35 420 Noodpakket banen en economie

Nr. 273 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 mei 2021

Zoals in mijn brief van 17 februari jl.1 aangekondigd, informeer ik uw Kamer hiermee over de tijdelijke subsidieregeling continuïteit bruine vloot, die naar verwachting eind juni zal worden opengesteld. Deze regeling is een aanvulling op de steun die deze sector vanuit het generieke steun- en herstelpakket ontvangt.

Aanleiding

Ons land kent een rijke maritieme historie. Onze voorouders hebben de hele wereld over gezeild en ook op de voormalige Zuiderzee en de Waddenzee was het zeilschip een ideale manier om goederen en mensen van a naar b te vervoeren. Om een inkijkje te geven in dit rijke verleden en te ervaren hoe het is om te wonen en te leven op het water, bieden bruinevlootondernemers zeilreizen aan op deze historische zeilschepen. Het gebruik van deze schepen voor passagiersvaart zorgt er voor dat deze beter bewaard blijven dan wanneer deze schepen stil zouden liggen aan de wal of op de kant.

Uit de inkomsten van deze exploitatie wordt naast een salaris voor de bruinevlootondernemer ook het onderhoud en de veiligheidskeuringen betaald. Deze zijn essentieel voor het behoud van deze schepen voor onze cultuur.

De landelijke maatregelen die het kabinet heeft getroffen ter bestrijding van de verdere verspreiding van het coronavirus (COVID-19) zorgden ervoor dat deze sector in 2020 tot stilstand kwam. Door het verbod op samenkomsten en de regel om 1,5 meter afstand te houden, werd het nagenoeg onmogelijk om te eten en overnachten op deze schepen in deze periode. Deze capaciteitreducerende maatregelen hebben zo’n negatief effect gehad op het aantal bezoekers dat bruinevlootschippers in 2020 ruim 77% omzetverlies te lijden hadden, aldus de Vereniging voor Beroepschartervaart (BBZ).

Steun uit het generieke steun- en herstelpakket

Vanwege het belang dat het kabinet hecht aan het behouden van deze sector heeft zij in haar brief van 28 augustus 20202 aanvullende steun toegezegd.

Deze steun is aanvullend op het generieke steun- en herstelpakket, waaronder de Tegemoetkoming Ondernemers Getroffen Sectoren Covid-19 (TOGS), uitstel van betaling van verschillende belastingen, de NOW en de Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL). De TVL is sinds juni 2020 verschillende malen uitgebreid. Onder andere door het verhogen van het subsidiepercentage, het verlagen van de vaste lastendrempel en verhoging van de maximum subsidie per onderneming. Voor Q2 2021 zal de TVL 100% vergoeden van de gemiddelde vaste lasten in deze sector (43% van de omzet).

Sinds de start van de crisis op 15 maart 2020 tot heden is via de TOGS en de TVL een substantieel bedrag aan zeilende bruinevlootschepen toegekend. Deze steun levert daarmee een stevige bijdrage aan het overeind houden van deze ondernemers, maar het neemt de financiële gevolgen van deze crisis niet weg. Daar komt bij dat de ondernemers die deze schepen exploiteren jaarlijks extra kosten moeten maken voor onderhoud en herstel. Deze kosten kunnen niet worden uitgesteld. Het kabinet wil deze historische zeilschepen met erfgoedkarakter niet laten verdwijnen en voorkomen dat er onherstelbare schade aan dit uniek stukje cultuur wordt aangericht en verstrekt daarom aanvullende steun door middel van de tijdelijke subsidieregeling continuïteit bruine vloot. Op het moment dat we deze schepen niet extra ondersteunen, bestaat het risico dat deze eigenaren failliet gaan en deze schepen verdwijnen. Als het schip in de boedel valt, bestaat de kans dat deze nooit meer gebruikt zal worden. Daar komt bij dat het merendeel van deze schepen vaart met een certificaat dat valt onder een overgangsregeling. Als de schipper failliet gaat, bestaat het risico dat dit certificaat niet vernieuwd kan worden.

Tijdelijke subsidieregeling continuïteit bruine vloot

Deze tijdelijke subsidieregeling continuïteit bruine vloot is gericht op bruinevlootondernemers in het midden- en kleinbedrijf (mkb), die door omzetverlies liquiditeitsproblemen hebben en daardoor hun vaste en variabele lasten moeilijk kunnen betalen. Deze regeling is een aanvullende subsidie en voorziet in een extra tegemoetkoming in de vaste lasten en variabele lasten die samenhangen met het erfgoedkarakter van deze historisch zeilschepen. De tijdelijke subsidieregeling continuïteit bruine vloot, die betrekking heeft op de periode van het tweede tot en met het vierde kwartaal van 2020, geeft invulling aan de eerder aangekondigde regeling voor de bruine vloot in het steunpakket.

