25 Gevangeniswezen

Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 14 maart 2013 over het gevangeniswezen.

De voorzitter:

De spreektijd per fractie is ook bij dit VAO weer twee minuten per fractie.

De heer Bontes (PVV):

Voorzitter. Tijdens het algemeen overleg op 14 maart heeft de staatssecretaris een aantal toezeggingen gedaan aan de PVV, waarvoor dank. Om er zeker van te zijn dat deze woorden ook worden omgezet in daden, dien ik de volgende motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het beklagrecht van gedetineerden, zoals neergelegd in Hoofdstuk XI van de Penitentiaire beginselenwet, door gedetineerden compleet wordt uitgehold;

constaterende dat een verwaarloosbaar deel van de klachten door gedetineerden uiteindelijk gegrond wordt verklaard;

overwegende dat alleen geklaagd dient te kunnen worden over onderwerpen waar het beklagrecht voor bedoeld is;

verzoekt de regering, de beklagmogelijkheden voor gedetineerden, zoals geregeld in Hoofdstuk XI van de Penitentiaire beginselenwet, nader te regelen, zodat van het beklagrecht alleen gebruikgemaakt kan worden zoals het oorspronkelijk bedoeld was,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Bontes. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 492 (24587).

De heer Bontes (PVV):

De staatssecretaris heeft ook gezegd dat telehoren een goed project is dat kosten kan besparen. De rechterlijke macht heeft echter nog haar reserves hierbij. Gezien het succes van telehoren en de wens van diverse penitentiaire inrichtingen om dit te kunnen uitvoeren, dien ik de volgende motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat in de penitentiaire inrichtingen waar telehoren wordt toegepast, dit een enorm succes blijkt te zijn;

constaterende dat telehoren een goedkopere en veiligere manier is dan verdachten en gedetineerden elke keer te vervoeren;

constaterende dat in het kader van de bezuinigingen op het gevangeniswezen met de toepassing van telehoren (veel) kosten bespaard kunnen worden;

verzoekt de regering, de mogelijkheden voor telehoren in zo veel mogelijk penitentiaire inrichtingen te realiseren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Bontes. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 493 (24587).

Uw tijd is op, mijnheer Bontes. Het spijt mij. U had twee minuutjes en die zijn voorbij.

De heer Bontes (PVV):

Ik wil nog één motie indienen.

De voorzitter:

Ja, maar er is geen tijd meer om die motie in te dienen. Dat heb ik eerder ook tegen de heer Voordewind moeten zeggen. Het spijt mij zeer.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Voorzitter. Ik dien de volgende motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat door de voorgenomen bezuinigingen op de tbs-sector ongeveer 500 behandelplaatsen en behandelexpertise zullen verdwijnen;

overwegende dat de Dienst Justitiële Inrichtingen op dit moment gebruikmaakt van tijdelijke tendercontracten voor ongeveer 500 behandelplaatsen;

overwegende dat bij de komende bezuinigingen ingezet moet worden op het maximale behoud van de voor behandeling noodzakelijke expertise;

verzoekt de regering, te onderzoeken of, en zo ja, hoe de tijdelijke tendercontracten tot aan 2016–2017 zijn af te bouwen en de Kamer hierover te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Tongeren. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 494 (24587).

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Ik dien verder geen moties in. Ik heb een aantal moties van collega's meeondertekend en zij zullen dat op het gewenste moment melden.

De heer Van der Steur (VVD):

Voorzitter. We hebben in het algemeen overleg met de staatssecretaris van gedachten gewisseld over een aantal belangrijke onderwerpen. Maar natuurlijk kon het niet anders dan dat in het algemeen overleg al vooruit werd gekeken op het inmiddels bekende, maar toen nog onbekende, masterplan detentie.

