5 Natuur

Natuur

Aan de orde is het tweeminutendebat Natuur (CD d.d. 19/06).

De voorzitter:

Ik heropen de vergadering voor het tweeminutendebat Natuur naar aanleiding van het commissiedebat op 19 juni jongstleden. Ik heet de staatssecretaris en de Kamerleden welkom. Ik geef graag het woord aan de eerste spreker, het lid Kostić van de Partij voor de Dieren. Ik wil vragen of andere leden, zodra ze aan de beurt zijn, klaar willen staan, zodat we maximaal de vaart erin kunnen houden.

Kamerlid Kostić (PvdD):

Dank, voorzitter.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat er signalen zijn dat de regels over jacht en faunabeheer onvoldoende bijdragen aan het beschermen van dierenwelzijn en het voorkomen van achteruitgang van soorten;

constaterende dat het slecht gaat met vogelsoorten op de wildlijst zoals de fazant, wilde eend en houtduif, maar ook met konijnen en hazen en dat de vorige minister noodzaak zag om de jacht op deze twee laatste soorten goeddeels op te schorten;

overwegende dat de demissionair staatssecretaris voornemens is een stelselwijziging door te voeren die verdere schadelijke effecten kan hebben, zonder dat vooraf een evaluatie van het bestaande stelsel, inclusief de financiële structuur en praktische uitvoerbaarheid, heeft plaatsgevonden;

verzoekt de regering om:

  • -allereerst een uitgebreide externe, onafhankelijke evaluatie te laten uitvoeren van het huidige stelsel van jacht en faunabeheer, waaronder het effect op dierenwelzijn, de financiële aspecten en de uitvoerbaarheid ervan, door een deskundig extern bureau;

  • -de uitkomsten van deze evaluatie vervolgens aan de Kamer te sturen en deze te betrekken bij het proces rondom de stelselwijziging;

  • -geen onomkeerbare stappen te nemen ten aanzien van het stelsel van jacht, faunabeheer en schadebestrijding totdat de evaluatie is uitgevoerd en de resultaten bij de stelselwijziging zijn betrokken,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Kostić en Graus.

Zij krijgt nr. 455 (33576).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering:

  • -het nu voorliggende ontwerpbesluit houdende wijziging in het kader van bescherming wolf en goudjakhals in te trekken en met spoed in een nieuw besluit de wolf tijdelijk op bijlage IX bij het Besluit activiteiten leefomgeving te plaatsen om te voorkomen dat de wolf in juli alle bescherming verliest;

  • -voortaan maximaal in te zetten op niet-dodelijke maatregelen ten behoeve van conflictarm samenleven tussen mens en wolf,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Kostić en Bromet.

Zij krijgt nr. 456 (33576).

Kamerlid Kostić (PvdD):

Voorzitter. Ik wil ten slotte het volgende zeggen: in een beschaafd land weten we een manier te vinden om met elkaar samen te leven in plaats van geweld te gebruiken. Laten we daar nu op inzetten.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan is nu het woord aan de volgende spreker, mevrouw Van der Plas van BBB.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Voorzitter. Afgelopen week hadden we een prachtig voedselevenement van NLvoedt. Op dit evenement waren ook heerlijke wildhapjes te proeven, zoals ganzenworst en ganzenborst. Ik zou tegen alle Nederlanders willen zeggen: "doe eens wild, eet meer gans".

Het beheer van wilde dieren in een dichtbevolkt land als Nederland is absoluut noodzakelijk voor natuurbeheer, de verkeersveiligheid en voor het beperken van schade. Toch neemt de mogelijkheid tot het beheer van soorten steeds verder af. Ondertussen neemt de schade door wilde dieren steeds meer toe. Nu lopen jagers en grondeigenaren tegen veel problemen aan als het gaat om het uitvoeren van die beheerplannen. Met name terreinbeherende organisaties, TBO's, maken het uitvoeren van de plannen onnodig moeilijk. Zo mogen bij organisaties als Het Limburgs Landschap, SLL, Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten, de jagers niet het goedgekeurde faunabeheerplan op alle diersoorten uitvoeren. Dat leidt tot extra overleggen en administratieve ballast. Ook wil Staatsbosbeheer dat jagers voldoen aan extra eisen, zoals een extra opleiding voor afschot van ree en zwijn, terwijl jagers in Nederland goed zijn opgeleid. De eisen van de jachtopleiding liggen bij de overheid en niet bij Staatsbosbeheer.

