34 775 XVI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2018

H VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 3 september 2018

De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal heeft op 10 juli 2018 brieven gestuurd aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Minister voor Medische Zorg en Sport inzake de halfjaarlijkse stand van zaken van de toezeggingen die door de bewindspersonen aan de Eerste Kamer zijn gedaan.

De bovengenoemde ministers en de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport hebben op 31 augustus 2018 gereageerd.

De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport1 brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde schriftelijk overleg.

De griffier van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport, De Boer

BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE EERSTE KAMER DER STATEN-GENERAAL

Aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Den Haag, 10 juli 2018

De Eerste Kamer maakt halfjaarlijks de stand van zaken op ten aanzien van de toezeggingen die door de bewindspersonen aan deze Kamer zijn gedaan.

Door middel van deze brief attendeer ik u op het gebruikelijke halfjaarlijkse overzicht van openstaande en deels voldane toezeggingen. Vandaag ontvangt u digitaal een overzicht van de toezeggingen waarvan de termijn volgens onze informatie op 1 juli 2018 is verstreken. Daarbij treft u tevens, ter informatie, een overzicht aan van de openstaande of deels voldane toezeggingen waarvan de termijn op 1 januari 2019 verloopt. Beide lijsten zijn terug te vinden via de volgende links:

Rappel: https://www.eerstekamer.nl/rappel?rappel=vkpwgsqhkzyv&ministerie=vghyngkof7kq

Vooruitblik: https://www.eerstekamer.nl/rappel?rappel=vkpwhtewa9nd&ministerie=vghyngkof7kq

Teneinde een geactualiseerd overzicht aan de verantwoordelijke commissie(s) voor te kunnen leggen, verneemt de Kamer graag vóór vrijdag 31 augustus 2018 eventuele correcties en een prognose van de termijnen waarop de toezeggingen zullen worden nagekomen. Het betreft daarbij voornamelijk de toezeggingen waarvan de deadline reeds is verstreken.

De Eerste Kamer tracht de toezeggingenregistratie zo actueel mogelijk te houden. De Kamer en de regering zijn er derhalve bij gebaat als brieven, nota’s en dergelijke, die samenhangen met toezeggingen aan de Eerste Kamer, rechtstreeks aan deze Kamer worden gezonden, onder vermelding van het toezeggingenregistratienummer.

De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, A. Broekers-Knol

BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE EERSTE KAMER DER STATEN-GENERAAL

Aan de Minister voor Medische Zorg en Sport

Den Haag, 10 juli 2018

De Eerste Kamer maakt halfjaarlijks de stand van zaken op ten aanzien van de toezeggingen die door de bewindspersonen aan deze Kamer zijn gedaan.

Door middel van deze brief attendeer ik u op het gebruikelijke halfjaarlijkse overzicht van openstaande en deels voldane toezeggingen. Vandaag ontvangt u digitaal een overzicht van de toezeggingen waarvan de termijn volgens onze informatie op 1 juli 2018 is verstreken. Daarbij treft u tevens, ter informatie, een overzicht aan van de openstaande of deels voldane toezeggingen waarvan de termijn op 1 januari 2019 verloopt. Beide lijsten zijn terug te vinden via de volgende links:

Rappel: https://www.eerstekamer.nl/rappel?rappel=vkpwgsqhkzyv&ministerie=vkjhlvjn3wum

Vooruitblik: https://www.eerstekamer.nl/rappel?rappel=vkpwhtewa9nd&ministerie=vkjhlvjn3wum

Teneinde een geactualiseerd overzicht aan de verantwoordelijke commissie(s) voor te kunnen leggen, verneemt de Kamer graag vóór vrijdag 31 augustus 2018 eventuele correcties en een prognose van de termijnen waarop de toezeggingen zullen worden nagekomen. Het betreft daarbij voornamelijk de toezeggingen waarvan de deadline reeds is verstreken.