Namens de VVD merk ik op dat zij met interesse uitziet naar de hoorzitting die gepland wordt. Veel betrokkenen zullen in de Kamer worden uitgenodigd om over het masterplan detentie te spreken. Daarna kunnen wij daarover met de staatssecretaris een debat voeren. De veiligheid van de samenleving moet voorop blijven staan. Daarnaast kijken wij met grote zorg naar de werkgelegenheid in de regio's.

Mevrouw Kooiman (SP):

Voorzitter. We komen natuurlijk uitgebreid te spreken over het afbraakplan voor het gevangeniswezen van de staatssecretaris. Wij zullen zeker aan het debat daarover mee doen. Mijn collega's zullen nog een aantal moties indienen die ik met genoegen heb meeondertekend. Ik vind het ook heel belangrijk dat het gevangeniswezen en gevangenisdirecteuren zelf zonder enige vorm van censuur kunnen spreken met de landelijke media. Daarover dien ik de volgende heel mooie motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de vrijheid van meningsuiting een belangrijk grondrecht is dat niet onnodig ingeperkt zou moeten worden;

overwegende dat ook mensen die werkzaam zijn in het gevangeniswezen het recht hebben om hun mening in vrijheid te uiten;

constaterende dat in het gevangeniswezen sprake lijkt van een angst- en of afrekencultuur ten aanzien van mensen die protesteren tegen ontwikkelingen in het gevangeniswezen en mensen die contacten leggen met media of politiek;

verzoekt de regering, onomwonden uit te spreken dat de vrijheid van meningsuiting ook geldt voor personen die werkzaam zijn in het gevangeniswezen, deze vrijheid niet onnodig in te perken en hun ook toe te staan hun mening in (al dan niet landelijke) media te uiten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Kooiman en Schouw. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 495 (24587).

Mijnheer Van der Steur, u mag één vraag stellen.

De heer Van der Steur (VVD):

Ik heb vanmiddag toevallig de beantwoording van het kabinet gelezen op de vragen die mevrouw Kooiman over dit punt heeft gesteld. Daarin wordt onomwonden duidelijk dat er geen sprake is van censuur. Er zijn onder de huidige regeling een aantal voorwaarden om met de media te praten, maar dat spreekt voor zich voor iemand die in dienst is bij een overheidsorganisatie of een bedrijf. Heeft mevrouw Kooiman de beantwoording van haar vragen niet gelezen of was zij daar niet tevreden mee?

Mevrouw Kooiman (SP):

Ik heb de beantwoording gelezen en ik was inderdaad niet tevreden. Dat komt doordat vestigingsdirecteuren worden geacht om eerst toestemming te vragen om met de landelijke media over het masterplan te spreken. Ook heb ik begrepen dat meerdere keren een verzoek daartoe is gedaan en dat dit is afgewezen. Wat het masterplan betreft, vind ik het zeer belangrijk dat mensen dit in openheid kunnen uiten, zeker als er zo'n belangwekkend plan ligt. In dat licht zag ik mij genoodzaakt om deze motie in te dienen. Ik vind namelijk dat iedereen hierover in vrijheid moet kunnen spreken.

De heer Van der Steur (VVD):

De vrijheid van meningsuiting als uitgangspunt deelt de VVD-fractie natuurlijk altijd, maar in vergelijking met een politieke partij of een gemiddeld bedrijf zijn er toch weinigen die het verstandig vinden als men in een hiërarchische relatie altijd het achterste van zijn tong laat zien. Ik begrijp het standpunt van de SP-fractie op dit punt dus niet.

