46 Artikel 100-brief EUFOR Althea

Artikel 100-brief EUFOR Althea

Aan de orde is het debat over de artikel 100-brief EUFOR Althea.

De voorzitter:

Ik heropen. Een hartelijk woord van welkom aan beide bewindspersonen. Aan de orde is het debat over de artikel 100-brief EUFOR Althea. Een debat over een artikel 100-procedure is altijd een debat met een wat plechtig karakter. Ik geef graag het woord aan de heer Nordkamp van de fractie van GroenLinks-Partij van de Arbeid.

De heer Nordkamp (GroenLinks-PvdA):

Dank, voorzitter. Namens de fractie van GroenLinks-Partij van de Arbeid spreek ik onze steun uit voor een nieuwe bijdrage van Nederland aan de EU-missie in Bosnië en Herzegovina. De stabiliteit en eenheid van het land zijn belangrijk voor de veiligheid en eenheid van Europa. De EU-missie in Bosnië is ook in het Nederlands belang.

In het commissiedebat hebben we zojuist gesproken over de ondermijning van de grondwettelijke orde van Bosnië door Milorad Dodik en zijn bondgenoten. Zijn handelingen bedreigen de stabiliteit en de eenheid van het land. Het is dus van belang dat Nederland niet alleen bijdraagt aan een sterke Europese militaire inzet, maar ook een voortrekkersrol neemt wat betreft politieke, maar ook financiële en economische sancties. Zoals gemeld in het commissiedebat pleiten Duitsland en Frankrijk inmiddels voor verregaande sancties tegen Milorad Dodik en zijn bondgenoten. Ik zou graag zien dat het kabinet zich bij zulke voorstellen aansluit en dien daartoe een motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat Milorad Dodik en andere individuen in de Republika Srpska de eenheid en stabiliteit van Bosnië en Herzegovina moedwillig en ernstig ondermijnen;

constaterende dat Frankrijk en Duitsland in EU-verband pleiten voor sanctiemaatregelen om deze eenheid en stabiliteit te beschermen;

verzoekt het kabinet om zich in de Raad actief aan te sluiten bij sanctievoorstellen ter verdediging van de eenheid, veiligheid en stabiliteit van Bosnië en Herzegovina,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Nordkamp.

Zij krijgt nr. 499 (29521).

De heer Nordkamp (GroenLinks-PvdA):

Tot slot rest mij niets anders dan de 175 militairen van de Koninklijke Landmacht, de leden van het human intelligence team en de staffunctionarissen die worden uitgezonden, een veilige missie en een behouden thuiskomst te wensen, en hun familie en geliefden veel sterkte tijdens hun afwezigheid.

Dank u wel.

De voorzitter:

De heer Dassen van Volt.

De heer Dassen (Volt):

Dank, voorzitter. Vandaag spreekt mijn fractie volmondig steun uit voor de verlenging van de vredesoperatie EUFOR Althea in Bosnië en Herzegovina. Het bewaken en bevorderen van de politieke en sociale stabiliteit in het land is van essentieel belang voor de veiligheid van de bevolking en om een Europese toekomst voor hen te garanderen. Ook voor de bredere stabiliteit van de Westelijke Balkanregio is deze missie van groot belang. Wat mijn fractie betreft is het doel van deze missie, een nieuw gewapend conflict voorkomen, essentieel om te verhinderen dat Poetin zijn greep op de regio versterkt. Geopolitieke ontwikkelingen lijken zich steeds verder in het voordeel van Poetins Rusland te ontwikkelen. Ook de autoritaire president Dodik vormt een bedreiging voor de stabiliteit in het land. Om een vrije, democratische en Europese toekomst voor Bosnië en Herzegovina te garanderen moet Europa dan ook een gezamenlijke vuist blijven maken tegen de zich uitbreidende Russische invloedssfeer.