De Eerste Kamer tracht de toezeggingenregistratie zo actueel mogelijk te houden. De Kamer en de regering zijn er derhalve bij gebaat als brieven, nota’s en dergelijke, die samenhangen met toezeggingen aan de Eerste Kamer, rechtstreeks aan deze Kamer worden gezonden, onder vermelding van het toezeggingenregistratienummer.

De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, A. Broekers-Knol

BRIEF VAN DE MINISTERS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT, VOOR MEDISCHE ZORG EN SPORT EN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 31 augustus 2018

In reactie op uw brieven van 10 juli jl. met kenmerk 163410.10u en 163410.06u zenden wij u een overzicht met daarin de actuele stand van zaken van de door u gerappelleerde toezeggingen aan de Eerste Kamer.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge

De Minister voor Medische Zorg en Sport, B.J. Bruins

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, P. Blokhuis

Openstaande en deels voldane toezeggingen aan de Eerste Kamer waarop gerappelleerd is in verband met het verstrijken van de termijn op 02-07-2018

Toezegging Evaluatie van de Wet verbetering positie pleegouders (32 529) (T01601)

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Ester, toe de maatregelen die ten grondslag liggen aan het wetsvoorstel over een aantal jaren te evalueren.

Stand van zaken

Uw Kamer is toegezegd om een evaluatie van de wetswijziging verbetering positie pleegouders te ontvangen. Deze evaluatie maakt momenteel onderdeel uit van het actieplan pleegzorg. De Minister van VWS zal deze evaluatie naar verwachting volgend voorjaar naar uw Kamer sturen.

Toezegging Facultatief protocol (33 992 / 33 990) (T02290)

De Staatssecretaris van VWS zegt de Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden Bredenoord, Ganzevoort, Don en Barth, toe voor de zomer te komen met een standpuntbepaling (inclusief de te zetten stappen) ten aanzien van het facultatief protocol.

Stand van zaken

Het huidige kabinet heeft de besluitvorming rondom het facultatief protocol bij het VN Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten (IVESCR) nog niet afgerond. Het advies van de Raad van State is ontvangen. Derhalve is er rondom het facultatief protocol bij het VN Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap nog geen standpunt ingenomen. De Minister van VWS zal uw Kamer informeren over het facultatief protocol bij het VN Verdrag Handicap zodra de besluitvorming over het facultatief protocol bij het IVESCR is afgerond.

Toezegging Onderzoek nabestaanden (34 333, C) (T02403)

De Minister van VWS zal de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Oomen-Ruijten, informeren over de uitkomsten van het onderzoek naar nabestaanden die als gevolg van het overlijden van de partner niet meer verdragsgerechtigd zijn, omdat zij een niet-wettelijk nabestaandenpensioen ontvangen.

Stand van zaken

De Minister voor MZS heeft op 28 mei 2018 gereageerd op de brief van de vaste commissie voor VWS van 17 april 2018 inzake het niet-wettelijk nabestaandenpensioen (Kamerstukken I 2017/18, 34 333, E). Bij brief van 29 juni 2019 (kenmerk: 159915.29u) heeft de vaste commissie voor VWS vervolgvragen gesteld over dit onderwerp met het verzoek deze bij voorkeur voor 7 september 2018 te beantwoorden. De Minister voor MZS streeft ernaar de vragen binnen de aangegeven termijn te beantwoorden.

Toezegging Cliëntvertrouwenspersoon (31 996) (T02546)

De Minister van VWS zegt de Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden Van Dijk en Don, toe dat de cliëntvertrouwenspersoon landelijk gefinancierd zal worden; tevens zal de functie verder worden geprofessionaliseerd. De Kamer wordt nog geïnformeerd over de meest wenselijke organisatievorm.

