of het voorafgaande jaar).

Op de A2-lijst staan in beginsel de rechtspersonen met een publieke taak, maar geen wettelijk geregelde taak (deze rechtspersonen zijn dus geen RWT´s volgens de definitie van de CW 2001). Als zo’n rechtspersoon behoort tot een van de drie algemene (beleidsmatige) uitzonderingscategorieën of niet voldoet aan een van de twee hierboven omschreven financiële criteria, dan wordt zo’n rechtspersoon niet verplicht aangewezen. Gelden deze uitzonderingscriteria niet, dan worden zij door de Minister van Financiën verplicht aangewezen om deel te nemen aan schatkistbankieren. Ook zij ontvangen over hun in de schatkist aangehouden publieke liquide middelen een rentevergoeding en hebben de mogelijkheid om van de leenfaciliteit gebruik te maken.

Op de A3-lijst staan in beginsel de rechtspersonen met een publieke, al dan niet wettelijk geregelde, taak die vanwege een categorale uitzondering of vanwege de hierboven omschreven financiële criteria niet voor een verplichte aanwijzing in aanmerking komen, maar die te kennen hebben gegeven met hun publieke liquide middelen vrijwillig deel te willen nemen aan schatkistbankieren. Vrijwillig houdt in dat de betrokken rechtspersoon na het akkoord van de Minister van Financiën op de A3-lijst wordt geplaatst. Daarmee is de betrokken rechtspersoon aangewezen en is hij vanaf dat moment verplicht tot deelname. Deze deelname kan worden beëindigd, indien in overleg tussen de rechtspersoon en de Minister van Financiën wordt besloten tot intrekking van de plaatsing op de A3-lijst.

Door zich op de A3-lijst te laten plaatsen, ontstaat de mogelijkheid om van de leenfaciliteit gebruik te maken. Over hun in de schatkist aangehouden publieke liquide middelen ontvangen de betrokken rechtspersonen een rentevergoeding.

Op de B1-lijst staan de RWT’s die niet verplicht of vrijwillig deelnemen aan schatkistbankieren, maar die op grond van artikel 45, tweede lid, CW 2001 zijn aangewezen om hun tijdelijk niet voor de wettelijke taak benodigde liquide middelen risico-arm uit te zetten; zij zijn daarbij gehouden financiële producten te kiezen die voldoen aan door de Minister van Financiën gestelde eisen. Dit zijn de zogenaamde fido-eisen (zie artikel 6 van de Regeling rekening-courant- en leningenbeheer derden, Stcrt. 2007, 77). Zij kunnen geen gebruikmaken van de leenfaciliteit.

3. Artikelsgewijze toelichting

Artikel I

Eerste lid

Het Bureau Financieel Toezicht is een recent opgerichte rechtspersoon met een wettelijke taak (RWT) die ten aanzien van de onder zijn toezicht staande beroepsbeoefenaren (onder andere notarissen, gerechtsdeurwaarders, advocaten en accountants) onafhankelijk toezicht uitoefent op de naleving van de relevante wet- en regelgeving. Het is een RWT die voldoet aan een van de financiële criteria om verplicht deel te moeten nemen aan schatkistbankieren.

Het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen (LBIO) en de Stichting Slachtofferhulp Nederland stonden als RWT op de B1-lijst. Zij voldoen inmiddels aan een van de financiële criteria om verplicht deel te nemen aan schatkistbankieren.

De Stichting het Juridisch Loket is de rechtsopvolger van de Bureaus van rechtshulp. De Bureaus van rechtshulp waren geen RWT en waren daarom niet verplicht tot deelname. Het Juridisch Loket is wel een RWT en voldoet aan een van de financiële criteria.

Dit laatste geldt ook voor de stichting Nidos.

De Stichting administratiekantoor beheer staatsdeelnemingen (NLFI) is opgenomen, omdat die stichting een RWT is en inmiddels aan een van de financiële criteria voldoet om verplicht deel te nemen aan schatkistbankieren.