In Zuid-Limburg bijvoorbeeld is de vos een groot risico voor het voortbestaan van wilde hamsters. De provincie heeft dus een extra nachtvergunning voor afschot van de vos verleend voor acht maanden in een groot gebied. En toch heeft Staatsbosbeheer weer bepaald dat de vos maar twee maanden in een beperkt gebied bejaagd mag worden. Ik vind dat allemaal totale bizarheid. Wat kan de staatssecretaris hieraan doen? Het is belachelijk dat door de overheid betaalde organisaties extra regels opleggen, boven op het landelijke beleid. Kan de staatssecretaris de TBO's, de terreinbeherende organisaties, de opdracht geven om de faunabeheerders in alle provincies de ruimte te geven om het beheerplan van een provincie uit te voeren?

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik graag het woord aan mevrouw Veltman namens de VVD.

Mevrouw Veltman (VVD):

Voorzitter. Experts zijn het erover eens: het is niet de vraag of er onbeheersbare natuurbranden gaan plaatsvinden, maar wanneer. Daarover hebben we het gehad tijdens het commissiedebat. Zij geven ook aan dat er voor de veiligheid van mensen en het voorkomen van schade meer nodig is, als wij willen dat wij hierop goed voorbereid zijn. Daarom is het belangrijk dat er vaart wordt gemaakt met het inrichten van het expertisecentrum. Dat is toegezegd en daarom is een motie hierover niet nodig, maar ik vraag de staatssecretaris wel om te bevestigen dat dit op korte termijn van de grond gaat komen.

Voor de lange termijn is het van belang dat er nu al wordt ingezet op wetgeving, zodat alle betrokken partijen weten waar ze aan toe zijn. Vandaar deze motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het aantal "natuurbrandgevoelige dagen" in Nederland sinds 1950 is verdubbeld en dat het risico op onbeheersbare natuurbranden sterk is toegenomen;

overwegende dat natuurbranden in een dichtbevolkt land als Nederland grote risico's vormen voor de veiligheid en gezondheid van mensen en dieren, en schade kunnen vooroorzaken aan de biodiversiteit, woningen, zorginstellingen, drinkwaterwinning en vitale infrastructuur;

overwegende dat er momenteel onvoldoende wettelijk kader is op het gebied van het voorkomen en beperken van natuurbranden;

overwegende dat in 2024 geld is vrijgemaakt voor het maken van een integrale aanpak voor natuurbrandbeheersing;

constaterende dat concrete stappen om hier invulling aan te geven nog uitblijven;

verzoekt de regering om regie te pakken en wetgeving voor te bereiden die gericht is op het voorkomen en beperken van natuurbranden, daarbij maatregelen te overwegen zoals verplichte risicoanalyses, het opstellen van natuurbrandbeheersingsplannen voor risicogebieden en structurele samenwerking tussen overheden, terreinbeheerders en hulpdiensten, en de Kamer hierover voor het natuurbrandseizoen van 2026 te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Veltman.

Zij krijgt nr. 457 (33576).

Mevrouw Veltman (VVD):

Dan nog een motie over de groene boa's.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat groene boa's een cruciale rol spelen in het toezicht op natuurgebieden en het buitengebied;

overwegende dat adequaat toezicht en handhaving van essentieel belang zijn voor het behoud en de bescherming van natuur en het tegengaan van verslechtering van de natuur;

constaterende dat de minimale uitvoering van toezichts- en handhavingstaken bij terreinbeherende organisaties onder druk staat;

verzoekt de regering zich ervoor in te zetten dat, binnen het beschikbare budget voor natuur en/of het Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer, de noodzakelijke middelen beschikbaar komen om structureel te voorzien in adequaat toezicht en handhaving door groene boa's,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Veltman en Michon-Derkzen.

Zij krijgt nr. 458 (33576).

Mevrouw Veltman (VVD):

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel. U was meteen de laatste spreker. Ik hoop dat de staatssecretaris over uiterlijk vijf minuten kan terugkomen. Ik wil iedereen dus vragen om gewoon te blijven zitten, zodat wij zo snel mogelijk door kunnen. Dank u wel. Ik schors de vergadering voor een kort ogenblik.

De vergadering wordt van 11.42 uur tot 11.48 uur geschorst.

De voorzitter:

Ik heropen de vergadering voor de appreciatie van vier moties en de beantwoording van één vraag door de staatssecretaris.