Stand van zaken

Op dit moment wordt, onder leiding van een kwartiermaker, met de betrokken veldpartijen gesproken over de mogelijkheden voor de organisatorische en financiële inbedding van de cliëntenvertrouwenspersoon in de zorg voor mensen met psychogeriatrische problematiek of een verstandelijke beperking. Dit moet in het voorjaar 2019 leiden tot een model dat binnen beide sectoren breed gedragen wordt. De optie die op dit moment op het grootste draagvlak lijkt te kunnen rekenen, is het model waarbij de Wlz-uitvoerders het cliëntenvertrouwenswerk beleidsarm inkopen op basis van de kwaliteitscriteria, die thans door de beroepsgroep en betrokken partijen worden ontwikkeld.

Toezegging Verdrag tegen handel in menselijke organen (33 506) (T02594)

De Minister voor MZS zal de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Don, op de hoogte houden van de ontwikkelingen omtrent de ratificatie van het Verdrag inzake orgaanhandel.

Stand van zaken

Overleg met het Ministerie van Justitie en Veiligheid over de ratificatie van het Verdrag inzake orgaanhandel is nog gaande. De Minister voor MZS zal de Kamer te zijner tijd informeren over de ontwikkelingen.

Toezegging Gesprek nabestaanden (33 506) (T02596)

De Minister voor MZS zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Nooren, toe na te gaan welke andere (neutrale) partijen dan artsen een rol kunnen spelen in het gesprek met nabestaanden over het donorschap.

Stand van zaken

De Minister voor MZS zal de Kamer hier voor het einde van het jaar over informeren.

Toezegging Voorlichting kwetsbare groepen (33 506) (T02595)

De Minister voor MZS zegt de Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden Nooren en Strik, toe om in het kader van de voorlichting aan mensen met beperkte gezondheidsvaardigheden de pilots met een individuele benadering te blijven volgen en bij de ontwikkeling van de voorlichting ook de mensen die de kwetsbare groepen vertegenwoordigen, te betrekken.

Stand van zaken

Dit zal onderdeel vormen van het communicatieplan over de nieuwe donorwet dat de Minister voor MZS na het zomerreces aan beide Kamers zal sturen.

Toezegging Monitoring informatievoorziening (33 506 (T02597)

De Minister voor MZS zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Bredenoord, toe door middel van monitoring na te gaan of de informatiecampagne effectief is.

Stand van zaken

Deze toezegging zal worden opgenomen in het communicatieplan over de nieuwe donorwet dat de Minister voor MZS na het zomerreces aan beide Kamers zal sturen.

Toezegging Tussentijdse evaluaties (33 506) (T02589)

De Minister voor MZS zegt de Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden Strik en Nooren, toe de wet tussentijds te evalueren, zowel tijdens de voorbereiding als na de inwerkingtreding van de wet. Daarbij zal onder meer worden gekeken naar de positie van nabestaanden en het aannemelijkheidsvereiste, en naar de aard en omvang van de demografische kenmerken van de categorie «geen bezwaar». De evaluaties zullen worden aangeboden aan de Kamer.

Stand van zaken

De Minister voor MZS zal de Kamer over deze toezegging informeren in de begeleidende brief bij het communicatieplan over de nieuwe donorwet dat na het zomerreces aan beide Kamers zal worden gezonden.

Toezegging Gemeentelijk rol ten aanzien van ggz-zorg (32 399) (T02549)

De Staatssecretaris van VWS zal de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid De Bruijn-Wezeman, rond de zomer informeren over de implementatie en de gemeentelijke rol ten aanzien van ggz-zorg.

Stand van zaken

De implementatie van de wet verplichte ggz (Wvggz) is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de uitvoerende partijen. De partijen, waaronder de gemeenten, gefaciliteerd door de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG), zijn op dit moment bezig met implementatieplannen voor hun eigen organisatie. Voor een samenhangende implementatie, waar organisaties aansluiting zoeken bij elkaar, is in 2017 een bestuurlijke ketenraad opgericht (BKR), waar de ketenpartijen gezamenlijk sturen op de implementatie en werking van de wet. Parallel aan het wetgevingstraject hebben de ketenpartijen zich met het ketenprogramma Wvggz vooral toegelegd op de voorbereiding van de noodzakelijke informatie-uitwisseling tussen de ketenpartijen. Na de vaststelling van de wet en de datum van de inwerkingtreding is gestart met het gezamenlijk opstellen van onder meer inhoudelijke handreikingen en communicatieproducten. Het ketenprogramma Wvggz zoekt verbinding met andere programma’s en maakt zoveel mogelijk gebruik maken van reeds bestaande samenwerkingstructuren en ontwikkelde instrumenten.

