Tweede Kamer der Staten-Generaal

36 470 XIII Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (XIII) voor het jaar 2023 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota)

Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

Vergaderjaar 2023‒2024

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikelen 1 en 2

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2023 wijzigingen aan te brengen in:

  • 1. de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat;

  • 2. de begrotingsstaat inzake de agentschappen van dit ministerie.

De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).

Mede namens de Minister voor Klimaat en Energie,

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, M.A.M.Adriaansens

B. BEGROTINGSTOELICHTING

1 Leeswijzer

Opbouw tweede suppletoire begroting 2023

Deze tweede suppletoire begroting geeft een geactualiseerd beeld van de begrotingsuitvoering 2023. Onderdeel B, de begrotingstoelichting, is als volgt opgebouwd:

  • 1. Leeswijzer.

  • 2. Overzicht belangrijkste suppletoire uitgaven- en ontvangstenmutaties. De belangrijkste verplichtingenmutaties zijn toegelicht in de artikelen.

  • 3. Overzicht Coronamaatregelen. Een overzicht van de coronamaatregelen die op de begroting van het Ministerie van EZK zijn opgenomen.

  • 4. De beleidsartikelen. Voor ieder beleidsartikel is de tabel «Budgettaire gevolgen van beleid» opgenomen. Hierin zijn de begrotingsmutaties voor de verplichtingen, uitgaven en ontvangsten weergegeven.

  • 5. De niet-beleidsartikelen. In de budgettaire tabellen zijn de begrotingsmutaties voor de verplichtingen, uitgaven en ontvangsten opgenomen.

  • 6. De agentschappen. In deze tweede suppletoire begroting zijn de aanpassingen in de agentschapsparagrafen van de Nederlandse Emissieautoriteit (NEa) en de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) opgenomen.

Ondergrenzen toelichtingen

Voor het toelichten van de begrotingsmutaties zijn in deze tweede suppletoire begroting de ondergrenzen gehanteerd zoals opgenomen in de onderstaande tabel.

Tabel 1 Ondergrenzen conform RBV

Omvang begrotingsartikel (stand ontwerp-begroting) in € miljoen

Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen)

Technische mutaties (ondergrens in € miljoen)

< 50

1

2

=> 50 en < 200

2

4

=> 200 < 1000

5

10

=> 1000

10

20

In sommige gevallen, waar politiek relevant, worden ook posten toegelicht beneden deze ondergrenzen.

2 Beleid

2.1 Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties

Tabel 2 Belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2023 (Tweede suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
 

Art.

Uitgaven 2023

Vastgestelde begroting 2023 (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen)

 

16.721.603

Belangrijkste suppletoire mutaties

  
   

Coronamaatregelen

2

‒ 88.200

Nationaal Groeifonds middelen

2

‒ 348.000

Toekomstfonds

3

‒ 105.737

Klimaatfondsmiddelen

2+4

‒ 263.531

Dekking voor lagere SDE-ontvangsten

4

‒ 28.000

Uitvoeringskosten Klimaat medeoverheden

4

‒ 23.465

Versterkingsoperatie

5

‒ 300.000

Clusterings en gebiedsfonds

5

‒ 130.000

Vergoeding Norg akkoord

5

‒ 96.671

Waardevermeerderingsregeling

5

‒ 59.000

Nationaal programma Groningen

5

‒ 45.000

Vergoeding fysieke schade

5

‒ 33.000

Vergoeding immateriële schade

5

33.000

Diverse subsidies versterken

5

40.000

   

Overige mutaties

 

‒ 34.389

Stand 2e suppletoire begroting 2023

 

15.239.610

Belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2023

Toelichting

CoronamaatregelenDit betreft verschillende coronamaatregelen. De verlaging van het budget met € 10 mln betreft een bijstelling van het budget in verband met lager dan geraamd beroep op de TVL-regeling. Het budget voor de Time-out-Arrangement (TOA) dat door kredietverstrekker Qredits wordt uitgevoerd is met € 52,5 mln naar beneden bijgesteld als gevolg van minder aanvragen van bedrijven dan verwacht. De Garantie Ondernemersfinanciering Corona betreft alleen nog uitfinancieringen van aanvragen voordat de regeling is gesloten op 15 juni 2022. Vanwege lager dan verwacht beroep op de regeling is het budget met € 25,7 mln verlaagd.

Nationaal GroeifondsVoor het Nationaal Groeifonds zijn de middelen die dit jaar naar verwachting niet meer tot besteding komen naar beneden bijgesteld. Deze middelen worden bij het Voorjaar 2024 weer opgevraagd, dit volgt het reguliere fondsproces. Het betreft hier de projecten: Groenvermogen (- € 250 mln), Oncode-PACT (- € 10 mln), Circulaire Plastics (- € 55 mln), NEXGEN High Tech (- € 10 mln) en PhontonDelta (- € 23 mln).

ToekomstfondsIn deze post zijn verschillende regelingen verwerkt. Het gaat hier om Fund to Fund, ROM's, Deep Tech Fund en Risicokapitaal SEED. De bedragen voor deze regelingen zijn naar beneden bijgesteld. Voor Fund to Fund en ROM's worden minder uitgaven verwacht en stellen hierom het budget naar beneden bij. Voor Deep Tech Fund en SEED is er sprake van vertraging, hierom worden deze budgetten naar beneden bijgesteld.

KlimaatfondsmiddelenDe Klimaatfonds middelen die dit jaar naar verwachting niet meer tot besteding komen worden naar beneden bijgesteld. Deze middelen zullen in het voorjaar van 2024 weer opgevraagd en toegevoegd worden aan de EZK-begroting, dit volgt het reguliere fondsproces. Het betreft de volgende regelingen: Verduurzaming Industrie (- € 15 mln), Warmtenetten Investeringssubsidie (WIS, ‒ € 128,3 mln), IPCEI waterstof (- € 31,8 mln), Correctieregeling duurzame warmte (- € 30 mln) en het Flankerend beleid rond Wind op zee  (- € 58,5 mln).

Dekking voor lagere SDE- ontvangstenRVO verwacht fors minder aan terugbetalingen van te veel betaalde voorschotten SDE+/SDE++ te ontvangen dan eerder geraamd (€ 80 mln). Omdat het hogere bedrag eerder is ingezet om knelpunten binnen het SDE-domein (TenneT, locatieonderzoeken RVO) te dekken, wordt dekking geboden door de geplande storting in de reserve met eenzelfde bedrag te verlagen. Dit hangt samen met de ontvangstenmutatie van € 28 mln.

Uitvoeringskosten Klimaat medeoverhedenDit betreft een verlaging van het budget voor de SPUK-regeling voor de uitvoeringskosten van de medeoverheden met € 23,5 mln.

VersterkingsoperatieDe uitgaven voor de versterkingsoperatie vallen naar verwachting € 240 mln lager uit dan verwacht bij de eerste suppletoire begroting 2023. Tevens is € 40 mln overgeboekt naar Subsidies omdat een deel van de versterkingsoperatie wordt uitgekeerd in de vorm van een subsidie in plaats van een opdracht. Daarnaast is er € 20 mln naar (schade)vergoedingen overgeheveld omdat sinds de Tijdelijke Wet Groningen per 1 juli 2023 de mogelijkheid is om vergoeding te ontvangen voor het in eigen beheer uitvoeren van versterking.

Clusterings en gebiedsfondsIn het kader van de bestuurlijke afspraken uit 2020 worden uitkeringen gedaan aan medeoverheden voor clustering van woningen en het gebiedsfonds (blokken B en D uit de bestuurlijke afspraken). Voor zowel Blok B en D geldt dat de middelen in 2023 niet volledig tot besteding komen.

Vergoeding Norg akkoordVoor het gasjaar 2022-2023 wordt de vergoeding voor het Norg akkoord naar beneden bijgesteld op basis van de huidige gasprijs.

WaardevermeerderingsregelingDe Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat heeft aangekondigd de waardevermeerderingsregeling te verlengen tot 1 februari 2024 (Kamerstuk 33 529, nr. 1171). Het dan nog voor de regeling beschikbare budget uit de bij Voorjaarsnota 2022 vrijgemaakte € 145 mln wordt ingezet als dekking voor de aanpassingen van schadeafhandeling. De budgetmutatie om dit budget af te boeken voor de jaren 2024 t/m 2028 is verwerkt in de Nota van Wijziging op de Ontwerpbegroting 2024 (Kamerstuk 36 410 XIII, nr. 7), de mutatie voor 2023 in deze tweede suppletoire begroting van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat.

Nationaal programma GroningenMet het Nationaal Programma Groningen (NPG) wordt geïnvesteerd in de leefbaarheid, economische ontwikkeling en energietransitie in Groningen. Hiervoor is in totaal 1,5 mld euro beschikbaar, deze middelen zijn in gelijke jaartranches aan de begroting van EZK toegevoegd. Besteding van middelen vindt plaats op basis van project aanvragen vanuit de regio. Deze worden beoordeeld en goedgekeurd door het algemene bestuur van het NPG. De realisatie volgt logischerwijs dit proces. In 2023 zijn er minder aanvragen gedaan dan waarvoor in totaal budget beschikbaar was. Daarom zijn de uitgaven met 45 mln naar beneden bijgesteld.

Vergoeding fysieke schadeSinds 1 juli 2020 besluit het IMG over (fysieke) schadevergoedingen aan bewoners uit Groningen die aardbevingsschade hebben als gevolg van de gaswinning. Alhoewel het door de wijzigingen in de schadeafhandeling onzeker is hoe de uitputting van het budget voor fysieke schade verloopt tot eind 2023, verwacht het IMG niet dat het volledige budget voor vastgelopen dossiers in 2023 tot besteding komt (- € 33 mln).

Vergoeding immateriële schadeHet IMG verwacht voor de regeling voor immateriële schadevergoedingen tot eind 2023 ca. € 33 mln meer uit te geven dan eerder geraamd, dit komt door een aantal door het IMG aangekondigde wijzigingen in de regeling (het gelijkstellen van uitkeringen van gezinsleden, de regeling voor het immateriële schade kinderen en jongeren en de verruiming van de regeling voor het beschikken van bezwaar).

Diverse subsidies versterkenEr is € 40 mln overgeheveld omdat een deel van de versterkingsoperatie wordt uitgekeerd in de vorm van een subsidie in plaats van een opdracht.

Belangrijkste suppletoire ontvangstenmutaties 2023

Tabel 3 Belangrijkste suppletoire ontvangstenmutaties 2023 (Tweede suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
 

Art.

Ontvangsten 2023

Vastgestelde begroting 2023 (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen)

 

9.968.751

Belangrijkste suppletoire mutaties

  
   

Boeteontvangsten High Trust

1

‒ 12.431

Bijstelling ETS-ontvangsten

4

‒ 50.000

SDE-ontvangsten

4

‒ 28.000

Bijstelling ontvangsten Mijnbouwwet

5

‒ 20.000

Versterkingsoperatie

5

‒ 303.440

Bijstelling Ontvangsten NCG

40

‒ 28.047

   

Overige mutaties

 

16.749

Stand 2e suppletoire begroting 2023

 

9.543.582

Toelichting

Boeteontvangsten High TrustDe High Trust-ontvangsten bestaan voornamelijk uit door de ACM ontvangen boetes. Die fluctueren door de jaren heen. Dit komt onder andere door het aantal en de hoogte van door de ACM opgelegde boetes. De ACM is hierin volledig onafhankelijk. Op basis van de huidige realisatie is de raming van de boete ontvangsten met € 12,4 mln verlaagd.

Bijstelling ETS- ontvangstenOp basis van een nieuwe inschatting van de voor 2023 verwachte ETS-ontvangsten wordt de ontvangstenraming met € 50 mln naar beneden bijgesteld.