Voorzitter. Dat kan natuurlijk niet zonder de inzet van Nederland, zo is ook de afgelopen periode gebleken. De positieve bijdrage die Nederland tot nu toe heeft geleverd aan de missie is onmiskenbaar. Nederland heeft met een infanteriecompagnie van het Korps Mariniers van 150 man sterk, een human intelligence team en een groep stafofficieren de op vier na grootste bijdrage geleverd aan de missie. Dat is iets om trots op te zijn en in multinationaal verband voort te zetten.

Namens de fractie van Volt wil ik iedereen bedanken die zich tot nu toe heeft ingezet en zich ook zal blijven inzetten voor de missie. Namens Volt wens ik iedereen die zich hiervoor inzet veel succes op deze missie en vooral ook een veilige thuiskomst. Allen die in de komende periode weer hun geliefde moeten missen, wens ik veel sterkte. Ik hoop dat iedereen weer veilig thuis zal komen.

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

De heer Kahraman, Nieuw Sociaal Contract.

De heer Kahraman (NSC):

Voorzitter. Als Nieuw Sociaal Contract vinden wij het van groot belang dat Nederland verantwoordelijkheid blijft nemen voor de stabiliteit en veiligheid op het Europese continent. De inzet in Bosnië en Herzegovina in het kader van de EUFOR-missie levert hieraan een belangrijke bijdrage, zeker nu de spanningen in de regio toenemen en internationale aanwezigheid cruciaal is om verdere escalatie te voorkomen.

Voorzitter. Ik heb een drukkende terugkeerreis naar Srebrenica meegemaakt met Dutchbatveteranen en heb de spanningen ter plaatse ook zelf gevoeld. Die kwamen ook nadrukkelijk naar voren in de gesprekken met de inwoners. De NSC-fractie steunt deze inzet, juist ook vanwege de Nederlandse betrokkenheid met Bosnië en Herzegovina.

Geen enkele missie is zonder risico. Daarom moeten we de risico's scherp blijven monitoren en moeten we ervoor zorgen dat onze militairen optimaal worden voorbereid, ondersteund en beschermd.

Namens de NSC-fractie wil ik onze diepe waardering uitspreken voor de mannen en vrouwen die namens Nederland deelnemen aan deze missie. Wij wensen hun veel succes in hun inzet voor vrede en veiligheid. Zij verdienen onze volledige steun, niet alleen in woorden, maar ook in beleid, voorbereiding en zorg.

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

De heer Ceder, ChristenUnie.

De heer Ceder (ChristenUnie):

Dank, voorzitter. We spreken over het verlengen van de EU-missie EUFOR Althea. De oorsprong van deze missie bevindt zich in de Bosnische burgeroorlog. Daarbij denken we aan de verschrikkingen van de oorlogen in de regio en aan de slachtoffers die zijn gevallen, in het bijzonder ook aan de val van Srebrenica, die 11 juli aanstaande 30 jaar geleden heeft plaatsgevonden. Deze grootste etnische zuivering op het Europese continent na de Tweede Wereldoorlog mogen we nooit vergeten.

Aan de EU-missie heeft Nederland sinds 2004 al verschillende keren bijgedragen. Ook al gaat het hier om een verlenging, ook daarbij moet je niet over één nacht ijs gaan. De politieke spanningen lopen op. Experts spreken over een ineenstorting, die dichterbij kan zijn dan ooit. In die context vindt deze missie plaats. Verlenging van de missie kan niet voor altijd blijven plaatsvinden. We hopen dat de spanningen een keer zullen verdwijnen. Als ChristenUnie verwachten we ook van Nederland dat het zich daar vanuit zijn rol binnen de internationale gemeenschap voor inzet.

Voorzitter. Ten aanzien van de beoordeling kan de ChristenUnie, zoals gezegd, de achterliggende en concrete doelstelling van de EU-missie steunen. De missie draagt bij aan de stabiliteit van de regio en kan rekenen op brede binnenlandse steun. Gezien de antwoorden van de minister achten wij de risico's gerechtvaardigd, ook te midden van de spanningen. Juist in dat besef wensen wij alle betrokkenen, alle mannen en vrouwen, een behouden reis en Gods bescherming toe. Daarmee wensen we ook alle mensen die thuisblijven, veel sterkte toe.

