Besluit van 26 februari 2011 tot wijziging van het Aanwijzingsbesluit rechtspersonen met een beperkte kasbeheerfunctie (Derde wijzigingsbesluit Aanwijzingsbesluit rechtspersonen met een beperkte kasbeheerfunctie)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Financiën van 29 juni 2010, nr. BZ2010-86M, Directoraat-Generaal van de Rijksbegroting, Directie Begrotingszaken;

Gelet op artikel 45, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 29 oktober 2010, nr. W06.10.0266/III);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Financiën van 7 februari 2011, nr. BZ2010/784U, Directoraat-Generaal van de Rijksbegroting, Directie Begrotingszaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

A. In bijlage A bij het Aanwijzingsbesluit rechtspersonen met een beperkte kasbeheerfunctie wordt het opschrift Onderdeel 1: Aangewezen rechtspersonen op grond van artikel 1 van het Aanwijzingsbesluit rechtspersonen met een beperkte kasbeheerfunctie vervangen door:

A1-lijst: Rechtspersonen met een wettelijke taak die zijn aangewezen op grond van artikel 45, eerste lid, Comptabiliteitswet 2001.

B. In bijlage A bij het Aanwijzingsbesluit rechtspersonen met een beperkte kasbeheerfunctie wordt het opschrift Onderdeel 2: Aangewezen rechtspersonen op grond van artikel 3 van het Aanwijzingsbesluit rechtspersonen met een beperkte kasbeheerfunctie vervangen door:

A2-lijst: Rechtspersonen met een publieke taak die zijn aangewezen op grond van artikel 45, derde lid, Comptabiliteitswet 2001.

C. In bijlage B bij het Aanwijzingsbesluit rechtspersonen met een beperkte kasbeheerfunctie wordt het opschrift Onderdeel 1: Aangewezen rechtspersonen op grond van artikel 2 van het Aanwijzingsbesluit rechtspersonen met een beperkte kasbeheerfunctie vervangen door:

B1-lijst: Rechtspersonen met een wettelijke taak die zijn aangewezen op grond van artikel 45, tweede lid, Comptabiliteitswet 2001.

D. In de A1-lijst behorende bij het Aanwijzingsbesluit rechtspersonen met een beperkte kasbeheerfunctie worden de volgende wijzigingen aangebracht.

1. De volgende opschriften worden vervangen door de daarbij vermelde nieuwe opschriften:

Ministerie van Justitie door: Ministerie van Veiligheid en Justitie;

Ministerie van Verkeer en Waterstaat door: Ministerie van Infrastructuur en Milieu;

Ministerie van Economische Zaken door: Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie.

2. De onder het opschrift Ministerie van Veiligheid en Justitie opgenomen rechtspersoon Centraal orgaan opvang asielzoekers (COA) wordt in alfabetische volgorde opgenomen onder het opschrift Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

3. De onder het opschrift Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties opgenomen rechtspersonen:

  • Landelijk selectie- en opleidingsinstituut politie, Politie onderwijs- en kenniscentrum (LSOP/Politieacademie);

  • Nederlandse instituut voor Brandweer en Rampenbestrijding (Nibra);

  • Onderzoeksraad voor Veiligheid;

  • Politieregio’s, bedoeld in artikel 21, eerste lid, van de Politiewet 1993;

  • Voorziening tot samenwerking Politie Nederland (vtsPN);

worden in alfabetische volgorde opgenomen onder het opschrift Ministerie van Veiligheid en Justitie.

4. De onder het opschrift Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer opgenomen rechtspersonen:

  • Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting;

  • Dienst voor het kadaster en de openbare registers;

worden in alfabetische volgorde opgenomen onder het opschrift Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

5. Het opschrift Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer vervalt.

6. De onder het opschrift Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit opgenomen rechtspersonen:

  • Bureau beheer landbouwgronden;

  • Staatsbosbeheer;

  • Stichting Dienst Landbouwkundig Onderzoek (DLO);

worden in alfabetische volgorde opgenomen onder het opschrift Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie.