Mevrouw Kooiman (SP):

Dan zie ik niet in waarom de heer Van der Steur mijn motie niet zou kunnen steunen. Het is juist van groot belang dat vestigingsdirecteuren ook op kunnen komen voor hun personeel. Ik neem aan dat de heer Van der Steur daar niet voor wil gaan liggen.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Voorzitter. Ik dien drie moties in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de regering de Kamer heeft toegezegd met een integraal plan te zullen komen inzake de verkleining van de rijksdienst, waarbij kwetsbare regio's zullen worden ontzien;

overwegende dat het masterplan voor het gevangeniswezen een onmiskenbare en zware aanslag is op de werkgelegenheid in verschillende kwetsbare regio's;

verzoekt de regering, het masterpIan voor het gevangeniswezen in te trekken en eventuele bezuinigingsmaatregelen voor het gevangeniswezen op te nemen in het integrale plan voor de inkrimping van de rijksdienst,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Toorenburg, Schouw en Kooiman. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 496 (24587).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat elektronische detentie een goede detentiemodaliteit kan zijn, indien het wordt ingezet aan het einde van de detentie om iemand weer stapsgewijs en gecontroleerd terug te laten keren in de samenleving;

overwegende dat de regering, blijkens het masterplan voor het gevangeniswezen, voornemens is elektronische detentie in te zetten als een volwaardig alternatief voor de gevangenisstraf, ook in die gevallen waarin door de rechter een onvoorwaardelijke gevangenisstraf is opgelegd;

verzoekt de regering, de plannen voor de bredere inzet van de elektronische detentie te heroverwegen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Toorenburg, Van Tongeren, Schouw en Kooiman. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 497 (24587).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat arbeid een nuttige dagbesteding is, ook tijdens de voorlopige hechtenis, een fase waarin de ingeslotene onschuldig wordt geacht totdat het tegendeel bewezen is;

overwegende dat gedetineerden in voorlopige hechtenis vaak gebukt gaan onder grote spanningen en arbeid hun een dankbare afleiding biedt;

overwegende dat in de plannen van de regering voorlopig gehechten straks gemiddeld twintig uur op cel zullen moeten verblijven;

verzoekt de regering, de arbeid als dagactiviteit te handhaven, ook voor voorlopig gehechten, indien zij dat wensen en zij een constructieve werkhouding tonen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Toorenburg, Schouw en Kooiman. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 498 (24587).

De heer Schouw (D66):

Voorzitter. Het wordt een warm voorjaar als de staatssecretaris unverfroren doorgaat met zijn plannen. Om hem te helpen bij het maken van verstandige keuzes, heeft mijn fractie drie moties voorbereid.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat 340 miljoen euro wordt bezuinigd op het gevangeniswezen;

overwegende dat de aangekondigde omvangrijke bezuinigingen en nieuwe maatregelen in het gevangeniswezen gevolgen hebben voor criminaliteitsbestrijding, het terugdringen van recidive en de inzet op resocialisatie van ex-gedetineerden;

van mening dat de risico's en gevolgen van de aangekondigde bezuinigingen inzichtelijk moeten zijn;

verzoekt de regering, inzichtelijk te maken wat de risico's en gevolgen van de bezuinigingen zijn voor criminaliteitsbestrijding, het terugdringen van recidive en de resocialisatie van ex-gedetineerden, en de Kamer hierover voor 15 mei 2013 te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Schouw, Kooiman, Van Toorenburg en Van Tongeren. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 499 (29587).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat 340 miljoen euro wordt bezuinigd op het gevangeniswezen;

overwegende dat de aangekondigde bezuinigingen en maatregelen in het gevangeniswezen gevolgen kunnen hebben voor de veiligheid in gevangenissen indien meer gevangenen per vierkante meter worden opgesloten en zij bovendien langer achter een gesloten deur moeten verblijven in een sterk versoberd detentieregime;

van mening dat de veiligheid binnen gevangenissen zowel voor het gevangenispersoneel als voor de gevangenen binnen beheersbare risicomarges gewaarborgd moet blijven;

verzoekt de regering, te onderzoeken welke risico's en gevolgen de bezuinigingen en maatregelen in het gevangeniswezen zullen hebben voor de veiligheid binnen gevangenissen en de Kamer hierover voor 15 mei 2013 te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Schouw, Kooiman, Van Toorenburg en Van Tongeren. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 500 (24587).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat een ingrijpende bezuiniging van 340 miljoen euro op de Dienst Justitiële Inrichtingen en tevens nieuwe maatregelen voor het gevangeniswezen zijn aangekondigd;

van mening dat bij zulke omvangrijke bezuinigingen en ingrijpende maatregelen inzichtelijk moet zijn welke adviezen, analyses en informatie is betrokken bij de gemaakte keuzes;

verzoekt de regering, alle documenten die betrokken zijn bij de gemaakte bezuinigingskeuzes zo spoedig mogelijk openbaar te maken en aan de Kamer te doen toekomen voor 15 april 2013,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Schouw, Kooiman, Van Toorenburg en Van Tongeren. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 501 (24587).