SDE- ontvangstenRVO verwacht fors minder aan terugbetalingen van te veel betaalde voorschotten SDE+/SDE++ te ontvangen dan eerder geraamd (€ 80 mln). Omdat het hogere bedrag eerder is ingezet om knelpunten binnen het SDE-domein (TenneT, locatieonderzoeken RVO) te dekken, wordt dekking geboden door de geplande storting in de reserve met eenzelfde bedrag te verlagen. Dit hangt samen met de uitgavenmutatie van € 28 mln.

Bijstelling ontvangsten MijnbouwetDe lagere vergoeding voor het Norg akkoord leidt tot ook lagere ontvangsten voor de Staat. De ontvangsten Mijnbouwwet zijn daarom met € 20 mln naar beneden bijgesteld.

VersterkingsoperatieDe ontvangsten voor versterkingsoperatie vallen lager uit dan verwacht (- € 303,4 mln), omdat de uitgaven lager uitvallen en de NAM 60% van de facturen betaalt.

Bijstelling Ontvangsten NCGDe raming van de ontvangsten wordt verlaagd met € 28 mln op grond van de bijstelling naar de prognose van de NCG. De reden hiervoor is dat de NAM 60% van de facturen betaalt.

2.2 Overzicht Coronamaatregelen

De periode van voorjaar 2020 tot en met het eerste kwartaal van 2022 was voor een belangrijk deel getekend door de coronacrisis. Het kabinet heeft https://www.rijksfinancien.nl/corona-visualdiverse (nood)maatregelen genomen om de crisis het hoofd te bieden. Deze paragraaf geeft een overzicht van de maatregelen die op de begroting van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat zijn genomen. Een uitgebreid overzicht is te vinden op https://www.rijksfinancien.nl/corona-visual.

Tabel 4 Coronamaatregelen op de EZK-begroting (bedragen x € 1 mln)1

Art.

Omschrijving maatregel

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Vindplaats

2

Tegemoetkoming vaste lasten (TVL)

281

     

Kamerstuk 35 420, nr. 38, Kamerstuk 35 420, nr. 42, Kamerstuk 35 420, nr. 81, Kamerstuk 35 420, nr. 105, Kamerstuk 35 420, nr. 214, Kamerstuk 35 420, nr. 217, Kamerstuk 35 420, nr. 226, Kamerstuk 35 420, nr. 237, Kamerstuk 35 420, nr. 247, Kamerstuk 35 420, nr. 248, Kamerstuk 35 420, nr. 270, Kamerstuk 35 420, nr. 314, Kamerstuk 35 420, nr. 273, Kamerstuk 35 420, nr. 458, Kamerstuk 35 420, nr. 462, Kamerstuk 35 420, nr 466, Kamerstuk 35 420, nr. 479

2

Tegemoetkoming vaste lasten starters

4

     

Kamerstuk 35 420, nr. 217, Kamerstuk 35 420, nr. 479

2

Herstructurering winkelgebieden en binnensteden

10

16

15

12

  

Kamerstuk 31 757, nr. 105

2

Subsidieregeling R&D mobiliteitssectoren

34

33

28

13

  

Kamerstuk 35 420, nr. 248

2

Evenementenregelingen

11

     

Kamerstuk 35 420, nr. 217, Kamerstuk 35 420, nr. 354, Kamerstuk 35 420, nr 454, Kamerstuk 35 420, nr 462

2

Qredits

18

30

    

Kamerstuk 35 420, nr. 2, Kamerstuk 35 420, nr. 16, Kamerstuk 35 420, nr. 105, Kamerstuk 35 420, nr. 217, Kamerstuk 35 420, nr. 277

2

Garantie ondernemersfinanciering (GO-Corona)

24

25

25

25

  

Kamerstuk 35 420, nr. 2, Kamerstuk 35 420, nr. 16, Kamerstuk 35 420, nr. 462

2

Bijdrage RVO.nl

18

0

0

0

0

 

Kamerstuk 35 420, nr. 2, Kamerstuk 35 420, nr. 38, Kamerstuk 35 420, nr. 105, Kamerstuk 35 420, nr. 217, Kamerstuk 35 420, nr. 248

3

Dutch Future Fund

11

6

2

   

Kamerstuk 33 009, nr. 96

3

Deep Tech Fund

50

25

25

65

  

Kamerstuk 33 009, nr. 96

3

Fonds Alternatieve Financiering (Dutch Alternative Credit Instrument)

22

10

10

   

Kamerstuk 33 009, nr. 96

         
 

Totaal

482

145

105

115

0

0

 
X Noot
1

De aanvullende middelen voor EU-cofinanciering zijn niet in deze tabel opgenomen want deze zijn maar ten dele corona-gerelateerd. Zij bewerkstelligen een economische impuls die bovendien -door de aanspraak op Europese middelen hierdoor- een grote hefboomwerking kennen. Bedragen onder de € 0,5 mln zijn in het overzicht rekenkundig afgerond naar nul.

Tabel 5 Ontvangsten coronamaatregelen op de EZK-begroting (bedragen x € 1 mln)1

Art.

Omschrijving maatregel

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Vindplaats

2

Tegemoetkoming vaste lasten (TVL)

200

     

Kamerstuk 35 420, nr. 38, Kamerstuk 35 420, nr. 42, Kamerstuk 35 420, nr. 81, Kamerstuk 35 420, nr. 105, Kamerstuk 35 420, nr. 214, Kamerstuk 35 420, nr. 217, Kamerstuk 35 420, nr. 226, Kamerstuk 35 420, nr. 237, Kamerstuk 35 420, nr. 247, Kamerstuk 35 420, nr. 248, Kamerstuk 35 420, nr. 270, Kamerstuk 35 420, nr. 314, Kamerstuk 35 420, nr. 273, Kamerstuk 35 420, nr. 458, Kamerstuk 35 420, nr. 462, Kamerstuk 35 420, nr 466, Kamerstuk 35 420, nr. 479

2

Voucherkredietfaciliteit/Leningsfaciliteiten reissector (Bedrijfssteun)

43

42

40

39

6

17

Kamerstuk 35 420, nr. 72, Kamerstuk 35 420, nr. 105, Kamerstuk 35 420, nr. 252

2

Onttrekking reserve BMKB

1

     

Kamerstuk 35 420, nr. 1, Kamerstuk 35 420, nr. 16

2

Onttrekking begrotingsreserve Klein Krediet Corona (KKC)

0

     

Kamerstuk 35 420, nr. 31, Kamerstuk 35 420, nr. 462

2

Bijdrage RVO.nl

2

     

Kamerstuk 35 420, nr. 2, Kamerstuk 35 420, nr. 38, Kamerstuk 35 420, nr. 105, Kamerstuk 35 420, nr. 217, Kamerstuk 35 420, nr. 248

3

Corona Overbruggingslening (COL)

27

30

210

   

Kamerstuk 35 420, nr. 16, Kamerstuk 35 420, nr. 38, Kamerstuk 35 420, nr. 42

         
 

Totaal

273

72

250

39

6

17

 
X Noot
1

Bedragen onder de € 0,5 mln zijn in het overzicht rekenkundig afgerond naar nul.

3 Beleidsartikelen

3.1 Beleidsartikel 1 Goed functionerende economie en markten

Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 6 Budgettaire gevolgen van beleid art. 1 Goed functionerende economie en markten (Tweede suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen) (1)

Mutaties 2e suppletoire begroting (2)

Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)

Verplichtingen

375.132

19.903

395.035

    

Uitgaven

326.319

19.903

346.222

    

Subsidies (regelingen)

32.172

5.212

37.384

Cyber security

551

5.137

5.688

Subsidiemaatregel telecom Caribisch Nederland

3.999

‒ 332

3.667

EU-cofinanciering Digital Europe

5.799

‒ 145

5.654

Beter aanbesteden

306

 

306

NGF - project AiNed

15.027

‒ 48

14.979

NGF - project Nationaal Onderwijslab

6.490

 

6.490

Inkoopdomein

0

600

600

    

Opdrachten

30.612

4.466

35.078

Onderzoek&opdrachten

6.977

‒ 3.836

3.141

Beleidsvoorbereiding en evaluaties Veiligheid en Frequenties

3.812

790

4.602

Digital trust centre

1.425

‒ 918

507

Cyber security

7.822

‒ 2.725

5.097

ICT beleid

5.938

2.778

8.716

Terugbetaling boetes ACM

0

11.337

11.337

CSIRT - DSP

2.133

‒ 2.044

89

Nationaal Groeifonds

2.111

‒ 550

1.561

Vervolgprogramma beter aanbesteden

394

‒ 366

28

    

Bijdrage aan agentschappen

62.258

5.974

68.232

Bijdrage RVO.nl

20.856

3.434

24.290

Bijdrage RDI

41.402

2.540

43.942

    

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

196.294

4.251

200.545

Bijdrage Metrologie

12.330

4.251

16.581

Raad voor de Accreditatie

1.461

 

1.461

Bijdrage ACM

848

 

848

Bijdrage aan het CBS

181.655

 

181.655

    

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

4.983

0

4.983

Bijdrage Nederlands Normalisatie Instituut

1.405

 

1.405

Bijdrage aan internationale organisaties

3.578

 

3.578

    

Ontvangsten

177.913

‒ 6.217

171.696

Ontvangsten ACM

162

 

162

Ontvangsten High Trust

40.200

‒ 12.431

27.769

Diverse ontvangsten

137.551

6.214

143.765

Tabel 7 Uitsplitsing verplichtingen (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen) (1)

Mutaties 2e suppletoire begroting (2)

Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)

Verplichtingen

375.132

19.903

395.035

waarvan garantieverplichtingen

  

0

waarvan overige verplichtingen

375.132

19.903

395.035

Budgetflexibiliteit

De oorspronkelijke budgetflexibiliteit in de ontwerpbegroting 2023 was circa 2%, oftewel 98% van het kasbudget was al juridisch verplicht. Bij de 1e suppletoire begroting 2023 steeg dit naar 99%, vanwege reeds aangegane verplichtingen bij onder andere de onderzoeksbudgetten.

Het percentage juridisch verplicht bij de 2e suppletoire begroting is 100%, 1% hoger dan bij de 1e suppletoire begroting. Dit heeft te maken met reeds aangegane verplichtingen bij onder andere Cybersecurity en ICT-beleid.

Toelichting

Uitgaven

Cyber security

Betreft het beschikbaar stellen van middelen ter financiering van de jaarbundel 2024 voor de Electronic Commerce Platform (ECP) en de subsidies van het Digital Trust Center (DTC) die door RVO worden uitgevoerd.

Terugbetaling boetes ACM

Betreft de terugbetaling van reeds ontvangen boetes van de ACM. De ACM is onafhankelijk in de keuze al dan niet een boete op te leggen. Omdat het aanspannen van een gerechtelijke procedure de betalingsverplichting niet opschort is het - afhankelijk van de gerechtelijke uitspraak bij beroep of hoger beroep - mogelijk dat de ACM een deel van de ontvangen bedragen in een komend jaar moet terugbetalen.

Ontvangsten

Ontvangsten High Trust

De High Trust-ontvangsten bestaan voornamelijk uit door de ACM ontvangen boetes. Die fluctueren door de jaren heen. Dit komt onder andere door het aantal en de hoogte van door de ACM opgelegde boetes. De ACM is hierin volledig onafhankelijk. Op basis van de huidige realisatie is de raming van de boete ontvangsten met € 12,4 mln verlaagd.

Diverse ontvangsten

Betreft de verrekening van de onderbesteding op de jaaropdracht 2022 van de RDI. De onderbesteding is onder andere ontstaan door problematiek rondom werving van personeel als gevolg van de arbeidsmarktkrapte en door capacaiteitsproblemen en vertragingen bij de uitvoeringstaken.

