35 420 Noodpakket banen en economie

Nr. 226 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 februari 2021

Uw Kamer is op 21 januari jl. geïnformeerd over de uitbreiding van het economisch steun- en herstelpakket (Kamerstuk 35 420, nr. 217). Hierbij is voor Caribisch Nederland aangegeven dat een vergelijkbare benadering wordt gekozen, rekening houdend met de lokale situatie. Met deze brief informeer ik u mede namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de bewindspersonen van Economische Zaken en Klimaat en de bewindspersonen van Financiën over de uitbreiding van dit economische steun- en herstelpakket Caribisch Nederland.

Uitgangspunten Caribisch Nederland

Voor Caribisch Nederland blijft het uitgangspunt gelden dat voor Caribisch Nederland een vergelijkbare benadering wordt gekozen als voor Europees Nederland. Het volgen van de Europees Nederlandse systematiek werkt in de regel goed voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba, omdat veel steunmaatregelen mee-ademen met de noodzakelijke compensatie. Tegelijkertijd geldt dat rekening moet worden gehouden met de specifieke sociaaleconomische context waaronder de afhankelijkheid van de eilanden van de toeristische sector. Dit betekent dat er voor Caribisch Nederland specifieke maatregelen zijn getroffen, die wel dezelfde doelstelling hebben als de Europees Nederlandse regelingen.

Actuele situatie Caribisch Nederland

De actuele economische situatie van Caribisch Nederland blijft zorgelijk. De strenge inreismaatregelen gecombineerd met de wereldwijd sterke vermindering van reisbewegingen zorgen ervoor dat er nog steeds maar een fractie van het aantal toeristen op Bonaire verblijft ten opzichte van de situatie van een jaar geleden.

In een brief van de gezaghebber van Bonaire van 2 februari jl. in reactie op de nieuwe inreismaatregelen worden de zorgen geuit van het op grote schaal uitblijven van toerisme als gevolg van de laatste inreisbeperkingen en maatregelen. Bonaire geeft aan dat de eis van een sneltest van ten hoogste 4 uur voor vertrek heeft geleid tot annuleringen van vluchten uit de Verenigde Staten. Vanaf 10 februari wordt de sneltest ook verplicht gesteld voor reizigers uit Europees Nederland die naar de BES-eilanden afreizen. Het is mogelijk dat dit ook tot annuleringen leidt, in aanvulling op de grootschalige annulering van reizen n.a.v. het zeer dringende advies geldt om niet te reizen. De Centraal Dialoog Bonaire schat dat het toerisme over de eerste maanden van 2021 85% lager ligt vergeleken met dezelfde periode in 2020.

Voor Saba en Sint Eustatius geldt bovendien dat – om goede redenen vanwege de beperkte zorgcapaciteit – deze eilanden al bijna een jaar gesloten zijn en dus beperkt toeristen hebben kunnen ontvangen. Naar verwachting volgt economische opleving pas na het aantrekken van toerisme. Het toeristische hoogseizoen (december-maart), waarin normaliter een groot deel van het geld wordt verdiend, kan inmiddels als verloren worden beschouwd. Het streven is dat vanaf 15 februari wordt gestart met de vaccinaties in Caribisch Nederland, streven is dit voor het begin van het orkaanseizoen, 1 juni, gereed te hebben. Dit betekent echter niet automatisch dat de inreismaatregelen dan onmiddellijk versoepeld zullen gaan worden.

Concrete maatregelen Caribisch Nederland

De huidige situatie in Caribisch Nederland geeft – zoals is aangegeven in de brief van het kabinet van 21 januari 2021 – aanleiding om ten aanzien van de tijdelijke subsidieregeling loonkosten en inkomstenverlies, de subsidieregeling Tegemoetkoming Vaste Lasten BES (TVL BES) en het uitstel van belastingbetaling ook voor Caribisch Nederland maatregelen door te trekken naar het tweede kwartaal van 2021.

De doorvertaling van de verruiming van de hiervoor genoemde maatregelen als ook de andere maatregelen in het pakket voor Europees Nederland, zoals de financiële compensatie van de openbare lichamen, wordt hieronder nader uitgewerkt.