Staatssecretaris Rummenie:

Dank u wel, voorzitter. Allereerst de motie op stuk nr. 455, de motie van Kostić. Ik heb in het debat al aangegeven dat dit logisch is. Het past in het proces waarmee we bezig zijn. Het betekent wel wat voor het tempo van dit proces, maar ik geef de motie oordeel Kamer.

Dan de tweede motie, de motie op stuk nr. 456. Het zal u niet verbazen: die moet ik echt ontraden. Ik denk gewoon dat we allemaal kunnen zien hoe dringend de problemen in dit land zijn. Het is juist van belang dat de AMvB zo spoedig mogelijk van kracht kan worden. Vele bestuurders uit gemeenten en provincies hebben het afgelopen jaar aan mij kenbaar gemaakt dat ze echt meer handelingsperspectief vanuit het Rijk nodig hebben. Ik ontraad dus deze motie.

Dan heb ik de motie van mevrouw Veltman, de motie op stuk nr. 457. Die geef ik oordeel Kamer, met de volgende interpretatie. Ik ben het uiteraard met u eens dat het voorkomen en beperken van natuurbranden uiterst belangrijk is. Zoals u weet, is het de bedoeling dat het convenant in het voorjaar van 2026 wordt ondertekend. Tijdens het Bestuurlijk Overleg Natuurbrandbeheersing, vorig jaar, heeft mijn voorganger het pad voor wetgeving in afstemming met de genodigden opengehouden, maar er is toen wel afgesproken om de focus op een convenant te houden. Zoals aangegeven tijdens het afgelopen commissiedebat Natuur, sta ik er zelf niet principieel in of het wetgeving of een convenant moet zijn. Maar ik vind het wel belangrijk om hier het gesprek over te kunnen voeren met de betrokken partijen, om hen niet te overvallen met een koerswijziging. Als het de wens van de Kamer is dat er wetgeving wordt opgesteld, dan zal ik dit ook in de gesprekken meenemen. Ik geef de motie dus oordeel Kamer, mits ik "regie pakken" zo kan lezen dat het kabinet dit in overleg met de betrokken partijen zal doen en ik u over de uitkomsten uiterlijk in het voorjaar van 2026 kan informeren.

De voorzitter:

Dank u wel. Dat lokt een vraag uit van mevrouw Veltman. Kort, graag.

Mevrouw Veltman (VVD):

Er wordt een bepaalde interpretatie gegeven. Deze motie verzoekt de staatssecretaris nou juist om in te zetten op wetgeving. Er is al genoeg gepraat. We zien dat het convenant onvoldoende van de grond komt. Men blijft naar elkaar wijzen. Het is urgent; dat heb ik net duidelijk aangegeven. Wat mij betreft hebben we het dus echt over de uitvoering zoals de motie letterlijk beschrijft.

De voorzitter:

Heeft de staatssecretaris daar nog een kort antwoord op? Er zit eigenlijk geen vraag in, maar meer een stellingname.

Staatssecretaris Rummenie:

Ik blijf toch bij mijn interpretatie, want ik vind dat je dit met partijen moet doen. Nogmaals, ik zit er niet principieel in. Ik deel gewoon met u de urgentie. Maar ik geef ook even de geschiedenis van het dossier, en ik wil het met de partijen erover hebben. Ik zit niet principieel in of het een convenant is of wetgeving, maar laten we dat wel in overleg met elkaar doen.

De voorzitter:

Als ik dat als voorzitter goed interpreteer, dan zegt u: zoals het hier staat en zoals mevrouw Veltman het interpreteert, ontraad ik de motie.

Staatssecretaris Rummenie:

Ja. Dat zou ik jammer vinden, want ik sluit het niet uit.

De voorzitter:

Een allerlaatste, korte reactie van mevrouw Veltman.

Mevrouw Veltman (VVD):

Het is logisch dat je ook bij wetgeving de partijen betrekt. Iedereen weet dat dit het beste is, alle experts zeggen het, dus ik hou 'm graag bij deze tekst.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 457 is daarmee ontraden. De motie op stuk nr. 458.