3.2 Beleidsartikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei

Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 8 Budgettaire gevolgen van beleid art. 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en duurzaam ondernemen (Tweede suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen) (1)

Mutaties 2e suppletoire begroting (2)

Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)

Verplichtingen

5.380.227

‒ 371.031

5.009.196

    

Uitgaven

3.185.607

‒ 487.083

2.698.524

    

Subsidies (regelingen)

1.782.271

‒ 395.774

1.386.497

MKB-Innovatiestimulering Topsectoren (MIT)

5.575

 

5.575

Eurostars

21.831

‒ 1.211

20.620

Bevorderen ondernemerschap

21.561

‒ 2.284

19.277

Cofinanciering EFRO

31.478

‒ 987

30.491

Bijdrage aan ROM's

11.353

300

11.653

Verduurzaming industrie

61.810

753

62.563

Startup beleid

11.066

‒ 150

10.916

Urgendamaatregelen Industrie

5.200

 

5.200

Invest-Nl

11.683

2.953

14.636

Tegemoetkoming vaste lasten

291.120

‒ 10.000

281.120

Europees Defensie Fonds cofinanciering

10.496

‒ 7.661

2.835

Tegemoetkoming vaste lasten Startersregeling

4.000

 

4.000

Infrastructuur duurzame industrie (PIDI)

1.200

 

1.200

Herstructurering winkelgebieden

16.623

 

16.623

R&D mobiliteitssectoren

33.848

 

33.848

SEG

9.592

 

9.592

NGF - project Groenvermogen van de Nederlandse economie

314.876

‒ 250.000

64.876

NGF - project Health-RI

12.000

 

12.000

NGF - project RegMed XB

7.111

 

7.111

NGF - project QuantumDeltaNL

82.507

 

82.507

NGF - project Oncode-PACT

65.926

‒ 10.000

55.926

NGF - project Circulaire Plastics

77.540

‒ 55.276

22.264

NGF - project NXTGEN HIGH TECH

141.448

‒ 10.007

131.441

NGF - project PhotonDelta

75.119

‒ 27.549

47.570

NGF - project Opschaling PPS beroepsonderwijs

41.250

 

41.250

IPCEI Cloudinfrastructuur en services

11.658

 

11.658

IPCEI Micro elektronica

8.202

 

8.202

Aanvullende tegemoetkoming evenementen

1.454

 

1.454

Investeringen Verduurzaming Industrie - Klimaatfonds

25.971

‒ 15.000

10.971

EuroHPC

5.136

‒ 3.668

1.468

EuroQCI

2.836

 

2.836

Tegemoetkoming Energiekosten

330.000

 

330.000

Brexit Adjustment Reserve

19.265

 

19.265

Overig

11.536

‒ 5.987

5.549

    

Leningen

130.000

‒ 47.951

82.049

Qredits

70.000

‒ 52.500

17.500

NGF project PhotonDelta leningen

60.000

4.549

64.549

    

Garanties

112.195

‒ 25.700

86.495

BMKB

42.228

 

42.228

Groeifaciliteit

8.222

 

8.222

Garantie Ondernemersfinanciering

11.745

 

11.745

Garantie Ondernemersfinanciering Corona

50.000

‒ 25.700

24.300

    

Opdrachten

14.145

‒ 1.162

12.983

Onderzoek en opdrachten

6.674

‒ 857

5.817

Caribisch Nederland

736

314

1.050

Regeldruk

2.998

‒ 586

2.412

Budget Samenwerking regio

861

‒ 33

828

Small Business Innovation Research

1.376

 

1.376

Stikstofaanpask piekbelasters industrie

1.500

 

1.500

    

Bijdrage aan agentschappen

182.692

‒ 421

182.271

Bijdrage RVO.nl

181.947

‒ 421

181.526

Bijdrage RDI

745

 

745

    

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

425.126

11.363

436.489

Bijdrage aan TNO

239.157

7.940

247.097

Kamer van Koophandel

162.540

3.423

165.963

Bijdrage aan NWO-TTW

23.429

 

23.429

    

Bijdrage aan medeoverheden

38.667

0

38.667

MKB Innovatiestimulering Topsectoren (MIT)

38.667

 

38.667

    

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

500.511

‒ 27.438

473.073

Internationaal Innoveren

59.246

‒ 13.718

45.528

PPS toeslag

220.308

‒ 6.362

213.946

TO2 (excl. TNO)

63.002

‒ 1.398

61.604

Topsectoren overig

17.846

‒ 1.715

16.131

Ruimtevaart (ESA)

85.681

 

85.681

Bijdrage NBTC

10.439

 

10.439

Overige bijdragen aan organisaties

6.184

‒ 2.248

3.936

Economische ontwikkeling en technologie

2.272

‒ 1.750

522

EU-cofinanciering JTF

20.106

‒ 247

19.859

Faciliteiten toegepast onderziek TO2 en RKI

8.025

 

8.025

NGF project NXTGEN Ruimtevaart

7.402

 

7.402

    

Ontvangsten

362.463

10.535

372.998

Luchtvaartkredietfaciliteit

1.809

 

1.809

Rijksoctrooiwet

47.041

 

47.041

Eurostars

4.250

 

4.250

F-35

10.576

 

10.576

Diverse ontvangsten

1.754

9.308

11.062

Bedrijfssteun

43.033

 

43.033

Tegemoetkoming vaste lasten

200.000

 

200.000

BMKB

33.000

 

33.000

Onttrekking reserve BMKB

0

1.177

1.177

Groeifaciliteit

8.000

 

8.000

Garantie Ondernemingsfinanciering

13.000

 

13.000

Onttrekking reserve KKC

0

50

50

Tabel 9 Uitsplitsing verplichtingen (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen) (1)

Mutaties 2e suppletoire begroting (2)

Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)

Verplichtingen

5.380.227

‒ 371.031

5.009.196

waarvan garantieverplichtingen

1.250.000

 

1.250.000

waarvan overige verplichtingen

4.130.227

‒ 371.031

3.759.196

Budgetflexibiliteit

De oorspronkelijke budgetflexibiliteit in de ontwerpbegroting 2023 was 42%, oftewel 58% van het kasbudget 2023 was op dat moment juridisch verplicht. Bij de 1e suppletoire begroting 2023 daalde dit naar 53%, met name als gevolg van toegevoegd budget voor NGF-projecten en Tegemoetkoming Energiekosten, waarvoor nog geen juridische verplichtingen waren aangegaan. Doordat er gedurende het jaar verplichtingen zijn aangegaan is het percentage juridisch verplicht voor de 2e suppletoire begroting 2023 gestegen naar 81%. Van de 19% van het budget in 2023 dat nog niet juridisch is verplicht, is 14% bestuurlijk gebonden.

Toelichting

Verplichtingen

Ten opzichte van de stand in de Miljoenennota word het verplichtingenbudget in 2023 met € 371 mln verlaagd. De belangrijkste veranderingen zijn de volgende:

  • Voor het NGF-Project Groenvermogen van de Nederlandse economie wordt het verplichtingenbudget met € 250 mln verlaagd. Onderuitputting is ontstaan als gevolg van een vertraging in de uitvoering. Diverse (deel)projecten - waaronder de ondersteuning van grootschalige demonstraties en ketenprojecten via een zogenaamde ‘opschalingsregeling’ - zullen naar verwachting pas in 2024 tot uitvoering komen. In het voorjaar van 2024 zal van de mogelijkheid gebruik gemaakt worden om het budget dat in 2023 niet wordt besteed weer beschikbaar te stellen voor de zelfde doelen en uitgaven via de specifieke eindejaarsmarge die voor alle NGF-projecten geldt.

  • Het aantal aanvragen op de VEKI-regeling blijft vooralsnog achter bij de oorspronkelijke raming. Investeringen lijken onder andere uit te blijven door gestegen prijzen. Hierom wordt het verplichtingenbudget met € 100 mln naar beneden bijgesteld. De regeling staat nog open tot in januari 2024. Naar verwachting zullen voor de sluitingsdatum nog wel meer aanvragen worden ingediend, maar deze zullen pas in 2024 worden behandeld, verplicht en betaald. In het voorjaar van 2024 zal van de mogelijkheid gebruik gemaakt worden om het budget dat in 2023 niet wordt besteed weer beschikbaar te stellen voor de zelfde doelen en uitgaven. Dit zijn Klimaatfondsmiddelen en deze blijven behouden voor 2024 vanwege de 100% eindejaarsmarge.

  • Voor het NGF-project Circulaire Plastics is het verplichtingenbudget met € 75 mln naar beneden bijgesteld. Onderuitputting is ontstaan als gevolg van een vertraging in de uitvoering. Diverse (deel)projecten zullen naar verwachting pas in 2024 tot uitvoering komen. In het voorjaar van 2024 zal van de mogelijkheid gebruik gemaakt worden om het budget dat in 2023 niet wordt besteed weer beschikbaar te stellen voor de zelfde doelen en uitgaven via de specifieke eindejaarsmarge die voor alle NGF-projecten geldt.

  • In het kader van de (additionele) CO2-reductiedoelen voor de Nederlandse Industrie wordt conform de Maatwerkaanpak Industrie en de daarvoor gereserveerde middelen in het Klimaatfonds een financiele bijdrage geleverd voor een CCS-project bij Yara. Ten behoeve van een spoedige investeringsbeslissing (FID) door Yara en om nog in 2023 een financiele bijdrage aan dit project te kunnen leveren is er € 30 mln aan verplichtingenbudget beschikbaar gesteld voor een subsidiebeschikking. Dit leidt pas in 2024 tot kasuitgaven.

  • Verhoging van het verplichtingenbudget voor PPS-toeslag met € 27 mln. De PPS-toeslag regeling heeft geen gemaximeerd plafond voor aanvragen. De verhoging is nodig om te voorzien in de omvang van de voor 2023 te verwachten subsidieaanvragen.

  • Voor het NGF-project PhotonDelta is er vertraging opgelopen waardoor een subsidie niet dit jaar, maar volgend jaar wordt verleent. In het voorjaar van 2024 zal van de mogelijkheid gebruik gemaakt worden om het budget dat in 2023 niet wordt besteed weer beschikbaar te stellen voor de zelfde doelen en uitgaven via de specifieke eindejaarsmarge die voor alle NGF-projecten geldt.

  • Het verplichtingenbudget voor TNO wordt verhoogd met € 15,6 mln in verband met diverse overboekingen van andere departementen voor door TNO uit te voeren projecten.

Uitgaven

Subsidies

Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL)

De verlaging van het budget van de TVL met € 10 mln betreft een bijstelling van het budget op basis van actuele ramingen van RVO.nl.

NGF-Project Groenvermogen van de Nederlandse economie

Voor het NGF-Project Groenvermogen van de Nederlandse economie wordt het kasbudget evenredig aan het verplichtingenbudget met € 250 mln verlaagd. Onderuitputting is ontstaan als gevolg van een vertraging in de uitvoering. Diverse (deel)projecten - waaronder de ondersteuning van grootschalige demonstraties en ketenprojecten via een zogenaamde ‘opschalingsregeling’ - zullen naar verwachting pas in 2024 tot uitvoering komen. In het voorjaar van 2024 zal het budget dat in 2023 niet wordt besteed weer beschikbaar komen voor de zelfde doelen en uitgaven.

NGF-Project Oncode-PACT

Voor het NGF-project Oncode-PACT wordt er naar verwachting minder besteed dan initieel geraamd. Hierom wordt het kasbudget met € 10 mln verlaagd. Deze middelen zullen worden toegevoegd aan het budget van 2024.

NGF-Project Circulaire Plastics

Voor het NGF-project Circulaire Plastics is het kasbudget met € 55 mln naar beneden bijgesteld. Onderuitputting is ontstaan als gevolg van een vertraging in de uitvoering. Diverse (deel)projecten zullen naar verwachting pas in 2024 tot uitvoering komen. In het voorjaar van 2024 zal het budget dat in 2023 niet wordt besteed weer beschikbaar komen voor de zelfde doelen en uitgaven.

NGF-Project NXTGEN HIGH TECH

Voor het NGF-project NXTGEN HIGH TECH blijft er ongeveer € 10 mln budget over vanwege een te hoge eerste inschatting van het kasbudget voor 2023. De middelen zullen worden toegevoegd aan het budget van 2024 en meelopen in de nieuwe ronde uitgaven.