Toezegging Gedwongen zorg minderjarigen (32 399 / 31 996 / 32 398) (T02556)

De Staatssecretaris van VWS zal de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Barth, voor de zomer informeren over het tijdpad van het wetsvoorstel voor gedwongen zorg voor minderjarigen.

Stand van zaken

De Staatssecretaris van VWS heeft tijdens de behandeling van de Wet verplichte ggz (Kamerstuk 32 399; Handelingen I 2017/18, nr. 14, item 3 en Handelingen I 2017/18, nr. 15, item 3) en de Wet zorg en dwang (Kamerstuk 31 996; Handelingen I 2017/18, nr. 14, item 3 en Handelingen I 2017/18, nr. 15, item 3) in de Eerste Kamer toegezegd u te informeren over het tijdpad van de voorgenomen wet rechtspositie gesloten jeugdinstellingen. De Minister van VWS heeft deze toezegging in het jeugddebat op 31 mei 2018 (Handelingen II 2017/18, nr. 88, debat over het uitblijven van passende jeugdzorg) in de Tweede Kamer herhaald. Het voornemen is dat in het voorjaar van 2020 het wetsvoorstel wordt ingediend met als streven inwerkingtreding op 1 januari 2021. Met deze informatie wordt de toezegging als afgedaan beschouwd. De Minister van VWS heeft de Tweede Kamer hier op 18 juni 2018 per brief (Kamerstuk 31 839, nr. 623) over geïnformeerd. Abusievelijk is deze informatie destijds niet naar de Eerste Kamer gestuurd.

Toezegging Regie eerstelijnszorg (34 775) (T02504)

De Minister van Algemene Zaken zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Barth (PvdA), toe een brief over regie en coördinatie in de eerstelijnszorg naar de Kamer te sturen.

Stand van zaken

Op 5 december 2017 is tijdens de algemene politieke beschouwingen in de Eerste Kamer toegezegd dat u nader geïnformeerd zou worden over de coördinatie in de (eerstelijns)zorg. Graag maakt de Minister voor Medische Zorg en Sport (MZS) van de gelegenheid gebruik om u op de hoogte te stellen hoe invulling gegeven is aan deze toezegging.

Begin april is het rapport van de Taskforce «de juiste zorg op de juiste plek» opgeleverd2 Dit rapport is een belangrijke basis geweest in de gesprekken over de totstandkoming van de bestuurlijke akkoorden in de curatieve zorg 2019 – 2022. Inmiddels zijn voor de medisch specialistische zorg, de wijkverpleging, de huisartsenzorg en de geestelijke gezondheidszorg akkoorden afgesloten waarin sectorspecifieke afspraken zijn gemaakt over de juiste zorg op de juiste plek3, waaronder het leveren van integrale zorg en de bijbehorende coördinatie van zorg in de regio.

Om de juiste zorg op de juiste plek ook in de praktijk waar te kunnen maken, is in de hoofdlijnakkoorden afgesproken dat partijen in de regio (inkopers, zorgaanbieders, professionals en patiëntenorganisaties) een feitelijk beeld maken van de sociale en gezondheidssituatie en opgave in een regio, gemeente of wijk. Dat beeld wordt vervolgens doorvertaald naar de individuele contractering. Hoe dit gebeurt en wat wordt afgesproken gebeurt decentraal, want iedere regio zal zo zijn eigen kenmerken hebben en bestaande coördinatiestructuren. Dit kunnen bijvoorbeeld afspraken zijn over het belonen van de van samenwerking binnen een wijkteam of het structureel financieren van coördinatie- en schakeltaken aan diegene die de regierol pakt met als doel het organiserend vermogen te versterken. Ook de regionale coördinatiepunten voor het eerstelijnsverblijf en de verbreding daarvan naar andere vormen van vervolgzorg dragen bij aan de juiste zorg op de juiste plek. De toezegging wordt hiermee als afgedaan beschouwd.