Dank u wel.

De voorzitter:

De heer Paternotte, D66.

De heer Paternotte (D66):

Voorzitter. De minister verwees er al naar, maar het gesprek dat wij drie jaar geleden hadden met de Moeders van Srebrenica zal ik nooit vergeten. Hun zonen werden 30 jaar geleden uit hun armen gerukt en zijn vermoord in de genocide na de val van Srebrenica. Het doet ons beseffen dat waar spanningen zijn, het iets waard is om vrede te bewaren, vrede te bewaken en te voorkomen dat er escalatie ontstaat, omdat het de kans biedt op latere afname van die spanningen, kans biedt op duurzame vrede, maar op korte termijn altijd zorgt dat een oorlog niet begint en niet kan escaleren. Daarom is het ook goed dat Nederland daar een bijdrage aan levert, hoe moeizaam en met welke zorgen dat ook gebeurt.

Ik vind het ook heel goed dat minister Veldkamp volgende week zal afreizen naar Srebrenica om daar bij de herdenking aanwezig te zijn en een toespraak te houden. Het is een zeer belangrijk signaal. Hij treedt daarmee in de voetsporen van de ministers Koenders en Van Middelkoop. Vijf jaar geleden sprak ook minister-president Rutte de herdenking toe. Verder roep ik de minister op om zich echt in te blijven zetten voor actie tegen Dodik, die niet alleen zorgt voor spanningen, maar ook de genocide ontkent, net als overigens de burgemeester van Srebrenica.

Wat de missie zelf betreft dank ik minister Brekelmans, en overigens ook de Commandant der Strijdkrachten, voor alle antwoorden, met name ook over de medische afvoerketen. We hopen allemaal dat die niet nodig zal zijn, maar het is belangrijk dat die op orde is voor het geval er mensen gewond raken.

Voorzitter. Vanaf deze plek wens ik alle mannen en vrouwen die uitgezonden zijn of worden, een veilige missie en een behouden thuiskomst. Hun familie en geliefden wens ik alle sterkte tijdens hun afwezigheid.

De voorzitter:

De heer Van Baarle van DENK.

De heer Van Baarle (DENK):

Dank u wel. 11 juli is het 30 jaar geleden dat er genocide plaatsvond in Bosnië. Duizenden moslims zijn afgeslacht in Srebrenica voor het oog van de internationale gemeenschap. Voor de Bosniërs die dit verleden elke dag met zich meedragen, is het ongelofelijk pijnlijk om de ontwikkelingen van vandaag de dag te moeten zien. De leider van Republika Srpska, Dodik, de etnonationalist die gesteund wordt door Poetin en door Servië, heeft in de afgelopen tijd voor ontzettend veel onrust gezorgd. Dodik wakkert de vlammen van het separatisme aan en poogt Bosnië te destabiliseren. Hij ontkent de verschrikkelijke genocide in Srebrenica. Zijn acties, die tornen aan de staat Bosnië, zijn een bedreiging voor de stabiliteit in de regio. Het feit dat Dodik inmiddels een celstraf boven het hoofd hangt, is tekenend voor zijn kwade bedoelingen.

Diplomatiek moet Nederland alles doen om zich in te zetten voor de stabiliteit van Bosnië, en zich verzetten tegen de politiek van Dodik. Ik hoor graag de bevestiging van de minister van Buitenlandse Zaken dat hij dit tijdens de komende Europese Raad gaat doen en dat hij zal aandringen op maatregelen tegen Dodik.

We moeten ook op de grond bijdragen aan stabiliteit. Hoewel de minister in zijn brief schrijft dat er op dit moment gelukkig geen tekenen zijn van een ophanden zijnde gewapende escalatie, is de destabilisatie die uitgaat van Dodik concreet. EUFOR Althea is dus misschien wel harder nodig dan ooit om de stabiliteit ook in de wijdere regio te waarborgen. Mijn fractie is altijd uiterst terughoudend geweest met het steunen van artikel 100-brieven. De eerste keer dat wij in dit parlement met een artikel 100-procedure hebben ingestemd, was voor de EUFOR Altheamissie. Dat zullen wij vandaag weer doen. Ik wil dan ook al onze militairen, mannen en vrouwen, heel veel sterkte wensen bij het uitvoeren van deze missie. We wensen ze een behouden thuiskomst.