NGF-Project PhotonDelta

Voor het NGF-project PhotonDelta is er vertraging opgelopen waardoor een subsidie niet dit jaar, maar volgend jaar wordt verleent. De middelen á € 23 mln zullen worden toegevoegd aan het kas- en verplichtingenbudget van 2024.

Investeringen Verduurzaming Industrie - Klimaatfonds

Het aantal aanvragen op de VEKI-regeling blijft vooralsnog achter bij de oorspronkelijke raming. Investeringen lijken onder andere uit te blijven door gestegen prijzen. Hierom wordt het kasbudget met € 15 mln naar beneden bijgesteld. De regeling staat nog open tot in januari 2024. Naar verwachting zullen voor de sluitingsdatum nog wel meer aanvragen worden ingediend, maar deze zullen pas in 2024 worden behandeld, verplicht en betaald. Het budget dat hiervoor nodig is zal in het voorjaar weer worden toegevoegd aan de begroting voor 2024. Dit zijn Klimaatfondsmiddelen en deze blijven behouden voor 2024 vanwege de 100% eindejaarsmarge.

Leningen

Qredits

Het budget voor de Time-out-arrangement (TOA) dat door kredietverstrekker Qredits wordt uitgevoerd is met € 52,5 mln naar beneden bijgesteld als gevolg van minder aanvragen van bedrijven dan verwacht.

Garanties

Garantie Ondernemersfinanciering Corona

De Garantie Ondernemersfinanciering Corona betreft alleen nog uitfinancieringen van aanvragen nadat de regeling is gesloten op 15 juni 2022. Vanwege lager dan verwacht beroep op de regeling is het budget met € 25,7 mln verlaagd.

Bijdrage aan (inter-)nationale organisatie

Internationaal Innoveren

Het budget voor de regeling internationaal innoveren is naar beneden bijgesteld met € 13,7 mln als gevolg van minder aanspraak op de regeling dan oorspronkelijk begroot.

Toelichting op de begrotingsreserves

Er zijn begrotingsreserves voor de Borgstelling MKB-kredieten (BMKB) (inclusief het Coronaluik), de Borgstelling MKB-kredieten groen (BMKB groen), de regeling Garantie Ondernemingsfinanciering (GO) (inclusief de Coronamodule van de GO), de groeifaciliteit (GF), de garanties voor nieuwe aanbieders van MKB-financiering en de regeling Klein Krediet Corona (KKC).

De reguliere GO, GF en de garanties voor alternatieve aanbieders van MKB- financiering betreffen kostendekkende garanties, waarvan de te realiseren premieontvangsten naar verwachting toereikend zijn voor het afdekken van eventuele verliesdeclaraties. Er worden ultimo 2023 onttrekkingen voorgenomen voor de kasbuffers voor de BMKB (Corona) (€ 1,2 mln) en de KKC (€ 0,1 mln).

Ultimo begrotingsjaar wordt mede op basis van het gebruik van deze faciliteiten en de daarbij behorende gerealiseerde ontvangsten en uitgaven voor deze regelingen definitief vastgesteld of er een aanvullende onttrekking of storting dient plaats te vinden.

Tabel 10 Begrotingsreserve Borgstelling MKB-kredieten (BMKB) (bedragen x € 1 mln)

Stand 1/1/2023

218,8

+ Geraamde storting

 

– Geraamde onttrekking

‒ 1,2

Stand (raming) per 31/12/2023

217,6

Tabel 11 Begrotingsreserve Borgstelling MKB-kredieten groen (BMKB groen) (bedragen x € 1 mln)

Stand 1/1/2023

16,2

+ Geraamde storting

 

– Geraamde onttrekking

 

Stand (raming) per 31/12/2023

16,2

Tabel 12 Begrotingsreserve Garantie Ondernemingsfinanciering (GO) (bedragen x € 1 mln)

Stand 1/1/2023

207,9

+ Geraamde storting

 

– Geraamde onttrekking

 

Stand (raming) per 31/12/2023

207,9

Tabel 13 Begrotingsreserve Groeifaciliteit (bedragen x € 1 mln)

Stand 1/1/2023

66,8

+ Geraamde storting

 

– Geraamde onttrekking

 

Stand (raming) per 31/12/2023

66,8

Tabel 14 Begrotingsreserve Garantie MKB-faciliteiten (bedragen x € 1 mln)

Stand 1/1/2023

21,8

+ Geraamde storting

 

– Geraamde onttrekking

 

Stand (raming) per 31/12/2023

21,8

Tabel 15 Begrotingsreserve Klein Krediet Corona (bedragen x € 1 mln)

Stand 1/1/2023

15,9

+ Geraamde storting

 

– Geraamde onttrekking

‒ 0,1

Stand (raming) per 31/12/2023

15,8

3.3 Beleidsartikel 3 Toekomstfonds

Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 16 Budgettaire gevolgen van beleid art. 3 Toekomstfonds (Tweede suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen) (1)

Mutaties 2e suppletoire begroting (2)

Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)

Verplichtingen

424.526

‒ 9.975

414.551

    

Uitgaven

596.305

‒ 105.712

490.593

    

Subsidies (regelingen)

4.837

0

4.837

Smart Industry (subsidie)

433

 

433

Thematisch Technology Transfer

4.404

 

4.404

    

Leningen

571.797

‒ 105.737

466.060

Startups / MKB financiering

   

Volledig revolverend

   

Fund to Fund

78.763

‒ 53.822

24.941

ROM's

28.465

‒ 13.849

14.616

Dutch Future Fund

10.917

 

10.917

Deep Tech Fund

60.000

‒ 10.000

50.000

Fonds Alternatieve Financiering

22.157

 

22.157

Economische Veiligheid Fonds

50.000

 

50.000

European Tech Champions Initiative (ETCI)

100.000

 

100.000

Deels revolverend

   

Innovatiekrediet

67.537

 

67.537

Risicokapitaal SEED

80.556

‒ 28.066

52.490

Vroege fase / informal investors

38.171

 

38.171

Q4C

9.689

 

9.689

Investeringen in fundamenteel en toegepast onderzoek

   

Met vermogensbehoud

   

Investeringen in fundamenteel en toegepast onderzoek

5.071

 

5.071

Onco research

10.305

 

10.305

Smart Industry (leningen)

298

 

298

Thematische Technology Transfer

9.868

 

9.868

    

Bijdrage aan agentschappen

19.671

25

19.696

Bijdrage RVO.nl

19.671

25

19.696

    

Ontvangsten

127.066

0

127.066

ROM's

27.166

 

27.166

Fund to Fund

65.550

 

65.550

DVI II

4.050

 

4.050

Tabel 17 Uitsplitsing verplichtingen (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen) (1)

Mutaties 2e suppletoire begroting (2)

Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)

Verplichtingen

424.526

‒ 9.975

414.551

waarvan garantieverplichtingen

  

0

waarvan overige verplichtingen

424.526

‒ 9.975

414.551

Budgetflexibiliteit

De oorspronkelijke budgetflexibiliteit in de ontwerpbegroting 2023 was 27%, oftewel 73% van het kasbudget in 2023 was juridisch verplicht. Bij de 1e suppletoire begroting 2023 steeg dit naar 85%. Doordat er bij de Prinsjesdag Suppletoire middelen zijn toegevoegd voor Economische Veiligheid (50 mln) en het European Tech Champions Initiative (ETCI; 100 mln), welke nog niet juridisch verplicht zijn maar wel bestuurlijk gebonden, is het percentage juridisch verplicht voor de 2e suppletoire begroting 2023 gedaald naar 61%. Van de 39% van het budget in 2023 dat nog niet juridisch is verplicht, is 30% bestuurlijk gebonden.

Toelichting

Verplichtingen

Ten opzichte van de stand in de Miljoenennota word het verplichtingenbudget in 2023 met € 10 mln verlaagd. De belangrijkste veranderingen zijn de volgende:

  • Voor kapitaalverstrekking aan de Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen (ROM) is minder gerealiseerd dan geraamd en wordt daarom het verplichtingenbudget met € 10 mln naar beneden bijgesteld.

Uitgaven

Leningen

Fund to Fund

Onder het Fund to Fund wordt het Dutch Venture Initiative en Dutch Venture Initiative II uitgevoerd door de Regionale Ontwikkelingsmaatschappij (ROM) Oost NL. Omdat de ontvangsten op de fondsen door Oost NL opnieuw worden ingezet voor uitgaven wordt er naar verwachting € 53,8 mln minder opgevraagd vanuit de EZK begroting. Hierom wordt het kasbudget voor dit instrument met € 53,8 mln naar beneden bijgesteld.

ROMs

Voor kapitaalverstrekking aan de Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen (ROM) is minder gerealiseerd dan geraamd en wordt daarom het kasbudget verlaagd met € 13,8 mln.

Deep Tech Fund

Het Deep Tech Fund is als onderdeel van het steun- en herstelpakket van augustus 2020 na enkele jaren vertraging dit jaar begonnen met de eerste capital calls vanuit Invest NL. Naar verwachting zal het gehele budget niet worden benut in 2023 en daarom wordt het kasbudget met € 10 mln naar beneden bijgesteld. De verwachting is dat in 2024 dit budget benut wordt.

Risicokapitaal SEED

Doordat er in eerdere jaren vertraging is opgelopen wordt er minder besteed dan origineel geraamd. Hierom wordt het kasbudget voor de SEED-regeling met € 28 mln verlaagd waarvan zeker is dat dit niet meer in 2023 wordt besteed. De budgetten zijn wel verplicht, de verwachting is dat de kas de komende jaren wordt uitgeven.

3.4 Beleidsartikel 4 Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering

Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 18 Budgettaire gevolgen van beleid art. 4 Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering (Tweede suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen) (1)

Mutaties 2e suppletoire begroting (2)

Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)

Verplichtingen

26.544.630

76.791

26.621.421

    

Uitgaven

8.375.216

‒ 322.802

8.052.414

    

Subsidies (regelingen)

7.074.752

‒ 266.904

6.807.848

Missiegedreven Onderzoek Ontwikkeling en Innovatie (MOOI)

63.602

2.937

66.539

Hernieuwbare Energietransitie (HER+)

45.319

‒ 8.480

36.839

Energie-efficiency

2.624

 

2.624

Green Deals

462

1.965

2.427

Demonstratieregeling Energie- en Klimaatinnovatie (DEI+)

77.226

‒ 15.743

61.483

Subsidieregeling Duurzame Scheepsbouw (SDS)

3.424

‒ 454

2.970

Projecten Klimaat en Energieakkoord

5.802

‒ 123

5.679

SDE

0

900

900

SDE+

485.275

‒ 65.464

419.811

SDE++

832.375

 

832.375

Aardwarmte

30.000

 

30.000

ISDE-regeling

591.320

8.717

600.037

Carbon Capture Storage (CCS)

3.170

‒ 250

2.920

Hoge Flux Reactor

6.440

‒ 39

6.401

Caribisch Nederland

21.777

‒ 1.646

20.131

Overige subsidies

92.897

‒ 28.661

64.236

Opschalingsinstrument waterstof

1.000

2.150

3.150

Ombouw grootverbruikers

0

1.950

1.950

Subsidieregeling Coöperatieve Energieopwekking (SCE)

0

 

0

Subsidieondersteuning verduurzaming MKB

5.489

‒ 5.289

200

IPCEI waterstof

175.724

‒ 33.962

141.762

Vulmaatregelen gasopslag

70.000

 

70.000

MIEK

5.908

‒ 2.377

3.531

Schadeafhandeling mijnbouw Limburg

3.337

 

3.337

Warmtenetten Investeringssubsidie (WIS)

130.000

‒ 128.500

1.500

NGF-project NieuweWarmteNu!