1. Tijdelijke subsidieregeling loonkosten en inkomstenverlies

De Tijdelijke subsidieregeling loonkosten en inkomensverlies CN is voor Caribisch Nederland een belangrijke lopende maatregel om de effecten van de huidige crisis op deze eilanden te kunnen ondervangen. Hiermee worden inkomens grotendeels op peil gehouden en daarmee banen behouden. De doelgroep van de regeling is drieledig. Werkgevers met tenminste 20% omzetverlies ontvangen subsidie voor de loonkosten berekend op basis van 80% van het gemaximeerde dagloon van de uren waarop zijn werknemer in verband met de coronacrisis minder uren werkt. Zelfstandig ondernemers die door de coronacrisis zijn geraakt kunnen een inkomensaanvulling krijgen tot 80% van het wettelijk minimumloon. Gewezen werknemers die als gevolg van de coronacrisis geen werk meer hebben kunnen voor een periode van drie maanden aanspraak maken op subsidie gerelateerd aan 80% van het laatstverdiende gemaximeerde dagloon. Deze sinds 13 maart 2020 lopende regeling heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan het voortbestaan van ondernemingen en inkomenszekerheid van burgers tijdens de crisis. Tevens ontvangen de openbare lichamen middelen voor aanvullend eilandelijk beleid. Dit budget is vrij besteedbaar, met dien verstande dat eilandelijk inkomensbeleid niet is toegestaan.

Al sinds het begin van de crisis is het uitgangspunt dat de maatregelen en intensiveringen voor Caribisch Nederland vergelijkbaar zijn aan die in Europees Nederland. Omdat maatregelen niet altijd één op één kunnen worden ingezet in Caribisch Nederland gebeurt dat met een uitwerking die past bij de lokale problematiek en context. Steeds wordt gezocht naar instrumenten die zoveel mogelijk hetzelfde effect bewerkstellingen, zoals baan- en inkomensbehoud. Een voorbeeld van verbijzondering is het in de Tijdelijke subsidieregeling loonkosten en inkomensverlies CN ontbreken van forfaitaire opslag voor werkgeverslasten, zoals gebruikelijk in de Europees Nederlandse Tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid (NOW), wat mede aanleiding is geweest om budget voor aanvullend eilandelijk beleid vrij te maken en zo lokaal gericht verdere ondersteuning te bieden.

Het kabinet heeft onlangs € 7,6 miljard aan extra steun vrijgemaakt voor Europees Nederland. Onderdeel van deze steun was het verhogen van het subsidiepercentage in de NOW van 80% naar 85% in het eerste en tweede kwartaal van 2021, om zo banen en bedrijvigheid te blijven behouden. Het kabinet wil deze intensivering in de NOW-regeling ook doorvertalen naar het steunpakket voor Caribisch Nederland, met dien verstande dat moet worden bekeken op welke manier de intensivering in de context van Caribisch Nederland het meest doelmatig en doeltreffend is. Vanuit dit uitgangspunt wordt ook nu een maatwerkaanpak voorgestaan, die recht doet aan de lokale eilandelijke context en rekening houdt met de uitvoerbaarheid.

Het kabinet kiest met het oog op de uitvoering ten aanzien van Caribisch Nederland nu voor continuïteit in het subsidiepercentage. Het aanpassen van het huidige niveau van 80% levert uitvoeringstechnisch belemmeringen op aangezien het hier in tegenstelling tot Europees Nederland om lopende betalingen gaat. Het kabinet acht het daarom niet mogelijk om dit kwartaal nog het percentage aan te passen zonder dat het primaire proces in gevaar komt. Hierbij is mee te wegen dat in Caribisch Nederland werkgevers op grond van het geldende en al bestaande arbeidsrecht in geval de bedongen arbeid door redenen van de zijde van de werkgever niet kon worden verricht, het loon van de werknemer onder voorwaarden neerwaarts kunnen bijstellen. Stabiliteit in bestaande afspraken – afwijking van de volledige loondoorbetaling vergt vastlegging in schriftelijke overeenkomst of reglement – wordt van belang geacht, ook om administratieve redenen.