De belangrijkste onderdelen en voorwaarden van de tijdelijke regeling continuïteit bruine vloot op een rij:

  • De subsidie is bedoeld voor mkb-ondernemers, die aantoonbaar een zeilschip exploiteren dat 50 jaar of ouder is en in het handelsregister geregistreerd staan onder de SBI-codes 5010 (Zeevaart), 5030 (Binnenvaart) of 9103 (Monumenten zorg).

  • Voor ondernemers die dezelfde activiteiten uitvoeren, maar een andere SBI-code hebben, zal een gerichte hardheidsclausule worden opgenomen in de regeling.

  • Bij het berekenen van de subsidie worden de inkomsten in de periode 1 april 2020 tot en met 31 december 2020 vergeleken met dezelfde periode in 2019.

  • Om in aanmerking te komen voor deze subsidie moeten ondernemers minimaal 30% omzetverlies hebben in deze maanden in 2020. Daarnaast moeten ze ook minimaal € 1.000 aan vaste lasten hebben.

  • Ondernemers die in aanmerking komen voor deze regeling, ontvangen subsidie op basis van een subsidiepercentage van 50%.

  • De subsidie wordt als volgt berekend: Referentieomzet 2019 * percentage omzetverlies 2020 * vaste lasten percentage van 43% + variabele lasten percentage van 30%=73% * subsidiepercentage van 50%. De percentages zijn zo bepaald dat een ondernemer ook met samenloop TOGS en TVL geen overcompensatie ontvangt.

  • Voor de ondernemers zal op de site van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) een rekentool beschikbaar komen.

  • Het maximumbedrag van deze subsidie is € 124.999.

  • De regeling wordt uitgevoerd door RVO. Op dit moment treft RVO de voorbereidingen voor het openstellen van deze regeling. Zoals aangekondigd in de brief aan uw Kamer van 17 februari jl. verwacht ik dat deze regeling eind juni 2021 open kan.

  • De regeling zal gebruik maken van het de-minimiskader, wat betekent dat de ondernemers moeten verklaren over een periode van drie belastingjaren niet meer dan € 200.000 aan steun op grond van dit steunkader te hebben ontvangen.

  • Vanwege het feit dat het gaat om een subsidie over 2020 zal de subsidie direct worden vastgesteld.

De budgettaire gevolgen van deze maatregelen worden in de 1e suppletoire begroting van 2021 aan uw Kamer voorgelegd. Normaliter wordt nieuw beleid in uitvoering genomen nadat de Staten-Generaal de begrotingswet heeft geautoriseerd. Aangezien uitvoering van deze spoedeisende maatregelen die in het belang van het Rijk zijn, niet kan wachten tot formele autorisatie van beide Kamers der Staten-Generaal, zal het kabinet de uitvoering van de maatregelen starten. Hiermee wordt gehandeld conform lid 2 van artikel 2.27 van de Comptabiliteitswet 2016.

Tot slot

Met deze aanvullende steun en de verlenging van het generieke steun- en herstelpakket zoals aangekondigd in de brief van 27 mei 2021 helpt het kabinet ondernemers ook de komende tijd door bij te dragen in hun belangrijkste kosten.

Verder is het voor het voortbestaan van deze sector van belang op korte termijn weer kunnen varen met passagiers. Helaas is het op dit moment nog onduidelijk wanneer dit weer mogelijk wordt, maar het aantal gezette vaccinaties en het vooruitzicht dat de epidemiologische omstandigheden zullen verbeteren richting de zomer lijken perspectief te bieden.

Naast deze steunmaatregelen denk ik graag met de sector mee hoe we er voor kunnen zorgen dat, als het epidemiologische omstandigheden het toelaten, breed bekend wordt dat een tocht op een bruinevlootschip een keuze voor een gezellige en leerzame activiteit is. Ik stel hiervoor graag de kennis van het Nederlands Bureau voor Toerisme en Congressen (NBTC) beschikbaar en zal samen met hen onderzoeken of er nog andere manieren zijn om deze beroepsgroep onder de aandacht te brengen.

Daarnaast ben ik op de hoogte van het initiatief dat de gezamenlijke Zuiderzee- en Waddenzee-gemeenten en -provincies in samenwerking met NBTC hebben genomen om ook op de langere termijn deze sector op de kaart te zetten. Ik juich dit soort initiatieven van harte toe en hoop dat we er zo gezamenlijk voor kunnen zorgen dat deze sector wordt ondersteund, zowel op de korte als op de lange termijn.

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, M.C.G. Keijzer


X Noot
1

Kamerstuk 35 420, nr. 231.

X Noot
2

Kamerstuk 32 820, nr. 380.

Naar boven