Hiermee is er een einde gekomen aan de inbreng van de Kamer. Ik schors de vergadering totdat de staatssecretaris alle moties in zijn bezit heeft.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Staatssecretaris Teeven:

Voorzitter. Ik dank de leden voor hun moties. De eerste twee moties, van de heer Bontes, gaan over de inhoud van het algemeen overleg. De andere acht moties gaan over dingen die niet tijdens het algemeen overleg zijn gewisseld, maar ik zal daar wel op reageren; zo zit de wereld in elkaar.

In de eerste motie van de heer Bontes, op stuk nr. 492, wordt de regering verzocht om de beklagmogelijkheden voor gedetineerden, zoals geregeld in Hoofdstuk XI van de Penitentiaire beginselenwet, nader te regelen, zodat van het beklagrecht alleen gebruikgemaakt kan worden zoals het oorspronkelijk bedoeld was. Ik had mevrouw Helder van de PVV aangegeven dat ik me zou oriënteren op vermindering van de mogelijkheden van het beklagrecht voor gedetineerden. Ik zou een onderzoek daarnaar laten uitvoeren. Die toezegging heb ik gedaan, omdat in de bespreking naar voren kwam dat over heel veel dingen wordt geklaagd, maar dat een directeur of, in het concrete geval, een commissie van toezicht die klachten dan vaak ook heel makkelijk weer kan afwijzen. Ik ga dat onderzoek echter wel doen. Ik laat het oordeel over deze motie aan de Kamer.

In de tweede motie van de heer Bontes, op stuk nr. 493, wordt de regering verzocht de mogelijkheden voor telehoren in zo veel mogelijk inrichtingen te realiseren. In heel veel inrichtingen is dat al gerealiseerd. De heer Bontes heeft zeker gelijk als hij constateert dat het niet overal wordt gebruikt en dat de zittende magistratuur niet altijd even positief is over de mogelijkheden van telehoren. Er worden nog veel gedetineerden heen en weer vervoerd vanuit huizen van bewaring en gevangenissen naar rechtbanken en gerechtshoven. Iedereen bij de Dienst Vervoer en Ondersteuning van DJI vraagt zich weleens verbaasd af waarom er zo veel transportbewegingen plaatsvinden. Ik zeg toe dat ik een brief zal sturen met een overzicht van de inrichtingen waar telehoren op dit moment mogelijk is en van het aantal keren dat daarvan gebruikgemaakt is in de afgelopen anderhalf jaar. Ik zal bezien in hoeverre het nog kan worden geoptimaliseerd. Wellicht is dat voor de heer Bontes reden om zijn motie aan te houden of in te trekken.

De derde motie, op stuk nr. 494, is van mevrouw Van Tongeren. Ze verzoekt de regering om te onderzoeken of en, zo ja, hoe de tijdelijke tendercontracten tot aan 2016–2017 zijn af te bouwen en om de Kamer daarover te berichten. Ik ontraad die motie. Tendercontracten zijn inderdaad tijdelijk, maar ze behelzen ook expertise. Als je die allemaal afbouwt, heb je niet meer alle expertise in huis die je nodig hebt om de dingen te doen die je wilt doen. Ik ben echter wel met de forensische sector tot het plan gekomen om drie locaties te sluiten. De sector heeft daarover dus meegedacht en meegepraat. Laat dat helder zijn. Met de tekst die er nu in staat, ontraad ik dus de motie, omdat er soms expertise is die je wel nodig hebt. Die zit soms ook in die tendercontracten.