Het kabinet kiest ervoor om de intensivering op de loonkostensubsidie voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba te vertalen naar meer ruimte voor de meest getroffen werkgevers om personeel binnen de subsidieregeling te laten werken. Omdat er in de openbare lichamen – anders dan in Europees Nederland – sprake is van subsidiëring op het niveau van de individuele werknemer, is het verrichten van arbeid in combinatie met een beroep op de regeling in beginsel niet toegestaan. Door het verruimen van de mogelijkheid daartoe worden bedrijven ondersteund om in een situatie waarin (verdere) opstart van werkzaamheden nog onrendabel is, toch bedrijfsactiviteiten te hervatten of uit te breiden. Hierbij kan worden gedacht aan bijvoorbeeld een hotel dat zonder de mogelijkheid van doorlopende subsidie niet rendabel zou kunnen opstarten. Door de subsidie te laten doorlopen wordt een snellere opstart bevorderd, die er uiteindelijk toe kan leiden dat werknemers eerder uit de subsidieregeling kunnen omdat het bedrijf klaar is voor de toeristenstroom die hopelijk weer snel naar Caribisch Nederland op gang komt. Zodra het omzetverlies onder de grens van 20% komt te liggen, komt de aanspraak op subsidie op grond van de Tijdelijke subsidieregeling loonkosten en inkomensverlies CN immers te vervallen. Bovendien draagt het bij aan het «werkfit» houden van werknemers, waardoor zij maximaal inzetbaar blijven.

Bij de vormgeving van de verruiming voor de mogelijkheid om werknemers binnen de subsidieregeling aan het werk te houden staat voorop dat het moet gaan om bedrijven die door de coronacrisis zwaar zijn geraakt en die in verband daarmee al beroep op het steunpakket doen. Van een algehele versoepeling is geen sprake. Voor het bepalen van de doelgroep wordt aangesloten bij de Regeling subsidie financiering vaste lasten getroffen ondernemingen Covid-19 BES (TVL), waarbij de verruiming zich zal beperken tot ondernemingen met een omzetverlies van minimaal 50% binnen het regime van TVL2 en die over het vierde kwartaal 2020 met succes een beroep op die regeling hebben gedaan.

Op verzoek van de ondernemer kan binnen het tijdvak vanaf de inwerkingtreding van de onderhavige wijzigingsregeling tot en met de einddatum van de periode waarover subsidie op grond van de Tijdelijke subsidieregeling loonkosten en inkomensverlies CN kan worden verleend (12 juli 2021), het verrichten van werkzaamheden met behoud van subsidie worden toegestaan voor maximaal 25 procent van het aantal wekelijkse arbeidsuren van de binnen de onderneming werkzame werknemers als geheel. De werkgever dient voor een beroep op deze uitzonderingsbepaling een daartoe strekkende aanvraag in te dienen bij de RCN-unit SZW.

De RCN-unit SZW heeft de bedrijven die voldoen aan de voorwaarde van tenminste 50% omzetverlies en subsidie uit TVL2, nauwkeurig in beeld. Het betreft 115 werkgevers in Caribisch Nederland, die potentieel een beroep op deze (coulance)regeling kunnen doen. Er zijn naar verwachting geen extra uitgaven ten opzichte van de reeds begrote uitgaven, omdat enkel die bedrijven van deze ruimere regeling gebruik kunnen maken.

De voorziene verruiming wordt via wijziging van de Tijdelijke subsidieregeling loonkosten en inkomensverlies CN geëffectueerd. Deze regeling kan worden herzien, zodra de situatie in Caribisch Nederland daartoe aanleiding geeft. Dit geldt in het bijzonder voor de onderhavige verruiming op de ruimte om te werken, die kan worden afgebouwd of ingetrokken zodra de economie in Caribisch Nederland weer substantieel en duurzaam op niveau komt.