Voorzitter, tot slot. Op 11 juli herdenken we de genocide in Srebrenica. DENK, en onlangs ook andere partijen, vragen in de Kamer al lang om een monument om de genocide in Srebrenica te kunnen herdenken. Ik roep het kabinet op om snelheid te maken met het inrichten van die permanente plek van herdenking, hier in Nederland, voor de genocide in Srebrenica. Ook daar hoor ik graag een bevestiging.

Dank, voorzitter.

De voorzitter:

De heer Boswijk van het CDA.

De heer Boswijk (CDA):

Dank u wel, voorzitter. U refereerde er terecht aan dat het debat over de artikel 100-procedure het belangrijkste moment in onze Kamer is, want het gaat over het sturen van mannen en vrouwen naar gebieden ver weg of dichtbij die onveilig zijn. Een aantal collega's refereerde al aan de genocide die dit jaar 30 jaar geleden heeft plaatsgevonden. Meer dan twee jaar geleden ben ik daar zelf op bezoek geweest. Helaas moest ik constateren dat het nog steeds een fragiele omgeving betreft. Het is daarom goed dat wij daar een bijdrage gaan leveren in het veilig en stabiel houden van die regio. Daarom steunt het CDA de EUFOR Altheamissie.

Voorzitter. Ik sluit me ook aan bij de woorden die een aantal collega's hebben uitgesproken over Dodik. Ik ben heel benieuwd hoe de minister daarop reageert. Ten slotte willen wij de mannen vrouwen een veilige missie en een behouden thuiskomst wensen en vooral ook dank uitspreken en sterkte wensen aan het thuisfront.

Dank u wel.

De voorzitter:

De heer De Roon, Partij voor de Vrijheid.

De heer De Roon (PVV):

Dank, voorzitter. De problematiek waar we nu voor staan, vindt haar oorsprong in 1996, toen de Daytonakkoorden leidden tot de instelling van een NAVO-stabilisatiemacht, SFOR geheten, die acht jaar lang in Bosnië de stabiliteit en vrede heeft bewaard. Daarna was het de beurt aan de Europese Unie. De EUFOR Altheamissie werd in het leven geroepen en Nederland heeft daar vanaf eind 2004 tot nu aan deelgenomen, met enige onderbrekingen, maar toch wel regelmatig in al die jaren.

Als de voorgestelde missie nu weer doorgaat, dan gaan we richting 100 miljoen door Nederland uitgegeven euro's ten behoeve van de situatie in Bosnië-Herzegovina. Dan is de vraag wat dat nu eigenlijk oplevert. De bedoeling van deze missie was dat de drie bevolkingsgroepen en de politieke leiders daarvan met elkaar zouden gaan samenwerken om van Bosnië-Herzegovina een stabiel, welvarend en vreedzaam land te maken. Maar ze leunen achterover als het gaat om hun veiligheid, want ze vertrouwen er gewoon op dat EUFOR Althea wel door zal gaan en dat wij wel blijven dokken en alle andere Europese landen dus ook.

Ik denk dat nu het moment is aangebroken om duidelijk te maken dat dat niet voor iedereen geldt. Ik zie natuurlijk dat deze missie wat Nederland betreft toch door zal gaan. Er is voldoende steun voor in de Kamer en de regering wil het, dus het gaat gebeuren. Maar ik hoop in ieder geval dat de bewindslieden, en met name de minister van Buitenlandse Zaken, als hij met zijn collega's in het internationale veld gaat overleggen over hoe het nu verder moet ten aanzien van Bosnië-Herzegovina, daar dan als steuntje in de rug het volgende verhaal kan meenemen: "Luister vrienden, de grootste partij in de Tweede Kamer in Nederland is niet van plan op deze manier de geldkraan open te laten staan, terwijl ze daar eigenlijk gewoon verzuimen om keihard te werken aan wat tot stand gebracht moet worden." Dat is gewoon een goede waarschuwing.