De vierde motie, op stuk nr. 495, is van mevrouw Kooiman. Die motie lijkt van de misvatting uit te gaan dat de regering de vrijheid van meningsuiting niet huldigt. Dat doet ze echter wel. Ik ben het met mevrouw Kooiman eens dat dit een belangrijk grondrecht is. Verder hebben ook mensen die in het gevangeniswezen werkzaam zijn, het recht om hun mening te uiten. Dat geldt ook voor directeuren. Zij zijn echter allemaal ook rijksambtenaren. Er zijn afspraken met elkaar gemaakt over de vrijheid van meningsuiting. De hoofddirectie van de Dienst Justitiële Inrichtingen heeft afspraken met de directeuren gemaakt over de manier waarop dat gebeurt en aan de regionale directeuren is de ruimte gegeven om op te treden in de regionale media. Een aantal directeuren heeft dat ook gedaan. Volgens mij valt er helemaal niets aan te merken op de wijze waarop van het recht op vrije meningsuiting gebruik is gemaakt. Ook is afgesproken dat de directeuren niet optreden in de landelijke media. Alle directeuren gingen daarmee akkoord. Dan is het wel vervelend dat één directeur toch optreedt in de landelijke media. Het staat rijksambtenaren niet helemaal vrij om te doen en te laten wat hun goeddunkt, ook directeuren van penitentiaire inrichtingen niet. Het gaat dus niet om beperking van de vrijheid van meningsuiting, maar om de ruimte voor de rijksambtenaar. Die wordt soms inderdaad wel beperkt, zeker als er afspraken over worden gemaakt. Het is echter niet de bedoeling om censuur toe te passen. Wellicht is mijn toelichting voldoende duidelijk voor mevrouw Kooiman om de motie in te trekken.

De voorzitter:

Ik neem aan dat het oordeel is ontraden.

Staatssecretaris Teeven:

Ja, het oordeel is hartgrondig ontraden.

Mevrouw Kooiman (SP):

Ik begrijp dat er dan toch een censuur is, namelijk een censuur voor vestigingsdirecteuren om contact te hebben met de landelijke media. Verzoeken van vestigingsdirecteuren worden namelijk nog steeds vaak afgewezen.

Staatssecretaris Teeven:

Er zijn natuurlijk meer onderdelen in het rijksapparaat. Ook bij de politie is het niet heel gebruikelijk dat korpschefs en andere leidinggevenden ongebreideld contact hebben met landelijke media. Daarover wordt overlegd met leidinggevenden. Zij zijn ook rijksambtenaren. Zo wordt er dus ook met gevangenisdirecteuren omgegaan. Er was een afspraak gemaakt tussen de directeur en de hoofddirectie van de Dienst Justitiële Inrichtingen. Als een iemand meent zich daar niet aan te moeten houden, wordt tegen die persoon opgetreden. Zo simpel is het.

De voorzitter:

Mevrouw Kooiman, tot slot.

Mevrouw Kooiman (SP):

Er is een afspraak opgelegd, maar als er een heel groot masterplan of het in mijn ogen niet zo meesterlijke plan ligt, dan moeten vestigingsdirecteuren kunnen opkomen voor hun eigen personeel. In de motie vraag ik de staatssecretaris om hun die ruimte te bieden. Ik snap dat er afspraken zijn waardoor iemand niet kan lekken, bijvoorbeeld dat een aantal zaken nog bij het ministerie liggen. Nu deze plannen, die heel veel impact hebben op het personeel, al naar buiten zijn gekomen en vestigingsdirecteuren willen opkomen voor hun eigen personeel, moet die mogelijkheid er zijn.