Uitvoering RCN-unit SZW

De lokale RCN-unit SZW, die onderdeel is van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, voert de Tijdelijke subsidieregeling loonkosten en inkomensverlies CN uit. Zoals eerder toegelicht in de Kamerbrief van 31 maart 20201 worden aanvragen met het oog op de uitvoerbaarheid marginaal getoetst, waarbij achteraf steekproefsgewijs wordt gecontroleerd en dus een mogelijk rechtmatigheidsrisico op voorhand wordt geaccepteerd. Dit is ook het uitgangspunt voor de nu in te voeren verbijzondering. Dankzij deze aanpak is de RCN-unit SZW in staat deze voor de schaal van Caribisch Nederland substantiële uitvoeringstaak op zich te nemen en kan tijdige uitbetaling worden geborgd. De RCN-unit SZW heeft in de achterliggende periode een prestatie van formaat geleverd en is zeer gemotiveerd om dat de komende periode te blijven doen.

2. Vertaling maatregelen Tozo en TONK naar Caribisch Nederland

Zoals reeds aangekondigd in de brief over de uitbreiding van het economisch steun- en herstelpakket d.d. 21 januari 2020, heeft het kabinet besloten om de voorgenomen eigen vermogenstoets in de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo) voor Europees Nederland niet in te voeren in het tweede kwartaal van 2021. Net als in Europees Nederland het geval is wordt conform afspraken ook in Caribisch Nederland de voorgenomen vermogenstoets voor zelfstandigen in het tweede kwartaal van 2021 niet ingevoerd. De kosten van het niet invoeren van deze maatregel bedragen ca. € 0,5 mln.

Aansluitend aan het besluit om in Europees Nederland extra middelen toe te kennen aan gemeenten voor de TONK, zijn voor Caribisch Nederland extra middelen vrijgemaakt voor aanvullend eilandelijk beleid. De openbare lichamen weten dit budget goed te gebruiken. Voorbeelden uit de praktijk laten zowel vergoeding van eenmalige kosten zien als een meer structurele bijdrage, zoals voedselpakketten of tegemoetkoming in vaste lasten van burgers na voorafgaande beoordeling vanuit het sociaal-maatschappelijk werk.

In lijn met de besluitvorming over de TONK wordt aan het eind van het eerste kwartaal van 2021 op basis van de dan geldende situatie rondom de maatregelen tegen het coronavirus de inzet voor het tweede kwartaal 2021 gewogen.

3. Subsidieregeling Tegemoetkoming Vaste Lasten BES (TVL BES)

De subsidieregeling Vaste Lasten BES (TVL BES) is gebaseerd op de TVL voor Europees Nederland, en vervolgens toegesneden op de lokale omstandigheden. Zo kent de regeling een standaard vaste kostenratio voor alle sectoren, en is voor het vierde kwartaal van 2020 het subsidiepercentage voor de regeling verhoogd van 50 naar 75%. Nu de reisbeperkingen voor toeristen voortduren hebben ondernemers, in de toeristische sector en toeleverende bedrijven steeds minder mogelijkheden hun resterende vaste lasten te dragen en teren daarmee in op buffers. Om deze ondernemers te ondersteunen en door de komende periode te helpen, verhoogt het kabinet, in lijn met Europees Nederland het subsidiepercentage naar 85% voor alle ondernemers met een omzetverlies van minstens 30%. Eveneens in lijn met Europees Nederland zal het maximum subsidiebedrag in de TVL worden verhoogd van $ 99.000 naar $ 400.000 per kwartaal. Het minimum subsidiebedrag wordt verhoogd van $ 375 naar $ 425 per kwartaal. In Caribisch Nederland zal in afwijking van Europees Nederland geen startersregeling worden ingevoerd, omdat wordt ingeschat dat de uitvoerbaarheid van een dergelijk instrument te complex is voor de beperkte uitvoeringscapaciteit.

4. Belastingen

In lijn met de Europees Nederlandse besluitvorming wordt het uitstel van belastingbetaling voor Caribisch Nederland verlengd tot 1 juli 2021. Nu het uitstel van betaling drie maanden extra doorloopt, tot 1 juli a.s., zal ook het moment waarop de terugbetaling aan moet vangen drie maanden opschuiven, dus van 1 juli naar 1 oktober 2021. De terugbetaaltermijn blijft 36 (gelijke) maandelijkse termijnen.