Door de nieuwe Wet op de Kamer van Koophandel voldoet ook de nieuwe Kamer van Koophandel aan een van de financiële criteria om verplicht deel te nemen aan schatkistbankieren.

Zorginstituut Nederland is de rechtsopvolger van het College voor zorgverzekeringen. Het instituut beheert het Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten en het Zorgverzekeringsfonds. De publieke middelen van die fondsen zijn bij het schatkistbankieren betrokken op grond van de Wet financiering sociale verzekeringen en de Zorgverzekeringswet. Om die reden kwam het College voor zorgverzekeringen niet op de A1-lijst voor. De publieke middelen van die fondsen blijven, ook nu deze worden beheerd door Zorginstituut Nederland, betrokken bij het schatkistbankieren op grond van de genoemde twee wetten.

De apparaatsgelden van ZorginstituutNederland, de gelden voor het personeel en het materieel waarmee de publieke fondsen worden beheerd, zijn sinds 2011 betrokken bij het schatkistbankieren, omdat met die gelden aan een van de financiële criteria wordt voldaan. Deze bestaande situatie wordt op grond van de CW 2001 door middel van dit wijzigingsbesluit geformaliseerd.

Artikel II

Eerste lid

De Kansspelautoriteit is een recent opgerichte RWT. Hij voldoet niet aan de financiële criteria om deel te nemen aan schatkistbankieren, maar wil op eigen verzoek gebruikmaken van die faciliteit. Na de splitsing van de A2-lijst in de nieuwe A2-lijst en de A3-lijst (zie lid 3 van dit artikel) komt de Kansspelautoriteit op de A3-lijst te staan.

Tweede lid

Stichting Afwikkeling Het Gebaar en de Stichting Fonds Patiënten, Gehandicapten en Ouderen (Fonds PGO) zijn opgeheven.

Derde lid

Via dit lid wordt een splitsing doorgevoerd op de A2-lijst, waardoor een nieuwe A2-lijst ontstaat en een A3-lijst. De nieuwe A2-lijst bevat vervolgens de rechtspersonen met een publieke taak die verplicht zijn aangewezen op grond van artikel 45, derde lid, van de CW 2001. De A3-lijst bevat de rechtspersonen met een wettelijke of een publieke taak die vrijwillig zijn aangewezen op grond van artikel 45, derde lid, van de CW 2001. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar paragraaf 2. De lijsten van deze Nota van toelichting.

Artikel III

Eerste lid

Stichting Avenier (in Zutphen) is als zelfstandige rechtspersoon opgehouden te bestaan en is opgegaan in Stichting Horizon, Instituut voor jeugdzorg en Onderwijs. Zie ook het tweede lid.

Het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen (LBIO) en de Stichting Slachtofferhulp Nederland voldoen als RWT inmiddels aan een van de financiële criteria om verplicht deel te nemen aan schatkistbankieren. Zie zijn daarom naar de A1-lijst verplaatst. Zie ook bij artikel I, eerste lid.

In de bijlage bij deze Nota van toelichting is een totaaloverzicht opgenomen van de rechtspersonen die na de inwerkingtreding van het onderhavige besluit op de A1-, de A2-, de A3- of de B1-lijst staan.

Bijlage bij de nota van toelichting

Deze bijlage bevat het totaaloverzicht van de rechtspersonen met een wettelijke of publieke taak die zijn aangewezen voor het zogenaamde schatkistbankieren op grond van artikel 45, eerste en derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 (A1-lijst, respectievelijk A2-lijst of A3-lijst) en van de rechtspersonen met een wettelijke taak die zijn aangewezen voor risico-arm kas- (of treasury)beheer op grond van artikel 45, tweede lid, van de Comptabiliteitswet 2001 (B1-lijst).

Dit overzicht geldt per de datum van inwerkingtreding van de onderhavige Vijfde wijziging Aanwijzingsbesluit rechtspersonen met een beperkte kasbeheerfunctie.

A1-lijst: Rechtspersonen met een wettelijke taak die verplicht zijn aangewezen op grond van artikel 45, eerste lid, Comptabiliteitswet 2001

Ministerie van Veiligheid en Justitie

  • − Bureau Financieel Toezicht;

  • − Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen (LBIO);

  • − Landelijk selectie- en opleidingsinstituut politie, Politie onderwijs- en kenniscentrum (LSOP);

  • − Instituut Fysieke Veiligheid (IFV);

  • − Nationale Politie;

  • − Onderzoeksraad voor Veiligheid;

  • − Raad voor rechtsbijstand;

  • − Stichting Nidos;

  • − Stichting Reclassering Nederland (SRN);

  • − Stichting Slachtofferhulp Nederland.

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

  • – Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting;

  • – Centraal orgaan opvang asielzoekers (COA).

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

  • – Commissariaat voor de Media;

  • – Koninklijke Bibliotheek;

  • – Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen;

  • – Mondriaan Stichting;

  • – Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek en de daaraan geliëerde rechtspersoonlijkheid bezittende instellingen;

  • – Stichting fonds voor beeldende kunsten, vormgeving en bouwkunst;

  • – Stichting Fonds voor de Letteren;

  • – Stichting Nederlands Fonds voor Podiumkunsten;

  • – Stichting Fonds voor Cultuurparticipatie;

  • – Stichting Nederlands fonds voor de film;

  • – Stichting Participatiefonds voor het Onderwijs;

  • – Stichting stimuleringsfonds voor de architectuur;

  • – Stichting Vervangingsfonds en Bedrijfsgezondheidszorg voor het Onderwijs;

  • – Stichting Stimuleringsfonds Nederlandse Culturele Omroepproducties (Stifo).

Ministerie van Financiën

  • – De Nederlandsche Bank N.V, uitsluitend voor de liquide middelen in het kader van het depositogarantiestelsel (DNB);

  • – Stichting administratiekantoor beheer staatsdeelnemingen (NLFI);

  • – Stichting Autoriteit Financiële Markten;

  • – Stichting Waarborgfonds Motorverkeer.

  • – Nederlands Bureau der Motorrijtuigverzekeraars (NBM);

  • – Stichting Beleggers Compensatiefonds.

Ministerie van Defensie

  • – Stichting Ziektekostenverzekering Krijgsmacht.

Ministerie van Infrastructuur en Milieu

  • – Dienst voor het kadaster en de openbare registers;

  • – Dienst Wegverkeer;

  • – Luchtverkeersleiding Nederland;

  • – ProRail B.V;

  • – Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen;

  • – Stichting Nationale en Internationale Wegvervoer Organisatie (NIWO);

  • – NV Westerscheldetunnel.

Ministerie van Economische Zaken

  • – Bureau beheer landbouwgronden;

  • – Centraal Bureau voor de Statistiek;

  • – Kamer van Koophandel;

  • – Staatsbosbeheer;

  • – Stichting Centraal Orgaan Voorraadvorming Aardolieprodukten;

  • – Stichting Dienst Landbouwkundig Onderzoek (DLO).

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

  • – Stichting Inlichtingenbureau.

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

  • – Organisatie ZorgOnderzoek Nederland;

  • – Pensioen- en Uitkeringsraad;

  • – Stichting Uitvoering Omslagregelingen;

  • – Centrum indicatiestelling zorg (CIZ);

  • – Nederlandse Zorgautoriteit (NZa);

  • – Zorginstituut Nederland, uitsluitend voor de apparaatsgelden.

A2-lijst: Rechtspersonen met een publieke taak die verplicht zijn aangewezen op grond van artikel 45, derde lid, Comptabiliteitswet 2001

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

  • – Stichting Nationaal Restauratiefonds.