Staatssecretaris Teeven:

Ik heb al gezegd dat er het recht van vrije meningsuiting is, dus ook mogelijkheden voor personeel om te demonstreren en actie te voeren. Al die mogelijkheden zijn er binnen de grenzen. Van die mogelijkheden is in de afgelopen weken door het personeel ook gebruikgemaakt. Er zijn ook mogelijkheden geweest voor de directeuren om in de regionale media op te treden, binnen de gemaakte afspraken. Verder zijn zij rijksambtenaren en hebben zij aan het bevoegd gezag te vragen hoe dat gaat. Die procedures zijn er. De motie moet ik ontraden.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Wij hebben als Kamer de verantwoordelijkheid opgepakt om een goede hoorzitting te houden over de problemen, de kansen en de bedreigingen van het masterplan. Kan de staatssecretaris ons vandaag wel toezeggen dat de vestigingsdirecteuren, de algemeen directeuren, de ondernemingsraad en mogelijk anderen die wij als Kamer willen horen, wel de vrijheid krijgen om in de Tweede Kamer te spreken?

Staatssecretaris Teeven:

Ik heb uit de procedurevergadering begrepen dat de Kamer een hoorzitting gaat organiseren. Daarvoor gelden de gebruikelijke procedures, zoals ze er ook voor andere hoorzittingen zijn geweest. Die zullen hier ook worden gevolgd.

De voorzitter:

Mevrouw Van Toorenburg, tot slot.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Dat is mij niet helemaal duidelijk. Ik wil graag een toezegging horen van de staatssecretaris dat de directeuren en de personeelsleden die door ons worden gehoord over het masterplan, vrijuit kunnen spreken.

Staatssecretaris Teeven:

Als er verzoeken binnenkomen, bestaan daarvoor procedures tussen Kamer en kabinet. Als er verzoeken binnenkomen voor de hoorzitting en de griffier mensen uitnodigt, zal ik daar namens het kabinet op reageren. Zo gaat dat.

Dan kom ik bij de motie van mevrouw Van Toorenburg en anderen, waarin de regering wordt verzocht om het masterplan in te trekken en de bezuinigingsmaatregelen voor het gevangeniswezen op te nemen in het integrale plan. In de brief die ik namens het kabinet heb gestuurd, met het masterplan, staat dat er tot 1 juli geen onomkeerbare beslissingen worden genomen. Dat staat er letterlijk in. Dat heeft ook te maken met een andere motie die door de Kamer is aangenomen, waarin wordt uitgesproken dat bezuinigingen binnen de rijksdiensten over alle landsdelen gelijk worden gespreid. Het is de verantwoordelijkheid van minister Blok om ervoor te zorgen dat dit gebeurt. Wij zullen dat ook doen, maar ik ga het masterplan op dit moment niet intrekken. Dat geldt ook voor de bezuinigingsmaatregelen. Ik moet dus de motie ontraden.

De heer Schouw (D66):

Ik heb een technische vraag. Minister Blok, die verantwoordelijk is voor de rijkshuisvesting, wist niet of hij voor of na de vakantie komt met zijn masterplan. Wat betekent dit voor de datum van 1 juli?

Staatssecretaris Teeven:

Wij hebben binnen het kabinet afspraken gemaakt. Die heb ik weergegeven in de brief die ik over het masterplan naar de Kamer heb gestuurd. Daarin staat het: voor 1 juli geen onomkeerbare beslissingen. Dat is ook binnen het kabinet gedeeld.

De heer Schouw (D66):

Naar mijn mening betekent dat, mevrouw de voorzitter, dat beide plannen gekoppeld zijn en dat deze staatssecretaris geen onomkeerbare besluiten neemt totdat het andere deel dat hieraan gekoppeld is, behandeld is door de Kamer.

Staatssecretaris Teeven:

Ik heb er met collega Blok uitgebreid over van gedachten gewisseld. Voor 1 juli aanstaande worden geen onomkeerbare beslissingen genomen.