Ik hoop dat hij met dat verhaal met de partners in het internationale veld kan werken aan een beter construct wat betreft de toekomst van Bosnië-Herzegovina dan wat er nu staat, want dat is gewoon een bodemloze put.

Uiteraard wensen wij alle militairen die worden uitgezonden in de eerste plaats succes met wat ze daar gaan doen, en dat ze veilig terugkomen. Ook hun dierbaren wensen wij veel steun. Ook voor hen hopen wij natuurlijk dat hun familieleden die in militaire dienst zijn, na deze missie goed en veilig terugkomen.

Dank u, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel. Mevrouw Dobbe, SP.

Mevrouw Dobbe (SP):

Voorzitter. Dit jaar waren we met een aantal Kamerleden mee met een indrukwekkende terugkeerreis van Dutchbatveteranen naar Bosnië en Herzegovina. De oorlog van toen is overal, van de kogelgaten die overal nog steeds in alle gebouwen zichtbaar zijn tot de verhalen van de veteranen, de verhalen van de moeders die hun man of hun kind hebben verloren en de verhalen van overlevenden. De genocide en de gruwelijke oorlog die ook onderdeel is van onze geschiedenis, is overal. Deze EUFOR Altheamissie heeft een duidelijk internationaal rechterlijk mandaat en is belangrijk om bloedvergieten te voorkomen. Daarom steun van de SP voor deze missie.

Wij wensen de militairen die op deze missie gaan heel veel succes toe. Wij hopen dat iedereen weer behouden en veilig thuiskomt. Ook wensen wij de families, vrienden en dierbaren heel veel sterkte toe.

Wij hebben nog twee voorstellen naar aanleiding van het debat dat we zojuist hebben gevoerd. Wij hopen dat deze de missie verder tot een succes kunnen maken.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat Nederland de bijdrage aan de EUFOR Altheamissie in Bosnië en Herzegovina verlengt en uitbreidt;

constaterende dat het Matra-programma en het Stabiliteitsfonds een belangrijke rol spelen in de Nederlandse strategie in Bosnië en Herzegovina;

constaterende dat op het Matra-programma en het Stabiliteitsfonds wordt bezuinigd;

verzoekt de regering in de begroting voor 2026 de bezuinigingen op het Matra-programma en het Stabiliteitsfonds in Bosnië en Herzegovina terug te draaien,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Dobbe en Paternotte.

Zij krijgt nr. 500 (29521).

Mevrouw Dobbe (SP):

Wij vinden dit belangrijk, omdat we onze militairen nu naar een land sturen omdat de context daar onveilig is en de samenleving daar versterkt moet worden. We moeten alles op alles zetten om te zorgen dat dit ook gebeurt.

De tweede gaat over de scherfvesten voor vrouwen. Ik heb de minister goed gehoord toen hij zei: ze zijn er bijna. Maar toen wij dit een jaar geleden ook hoorden, heb ik ook goed geluisterd. Wij willen aansporing geven dat ze er ook echt bijna zijn. Daarom deze motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat Nederland de bijdrage aan de EUFOR Altheamissie in Bosnië en Herzegovina verlengt en uitbreidt;

overwegende dat de Kamer al langere tijd wordt verteld dat scherfvesten voor vrouwelijke militairen bijna kunnen worden uitgeleverd;

overwegende dat passende scherfvesten nog steeds niet beschikbaar zijn voor vrouwelijke militairen;

verzoekt de regering ervoor te zorgen dat vrouwelijke militairen die deelnemen aan de EUFOR Altheamissie toegang hebben tot passende scherfvesten zodra de missie begint,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Dobbe.

Zij krijgt nr. 501 (29521).

Mevrouw Dobbe (SP):

Ik heb gehoord dat ze in de zomer worden uitgeleverd. De missie begint in oktober en ik wil de minister echt oproepen te zorgen dat ze snel worden uitgeleverd. Ik hoop dat dit lukt.