7. Het opschrift Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit vervalt.

E. In de A2-lijst behorende bij het Aanwijzingsbesluit rechtspersonen met een beperkte kasbeheerfunctie worden de volgende wijzigingen aangebracht.

1. De volgende opschriften worden vervangen door de daarbij vermelde nieuwe opschriften:

Ministerie van Justitie en Minister voor Jeugd en Gezin door: Ministerie van Veiligheid en Justitie;

Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit door: Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie.

2. Onder het opschrift Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wordt de rechtspersoon Stichting ICT-Uitvoeringsorganisatie (ICTU) opgenomen.

3. Onder het opschrift Ministerie van Veiligheid en Justitie wordt in alfabetische volgorde de rechtspersoon Stichting Beheer Openbare Voorziening Meldkamer Noord-Nederland opgenomen.

4. De onder het opschrift Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap opgenomen:

  • Bekostigde onderwijsinstellingen, met de daarbijbehorende beperkende voorwaarden;

  • Kenniscentra beroepsonderwijs bedrijfsleven, met de daarbijbehorende beperkende voorwaarden;

worden opgenomen onder een nieuw opschrift Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie.

5. De onder het opschrift Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap bij de categorie Verzelfstandigde rijksmusea, opgenomen tekst «genoemd in onderdeel 1 van bijlage B bij het Aanwijzingsbesluit rechtspersonen met een beperkte kasbeheerfunctie» komt te luiden: genoemd in de B1-lijst.

6. Onder het opschrift Ministerie van Financiën worden de volgende rechtspersonen verwijderd:

  • Stichting Joods Humanitair Fonds (SJHF);

  • Stichting Afwikkeling Maror-gelden Overheid (SAMO).

7. Het opschrift Ministerie van Financiën vervalt.

8. De onder het opschrift Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer opgenomen rechtspersoon Centrale Organisatie voor Radioactief Afval N.V. (COVRA) wordt in alfabetische volgorde opgenomen onder het opschrift Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie.

9. Het opschrift Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer vervalt.

10. Onder het opschrift Ministerie van Verkeer en Waterstaat wordt de rechtspersoon Stichting Participatiefonds Gemeentelijke Vervoerbedrijven verwijderd.

11. Het opschrift Ministerie van Verkeer en Waterstaat vervalt.

12. Onder het opschrift Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport worden in alfabetische volgorde de volgende rechtspersonen opgenomen:

  • Gesloten jeugdzorginstellingen, genoemd in de B1-lijst onder het opschrift Ministerie Volksgezondheid, Welzijn en Sport, die bij de Minister van Financiën schriftelijk het verzoek indienen om voor de toepassing van artikel 45, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2001 in aanmerking te komen en waarvan de Minister van Financiën dit verzoek heeft gehonoreerd;

  • Stichting bevolkingsonderzoek midden-west;

  • Stichting bevolkingsonderzoek noord;

  • Stichting bevolkingsonderzoek oost;

  • Stichting bevolkingsonderzoek zuid;

  • Stichting bevolkingsonderzoek zuid-west.

F. In de B1-lijst behorende bij het Aanwijzingsbesluit rechtspersonen met een beperkte kasbeheerfunctie worden de volgende wijzigingen aangebracht.

1. De volgende opschriften worden vervangen door de daarbij vermelde nieuwe opschriften:

Ministerie van Justitie door: Ministerie van Veiligheid en Justitie;

Ministerie van Verkeer en Waterstaat door: Ministerie van Infrastructuur en Milieu;

Ministerie van Economische Zaken door: Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie.

2. De onder het opschrift Ministerie van Justitie en Minister voor Jeugd en Gezin opgenomen particuliere justitiële jeugdinrichtingen worden in alfabetische volgorde opgenomen onder het opschrift Ministerie van Veiligheid en Justitie, waarbij:

de categorie-aanduiding «Particuliere justitiële jeugdinrichtingen» wordt vervangen door: Gesloten jeugdzorginstellingen;

de Stichting Frentrop Jongerenhuis Harreveld (in Harreveld) en de Stichting Justitieel Pedagogisch Centrum de Sprengen (in Zutphen) worden verwijderd;

de Stichting Avenier (in Zutphen) wordt opgenomen.

3. Het opschrift Ministerie van Justitie en Minister voor Jeugd en Gezin en de daaronder resterende tekst nadat de wijziging, bedoeld onder punt 2 van dit onderdeel F, is doorgevoerd, vervallen.

4. De tekst onder het opschrift Ministerie van Veiligheid en Justitie die luidt: «tenzij de betrokken jeugdinrichting behoort tot de categorie particuliere justitiële jeugdinrichtingen als bedoeld in onderdeel 2 van bijlage A bij het Aanwijzingsbesluit rechtspersonen met een beperkte kasbeheerfunctie» komt te luiden: tenzij de betrokken jeugdzorginstelling behoort tot de categorie gesloten jeugdzorginstellingen als bedoeld in de A2-lijst.

5. De onder het opschrift Minister voor Jeugd en Gezin opgenomen rechtspersoon Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen (LBIO) wordt in in alfabetische volgorde opgenomen onder het opschrift Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

6. De onder het opschrift Minister voor Jeugd en Gezin opgenomen particuliere justitiële jeugdinrichtingen, inclusief de tekst «tenzij de betrokken jeugdinrichting behoort tot de categorie particuliere justitiële jeugdinrichtingen als bedoeld in onderdeel 2 van bijlage A bij het Aanwijzingsbesluit rechtspersonen met een beperkte kasbeheerfunctie» wordt in in alfabetische volgorde opgenomen onder het opschrift Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, waarbij de bedoelde tekst komt te luiden: tenzij de betrokken jeugdzorginstelling behoort tot de categorie gesloten jeugdzorginstellingen als bedoeld in de A2-lijst.

7. Het opschrift Ministerie voor Jeugd en Gezin vervalt.

8. De onder het opschrift Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties opgenomen rechtspersoon Nederlands Bureau Brandweer Examens (NBBE) wordt in alfabetische volgorde opgenomen onder het opschrift Ministerie van Veiligheid en Justitie.

9. De onder het opschrift Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer opgenomen rechtspersoon Stichting Advisering Bestuursrechtspraak voor Milieu en Ruimtelijke Ordening wordt in alfabetische volgorde opgenomen onder het opschrift Ministerie van Infrastructuur en Milieu.

10. De onder het opschrift Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer opgenomen rechtspersoon Stichting Bureau Architectenregister (SBA) wordt in alfabetische volgorde opgenomen onder het opschrift Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

11. Het opschrift Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer vervalt.

12. De onder het opschrift Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit opgenomen rechtspersonen:

  • College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (CTGB);

  • Faunafonds;

  • Stichting Bloembollenkeuringsdienst (BKD);

  • Stichting Centraal Orgaan voor Kwaliteitsaangelegenheden in de Zuivel (COKZ);

  • Stichting Controlebureau voor Pluimvee, Eieren en Eiproducten (CPE);

  • Stichting Kwaliteitscontrolebureau voor Groenten en Fruit (KCB);

  • Stichting Nederlandse Algemene Keuringsdienst Tuinbouw (Naktuinbouw);

  • Stichting Nederlandse Algemene Keuringsdienst voor Zaaizaad en Pootgoed voor Landbouwgewassen (NAK);

  • Stichting Skal;

worden in alfabetische volgorde opgenomen onder het opschrift Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie.

13. Het opschrift Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit vervalt.

ARTIKEL II

Onze Minister van Financiën is belast met plaatsing in de Staatscourant van de op het moment van die plaatsing actuele A1-, A2- en B1-lijst, behorende bij het Aanwijzingsbesluit rechtspersonen met een beperkte kasbeheerfunctie.

ARTIKEL III

Het koninklijk besluit van 11 juni 1926, houdende regeling van de toekenning ener vergoeding aan leden van commissiën bij vergadering in de woonplaats wordt ingetrokken.

ARTIKEL IV

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst en werkt voor artikel I, onderdelen E2, E3 en E12, terug tot 1 januari 2010.

ARTIKEL V

Dit besluit wordt aangehaald als: Derde wijzigingsbesluit Aanwijzingsbesluit rechtspersonen met een beperkte kasbeheerfunctie.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot

’s-Gravenhage, 26 februari 2011

Beatrix

De Minister van Financiën,

J. C. de Jager

Uitgegeven de tweeëntwintigste maart 2011

De Minister van Veiligheid en Justitie,

I. W. Opstelten

NOTA VAN TOELICHTING

Artikel I, onderdelen A t/m C

De redactionele wijzigingen in deze artikelonderdelen hebben een praktische achtergrond. Bij toekomstige aanwijzingen – en intrekking van bestaande aanwijzingen – op grond van artikel 45, eerste tot en met derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 kan in het vervolg – in lijn met het inmiddels ontstane spraakgebruik – formeel verwezen worden naar de A1-, A2- of B1-lijst behorende bij het Aanwijzingsbesluit rechtspersonen met een beperkte kasbeheerfunctie.

Artikel I, onderdelen D, E1, E7 t/m E9, E11 en F

Met de in deze artikelonderdelen opgenomen wijzigingen wordt het Aanwijzingsbesluit rechtspersonen met een beperkte kasbeheerfunctie redactioneel aangepast aan de departementale herindelingsbesluiten van 14 oktober 2010 (Stcrt. 2010, nrs. 16.523, 16.525, 16.527, 16.528, 16.529, 16.530, 16.540, 16.541, 16.542 en 16.584).

Artikel I, onderdelen E2 t/m E6, E10, E12 en F2

Op grond van artikel 45, eerste en derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 kunnen bij algemene maatregel van bestuur rechtspersonen met een wettelijke dan wel met een publieke taak worden aangewezen voor het zogenoemde schatkistbankieren. Het zesde lid voorziet daarbij in een voorhangprocedure bij beide kamers der Staten-Generaal. Dat zesde lid houdt in, dat de voordracht voor een krachtens het eerste, tweede en derde lid van artikel 45 van de Comptabiliteitswet 2001 vast te stellen algemene maatregel van bestuur niet eerder wordt gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

In het verleden heeft de aanwijzing van rechtspersonen voor schatkistbankieren plaatsgevonden bij het Aanwijzingsbesluit rechtspersonen met een beperkte kasbeheerfunctie (Stb. 2004, 427). Bij het onderhavige wijzigingsbesluit van deze algemene maatregel van bestuur wordt de aanwijzing van drie rechtspersonen met een publieke, maar niet wettelijk geregelde taak ingetrokken, te weten de stichting Joods Humanitair Fonds, de stichting Afwikkeling Maror-gelden Overheid en de stichting Participatiefonds Gemeentelijke Vervoerbedrijven (artikel I, onderdelen E6 en E10) en worden zeven rechtspersonen met een publieke, maar niet wettelijk geregelde taak aangewezen, te weten de Stichting Beheer Openbare Voorziening Meldkamer Noord-Nederland, stichting ICTU (ICT Uitvoeringsorganisatie) en een vijftal stichtingen dat zich bezighoudt met preventief bevolkingsonderzoek naar kanker (artikel I, onderdelen E2, E3 en E12).

Daarnaast wordt door een fusie en een daarmee samenhangende naamswijziging de aanwijzing van de gesloten jeugdzorginstellingen de Stichting Frentrop Jongerenhuis Harreveld en de Stichting Justitieel Pedagogisch Centrum de Sprengen vervangen door de Stichting Avenier (artikel I, onderdeel F2).

De nieuw aangewezen stichtingen worden vanwege het publieke belang van hun taak direct of indirect en geheel of gedeeltelijk ten laste van de betrokken departementale begrotingen bekostigd.

Sinds 1 januari 2010 bestaan er – na een fusietraject – vijf regionale screeningsorganisaties voor bevolkingsonderzoek naar kanker. Het is wenselijk om deze rechtspersonen op de zogenaamde A2-lijst behorende bij het Aanwijzingsbesluit rechtspersonen met een beperkte kasbeheerfunctie te plaatsen. Voor de betrokken rechtspersonen ontstaat door de aanwijzing de mogelijkheid om gebruik te maken van de zogenaamde leenfaciliteit bij ’s Rijks schatkist (de faciliteit, bedoeld in de artikelen 48 en 49 van de Comptabiliteitswet 2001). Daartegenover staat de consequentie zij met hun tijdelijk overtollige liquide middelen zullen moeten gaan schatkistbankieren.