Toezegging Kwaliteit AMvB's ambulante gedwongen zorg (32 399) (T02550)

De bewindspersonen van VWS zeggen de Kamer, naar aanleiding van een opmerking van het lid Schnabel, toe in de AMvB's die de ambulante gedwongen zorg regelen, rekening te houden met de verhoudingen in de hulpverlening, de mate van detaillering en de omvang van de teksten, en de administratieve belasting.

Stand van zaken

De toezegging kwaliteit AMvB's ambulante gedwongen zorg (32 399) (T02550) is afgedaan met de brief «Voorhang besluiten over gedwongen zorg» van 13 juli 2018 (Kamerstuk 25 424, G).

Toezegging Euthanasie (31 996) (T02562)

De Minister van VWS zegt de Kamer, naar aanleiding van een opmerking van het lid Van Dijk, toe om in de kabinetsreactie op de evaluatie van de Euthanasiewet aandacht te besteden aan de vraag of de toetsingspraktijk van de toetsingscommissies euthanasie zich ook uit moet strekken tot het toepassen van dwang bij euthanasie bij wilsonbekwame patiënten; de kabinetsreactie zal voor de zomer aan de Kamer worden gestuurd.

Stand van zaken

Met de brief «Toezegging EK over euthanasie en Wet zorg en dwang» van 28 augustus 2018 is de Eerste Kamer geïnformeerd. In deze brief is de toezegging afgedaan.

Toezegging Capaciteit ggz-zorg (32 399) (T02565)

De Staatssecretaris van VWS zal de Kamer, naar aanleiding van een opmerkingen van de leden Don en Barth, in de zomer informeren over de capaciteit voor beveiligde, acute en ambulante ggz-zorg.

Stand van zaken

Tijdens de plenaire behandeling van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg, de Wet zorg en dwang en de Wet forensische zorg heeft de Staatssecretaris van VWS toegezegd uw Kamer te informeren over de capaciteit voor beveiligde, acute en ambulante ggz-zorg. Met de brief «Wachttijden in de ggz» van 31 augustus 2018 is de Eerste Kamer geïnformeerd. In deze brief is de toezegging afgedaan.

Toezegging Kwaliteitsstandaard (33 506) (T02591)

De Minister voor MZS zegt de Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden Don en Nooren, toe met het veld in gesprek te gaan over de wijze waarop invulling kan worden gegeven aan de positie van nabestaanden en artsen, teneinde te komen tot een kwaliteitsstandaard. Het gebruik van de kwaliteitsstandaard zal worden verankerd in een AMvB.

Stand van zaken

Aan deze toezegging is voldaan bij brief «Stand van zaken implementatie Actief Donorregistratiesysteem (ADR)» van 6 juli 2018 (Kamerstuk 33 506, W).


X Noot
1

Samenstelling:

Ten Hoeve (OSF), Koffeman (PvdD), Kuiper (CU), De Vries-Leggedoor (CDA), Flierman (CDA), Ganzevoort (GL), vac. (VVD), Martens (CDA) (voorzitter), Van Strien (PVV), Bruijn (VVD) (vice-voorzitter), Gerkens (SP), Atsma (CDA), Bredenoord (D66), D.J.H. van Dijk (SGP), Don (SP), Van Hattem (PVV), Nooren (PvdA), Oomen-Ruijten (CDA), Prast (D66), Schnabel (D66), Wezel (SP), Klip-Martin (VVD) Baay-Timmerman (50PLUS), A.J.M. van Kesteren (PVV), Van Zandbrink (PvdA), Fiers (PvdA).

X Noot
2

TK 29 689, nr. 896.

Naar boven