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

De heer Van der Burg, VVD.

De heer Van der Burg (VVD):

Voorzitter. Afgelopen dinsdag sprak u een drietal Koreaveteranen toe die 75 jaar geleden voor ons voor de vrede hebben gevochten. Het was, zoals u zei, de grootste missie en ook de dodelijkste missie. Het was wel het begin van de vrede, of in ieder geval van een staakt-het-vuren, die nog steeds standhoudt tussen Noord- en Zuid-Korea.

Iedere generatie kent een oorlog of kent oorlogen die bepalend zijn geweest voor het verdere leven van die generatie. Voor mijn grootouders was dat de Tweede Wereldoorlog. Voor mijn moeder en vader was dat zowel de Koreaoorlog alsook de Vietnamoorlog. Voor mijn kinderen is dat zowel de oorlog tussen Israël en Hamas als de oorlog tussen Oekraïne en Rusland. En voor mij zijn het er twee geweest die een belangrijke rol hebben gespeeld. De eerste was de Golfoorlog. Ik zat op dat moment in militaire dienst en besprak als kaderlid met mijn collega-kaderleden in de YPR die we toen hadden, wat je zou doen op het moment dat de ook dienstplichtige soldaten vrijwillig zouden besluiten mee te willen doen aan een eventuele missie. Gaan we dan mee als leidinggevenden, omdat wij vinden dat we onze soldaten niet alleen kunnen laten gaan?

De tweede was de oorlog in Joegoslavië, vlak daarna. Wat er gebeurd is in Srebrenica is een schandvlek voor Europa, waarin wij een bijzondere verantwoordelijkheid en een bijzondere rol hebben. Het heeft mij er ook toe gebracht dat ik altijd heb gezegd: wij zullen ervoor moeten zorgen dat we onze militairen, onze mannen en vrouwen die we uitzenden, maximaal toerusten en dat we niet afhankelijk zijn van andere landen als het gaat om het kunnen uitvoeren van onze missies. Daarom is het zo dat ik nu volmondig zeg: wij steunen deze missie. Wij steunen niet alleen beide ministers, maar vooral ook de mannen en vrouwen die we uitsturen. We moeten er alles aan doen om ervoor te zorgen dat ze dat zo veilig mogelijk met de juiste equipment kunnen doen en dat ze weten dat zij op het moment dat zich onverhoopt crisissituaties voordoen, aan alle kanten op het thuisfront kunnen rekenen. En met "thuisfront" bedoel ik in dit geval ons.

Daarnaast is het zo dat de gemeenschap het nog steeds, 30 jaar na dato, buitengewoon lastig heeft en dat de vrede daar nog steeds verdedigd moet worden, juist door onze militairen. Het is belangrijk dat wij richting deze gemeenschap uitstralen dat we solidair zijn met de mensen daar en dat wij werken aan vrede en veiligheid in Europa. Dus daarom volledige steun!

De voorzitter:

Dank u wel. Tot zover …

De heer Van der Burg (VVD):

Excuus, voorzitter. Excuus, voorzitter. Ik mag het spreekgestoelte natuurlijk niet verlaten zonder dat ik stilsta bij de mannen en de vrouwen die we daar naartoe sturen en bij het thuisfront. Zij moeten ook weten dat zij op het parlement kunnen rekenen. Wij danken de militairen, de mannen en vrouwen die daar naartoe gaan, voor het werk dat zij voor ons doen, opdat wij vrede en veiligheid in ons land kennen.

De voorzitter:

Tot zover de termijn van de Kamer. Ik geef graag het woord aan de minister van Buitenlandse Zaken voor het beantwoorden van de vragen en het becommentariëren van de moties. Het woord is aan hem.

Minister Veldkamp:

Voorzitter. Ik dank de leden en de fracties van de Tweede Kamer voor hun betrokkenheid en het debat dat we eerder vandaag hebben mogen hebben over de uitzending van Nederlandse militairen naar Bosnië en Herzegovina in de missie EUFOR Althea. Een militaire uitzending vormt nooit een lichtzinnig besluit. Het is belangrijk dat we vanuit Europa en Nederland onze verantwoordelijkheid nemen, juist ook op het Europese continent en aan de buitengrenzen van de EU en de NAVO.