Alle stichtingen willen gebruik kunnen maken van de leenfaciliteit voor het doen van investeringen ten behoeve van hun bedrijfsvoering.

Bij ICTU kan het gaan om algemeen kantoormaterieel en ICT hardware. Bij de Stichting Beheer Openbare Voorziening Meldkamer Noord-Nederland, een stichting opgericht door drie politieregio’s en drie gemeenschappelijke regelingen, gaat het om de financiering van de huisvesting van de meldkamer. Bij de stichtingen die bevolkingsonderzoek doen naar kanker zijn de leningen bestemd voor de aanschaf van digitale apparatuur ten behoeve van het onderzoek naar borstkanker (mobiele screeningsunits en digitale mammografen).

De leningen worden afgesloten bij het Agentschap van de Generale Thesaurie van het Ministerie van Financiën (ten laste van de begroting van Nationale Schuld). De rente- en aflossingsverplichtingen worden door de stichtingen gedragen, zij het dat ten laste van de begrotingen van de betrokken ministeries daartoe garanties zullen worden verstrekt. Vanwege de bestaande subsidierelatie zullen deze garantieverplichtingen de facto niet tot toekomstige extra betalingen voor het Rijk leiden, omdat de rente- en aflossingen uit de gesubsidiëerde exploitatie kunnen worden betaald.

De intrekking (in artikel I, onderdeel E6) van de aanwijzing van de stichting Joods Humanitair Fonds en de stichting Afwikkeling Maror-gelden Overheid houdt verband met de feitelijke beëindiging van de activiteiten die plaatsgevonden heeft, respectievelijk binnenkort zal plaatsvinden.

De stichting Participatiefonds Gemeentelijke Vervoerbedrijven is al opgeheven (artikel I, onderdeel E10).

De bepaling in artikel I, onderdeel E4, beoogt de suggestie weg te nemen die van de bestaande categorisering in de A2-lijst behorende bij het Aanwijzingsbesluit rechtspersonen met een beperkte kasbeheerfunctie uitgaat, dat alleen onderwijsinstellingen en kenniscentra beroepsonderwijs bedrijfsleven die beleidsmatig onder het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap vallen een verzoek tot plaatsing op de A2-lijst bij de Minister van Financiën zouden kunnen indienen. Dat is niet de bedoeling geweest van de eerdere aanwijzing in augustus 2004 (Stb. 2004, 427); ook bekostigde onderwijsinstellingen en kenniscentra die beleidsmatig onder het voormalige Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (thans het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie) vallen kunnen een verzoek tot plaatsing op de A2-lijst indienen en daarmee bevorderen dat zij gebruik kunnen gaan maken van schatkistbankieren, inclusief de mogelijkheid van lenen bij de schatkist voor het doen van investeringen ten behoeve van hun bedrijfsvoering.

Artikel II

Bij de plaatsing van de actuele A1-, A2- en B1-lijst in de Staatscourant zal rekening gehouden worden met het vierde wijzigingsbesluit van het Aanwijzingsbesluit rechtspersonen met een beperkte kasbeheerfunctie, dat direct in aansluiting op het onderhavige derde wijzigingsbesluit door de Minister van Financiën zal worden genomen.

Artikel III

Gebleken is dat het koninklijk besluit van 11 juni 1926, houdende regeling van de toekenning ener vergoeding aan leden van commissiën bij vergadering in de woonplaats, dat inmiddels al lang geleden zijn werking heeft verloren, nog niet is ingetrokken. Die omissie wordt hierbij rechtgetrokken.

De Minister van Financiën,

J. C. de Jager


XHistnoot
histnoot

Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 26, zesde lid j° vijfde lid van de Wet op de Raad van State, omdat het uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat.

Naar boven