In de motie op stuk nr. 497 van mevrouw Van Toorenburg en anderen wordt de regering verzocht, de plannen voor de bredere inzet van de elektronische detentie te heroverwegen. Zoals u wellicht hebt gemerkt, is het wetsvoorstel elektronische detentie in consultatie gegaan. Wij hebben met de adviesorganen afgesproken dat er een korte adviestermijn is van vier weken. Dat betekent dat de adviezen worden ingewonnen voor 1 mei. Dit heeft te maken met de bezuinigingsdoelstellingen die gekoppeld zijn aan het wetsvoorstel elektronische detentie. Nadat er advies is ingewonnen van de Raad van State, zal ik het zo spoedig mogelijk naar uw Kamer sturen. Ik ontraad de motie op dit moment.

In haar motie op stuk nr. 498 verzoekt mevrouw Van Toorenburg de regering, de arbeid als dagactiviteit te handhaven, ook voor voorlopig gehechten indien zij dat wensen en een constructieve werkhouding tonen. Ook hiervoor geldt dat er voor 1 juli geen onomkeerbare besluiten worden genomen. Als er politieke consensus over is, zou het op zichzelf kunnen worden ingevoerd zonder een wetswijziging. Ik ontraad de motie echter, want in het masterplan staat duidelijk dat een van de bezuinigingsdoelstellingen wordt gehaald door de arbeid niet meer aan te bieden aan voorlopig gehechten.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Ik heb even een gewetensvraag aan de staatssecretaris. Durft hij hier in de Kamer te zeggen dat wij het tijdens het algemeen overleg niet over elektronische detentie en niet over de arbeid hebben gehad?

Staatssecretaris Teeven:

Nee hoor, ik kan mij wel herinneren dat er over arbeid is gesproken en dat er ook vragen zijn gesteld. Volgens mij heb ik letterlijk geantwoord, puur uit mijn herinnering, dat kort voor of na 1 april een masterplan detentie aan de Tweede Kamer zou worden gezonden. Volgens mij heeft die vraag daarop betrekking, als mevrouw Van Toorenburg het zich nog goed herinnert.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Ik sla even aan op de eerste woorden van de staatssecretaris. Hij zei dat alleen de eerste drie moties over het algemeen overleg gingen. Ik wil hem er even aan herinneren dat wij ook vrij fel hebben gediscussieerd over elektronisch toezicht. Zijn eerste woorden zijn dan ook niet juist. Anders kan hij het stenogram van het algemeen overleg nog even nalezen.

Staatssecretaris Teeven:

In de motie op stuk nr. 499 van de heer Schouw en anderen wordt de regering verzocht, inzichtelijk te maken wat de risico's en gevolgen van de bezuinigingen zijn voor criminaliteitsbestrijding, het terugdringen van recidive en de resocialisatie van ex-gedetineerden en de Kamer hierover voor 15 mei aanstaande te informeren. Wij hebben onlangs een algemeen overleg gehad en morgen om 10.00 uur hebben wij ook nog een algemeen overleg reclassering op de agenda staan dat ook gaat over het terugdringen van recidive. Ik heb in de begeleidende brief bij het masterplan duidelijk aangegeven dat er geen risico's zijn. Ik wil best uitvoering geven aan deze motie door de Kamer te informeren, maar dan zal de heer Schouw iets nader moeten specificeren wat hij er precies mee bedoelt. Op dit moment kan ik de duiding van het dictum niet begrijpen, dus ik denk dat het iets meer moet worden gespecificeerd.

De heer Schouw (D66):

Volgens mij is die motie zo duidelijk als ze maar kan zijn. In zijn masterplan, dat ingegeven is door bezuinigingen in plaats van door een visie op het gevangeniswezen en op resocialisatie, beweert het kabinet dat de bezuinigingen geen gevolgen hebben voor resocialisatie en criminaliteitsbestrijding. Met andere woorden, met minder geld krijg je hetzelfde product. De ondertekenaars van de motie geloven dat niet en willen er graag een aparte studie, een apart onderzoek over hebben, al zijn het maar een paar A4'tjes van de vrienden van het WODC. Het kabinet gaat veel te kort door de bocht: met minder geld hetzelfde resultaat. Dat kan niet waar zijn.