Ik kan de diverse sprekers bevestigen dat ik me zal inzetten in de EU voor sancties tegen degenen, die de stabiliteit van Bosnië en Herzegovina ondermijnen, zoals president Dodik van de Republika Srpska. Wat dat betreft geef ik oordeel Kamer aan de motie van de heer Nordkamp, op stuk nr. 499.

Op 11 juli zal ik Bosnië en Herzegovina bezoeken. Ik zal daar de herdenking in Srebrenica bijwonen. Ik kan verzekeren dat ik me sterk blijf maken dat er spoedig een herdenkingsmonument in Nederland komt. Op 11 juli zal ik in Bosnië ook Budimir bezoeken en ik zal een bezoek brengen aan EUFOR Althea aldaar.

Tot slot een appreciatie van de ingediende motie van mevrouw Dobbe en de heer Paternotte over het Matra-fonds. Nederland zal centraal en decentraal substantieel via fondsen blijven bijdragen aan de maatschappelijke transformatie in Bosnië. Tevens staan de opties open van het Stabiliteitsfonds, het Mensenrechtenfonds en de zogeheten kiesgroepsteun voor Bosnië en Herzegovina. Het terugdraaien van bezuinigen kan ik echter niet. Daarmee ontraad ik de motie op stuk nr. 500, maar Nederland zal ten volle betrokken zijn, zowel via de bilaterale programma's als via de EU, alsook via deelname aan de beraadslagingen van de zogeheten Peace Implementation Council in Bosnië.

Ik ben blij met de brede steun die we in de Kamer ervaren voor de militairen die we uitzenden naar Bosnië en Herzegovina. Ik dank de minister van Defensie voor de goede samenwerking met betrekking tot deze missie. Ik wens de Nederlandse mannen en vrouwen die zijn uitgezonden of zullen worden uitgezonden, en hun gezinnen en geliefden, heel veel succes en een behouden thuiskomst.

Mevrouw Dobbe (SP):

Bij de appreciatie van de motie over het Matra-programma en het Stabiliteitsfonds zei de minister: ik kan dit niet terugdraaien. Ik vraag mij af: kan het niet, of is het een keuze? Ik neem namelijk aan dat het technisch wel uitvoerbaar is. Ik wil niet dat daar onduidelijkheid over bestaat.

Minister Veldkamp:

Technisch kan er heel veel, maar ik heb met bezuinigingen te maken op basis van de financiële plaat bij het hoofdlijnenakkoord, die juist voor de non-ODA-fondsen, zoals ze technisch heten, heel groot zijn. Daardoor kan ik deze bezuiniging niet terugdraaien. Ik kan mevrouw Dobbe wel verzekeren dat alleen al met het fonds van €550.000 per jaar dat de Nederlandse ambassade in Sarajevo kan besteden, een zeer substantiële bijdrage geleverd kan leveren aan de maatschappelijke transitie ter plaatse. Ik denk dat er weinig ambassades van Europese landen zijn die over zo veel decentrale fondsen beschikken. Daarnaast staat ook het centrale loket van het Matra-programma open, alsook het Stabiliteitsfonds en het Mensenrechtenfonds.

De heer Paternotte (D66):

Ik denk dat wij allemaal vinden dat de ambassade in Sarajevo ongelofelijk goed werk doet en ook heel veel energie steekt in het recht doen aan de ook Nederlandse geschiedenis van Bosnië. Wij vragen niet van de minister om een bezuiniging terug te draaien als dat niet kan. We zijn niet voor die bezuinigingen, maar die moeten nu eenmaal gemaakt worden. Maar het gaat erom welke boodschap de minister volgende week heeft, als hij zegt: we blijven betrokken. Zou het niet kunnen dat we, binnen al die keuzes over bezuinigingen die nu eenmaal gemaakt moeten worden, er in ieder geval voor zorgen dat de activiteiten in Bosnië niet afgebouwd worden en dat we daar doorgaan met wat we doen, ook vanwege het feit dat dit zo van belang is voor het proces van toetreding tot de EU en de stabiliteit van de Balkan?

