8 Regeling van werkzaamheden (stemmingen)

Voorzitter: Martin Bosma

Regeling van werkzaamheden (stemmingen)

Regeling van werkzaamheden (stemmingen)

De voorzitter:

Ik heropen. We gaan stemmen. Wilt u allen gaan zitten?

Ik stel voor zo dadelijk ook te stemmen over de aangehouden motie-Idsinga c.s. (36725, nr. 29) en de aangehouden motie-Dassen/Jetten (21501-20, nr. 2194).

In de regeling van werkzaamheden geef ik graag het woord aan de heer Grinwis van de ChristenUnie.

De heer Grinwis (ChristenUnie):

Voorzitter. Ik verzoek, mede namens mijn collega Hans Vijlbrief van D66, om uitstel van de stemmingen bij punt 2, de stemmingen over de Wet versterking regie volkshuisvesting. Het argument is dat er door het aannemen van het amendement van collega Mooiman een zo verstrekkend amendement is aangenomen dat het goed is dat de Raad van State wordt gevraagd om een spoedadvies. De bedoeling is dat we dan de eerste of de tweede week na het zomerreces alsnog over deze wet kunnen stemmen.

De voorzitter:

Ik kijk even of daar een meerderheid voor is.

De heer Krul (CDA):

Steun.

De heer De Hoop (GroenLinks-PvdA):

Steun.

De heer Flach (SGP):

Geen steun, voorzitter.

Mevrouw Beckerman (SP):

Steun.

De heer Mooiman (PVV):

Geen steun, voorzitter, gewoon vandaag stemmen.

De heer Dassen (Volt):

Een heel belangrijk verzoek. Steun.

De heer El Abassi (DENK):

Steun, voorzitter.

Mevrouw Welzijn (NSC):

Geen steun.

Mevrouw Wijen-Nass (BBB):

Geen steun.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Steun.

De voorzitter:

U heeft geen meerderheid, meneer Grinwis.

De heer Grinwis (ChristenUnie):

Voorzitter. Dan heb ik een hoffelijkheidsverzoek. Er zou een brief komen van de minister van VRO, vóór de stemmingen van 13.30 uur. Die is nog niet binnen of komt net binnen. We zouden als Kamerleden graag die brief willen lezen en dan de stemming vanavond willen hebben.

De voorzitter:

Met het oog op de hoffelijkheid zou ik dat graag willen toestaan, tenzij daar enorme bezwaren tegen bestaan. We hadden ons wel voorbereid op vijf, zes stemverklaringen, maar die nemen we dan ook maar mee.

Mevrouw Hirsch.

Mevrouw Hirsch (GroenLinks-PvdA):

Dank u, voorzitter. Ik wil graag onder agendapunt 17, de stemmingen in verband met de Wijziging van de begrotingsstaat voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp voor het jaar 2025, het amendement op stuk nr. 22 (36725-XVII) intrekken.

De voorzitter:

Het amendement-Hirsch (stuk nr. 22) is ingetrokken.

Ik stel vast dat daarmee wordt ingestemd.

Mevrouw Hirsch (GroenLinks-PvdA):

Onder agendapunt 23, stemmingen over moties ingediend bij het wetgevingsoverleg over de Wijziging van de begrotingsstaat voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp voor het jaar 2025, wil ik de gewijzigde motie op stuk nr. 37 aanhouden.

De voorzitter:

Tot vanavond, neem ik aan? We stemmen dus wel over de motie op stuk nr. 37 (36725-XVII) van agendapunt 23, maar dan vanavond. De motie zal worden aangehouden.

Mevrouw Podt.

Mevrouw Podt (D66):

Voorzitter. Onder agendapunt 5, de stemmingen over moties ingediend bij de Asielnoodmaatregelenwet, wil ik graag de motie op stuk nr. 56 (36704) aanhouden.

De voorzitter:

Op verzoek van mevrouw Podt stel ik voor haar motie (36704, nr. 56) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

De heer Ceder nog. Hij had iets over agendapunt 5, dacht ik, dat hij wilde uitstellen. Het hoeft niet, hoor. O ja, zegt hij nu. Ja, ik denk wel met u mee!

De heer Ceder (ChristenUnie):

Dank u wel, voorzitter. De reden waarom we vandaag over de moties zouden stemmen en niet dinsdag, was omdat we pas na het wetsvoorstel wilden stemmen over de moties. Nu er een voorstel is geweest om vanavond pas over het wetsvoorstel te stemmen, is het logisch om in lijn met wat we dinsdag hebben afgesproken, ook dan pas over de moties te stemmen, omdat sommige moties vooruitlopen op het al dan niet in werking treden of in elk geval het al dan niet aannemen van het wetsvoorstel.

De voorzitter:

Laten we dat dan ook onder het kopje hoffelijkheid scharen, lijkt me. Daar bestaat geen bezwaar tegen.

De heer Soepboer. De heer Soepboer schrikt ook van zijn eigen verzoek!

De heer Soepboer (NSC):

Nee, ik heb het zelf ingediend, voorzitter. Ik wil graag een motie aanhouden. Uit mijn hoofd is dat bij agendapunt 13, de motie-Soepboer/Ceder op stuk nr. 10.

De voorzitter:

Volgens ons is het agendapunt 31, de stemmingen over moties ingediend bij het tweeminutendebat Jaarverslag en Staat van het Onderwijs, en dan de motie op stuk nr. 10. U had de cijfers goed, maar dan in de verkeerde volgorde.

De heer Soepboer (NSC):

Ja, dat bedoel ik. U heeft het bij het juiste eind. Dank u wel.

De voorzitter:

Voor de helft goed, dus dat rekenen we ook goed. De motie zal worden aangehouden.

Mevrouw Podt?

Mevrouw Podt (D66):

Ik kon het laatste niet volgen. Wat is er nu aangehouden?

De voorzitter:

Niemand kan de heer Soepboer volgen!

(Hilariteit)

Mevrouw Podt (D66):

Volgens mij lag dat niet aan de heer Soepboer!

De voorzitter:

Ik heb altijd de prullenbak bij de hand, waar ik zijn verzoeken altijd … Het is dus punt 31. Even bladeren, mevrouw Podt: 31, en dan de motie-Soepboer op stuk nr. 10.

Naar boven