Staatssecretaris Teeven:

Dan wordt het wel nader gespecificeerd. Dan moet ik de motie ontraden. Ik wil daar geen onderzoek van het WODC aan wijden. Het is wel zo dat het WODC voor de zomer zal rapporteren over deze nieuwe beperking. Dat komt er wel aan. Dat zou ik ook morgen gewisseld hebben in het algemeen overleg over de reclassering.

De heer Schouw (D66):

Dat het WODC met een rapport komt over recidive, vind ik een beetje vaag. Voor de helderheid: komt de WODC met een rapport over recidive ten aanzien van het pakket dat deze staatssecretaris heeft gepresenteerd?

Staatssecretaris Teeven:

Nee, daar komt het WODC niet mee. Nu de heer Schouw zijn vraag specificeert, moet ik de motie ontraden. Ik zie er ook geen aanleiding toe om weer een apart onderzoek te laten verrichten door het WODC. Ik zie ook niet in wat het WODC zou kunnen onderzoeken. Ik verwacht daar op dit moment dus helemaal niets van, behalve tijdverlies.

De voorzitter:

Gaat u verder.

Staatssecretaris Teeven:

De motie op stuk nr. 500 verzoekt de regering, te onderzoeken welke risico's en gevolgen de bezuinigingen en de maatregelen in het gevangeniswezen zullen hebben voor de veiligheid binnen gevangenissen. Ik heb daarover in de begeleidende brief aan de Kamer aangegeven dat de veiligheid niet in het geding mag komen door de bezuinigingen en dat we er ook voor zullen zorgen dat de veiligheid niet in het geding zal komen. Ik denk dus dat de Kamer op dit punt afdoende is geïnformeerd. Ik ontraad dus ook deze motie.

De heer Schouw (D66):

Ook hiervoor geldt: hoe dan? Hoe gaat deze staatssecretaris dat garanderen? Hij kan het toch niet bij stellingen laten in plannen die zo verschrikkelijk veel mensen aangaan? Daar is deze motie voor bedoeld.

Staatssecretaris Teeven:

Wij gaan dit nog uitgebreid met elkaar wisselen. Ik heb ook begrepen dat de Kamer een hoorzitting gaat houden. Ik neem aan dat daar ook nog informatie wordt ingewonnen. Het kabinet gaat dit dus nog uitgebreid met de Kamer wisselen. Ik heb aangegeven dat voor mij de veiligheid hoog in het vaandel staat en dat ik daar geen concessies aan wil doen. Het is nu veilig in de inrichtingen. We hebben geen ellende en we moeten ook geen ellende krijgen. Dat is precies wat er in de brief staat.

In de motie op stuk nr. 501 wordt de regering verzocht om alle documenten die betrokken zijn geweest bij de gemaakte bezuinigingskeuzes, zo spoedig mogelijk openbaar te maken. Ik heb moeten constateren dat de afgelopen weken het nodige naar buiten is gekomen in landelijke bladen. Er zijn in ieder geval een aantal rijksdocumenten verschenen in De Telegraaf. Dat betreur ik ten zeerste, maar ik heb laten weten dat de in die documenten genoemde argumenten, zeker de argumenten met betrekking tot veiligheid maar ook de andere argumenten, mij bekend waren. Wat dat betreft, denk ik dat de Kamer het op dit moment moet doen met het masterplan en de begeleidende brief. Ik ontraad dus ook deze motie.

De heer Bontes (PVV):

Ik wil de motie op stuk nr. 493 aanhouden. De toezeggingen van de staatssecretaris zijn duidelijk.

De voorzitter:

Op verzoek van de heer Bontes stel ik voor, zijn motie (24587, nr. 493) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik stel voor dat wij volgende week dinsdag stemmen over de ingediende moties.

Daartoe wordt besloten.

Naar boven