Minister Veldkamp:

Flankerend aan de Nederlandse militaire preventie zal ik verdere bezuinigingen op het Matra-programma ter plaatse trachten te voorkomen en dat fonds zo veel mogelijk te ontzien. Maar het staat als een paal boven water dat Nederland betrokken is bij Bosnië, niet alleen financieel, maar ook door een actieve betrokkenheid in de Peace Implementation Council Steering Board, zoals die technisch heet, onder de akkoorden van Dayton. Nederland is betrokken en blijft betrokken, zowel diplomatiek alsook met diverse steunprogramma's.

De heer Van Baarle (DENK):

Ik wil de minister danken voor zijn bevestiging dat hij zich hard blijft maken voor een permanent monument in Nederland ter herdenking van de genocide in Srebrenica. Ik heb de eerste motie er nog eens bij gepakt. Dat was een motie van mijn collega Kuzu en anderen, ingediend op 24 juni 2021, om de belemmeringen weg te nemen voor de realisatie van een permanent monument. We zijn inmiddels vele jaren verder. Ik weet dat andere collega's onlangs in een aangenomen Kamermotie nogmaals tot urgentie hebben opgeroepen. Kan de minister toezeggen dat hij in ieder geval bij de presentatie van zijn begroting ook een tussenstand kan geven van de inspanningen die worden geleverd? Dat is iets wat echt al jaren vanuit de samenleving en vanuit deze Kamer gevraagd wordt.

Minister Veldkamp:

Ik dank de heer Van Baarle voor zijn opmerkingen. Ik zie dat ook als een steun voor de inzet om dit zo spoedig mogelijk te realiseren; ik hoop al eerder dan bij de volgende begroting.

De voorzitter:

Prima. Tot zover. Dan geef ik graag het woord aan de minister van Defensie.

Minister Brekelmans:

Voorzitter. Veel dank aan alle Kamerleden die warme woorden van waardering hebben uitgesproken voor onze militairen. Veel dank ook voor de gelukwensen die daarbij zijn uitgesproken, ook voor de specifieke aandacht die daarbij is besteed, niet alleen aan de militairen, maar ook aan de families en de mensen thuis die hun dierbaren een tijd moeten missen. Het is heel mooi dat er zo'n brede steun is vanuit de Kamer voor deze missie en onze inzet. Ik weet dat onze mannen en vrouwen dat ook zeer waarderen. Veel dank daarvoor.

Er was één motie aan mij gericht, te weten de motie van mevrouw Dobbe over de scherfvesten, de motie op stuk nr. 501. Deze motie geef ik oordeel Kamer. De scherfvesten zijn besteld. Wij zijn afhankelijk van de levering. Wij maken die vesten namelijk niet zelf. Maar we zitten er wel achteraan. We hebben verzocht de vesten zo snel mogelijk te leveren, want het is ontzettend belangrijk dat onze vrouwen beter passende scherfvesten hebben. Zodra de vesten zijn geleverd, zullen wij ons inspannen om die zo snel mogelijk uit te reiken. Onze inzet is er dan ook op gericht dat als die levering op tijd is, dat nog voor de missie wordt gedaan, zodat vrouwen niet pas tijdens de missie maar al vanaf dag één over die scherfvesten beschikken. Zoals mevrouw Dobbe zelf ook zei, lees ik de motie in dat opzicht als een aansporing; vandaar dat ik deze motie oordeel Kamer geef.

De voorzitter:

Tot zover dit debat. We danken de minister van Defensie voor zijn aanwezigheid, want hij gaat ons verlaten.

Als afsluiting van dit debat wens ik, uiteraard namens alle Kamerleden, onze militairen die worden uitgezonden een veilige missie en vooral een behouden thuiskomst. Ik wens uiteraard ook de familie veel succes en sterkte. Tot zover dit debat.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Vanavond nog stemmen we over de moties.

Naar boven