17.820

 

17.820

Tegemoetkoming energieprijzen 2022

9.345

 

9.345

Tijdelijk prijsplafond energie kleinverbruikers 2023

3.797.830

 

3.797.830

Compensatie aanbestedende diensten SEFE-contracten

20.000

 

20.000

Tegemoetkoming blokaansluitingen

513.335

‒ 75

513.260

Uitbreiding ontwikkelfonds energiecoöperaties warmteprojecten

26.551

240

26.791

Investeringen waterstofbackbone

36.700

5.300

42.000

    

Leningen

84.000

‒ 200

83.800

Lening EBN

19.000

 

19.000

Lening InvestNL

65.000

‒ 200

64.800

    

Garanties

175.600

‒ 175.600

0

Garantie CCS/Porthos

175.600

‒ 175.600

0

    

Opdrachten

96.795

4.646

101.441

Onderzoek mijnbouwbodembeweging

3.510

‒ 1.061

2.449

SodM onderzoek

1.914

200

2.114

Uitvoeringsagenda klimaat

153

‒ 10

143

Klimaat mondiaal

1.084

100

1.184

Onderzoek en opdrachten

65.243

‒ 5.124

60.119

Programma Opwek Energie op Rijksvastgoed (OER)

14.391

 

14.391

Energiehulp Oekraïne

10.500

10.541

21.041

    

Bijdrage aan agentschappen

146.313

1.677

147.990

Bijdrage RVO.nl

121.214

1.144

122.358

Bijdrage RDI

4.801

‒ 180

4.621

Bijdrage NEa

15.214

 

15.214

Bijdrage KNMI

1.834

713

2.547

Bijdrage NVWA

968

 

968

Bijdrage RIVM

0

 

0

Bijdrage RWS

2.282

 

2.282

    

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

151.872

‒ 2.836

149.036

Doorsluis COVA-heffing

108.639

‒ 5.339

103.300

TNO kerndepartement

41.324

2.503

43.827

TNO SodM

1.909

 

1.909

    

Bijdrage aan medeoverheden

405.853

‒ 28.744

377.109

Uitkoopregeling

2.861

 

2.861

Regeling toezicht energiebesparingsplicht

13.768

‒ 60

13.708

Uitvoeringskosten klimaat medeoverheden

389.224

‒ 28.684

360.540

    

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

14.031

‒ 2.441

11.590

Nuclear Research Group (NRG)

8.382

 

8.382

Internationale contributies

2.208

 

2.208

PBL Rekenmeesterfunctie

2.441

‒ 2.441

0

ILT handhaving F-gassen

1.000

 

1.000

    

Storting/onttrekking begrotingsreserve

226.000

147.600

373.600

Storting in begrotingsreserve duurzame energie en klimaattransitie

226.000

147.600

373.600

    

Ontvangsten

2.441.772

‒ 78.000

2.363.772

Ontvangsten COVA

111.000

 

111.000

Ontvangsten lening EBN Bergermeer

0

 

0

Opbrengsten tenders Wind op Zee

63.500

 

63.500

Opbrengst heffing ODE (SDE++)

225.000

 

225.000

Ontvangsten zoutwinning

2.511

 

2.511

Onttrekking reserve duurzame energie en klimaattransitie

454.186

 

454.186

ETS-ontvangsten

1.350.000

‒ 50.000

1.300.000

Diverse ontvangsten

235.575

‒ 28.000

207.575

Tabel 19 Uitsplitsing verplichtingen (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen) (1)

Mutaties 2e suppletoire begroting (2)

Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)

Verplichtingen

26.544.630

76.791

26.621.421

waarvan garantieverplichtingen

219.800

‒ 175.600

44.200

waarvan overige verplichtingen

26.324.830

252.391

26.577.221

Budgetflexibiliteit

De oorspronkelijke budgetflexibiliteit in de Ontwerpbegroting 2023 was ongeveer 24%, ofwel 76% van het beschikbare kasbudget was al juridisch verplicht. Met de mutaties van de 1e en 2e suppletoire begrotingen stijgt het percentage jurigisch verplicht naar 92%: het resterende budget is vrijwel geheel bestuurlijk gebonden, bijvoorbeeld door de afspraak dat onbesteed gebleven middelen binnen het SDE-domein in de reserve duurzame energie en klimaattransitie gestort moeten worden en de afspraak dat onbesteed gebleven Klimaatfondsmiddelen doorschuiven naar 2024.

Toelichting

Verplichtingen

De verhoging van het verplichtingenbudget met € 76,8 mln die in het kader van de Najaarsnota wordt doorgevoerd is een saldo van verhogingen en verlagingen van het verplichtingenbudget.

De belangrijkste verhogingen van verplichtingenbudgetten betreffen:

  • TNO Kerndepartement (€ 13,5 mln): net als voor de andere TNO-onderdelen wordt ook voor TNO-AGE de opdracht 2024 al in 2023 verstrekt, hiervoor is het verplichtingenbudget eenmalig met € 10 mln opgehoogd. Het restant van de ophoging betreft aanvullende opdrachten aan TNO voor 2023.

  • De DEI+-regeling (€ 13,5 mln): de verhoging is noodzakelijk omdat een aantal projecten van de openstelling 2022 pas begin 2023 beschikt zijn. Deze verplichtingen kwamen bovenop de verplichtingen uit de reguliere openstelling 2023.

  • Onderzoek en opdrachten (€ 7,6 mln): het budget is opgehoogd met € 12,2 mln door een schuif van kernenergiebudgetten van 2024 naar 2023 en door ophoging van het budget voor het voeren van kolenprocedures met € 2,1 mln. Daarnaast is het budget met een groot aantal kleinere mutaties opgehoogd met € 1,8 mln, Daar staat tegenover een verlaging met € 8,4 mln doordat dit budget is verschoven naar Uitvoeringskosten klimaat medeoverheden ter financiering van de uitvoeringskosten op het gebied van kernenergieprojecten.

  • Energiehulp Oekraïne (€ 10,5 mln): er zijn extra middelen beschikbaar gesteld voor de leveringen voor onder meer transformatoren, schakelcomponenten en kabels die nodig zijn om het elektriciteitsnet in Oekraïne te herstellen. 

  • Storting in de begrotingsreserve duurzame energie en klimaattransitie (€ 147,6 mln): voor de garantieregeling Porthos is vorig jaar € 153,7 mln uit de SDE-middelen gedekt. Daarnaast is € 21,9 mln aan provisies ontvangen van de partijen die bij de garantieregeling betrokken waren. Nu blijkt dat er geen beroep gedaan zal worden op de garantieregeling, wordt het gehele overtollige budget in de reserve duurzame energie en klimaattransitie gestort. Hiertegenover staat een verlaging van de storting met € 28 mln ter dekking van de tegenvallende RVO-ontvangsten van terugbetaalde subsidievoorschotten van de SDE, de SDE+ en de SDE++.

  • Opschalingsinstrument waterstof (€ 254,2 mln): het budget is met € 249,9 mln opgehoogd door het schuiven van budgetten uit 2024 en verder naar 2023. Daarnaast is het budget met € 4,3 mln opgehoogd ter financiering van de Specifieke Uitkering (SPUK) aan de gemeente Hoogeveen voor de uitvoering van een waterstofpilot in deze gemeente.

Tegenover deze verhogingen staan verlagingen van het verplichtingenbudget van:

  • Doorsluis COVA-heffing (€ 5,3 mln): door de hogere brandstofprijzen in 2023 is minder aan de pomp getankt dan eerder begroot.

  • Uitvoeringskosten klimaat medeoverheden (€ 7,9 mln): deze verlaging is een saldo van met name een afroming van het budget voor de SPUK-regeling voor de uitvoeringskosten klimaat van de medeoverheden (-€ 13,3 mln) en een ophoging van het budget voor uitvoeringskosten medeoverheden op het gebied van kernenergie (+€ 6,2 mln).

  • Garantie CCS/Porthos (€ 175,6 mln): voor de garantieregeling Porthos is vorig jaar € 153,7 mln uit de SDE-middelen gedekt. Daarnaast is € 21,9 mln aan provisies ontvangen op basis van de garantieregeling. Nu blijkt dat er geen beroep gedaan zal worden op de garantieregeling, wordt het gehele overtollige budget afgeboekt en in de reserve duurzame energie en klimaattransitie gestort.

  • SDE+ (€ 108,9 mln): het budget is met € 5,8 mln verlaagd door budgetoverhevelingen naar IenW ter financiering van de kosten in 2023 van het Maritiem Informatievoorziening ServicePunt (MIVSP) en van de kosten voor het waarborgen van de scheepvaartveiligheid rond de windparken op zee. Daarnaast worden de Klimaatfondsmiddelen voor het flankerend beleid Wind op Zee met in totaal € 103,1 mln naar beneden bijgesteld, vooral omdat een groot deel van de geplande locatieonderzoeken van RVO pas in 2024 zullen plaatsvinden. Deze middelen blijven behouden voor 2024 vanwege de 100%-eindejaarsmarge die geldt voor Klimaatfondsbudgetten.

  • Subsidieregeling Verduurzaming MKB (€ 14,3 mln): omdat er in 2023 nauwelijks aanvragen zijn ingediend voor de SVM-regeling, wordt het beschikbare verplichtingenbudget verlaagd naar € 0,2 mln.

  • Warmtenetten Investeringssubsidie (WIS): het Klimaatfondsbudget wordt met € 50 mln naar beneden bijgesteld, omdat de subsidie voor een project naar verwachting pas in 2024 zal worden toegezegd. Ook deze middelen blijven behouden voor 2024 vanwege de 100%-eindejaarsmarge die geldt voor Klimaatfondsbudgetten.

Uitgaven

Subsidies

Hernieuwbare Energietransitie (HER+)

Op de middelen die bestemd zijn voor de HER+-subsidieregeling is er sprake van lagere uitgaven van € 8,5 mln, omdat er minder subsidievoorschotten in 2023 zullen worden uitbetaald dan eerder geraamd.

Demonstratieregeling Enrgie- en klimaatinnovatie (DEI+)

Op het kasbudget van de DEI+ is sprake van een onderuitputting van € 15,7 mln, vooral als gevolg van vertraging in de uitvoering van projecten.

SDE+

De verlaging van het SDE+-kasbudget met € 65,5 mln wordt enerzijds veroorzaakt door enkele grote budgetoverhevelingen naar de begroting van IenW (€ 5,8 mln) en een verschuiving van budget naar de SDE-regeling en de ISDE (€ 1,2 mln), anderzijds door verlaging van het Klimaatfondsbudget voor het flankerend beleid rond wind op zee (waaronder de locatieonderzoeken van RVO) met € 58,5 mln. Deze middelen blijven behouden voor 2024 vanwege de 100%-eindejaarsmarge die geldt voor Klimaatfondsbudgetten. Zie ook bij Verplichtingen.

ISDE

Hoewel de prognose voor de betalingen op de ISDE-regeling onzeker is, wordt op het totale kasbudget 2023 een relatief klein tekort verwacht. Om te voorkomen dat subsidiebeschikkingen hierdoor niet kunnen worden uitbetaald, wordt het kasbudget met € 8,7 mln opgehoogd.

Overige subsidies

Onder het budget Overige subsidies valt onder andere de Correctieregeling duurzame warmte. De middelen hiervoor zijn op basis van de motie Grimwis-Erkens vanuit het Klimaatfonds beschikbaar gesteld. Op deze middelen is sprake van een verlaging van € 30 mln, omdat dit deel van de in 2023 toegezegde subsidies pas in 2024 zal worden uitbetaald. Ook deze middelen blijven behouden voor 2024 vanwege de 100%-eindejaarsmarge die geldt voor Klimaatfondsbudgetten.

Subsidieondersteuning Verduurzaming MKB (SVM)

Omdat er in 2023 nauwelijks gebruik wordt gemaakt van de SVM-regeling, wordt het beschikbare kasbudget met € 5,3 mln verlaagd naar € 0,2 mln. Zie ook bij Verplichtingen.

IPCEI Waterstof

Het kasbudget voor de IPCEI Waterstof wordt met in totaal € 34 mln naar beneden bijgesteld als gevolg van vertraging in de gefinancierde projecten. Hiervan heeft € 31,8 mln betrekking op Klimaatfondsmiddelen. Deze middelen blijven behouden voor 2024 vanwege de 100%-eindejaarsmarge die geldt voor Klimaatfondsbudgetten.

Warmtenetten Investeringssubsidie (WIS)

Het Klimaatfondsbudget voor de WIS-regeling wordt met € 128,2 mln naar beneden bijgesteld omdat het overgrote deel van de betalingen op de beschikkingen die in 2023 worden afgegeven pas in 2024 zullen plaatsvinden. Ook deze middelen blijven behouden voor 2024 vanwege de 100%-eindejaarsmarge die geldt voor Klimaatfondsbudgetten. Zie ook bij Verplichtingen. Daarnaast wordt € 0,3 mln overgeheveld naar het apparaatsartikel (artikel 40) ter financiering van inhuur van beleidsmedewerkers die de WIS in 2023 begeleiden.

Investeringen waterstofbackbone

Op de subsidie aan Gasunie voor het aanleggen van de waterstofbackbone zal naar verwachting in 2023 € 5,3 mln meer bevoorschot worden dan oorspronkelijke geraamd, daarom wordt het kasbudget met dit bedrag opgehoogd.

Garanties

Garantie CCS-porthos

Voor de garantieregeling Porthos is vorig jaar € 153,7 mln uit de SDE-middelen gedekt. Daarnaast is € 21,9 mln van de bij het Porthos-project betrokken partijen ontvangen aan betaalde provisies voor de garantieregeling, waarmee het uitgavenbudget eerder is opgehoogd. Nu blijkt dat er geen beroep gedaan zal worden op de garantieregeling, wordt dit overtollige budget in zijn geheel afgeboekt en in de reserve duurzame energie en klimaattransitie gestort. Zie ook bij Verplichtingen.

Opdrachten

Onderzoek en opdrachten

Naast een groot aantal kleinere mutaties wordt het beschikbare kasbudget verlaagd met € 5,1 mln doordat budget is verschoven naar Uitvoeringskosten klimaat medeoverheden ter financiering van de uitvoeringskosten op het gebied van kernenergieprojecten.

Energiehulp Oekraïne

Zie de toelichting bij Verplichtingen.

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

Doorsluis COVA-heffing

Zie de toelichting bij Verplichtingen.

Bijdragen aan medeoverheden

Uitvoeringskosten klimaat medeoverheden

De verlaging van het budget met € 28,7 mln is een saldo van met name een verlaging van het budget van het Nationaal Programma RES met € 9,6 mln, een verlaging van het budget voor de SPUK-regeling voor de uitvoeringskosten van de medeoverheden met € 23,5 mln en een ophoging van het budget voor uitvoeringskosten medeoverheden op het gebied van kernenergie met € 5 mln.

Stortingen begrotingsreserve

Storting in begrotingsreserve duurzame energie en klimaattransitie

Zie de toelichting bij Verplichtingen.

Ontvangsten

ETS-ontvangsten

Op basis van een nieuwe inschatting van de voor 2023 verwachte ETS-ontvangsten wordt de ontvangstenraming met € 50 mln naar beneden bijgesteld.

Diverse ontvangsten

Op de RVO-ontvangsten van terugbetaalde subsidievoorschotten van de SDE, de SDE+ en de SDE++ wordt een tegenvaller verwacht van € 28 mln. De ontvangstenraming wordt met dit bedrag verlaagd, dekking wordt geboden door verlaging van de storting in de reserve duurzame energie en klimaattransitie met een even groot bedrag.

Toelichting op de begrotingsreserves

Tabel 20 Begrotingsreserve Duurzame energie en klimaattransitie (bedragen x € 1 mln)

Stand 1/1/2023

5.029,6

+ Geraamde storting

373,6

– Geraamde onttrekking

‒ 454,2

Stand (raming) per 31/12/2023

4.949,0

De begrotingsreserve voor duurzame energie en klimaattransitie is bestemd voor onbesteed gebleven middelen als gevolg van vertraging bij of het niet doorgaan van projecten waaraan subsidie is toegekend op basis van de SDE, de SDE+, de SDE++, de HER+ of de ISDE. Via de reserve blijven deze middelen ook in de toekomst beschikbaar voor het stimuleren van hernieuwbare energieproductie of CO2-reductie. In 2023 zal in totaal € 373,6 mln in de begrotingsreserve gestort worden als onderuitputting op de SDE, de SDE+, de SDE++, de HER+, de ISDE en de garantieregeling CCS/Porthos (die voor het grootste deel vanuit de SDE-middelen is gefinancierd).

De verwachte onttrekking van in totaal € 454,2 mln betreft:

  • de onttrekking van € 450 mln en toevoeging aan het SDE++-budget, als onderdeel van de in totaal € 1,7 mld onttrekking waartoe in de Startnota van het kabinet Rutte-III besloten is.

  • De onttrekking van € 4,2 mln om de extra uitgaven op de SCE-regeling in 2023 als gevolg van het amendement-Sienot c.s. (Kamerstuk 35 570 XIII, nr. 12) te dekken.

Tabel 21 Begrotingsreserve Aardwarmte (bedragen x € 1 mln)

Stand 1/1/2023

18,1

+ Geraamde storting

 

– Geraamde onttrekking

‒ 0,1

Stand (raming) per 31/12/2023

18,0

De begrotingsreserve voor de garantieregeling Aardwarmte is bedoeld om het budget voor het mogelijk uitbetalen van verliesdeclaraties meerjarig in te kunnen zetten en een eventuele mismatch in de tijd tussen inkomsten (premies) en uitgaven (verliesdeclaraties) op te vangen. Om gebruik te kunnen maken van de garantieregeling Aardwarmte betalen marktpartijen een kostendekkende premie aan de uitvoerder van de regeling (RVO.nl) die wordt gestort in de begrotingsreserve. In 2023 zijn er geen garanties verstrekt en dus ook geen provisies ontvangen. De onttrekking betreft de kosten die RVO maakt voor de uitvoering van de regeling.

Tabel 22 Begrotingsreserve aan ECN verstrekte leningen (bedragen x € 1 mln)

Stand 1/1/2023

6,6

+ Geraamde storting

 

– Geraamde onttrekking

 

Stand (raming) per 31/12/2023

6,6

De middelen in de begrotingsreserve risicopremie NRG zullen worden aangesproken als de Nuclear Reseach Group (NRG) – al dan niet tijdelijk of gedeeltelijk – niet kan voldoen aan de terugbetalingsverplichtingen volgens de afgesloten leningsovereenkomst.

3.5 Beleidsartikel 5 Een veilig Groningen met perspectief

Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 23 Budgettaire gevolgen van beleid art. 5 Een veilig Groningen met perspectief (Tweede suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen) (1)

Mutaties 2e suppletoire begroting (2)

Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)

Verplichtingen

3.567.507

‒ 551.633

3.015.874

    

Uitgaven

3.589.290

‒ 580.447

3.008.843

    

Subsidies (regelingen)

627.580

‒ 23.100

604.480

Waardevermeerderingsregeling

105.984

‒ 59.000

46.984

Geestelijke bijstand

1.060

0

1.060

Duurzaam herstel

28.000

‒ 7.500

20.500

Woonbedrijf

3.646

0

3.646

Diverse subsidies versterken

119.677

43.400

163.077

Subsidieregelingen bestuurlijke afspraken

213.933

0

213.933

Huurderscompensatie

350

0

350

Nieuwbouwregeling

4.930

0

4.930

Uitbreiding bereik woningsverbeteringssubsidie

150.000

0

150.000

    

(Schade)vergoeding

549.267

17.000

566.267

Vergoeding fysieke schade

329.946

‒ 33.000

296.946

Vergoeding waardedaling

67.500

0

67.500

Vergoeding immateriële schade

70.000

33.000

103.000

Commissie Bijzondere Situaties

4.459

0

4.459

Herbeoordeling waardedaling

17.031

0

17.031

Vastgelopen dossiers

22.669

‒ 5.000

17.669

Vergoeding zelf aangebrachte voorzieningen

6.862

0

6.862

Vergoeding schade door versterkingsmaatregelen

10.000

10.000

20.000

Knelpunten (bestuurlijke afspraken)

10.000

0

10.000

Versterken industrie

800

0

800

Knelpunten IMG

10.000

0

10.000

Versterken in eigen beheer

0

11.000

11.000

Duurzaam herstel

0

1.000

1.000

    

Opdrachten

1.788.923

‒ 405.771

1.383.152

Werkbudgetten

39.977

‒ 11.600

28.377

Versterkingsoperatie

848.377

‒ 299.500

548.877

Knelpunten (bestuurlijke afspraken)

24.157

0

24.157

Versterken industrie

241

0

241

Nieuwbouwregeling

0

0

0

Vergoeding Norg akkoord

856.671

‒ 96.671

760.000

Vastgelopen dossiers

4.500

‒ 3.000

1.500

Verduurzaming bij versterken

15.000

‒ 1.000

14.000

Duurzaam Herstel

0

6.000

6.000

    

Bijdrage aan agentschappen

201.172

0

201.172

Bijdrage RVO.nl

198.602

0

198.602

Bijdrage aan bestuur Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG)

2.570

0

2.570

    

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

1.400

180

1.580

TNO publieke SDRA

1.400

180

1.580

    

Bijdrage aan medeoverheden

413.602

‒ 168.300

245.302

Mkb-programma (bestuurlijke afspraken)

4.400

0

4.400

Nationaal Programma Groningen

138.095

‒ 45.000

93.095

Compensatie gemeenten en provincie (bestuurlijke afspraken)

15.650

0

15.650

Clustering en gebiedsfonds (bestuurlijke afspraken)

251.457

‒ 130.000

121.457

Sociaal-emotionele ondersteuning door gemeenten (bestuurlijke afspraken)

4.000

0

4.000

NCG bijdrage aan medeoverheden

0

6.700

6.700

    

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

7.346

‒ 456

6.890

Adviescollege Veiligheid Groningen (ACVG)

3.098

0

3.098

Raad voor Rechtspraak

4.248

‒ 456

3.792

    

Ontvangsten

6.708.356

‒ 323.440

6.384.916

Ontvangsten NAM fysieke schade

268.600

0

268.600

Ontvangsten NAM uitvoeringskosten schade

201.433

0

201.433

Dividenduitkering EBN

2.381.600

0

2.381.600

Dividenduitkering GasTerra

3.600

0

3.600

Ontvangsten Mijnbouwwet

3.183.000

‒ 20.000

3.163.000

Ontvangsten NAM waardedaling

38.200

0

38.200

Ontvangsten NAM immateriële schade

55.700

0

55.700

Ontvangsten NAM publieke SDRA

2.827

0

2.827

Ontvangsten NAM versterken industrie

2.843

0

2.843

Ontvangsten NAM versterkingsoperatie

540.623

‒ 303440

237.183

Nationaal Programma Groningen (bijdrage NAM)

25.000

0

25.000

Ontvangsten NAM Nieuwbouwregeling

4.930

0

4.930

Tabel 24 Uitsplitsing verplichtingen (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen) (1)

Mutaties 2e suppletoire begroting (2)

Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)

Verplichtingen

3.567.507

‒ 551.633

3.015.874

waarvan garantieverplichtingen

   

waarvan overige verplichtingen

3.567.507

‒ 551.633

3.015.874

Budgetflexibiliteit

Van het totale uitgavenbudget op artikel 5 in 2023 is circa 76% juridisch verplicht, 21% bestuurlijk gebonden en de overige 3% beleidsmatig gereserveerd. Dit is het geval omdat de meeste uitgaven op artikel 5 een verplichting zijn op basis van wettelijke of ministeriële regelingen of onderdeel zijn van de bestuurlijke afspraken uit november 2020. Daarbij is eveneens de grootste uitgavenpost in 2023, de vergoeding voor het Norg akkoord (€ 760 mln), juridisch verplicht.