Ministerie van Economische Zaken

  • – Centrale Organisatie voor Radio-actief Afval N.V. (COVRA);

  • – Stichting Nationaal Groenfonds.

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

  • – Centraal Administratiekantoor bv (CAK);

  • – Stichting Rechtsherstel Sinti en Roma.

A3-lijst: Rechtspersonen met een publieke, al dan niet wettelijke, taak die vrijwillig zijn aangewezen op grond van artikel 45, derde lid, Comptabiliteitswet 2001

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

  • – Stichting ICT-Uitvoeringsorganisatie (ICTU).

Ministerie van Veiligheid en Justitie

  • – De gesloten jeugdzorginstellingen, genoemd in de B1-lijst onder Ministerie van Veiligheid en Justitie, die bij de Minister van Financiën schriftelijk het verzoek indienen om voor de toepassing van artikel 45, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2001 in aanmerking te komen en waarvan de Minister van Financiën dit verzoek heeft gehonoreerd;

  • – Kansspelautoriteit;

  • – Stichting Beheer Openbare Voorziening Meldkamer Noord-Nederland.

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

  • – De verzelfstandigde rijksmusea, genoemd in de B1-lijst, die bij de Minister van Financiën schriftelijk het verzoek indienen om voor de toepassing van artikel 45, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2001 in aanmerking te komen en waarvan de Minister van Financiën dit verzoek heeft gehonoreerd.

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en Ministerie van Economische Zaken

  • – De bekostigde onderwijsinstellingen, bedoeld in de onderwijswetgeving2, die bij de Minister van Financiën schriftelijk het verzoek indienen om voor de toepassing van artikel 45, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2001 in aanmerking te komen en waarvan de Minister van Financiën dit verzoek heeft gehonoreerd;

  • – De kenniscentra beroepsonderwijs bedrijfsleven, bedoeld in de Wet educatie en beroepsonderwijs, die bij de Minister van Financiën schriftelijk het verzoek indienen om voor de toepassing van artikel 45, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2001 in aanmerking te komen en waarvan de Minister van Financiën dit verzoek heeft gehonoreerd.

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

  • – De gesloten jeugdzorginstellingen, genoemd in de B1-lijst onder Ministerie Volksgezondheid, Welzijn en Sport, die bij de Minister van Financiën schriftelijk het verzoek indienen om voor de toepassing van artikel 45, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2001 in aanmerking te komen en waarvan de Minister van Financiën dit verzoek heeft gehonoreerd;

  • – Stichting bevolkingsonderzoek midden-west;

  • – Stichting bevolkingsonderzoek noord;

  • – Stichting bevolkingsonderzoek oost;

  • – Stichting bevolkingsonderzoek zuid;

  • – Stichting bevolkingsonderzoek zuid-west.

B1-lijst: Rechtspersonen met een wettelijke taak die zijn aangewezen op grond van artikel 45, tweede lid, Comptabiliteitswet 2001

Ministerie van Veiligheid en Justitie

  • – De gesloten jeugdzorginstellingen:

    • * Stichting Frentrop Teylingereind (in Sassenheim);

    • * Stichting Het Poortje Justitiële Jeugdinrichting (in Groningen);

    • * Stichting Jeugdzorg St. Jozeph (in Cadier en Keer);

    • * Stichting Rentray (in Eefde);

    • * Stichting Spirit (in Amsterdam);

    tenzij de betrokken jeugdzorginstelling behoort tot de categorie gesloten jeugdzorginstellingen als bedoeld in de A2-lijst;

  • – Nederlands Bureau Brandweer Examens (NBBE);

  • – Stichting HALT Nederland.

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

  • – Stichting Bureau Architectenregister (SBA).

