Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 juli 2018
Hierbij bied ik u, mede namens de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en
Sport en de Minister voor Rechtsbescherming, twee ontwerpbesluiten1 aan met betrekking tot gedwongen zorg. Het betreft het ontwerpbesluit houdende regels
ter uitvoering van de Wet zorg en dwang voor personen met een psychogeriatrische aandoening
of een verstandelijke handicap (Besluit zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk
gehandicapte cliënten) en het ontwerpbesluit houdende regels ter uitvoering van de
Wet zorg en dwang Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Besluit verplichte geestelijke
gezondheidszorg). Voor de inhoud van de ontwerpbesluiten verwijs ik u naar de ontwerpnota’s
van toelichting.
De voorlegging geschiedt in het kader van de wettelijk voorgeschreven voorhangprocedure
(2a, vierde lid, 8, zesde lid, en 18c, zevende lid, van de Wet zorg en dwang psychogeriatrische
en verstandelijk gehandicapte cliënten, respectievelijk artikelen 2:4, tweede lid,
en 8:22, derde lid, van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg) en biedt uw
Kamer de mogelijkheid zich uit te spreken over het ontwerpbesluit voordat het aan
de Afdeling advisering van de Raad van State zal worden voorgelegd en vervolgens zal
worden vastgesteld.
Op grond van de aangehaalde bepalingen geschiedt de voordracht aan de Koning ter verkrijging
van het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State over het ontwerpbesluit
niet eerder dan vier weken nadat het ontwerpbesluit aan beide Kamers der Staten-Generaal
is overgelegd. Op grond van aanwijzing 2.38 van de Aanwijzingen voor de regelgeving
wordt deze termijn in verband met het zomerreces van uw Kamer verlengd tot 2 oktober
2018.
Een gelijkluidende brief heb ik gezonden aan de voorzitter van de Tweede Kamer der
Staten-Generaal.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
H.M. de Jonge