Toelichting

Verplichtingen en uitgaven

Subsidies

Waardevermeerderingsregeling

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat heeft aangekondigd de waardevermeerderingsregeling te verlengen tot 1 februari 2024 (Kamerstuk 33 529, nr. 1171). Het dan nog voor de regeling beschikbare budget uit de bij Voorjaarsnota 2022 vrijgemaakte € 145 mln wordt ingezet als dekking voor de aanpassingen van schadeafhandeling. De budgetmutatie om dit budget af te boeken voor de jaren 2024 t/m 2028 is verwerkt in de Nota van Wijziging op de Ontwerpbegroting 2024 (Kamerstuk 36 410 XIII, nr. 7), de mutatie voor 2023 (- € 59 mln) in deze tweede suppletoire begroting van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat.

Na de aankondiging van de verlenging tot 1 februari 2024 is door de Tweede Kamer een amendement aangenomen waarin de regeling wordt verlengd tot 1 februari 2025 en wordt uitgebreid (Kamerstuk 36 410 XIII, nr. 25). Uw Kamer wordt separaat geïnformeerd over de regeling.

Diverse subsidies versterken

Het verschil van € 43,4 mln wordt veroorzaakt door twee overhevelingen van de categorie opdrachten naar de categorie subsidies. Ten eerste is er € 40 mln overgeheveld omdat een deel van de versterkingsoperatie wordt uitgekeerd in de vorm van een subsidie in plaats van een opdracht. Dat blijkt meer te zijn dan verwacht. Ten tweede vindt er ten behoeve van betaling van een subsidie in het kader van het Zorgakkoord Groningen een overheveling van  € 3,4 mln plaats van het werkbudget van VPG naar Diverse subsidies versterken

(Schade)vergoeding

Vergoeding fysieke schade

Sinds 1 juli 2020 besluit het IMG over (fysieke) schadevergoedingen aan bewoners uit Groningen die aardbevingsschade hebben als gevolg van de gaswinning. Alhoewel het door de wijzigingen in de schadeafhandeling onzeker is hoe de uitputting van het budget voor fysieke schade verloopt tot eind 2023, verwacht het IMG niet dat het volledige budget voor vastgelopen dossiers in 2023 tot besteding komt (- € 33 mln).

Vergoeding immateriële schade

Het IMG verwacht  voor de regeling voor immateriële schadevergoedingen tot eind 2023 ca. € 33 mln meer uit te geven dan eerder geraamd, dit komt door een aantal door het IMG aangekondigde wijzigingen in de regeling (het gelijkstellen van uitkeringen van gezinsleden, de regeling voor het immateriële schade kinderen en jongeren en de verruiming van de regeling voor het beschikken van bezwaar).

Vergoeding schade door versterkingsmaatregelen

Tot 1 juli 2023 was er een aparte regeling 'schade door versterkingsmaatregelen'. Deze regeling is per 1 juli 2023 overgegaan in de Tijdelijke wet Groningen. Omdat dit wordt verantwoord onder de categorie (schade)vergoedingen wordt € 10 mln vanuit de categorie opdrachten overgeheveld.

Versterken in eigen beheer

Sinds de inwerktreding van de Tijdelijke Wet Groningen (TwG) per 1 juli 2023 is er ook de mogelijkheid om een vergoeding te ontvangen voor het in eigen beheer uitvoeren van versterking € 10 mln. Ook wordt een deel van de regeling verduurzaming bij versterking uitgekeerd via (schade)vergoedingen (€ 1 mln). Daarom wordt een overboeking van € 11 mln van het opdrachtenbudget naar (schade)vergoedingen gedaan.

Opdrachten

Werkbudgetten

De lagere uitgaven op het werkbudget komen voornamelijk door de overboeking van budget van het werkbudget NCG (- € 10,1 mln) naar de categorieën subsidies en bijdrage aan medeoverheden voor een subsidie voor het Zorgakkoord Groningen en twee specifieke uitkeringen voor het erfgoedprogramma. Daarnaast is uit het werkbudget van SGG (Schade en Gaswinning Groningen) een opdracht aan het KNMI gefinancierd (-€ 0,7 mln). Vanuit het werkbudget van VPG (Versterken en Perspectief Groningen) middelen beschikbaar gesteld aan vier gemeentes (Groningen, Old Ambt, Nieuwe Pekela, Westerkwartier) in het aardbevingsgebied. In het kader van de Sociale Agenda (-€ 0,7 mln).

Versterkingsoperatie

De lagere uitgaven op de versterkingsoperatie in de categorie opdrachten worden veroorzaakt door een neerwaartse bijstelling van uitgaven en overheveling van budget naar andere uitgavencategorieën.

Bij de ontwerpbegroting 2023 bedroegen de geraamde uitgaven in 2023 voor de versterkingsoperatie € 708 mln (waarvan € 600 mln in de categorie opdrachten en € 108 mln in de categorie subsidies). Bij de 1e suppletoire begroting is de meerjarige raming voor versterken geactualiseerd en is het budget met circa € 243 mln verhoogd (opdrachten en subsidies), omdat de verwachting was dat er meer huizen versterkt zouden kunnen worden. Dit is echter niet gerealiseerd, waardoor er in de 2e suppletoire begroting een neerwaartse bijstelling van € 240 mln plaatsvindt. Rekeninghoudend met de hieronder toegelichte overheveling van de categorie opdrachten naar andere uitgavencategorieën, komen de totale uitgaven (opdrachten en subsidies) voor de versterkingsoperatie op het niveau van de verwachting in de ontwerpbegroting 2023 (€ 712 mln).

Naast een bijstelling van de uitgaven, is € 40 mln overgeboekt naar Subsidies omdat een deel van de versterkingsoperatie wordt uitgekeerd in de vorm van een subsidie in plaats van een opdracht. Ook is er € 20 mln naar (schade)vergoedingen overgeheveld omdat er sinds de Tijdelijke wet Groningen per 1 juli 2023 de mogelijkheid is om vergoeding te ontvangen voor het in eigen beheer uitvoeren van versterking (- € 10 mln) en de vergoedingen voor schade door versterkingsmaatregelen overgegaan zijn naar de TwG (- € 10 mln). Tegenover bovenstaande verlagingen van het budget, staat een ophoging van € 1,5 mln voor Duurzaam herstel. Duurzaam herstel zal voor een deel worden uitgevoerd door de NCG.

Vergoeding Norg akkoord

Voor het gasjaar 2022-2023 wordt de vergoeding voor het Norg akkoord naar beneden bijgesteld op basis van de huidige gasprijs.

Bijdrage aan medeoverheden

Nationaal Programma Groningen

Met het Nationaal Programma Groningen (NPG) wordt geïnvesteerd in de leefbaarheid, economische ontwikkeling en energietransitie in Groningen. Hiervoor is in totaal 1,5 mld euro beschikbaar, deze middelen zijn in gelijke jaartranches aan de begroting van EZK toegevoegd. Besteding van middelen vindt plaats op basis van project aanvragen vanuit de regio. Deze worden beoordeeld en goedgekeurd door het algemene bestuur van het NPG. De realisatie volgt logischerwijs dit proces. In 2023 zijn er minder aanvragen gedaan dan waarvoor in totaal budget beschikbaar was. Daarom zijn de uitgaven met 45 mln naar beneden bijgesteld.

Clustering en gebiedsfonds (bestuurlijke afspraken)

In het kader van de bestuurlijke afspraken uit 2020 worden uitkeringen gedaan aan medeoverheden voor clustering van woningen en het gebiedsfonds (blokken B en D uit de bestuurlijke afspraken). Voor zowel Blok B en D geldt dat de middelen in 2023 niet volledig tot besteding komen.

Ontvangsten

Ontvangsten Mijnbouwwet

De lagere vergoeding voor het Norg akkoord leidt ook tot lagere ontvangsten voor de Staat. De ontvangsten Mijnbouwwet zijn daarom met € 20 mln naar beneden bijgesteld.

Ontvangsten NAM versterkingsoperatie

De ontvangsten voor versterkingsoperatie vallen lager uit dan verwacht (- € 303,4 mln), omdat de uitgaven lager uitvallen en de NAM 60% van de facturen betaalt.

3.6 Beleidsartikel 6 Bijdrage Nationaal Groeifonds

Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 25 Budgettaire gevolgen van beleid art. 6 Bijdrage Nationaal Groeifonds (Tweede suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen) (1)

Mutaties 2e suppletoire begroting (2)

Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)

Verplichtingen

170.000

304

170.304

    

Uitgaven

10.000

304

10.304

    

Bijdrage aan andere begrotingshoofdstukken

10.000

304

10.304

Bijdrage aan het Nationaal Groeifonds

10.000

304

10.304

    

Ontvangsten

0

0

0

Tabel 26 Uitsplitsing verplichtingen (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen) (1)

Mutaties 2e suppletoire begroting (2)

Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)

Verplichtingen

170.000

304

170.304

waarvan garantieverplichtingen

   

waarvan overige verplichtingen

170.000

304

170.304

Budgetflexibiliteit

De mate van budgetflexibiliteit is terug te vinden bij de afzonderlijke artikelen van Hoofdstuk L - Nationaal Groeifonds.

Toelichting

Verplichtingen en uitgaven

Bij de ontwerpbegroting 2023 is het NGF omgezet van een niet-departementale begroting in een begrotingsfonds. Toen is eenmalig een reeks aan apparaatskosten overgeboekt naar de EZK-begroting, omdat een begrotingsfonds geen eigen apparaatsartikel heeft. Een onderdeel van die reeks is het opdrachten- en onderzoeksbudget voor de directie Nationaal Groeifonds van EZK. Jaarlijks wordt een eventueel overschot van dat budget via dit voedingsartikel teruggeboekt naar het NGF, opdat de middelen voor het NGF behouden blijven. Dit jaar was er sprake van een overschot van € 304.000.

4 De niet-beleidsartikelen

4.1 Artikel 40 Apparaat Kerndepartement

Tabel 27 Apparaatsuitgaven Kerndepartement (Tweede suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
    
 

Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen) (1)

Mutaties 2e suppletoire begroting (2)

Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)

Verplichtingen

638.866

‒ 6.156

632.710

Uitgaven

638.866

‒ 6.156

632.710

    

Personele uitgaven

458.145

‒ 10.554

447.591

waarvan eigen personeel

414.097

‒ 6.289

407.808

waarvan inhuur externen

22.159

7.188

29.347

waarvan overige personele uitgaven

21.889

‒ 11.453

10.436

    

Materiële uitgaven

180.721

4.398

185.119

waarvan ICT

10.913

‒ 6.950

3.963

waarvan bijdrage aan SSO's

13.382

0

13.382

waarvan DICTU

19.614

0

19.614

waarvan overige materiële uitgaven

136.812

11.348

148.160

    

Ontvangsten

151.181

‒ 28.047

123.134

NCG

110.354

‒ 28.047

82.307

Overig

40.827

0

40.827

Toelichting

Verplichtingen en uitgaven

Personele uitgaven

De raming van de personele uitgaven wordt verlaagd met € 10,6 mln onder andere op grond van:

  • Inzet van middelen à € 14,9 mln voor problematiek elders op de begroting.

  • Wegens een herschikking is het personele budget verlaagd (€ 4,2 mln) ten behoeve van in- en uitbesteding.

  • De totale personele uitgaven zijn verhoogd met € 7,2 mln in verband met overhevelingen vanuit (beleids)directies voor de inhuur van externen.

  • Een verhoging van de personele uitgaven (€ 1,5 mln) die gedekt wordt door het Ministerie van IenW voor de kosten van het toezicht dat ACM voor IenW uitoefent op de vervoerssectoren spoor, loodsen, luchtvaart en personen.

Materiële uitgaven

De raming van de materiële uitgaven wordt verhoogd met € 4,4 mln onder andere op grond van:

  • Een afroming van het ICT-ontwikkelbudget ten behoeve van eerdergenoemde EZK brede problematiek (€ 5,0 mln). Deze ruimte is ontstaan doordat er in 2023 minder ICT-claims zijn ingediend en/of gehonoreerd.

  • Wegens een herschikking is het materiële budget verhoogd (€ 4,2 mln) ten behoeve van in- en uitbesteding.

  • Een verhoging van de materiële uitgaven van de NCG naar aanleiding van een tekort op basis van de laatste prognose van de NCG (€ 4,5 mln).

Ontvangsten

De raming van de ontvangsten wordt verlaagd met € 28,0 mln op grond van de bijstelling naar de prognose van de NCG.

4.2 Artikel 41 Nog onverdeeld

Tabel 28 Nog onverdeeld (Tweede suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen) (1)

Mutaties 2e suppletoire begroting (2)

Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)

Verplichtingen

0

0

0

Uitgaven

0

0

0

    

Prijsbijstelling

0

0

0

Loonbijstelling

0

0

0

Onvoorzien

0

0

0

    

Ontvangsten

0

0

0

Toelichting op de verplichtingen en uitgaven

Er zijn geen mutaties bij het artikel «Nog onverdeeld».

5 Agentschappen

5.1 Nederlandse Emissieautoriteit (NEa)

Tabel 29 Exploitatieoverzicht baten-lastenagentschap NEa (Tweede suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)
 

(1) Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen)

(2) Mutaties 2e suppletoire begroting

Totaal geraamd (3) = (1) + (2)

Baten

   

-Omzet

17.570

‒ 2.100

15.470

waarvan omzet moederdepartement

12.593

‒ 2.100

10.493

waarvan omzet overige departementen

4.977

0

4.977

waarvan omzet derden

0

0

0

Rentebaten

0

0

0

Vrijval voorzieningen

0

0

0

Bijzondere baten

0

0

0

Totaal baten

17.570

‒ 2.100

15.470

    

Lasten

   

Apparaatskosten

16.512

‒ 3.100

13.412

-Personele kosten

12.689

‒ 2.800

9.889

waarvan eigen personeel

10.955

‒ 2.800

8.155

waarvan inhuur externen

1.092

0

1.092

waarvan overige personele kosten

642

0

642

-Materiële kosten

3.823

‒ 300

3.523

waarvan apparaat ICT

1.799

‒ 300

1.499

waarvan bijdrage aan SSO's

1.555

0

1.555

waarvan overige materiële kosten

469

0

469

Rentelasten

29

0

29

Afschrijvingskosten

1.030

0

1.030

-Materieel

0

0

0

waarvan apparaat ICT

0

0

0

waarvan overige materiële afschrijvingskosten

0

0

0

-Immaterieel

1.030

0

1.030

Overige lasten

0

0

0

waarvan dotaties voorzieningen

0

0

0

waarvan bijzondere lasten

0

0

0

Totaal lasten

17.570

‒ 3.100

14.470

    

Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening

0

1.000

1.000

Agentschapsdeel Vpb-lasten

0

0

0

    

Saldo van baten en lasten

0

1.000

1.000

Toelichting op de baten

Omzet moederdepartement

De omzet EZK daalt met € 2,1 mln als gevolg van het later aannemen dan verwacht van nieuwe medewerkers (zie verder de toelichting bij personele kosten). Hierdoor worden minder uren geschreven. Wel is het percentage directe uren per medewerker hoger dan vooraf ingeschat, waardoor de daling van de omzet niet gelijk is aan de daling van de kosten van personeel.

Toelichting op de lasten

Personele kosten

Ter voorbereiding op de nieuwe taken en voor uitbreiding van taken zijn in 2023 extra personeelsleden begroot. Een groot deel hiervan is en wordt later in het jaar aangenomen dan verwacht, mede door de krappe arbeidsmarkt. Hierdoor zijn de personele kosten € 2,8 mln lager dan verwacht.

Materiële kosten

De kosten voor ICT-projecten dalen met € 0,3 mln. Dit is veroorzaakt door de krappe arbeidsmarkt voor ICT personeel.

Tabel 30 Kasstroomoverzicht baten-lastenagentschap NEa (Tweede suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
  

(1) Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen)

(2) Mutaties 2e suppletoire begroting

Totaal geraamd (3) = (1) + (2)

1.

Rekening courant RHB 1 januari +  depositorekeningen

3.225

0

3.225

 

Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+)

17.570

‒ 2.100

15.470

 

Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-)

‒ 16.541

3.100

‒ 13.441

2.

Totaal operationele kasstroom

1.030

1.000

2.030

 

Totaal investeringen (-/-)

‒ 1.414

0

‒ 1.414

 

Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

0

0

0

3.

Totaal investeringskasstroom

‒ 1.414

0

‒ 1.414

 

Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)

‒ 2.821

0

‒ 2.821

 

Eenmalige storting door moederdepartement (+)

0

0

0

 

Aflossingen op leningen (-/-)

‒ 843

0

‒ 843

 

Beroep op leenfaciliteit (+)

1.414

0

1.414

4.

Totaal financieringskasstroom

‒ 2.250

0

‒ 2.250

5.

Rekening courant RHB 31 december (=1+2+3+4)

591

1.000

1.591

Toelichting op het kasstroomoverzicht

De operationele kasstroom bestaat uit het geraamde saldo van baten en lasten gecorrigeerd voor afschrijvingen en vooruit ontvangen en vooruit betaalde bedragen.

5.2 Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl)

Tabel 31 Exploitatieoverzicht baten-lastenagentschap RVO. nl (Tweede suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)
 

(1) Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen)

(2) Mutaties 2e suppletoire begroting

Totaal geraamd (3) = (1) + (2)

Baten

   

-Omzet

1.054.012

73.480

1.127.492

waarvan omzet moederdepartement

548.759

29.482

578.241

waarvan omzet overige departementen

470.062

52.633

522.695

waarvan omzet derden

35.191

‒ 8.635

26.556

Rentebaten

0

0

0

Vrijval voorzieningen

0

0

0

Bijzondere baten

0

0

0

Totaal baten

1.054.012

73.480

1.127.492

    

Lasten

   

Apparaatskosten

1.043.912

96.480

1.140.392

-Personele kosten

570.235

83.458

653.693

waarvan eigen personeel

417.806

49.429

467.235

waarvan inhuur externen

137.661

32.999

170.660

waarvan overige personele kosten

14.768

1.030

15.798

-Materiële kosten

473.677

13.022

486.699

waarvan apparaat ICT

3.846

268

4.114

waarvan bijdrage aan SSO's

191.463

3.348

194.811

waarvan overige materiële kosten

278.368

9.406

287.774

Rentelasten

0

0

0

Afschrijvingskosten

10.100

0

10.100

-Materieel

100

0

100

waarvan apparaat ICT

0

0

0

waarvan overige materiële afschrijvingskosten

100

0

100

-Immaterieel

10.000

0

10.000

Overige lasten

0

0

0

waarvan dotaties voorzieningen

0

0

0

waarvan bijzondere lasten

0

0

0

Totaal lasten

1.054.012

96.480

1.150.492

    

Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening

 

‒ 23.000

‒ 23.000

Agentschapsdeel Vpb-lasten

0

0

0

    

Saldo van baten en lasten

 

‒ 23.000

‒ 23.000

Mutatie POK-Wau

0

23.000

23.000

Saldo van baten en lasten na resultaatbestemming

0

0

0

Toelichting op de baten

Gedurende het jaar is een tariefstijging van (2,5%) doorgevoerd. Dit heeft bijgedragen aan een omzetstijging van het gehele opdrachtenpakket.

Omzet moederdepartement

De totale mutatie in de omzet vanuit het moederdepartement bedraagt € 29,5 mln. Deze mutatie wordt vooral veroorzaakt door de grote aanvullende opdracht TEK (€ 12,1 mln) van het DG Bedrijfsleven en Innovatie (B&I), en door twee nieuwe opdrachten van DG Klimaat en Energie (K&E): de bekostiging van het plafond van energietarieven (CEK23) (€ 4,3 mln) en het Bescherm en Herstelplan Gas n.a.v. de Russisch-Oekraïense oorlog (€ 0,9 mln). De opdracht van DG Groningen en Ondergrond (DG G&O) is lager dan was voorzien in de ontwerpbegroting (- € 9,8 mln).

Omzet overige departementen

De totale mutatie in de omzet van overige departementen bedraagt € 52,6 mln. Deze mutatie wordt voornamelijk veroorzaakt door een hogere omzet op opdrachten van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Visserij (LNV) (€ 44,8 mln). Dit betreft onder andere aanpak piekbelasting, subsidieregeling behoud grasland, project Maripark en intensivering op bestaande opdrachten (bv. GLB implementatie fase 1). De definitieve opdracht van het Ministerie van Buitenlandse Zaken is hoger dan begroot (€ 11,8 mln). Dit komt enerzijds doordat in de oorspronkelijke raming de opdracht van het Centrum tot Bevordering van de Import uit ontwikkelingslanden nog niet volledig was opgenomen. Anderzijds is de opdracht voor de Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking combi-aanpak versterkt. De stijging van de omzet overige departementen, als gevolg van bovenstaande opdrachten, wordt deels gedempt door een lagere omzet dan begroot op opdrachten van andere ministeries.

Omzet derden

De totale mutatie in de omzet van derden bedraagt ‒ € 8,6 mln. Deze mutatie wordt grotendeels veroorzaakt door het feit dat de omzet van Provincies lager is dan begroot. De opdracht Nieuw Gemeenschappelijk Landbouw Beleid is in de ontwerpbegroting voor € 5,5 mln opgenomen, maar heeft veel vertraging opgelopen. Dit leidt tot een mutatie van ‒ € 5,5 mln.

Toelichting op de lasten

De lasten zijn gestegen met € 96,5 mln. De toename van het opdrachtvolume zoals hierboven toegelicht leidt tot hogere uitvoeringskosten. Dit vertaalt zich in een stijging van de personele lasten (€ 83,5 mln), waarbij de kosten voor ambtelijk personeel harder zijn gestegen (€ 49,4 mln) dan de kosten voor externe inhuur (€ 33,0 mln). De materiële kosten zijn gestegen met € 13,0 mln. De toename van het opdrachtenpakket leidt tot een stijging van € 9,4 mln aan overige materiële kosten. De bijdrage aan Shared Service Organisaties is gestegen met € 3,3 mln. De verwachting is € 23 mln aan uitgaven te realiseren onder het programma Transparantie in informtie en het Rijksbrede programma Werken aan Uitvoering.

Tabel 32 Kasstroomoverzicht baten-lastenagentschap RVO. nl (Tweede suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
  

(1) Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen)

(2) Mutaties 2e suppletoire begroting

Totaal geraamd (3) = (1) + (2)

1.

Rekening courant RHB 1 januari +  depositorekeningen

187.848

‒ 3.369

184.479

 

Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+)

1.054.012

73.480

1.127.492

 

Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-)

‒ 1.043.912

‒ 96.480

‒ 1.140.392

2.

Totaal operationele kasstroom

10.100

‒ 23.000

‒ 12.900

 

Totaal investeringen (-/-)

‒ 28.500

700

‒ 27.800

 

Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

0

0

0

3.

Totaal investeringskasstroom

‒ 28.500

700

‒ 27.800

 

Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)

0

0

0

 

Eenmalige storting door moederdepartement (+)

0

23.560

23.560

 

Aflossingen op leningen (-/-)

‒ 16.000

0

‒ 16.000

 

Beroep op leenfaciliteit (+)

28.500

‒ 700

27.800

4.

Totaal financieringskasstroom

12.500

22.860

35.360

5.

Rekening courant RHB 31 december (=1+2+3+4)

181.948

‒ 2.809

179.139

Toelichting op het kasstroomoverzicht

In het kasstroomoverzicht is te zien dat de ontvangsten en uitgaven van RVO zijn gestegen ten opzichte van de vastgestelde begroting. Verder heeft RVO vanuit het Rijksbrede programma Werken aan Uitvoering voor de uitvoering van het bestedingsplan voor 2023 een bijdrage vanuit het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat ontvangen van € 20,6 mln. Daarnaast heeft de RVO een bijdrage gekregen van € 3,0 mln voor de Parlementaire Onderzoekscommissie Kindertoeslag en de Wet Open Overheid.

Naar boven