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

  • – De verzelfstandigde Rijksmusea:

    • * Stichting tot Beheer van Museum Boerhaave;

    • * Stichting Museum Catharijneconvent;

    • * Stichting het Geld- en Bankmuseum;

    • * Stichting Kröller Müller;

    • * Stichting Museum Slot Loevestijn;

    • * Stichting Paleis het Loo Nationaal Museum;

    • * Stichting Koninklijk Kabinet van Schilderijen Mauritshuis;

    • * Stichting Museum van het Boek/Museum Meermanno;

    • * Stichting Rijksmuseum Muiderslot;

    • * Stichting Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis;

    • * Stichting Rijksmuseum van Oudheden;

    • * Stichting het Rijksmuseum;

    • * Stichting Nederlands Scheepvaart Museum Amsterdam;

    • * Stichting Rijksmuseum Twenthe;

    • * Stichting van Gogh Museum/Museum Mesdag;

    • * Stichting Rijksmuseum voor Volkenkunde;

    • * Stichting Rijksmuseum het Zuiderzeemuseum;

    tenzij het betrokken museum behoort tot de categorie musea als bedoeld in de A2-lijst.

Ministerie van Financiën

  • – Waarderingskamer.

Ministerie van Infrastructuur en Milieu

  • – Stichting Advisering Bestuursrechtspraak voor Milieu en Ruimtelijke Ordening;

  • – Stichting VAM, Opleidingsinstituut voor het Motorvoertuig-, Tweewieler- en Aanverwant Bedrijf3;

  • – Stichting inschrijving Eigen Vervoer;

  • – Stichting Scheepsafvalstoffen Binnenvaart;

  • – Stichting Vaarbewijzen- en Marifoonexamens (Vamex).

Ministerie van Economische Zaken

  • – College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (CTGB);

  • – Edelmetaal Waarborg Nederland BV;

  • – Faunafonds;

  • – Nederlands Meetinstituut;

  • – Stichting Bloembollenkeuringsdienst (BKD);

  • – Stichting Centraal Orgaan voor Kwaliteitsaangelegenheden in de Zuivel (COKZ);

  • – Stichting Controlebureau voor Pluimvee, Eieren en Eiproducten (CPE);

  • – Stichting Kwaliteitscontrolebureau voor Groenten en Fruit (KCB);

  • – Stichting Nederlandse Algemene Keuringsdienst Tuinbouw (Naktuinbouw);

  • – Stichting Nederlandse Algemene Keuringsdienst voor Zaaizaad en Pootgoed voor Landbouwgewassen (NAK);

  • – Stichting Skal;

  • – Waarborg Platina, Goud en Zilver N.V.

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

  • – College bouw ziekenhuisvoorzieningen (CBZ);

  • – College sanering ziekenhuisvoorzieningen (CSZ);

  • – De gesloten jeugdzorginstellingen:

    • * Stichting Orthopedagogisch Centrum Ottho Gerhard Heldring (in Zetten);

    • * Stichting Horizon, Instituut voor Jeugdzorg en Onderwijs (in Rotterdam en Zutphen);

    • * Stichting Tender (in Breda);

    • * Stichting BJ Brabant (in Deurne);

    • * Stichting de Hoenderloo Groep (in Hoenderloo);

    • * Stichting Jeugdformaat-De Jutters Combinatie (in Den Haag);

    • * Stichting PARLAN (in Alkmaar);

    tenzij de betrokken jeugdzorginstelling behoort tot de categorie gesloten jeugdzorginstellingen als bedoeld in de A2-lijst.

X Noot
1

Gemeenten, provincies, waterschappen en rechtspersoonlijkheid bezittende lichamen, bedoeld in de Wet gemeenschappelijke regelingen, zijn overigens op grond van artikel 2 van de Wet fido verplicht om deel te nemen aan schatkistbankieren.

X Noot
2

Betreft de volgende wetten: Wet op het primair onderwijs, Wet op het voortgezet onderwijs, Wet op de expertisecentra, Wet educatie en beroepsonderwijs, Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek.

X Noot
3

De aanwijzing heeft concreet betrekking op het organisatie-onderdeel zonder rechtspersoonlijkheid: Innovam Branchekwalificatie-instituut.

Naar boven