Staatssecretaris Rummenie:

Die ging over het beschikbaar stellen van middelen voor groene boa's. Ik ben het ook daar met mevrouw Veltman eens. Er is een uitdaging met betrekking tot het aantal groene boa's. Ik ben zelf in de Biesbosch op bezoek geweest, waar anderhalve boa de Biesbosch moest bestrijken. Voor zover ik begrepen heb, gaat het om een gezocht structureel bedrag van om en nabij 2 miljoen. Er wordt in de motie verzocht om dat geld te zoeken in de natuurbegroting of in de ANLb-middelen. Als het aankomt op de ANLb-middelen, is het de bedoeling dat deze conform het hoofdlijnenakkoord landen op het boerenerf, om boeren te ondersteunen bij de vrijwillige inzet voor de natuur-, water- en klimaatdoelen, en daarbij marktconforme financiële zekerheid te bieden. Daar past het inzetten van deze middelen voor toezicht en handhaving naar mijn inzicht niet bij. Ik vind de motie dus sympathiek, maar helaas is die ongedekt. Om die reden moet ik 'm ontraden.

Dan had ik nog een vraag van mevrouw Van der Plas, die ging over terreinbeheerders. Ik ga geen opdrachten geven. Ik heb u gehoord, en ik neem het mee in de gesprekken in de toekomst met de TBO's.

De voorzitter:

Daar heeft mevrouw Van der Plas nog een korte vraag over.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Ik zeg niet dat de staatssecretaris een opdracht moet geven. Ik vraag wat de staatssecretaris hieraan kan doen. Het is gewoon belachelijk dat er beheerplannen zijn en dat Staatsbosbeheer dan weer allerlei extra dingen gaat opleggen aan jagers. Dat is gewoon onwerkbaar. We weten dat we in Nederland goed opgeleide jagers hebben. Dat zijn faunabeheerders; dat zijn geen piefpafpoefmensen.

De voorzitter:

Dat was uw bijdrage in uw termijn. Uw vraag?

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Ik zeg niet dat er een opdracht gegeven moet worden. Ik zeg: wat kan de staatssecretaris eraan doen? Dit is de staatssecretaris.

De voorzitter:

Wat kan de staatssecretaris doen?

Mevrouw Van der Plas (BBB):

...

De voorzitter:

Ja, u wordt inderdaad gemutet, want u had uw vraag gesteld. De bedoeling is om één korte vraag te stellen, en niet om uw inbreng in uw eigen termijn te herhalen. Het woord is aan de staatssecretaris.

Staatssecretaris Rummenie:

Ik zeg het nog een keer: ik ga niet treden in de rechten en plichten van grondeigenaren. Dat geldt zowel voor terreinbeherende organisaties als voor boeren. Ik zal wel uw vraag meenemen in de gesprekken die ik voer met terreinbeherende organisaties.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan had u nog één vraag te beantwoorden, van mevrouw Veltman.

Staatssecretaris Rummenie:

Ik ben het ook met mevrouw Veltman eens dat het nationaal expertisecentrum voor natuurbrandbeheersing er snel moet staan. We streven naar het eerste kwartaal van 2026.

De voorzitter:

Dank u wel. De heer Flach had wel spreektijd aangevraagd, maar was te laat vanwege een procedurevergadering. Bij hoge uitzondering geef ik hem dus nog de kans om een korte vraag te stellen.

De heer Flach (SGP):

Voorzitter, ik ben u zeer erkentelijk. Mag ik de staatssecretaris vragen of hij bij de herziening van de natuurdoelanalyses niet alleen gaat kijken hoe het met de stand van de natuur staat, maar zich daarbij ook strikt zal aansluiten bij de manier waarop de Habitatrichtlijn spreekt over verslechtering?

Staatssecretaris Rummenie:

Ja. Ik weet niet of ik de vraag helemaal goed begrijp. Dat lijkt mij vanzelfsprekend, maar goed.

De heer Flach (SGP):

Door de snelheid maak ik de vraag misschien wat bondig. Maar de manier waarop er in de Habitatrichtlijn over verslechtering van de natuur wordt gesproken, is nog wel eens anders dan de manier waarop wij er hier in Nederland over spreken. Mijn verzoek aan de staatssecretaris is of hij de strikte benadering van de Habitatrichtlijn zelf zou willen hanteren bij de herziening van de natuurdoelanalyses.

Staatssecretaris Rummenie:

Zeker, want u weet dat ik er juist naar streef om de staat van de natuur vast te stellen op basis van de echte staat van de natuur.

De voorzitter:

Prima. Dan zijn volgens mij alle vragen beantwoord en de moties geapprecieerd.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Vanavond zal er over de moties gestemd worden. Ik schors de vergadering voor een kort moment.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven