35 420 Noodpakket banen en economie

Nr. 270 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 mei 2021

In de Kamerbrief1 van 11 mei jl. heb ik u mijn dilemma’s geschetst over de oplossing van de referentiesystematiek en de doelmatigheid daarvan. Tijdens het coronadebat van 12 mei jl. heeft uw Kamer de motie van het lid Stoffer c.s2. over een oplossing voor de referentieproblematiek in de TVL Q2 aangenomen.

Met de motie verzoekt uw Kamer het kabinet een snelle oplossing te vinden voor bedrijven die geen steun ontvangen vanwege de referentieproblematiek, waarbij de geschetste optie van een keuzemogelijkheid voor een ander referentiekwartaal een uitvoerbare optie is. Kamerlid Stoffer verzoekt het Kabinet voor a.s. dinsdag 18 mei a.s. een brief te sturen waarin staat hoe het kabinet de motie gaat uitvoeren.

Uitvoering referentiesystematiek

Ik zal de motie uitvoeren in lijn met de in de Kamerbrief van 11 mei geschetste oplossing voor de referentiesystematiek. Zoals aangegeven in deze brief is de enige uitvoerbare oplossing die uitvoerbaar is voor een heel groot deel ondoelmatig. De inschatting is dat circa 35% van de hiermee samenhangende kosten komt terecht bij bedrijven die problemen hebben met de huidige referentieperiode. Dit houdt in dat de verwachting is dat circa 65% van de extra steun niet bij deze doelgroep terecht komt en dat maakt dat deze aanpassing in de regeling ondoelmatig is. Met de uitvoering van de motie van uw Kamer wordt deze ondoelmatigheid geaccepteerd.

Bij de TVL Q2 zullen alle ondernemers gebruik kunnen maken van de keuzemogelijkheid voor het derde kwartaal van 2020. Voor ondernemers gaat de aanvraag van de TVL vanwege een keuze voor het referentiekwartaal niet ingrijpend veranderen, ze krijgen alleen een extra keuzemogelijkheid. RVO zorgt ervoor dat de adviestool aangepast wordt aan deze situatie, zodat ondernemers zich goed voor kunnen bereiden.

Specifiek voor starters hebben we in Q1 2021 de startersregeling opgezet, deze ligt nog voor ter notificatie. In de startersregeling geldt het derde kwartaal 2020 als referentiekwartaal. Omdat dit referentiekwartaal Q3 in Q2 2021 nu toegevoegd gaat worden aan de TVL, zullen de starters in Q2 in de TVL Q2 regeling geïntegreerd worden en is een aparte startersregeling in Q2 niet meer nodig.

Planning

De planning is om TVL Q2 vanaf tweede helft juni open te stellen. RVO zet nu alles op alles om de aanpassingen als gevolg van de motie door te voeren in de processen en systemen. Daarnaast zal ik de huidige regeling aanpassen en die vervolgens wordt genotificeerd in Brussel. Omdat ik ook afhankelijk ben van de besluitvorming rondom de notificatie in Brussel, kan ik hier geen harde deadline voor geven. Ik kan u verzekeren dat we alles in het werk stellen de regeling TVL Q2 zo vroeg mogelijk open te stellen.

Kosten

De extra kosten van deze maatregel schat ik op 175 miljoen euro. Dit bedrag komt bovenop de reeds gereserveerde 90 miljoen euro voor de startersregeling in Q2 2021, die in dit voorstel geïntegreerd gaat worden met de reguliere TVL. Daarmee wordt het geraamde totaalbudget 265 mln. De extra kosten zullen worden verwerkt in de 1e suppletoire EZK-begroting 2021. Normaliter wordt nieuw beleid in uitvoering genomen nadat de Staten-Generaal de begrotingswet heeft geautoriseerd. Aangezien uitvoering van deze spoedeisende maatregelen die in het belang van het Rijk zijn, niet kan wachten tot formele autorisatie van beide Kamers der Staten-Generaal, zal het kabinet de uitvoering van de maatregelen starten. Hiermee wordt gehandeld conform lid 2 van artikel 2.27 van de Comptabiliteitswet 2016.

Tot slot

Met deze brief hoop ik uw Kamer inzicht te hebben gegeven in de uitvoering van de motie van het lid Stoffer c.s. en de invoering van de keuzemogelijkheid bij de referentiesystematiek in de TVL.

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, M.C.G. Keijzer


X Noot
1

Kamerstuk 35 420, nr. 266

X Noot
2

Kamerstuk 25 295 , nr. 1214

Naar boven