Gezien de bestaande verschillen tussen de fiscale stelsels wordt voor Caribisch Nederland een tijdelijke aanpassing voor het jaar 2021 van de gebruikelijkloonregeling uitgewerkt die aansluit bij de lokale omstandigheden en de al bestaande wettelijke faciliteit voor nieuw opgerichte lichamen in Caribisch Nederland.

5. Financiële compensatie openbare lichamen

De coronacrisis heeft – net als voor Europees Nederlandse gemeenten – ook een impact op de financiële huishouding van de openbare lichamen. Door het wegblijven van toeristen lopen de openbare lichamen belastingopbrengsten mis, zoals de toeristenbelasting, de autoverhuurbelasting en de luchthavenbelasting. Tegelijkertijd maken de openbare lichamen extra kosten als gevolg van de coronacrisis, bijvoorbeeld voor de publieke gezondheid en voor handhaving en toezicht.

De openbare lichamen hebben (in lijn met de besluitvorming ten aanzien van gemeenten) in 2020 compensatie gekregen voor inkomstenderving en voor extra kosten. Ik heb het College financieel toezicht (Cft) gevraagd mij te adviseren over de verwachte inkomstenderving en de extra uitgaven van de openbare lichamen als gevolg van corona, zoals de extra uitgaven voor de publieke gezondheid en voor handhaving en toezicht. Op basis van dit advies wordt de compensatie van de openbare lichamen vastgesteld en bij volgende suppletoire begrotingswet verwerkt.

6. Cultuur

Voor de cultuursector geldt dat de drie openbare lichamen medio augustus 2020 schriftelijk een verzoek hebben ingediend voor extra steun aan de sector. Er is door OCW in totaal $ 354.000 vrijgemaakt voor de steun aan de cultuursector in Caribisch Nederland. Dit budget is afkomstig uit het tweede steunpakket voor de cultuursector voor de gemeentelijke ondersteuning. Het budget ter ondersteuning van de cultuursector is in januari van dit jaar, via een ophoging van de eerste tranche van de vrije uitkering, uitgekeerd. De openbare lichamen zijn daarmee zelf, net als in Europees Nederland, verantwoordelijk voor de inzet van de middelen.

Op 15 januari jl. hebben de openbare lichamen hierover bericht ontvangen van Minister Slob, mede namens Minister van Engelshoven. In de brieven is aangegeven dat OCW bereid is om ondersteuning te bieden bij de inzet van de middelen, mocht dit door de openbare lichamen gewenst worden.

Daarnaast is er een budget vrijgemaakt vanuit het steunpakket om in te zetten via bestaande wegen, zoals regelingen voor makers via de Rijkscultuurfondsen. De Rijkscultuurfondsen zijn toegankelijk voor aanvragers in Caribisch Nederland.

Tot slot

Het coronavirus heeft ook in Caribisch Nederland een enorme impact op de samenleving en daarmee ook op de economie van de eilanden. De belangrijkste pijler van de eilanden – het toerisme – is grotendeels weggevallen. Ook andere bedrijvigheid, zoals de Medical School op Saba, wordt hard geraakt. Het kabinet is zich ervan bewust dat de huidige situatie enorm zwaar weegt op de schouders van werkenden en ondernemers op Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Degenen die als gevolg van de coronacrisis hun baan zijn kwijtgeraakt, vallen vaak terug op een relatief laag niveau van bestaan, ook vergeleken met Europees Nederland. Het kabinet blijft met dit steun- en herstelpakket bedrijvigheid en banen ondersteunen en heeft daarbij ook oog voor de sociaaleconomische context van de eilanden

Het kabinet verlengt met deze brief het steun- en herstelpakket en blijft een vinger aan de pols houden voor de periode na afloop van het huidige steun- en herstelpakket. Met het oog op perspectief wordt Caribisch Nederland betrokken bij het Europees Nederlandse economisch herstelbeleid waarbij aansluiting wordt gezocht met de dan geldende economische en maatschappelijke omstandigheden en vooruitzichten.

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.W. Knops


X Noot
1

Kamerstuk 35 420, nr.9

Naar boven