7 Bouwregelgeving

Bouwregelgeving

Aan de orde is het tweeminutendebat Bouwregelgeving (CD d.d. 12/06).

De voorzitter:

Ik heropen de vergadering voor het tweeminutendebat Bouwregelgeving naar aanleiding van het commissiedebat op 12 juni. Ik heet de minister welkom. Aan de sprekerslijst die de mensen voor zich hebben, is nog de heer Vijlbrief van D66 toegevoegd. We starten met mevrouw Welzijn van NSC. Aan u het woord.

Mevrouw Welzijn (NSC):

Dank u wel, voorzitter. We hebben een mooi commissiedebat gehad. Dat gaf bij ons aanleiding om twee onderwerpen nog even te benadrukken: brandveiligheid aan de ene kant en de kwaliteit van het binnenklimaat aan de andere kant. Daartoe spreek ik twee moties uit.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het Bbl eisen stelt om een gezond binnenklimaat te waarborgen op het moment van oplevering van de woning, waarbij de installatie in staat is om aan deze eisen te kunnen voldoen;

overwegende dat een groot deel van de woningen kampt met vocht- en schimmelproblemen, enerzijds omdat woningen achterlopen in onderhoud en anderzijds omdat gebruikers zich niet bewust zijn van de juiste manier om met aanwezige voorzieningen een gezond binnenklimaat te waarborgen;

overwegende dat TNO de maatschappelijke schade die veroorzaakt wordt door een ongezond binnenklimaat, schat op 7,8 miljard euro;

verzoekt de regering om te verkennen hoe gebruikers en eigenaren ondersteund kunnen worden bij de keuzes die ze moeten maken om te verduurzamen en bewustzijn te kweken over hoe ze de woning dienen te gebruiken om een gezond binnenklimaat te bevorderen en te behouden;

verzoekt de regering dit te monitoren en de Kamer hiervan op de hoogte te houden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Welzijn, Gabriëls en Vijlbrief.

Zij krijgt nr. 283 (28325).

Mevrouw Welzijn (NSC):

De tweede motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het Bbl eisen stelt aan woningen op het moment van oplevering;

overwegende dat woningen die in het verleden opgeleverd zijn onder een oudere versie van het Bbl, niet meer voldoen aan het huidige Bbl;

overwegende dat vele woninggebruikers geen deskundige zijn in het Bbl en zich ook niet bewust zijn van hoe zij de woning moeten gebruiken om deze veilig te houden;

overwegende dat oorzaken van woningbranden niet altijd bij de gebruikers zelf liggen, maar dat die ook veroorzaakt kunnen worden door onbewuste keuzes van buren, met in het ergste geval mensen die overlijden als resultaat;

verzoekt de regering om in samenwerking met TNO voor het einde van het jaar een publieksregister op te zetten met gebruikte gevelmaterialen en hun brandrisico om zo de kans op het uitbreken van branden verder te verkleinen, en de Kamer hiervan op de hoogte te houden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Welzijn en Gabriëls.

Zij krijgt nr. 284 (28325).

Mevrouw Welzijn (NSC):

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik graag het woord aan de volgende spreker: mevrouw Wijen-Nass namens BBB.

Mevrouw Wijen-Nass (BBB):

Dank u wel, meneer de voorzitter. Ik hou het bij het indienen van een motie, want er is nog een lange dag te gaan.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat erkende kwaliteitsverklaringen (EKV's) bijdragen aan versnelling van woningbouw, verlaging van administratieve lasten en efficiënter toezicht;

overwegende dat veel gemeenten EKV's nog onvoldoende (h)erkennen en vasthouden aan traditionele procedures en zo onnodige vertraging veroorzaken;

verzoekt de regering om te zorgen voor landelijke erkenning en eenduidige toepassing van EKV's binnen de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb);

verzoekt de regering om gemeenten actief te informeren over de waarde en werking van EKV's;

verzoekt de regering om de "fast lane"-experimenten met industriële woningbouw en EKV's versneld uit te breiden naar andere woningbouwregio's,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Wijen-Nass.

Zij krijgt nr. 285 (28325).

Mevrouw Wijen-Nass (BBB):

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan is het woord aan de heer Mooiman namens de PVV.

De heer Mooiman (PVV):

Dank u wel, voorzitter. Ik heb een viertal moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat in minstens 400.000 Nederlandse daken nog altijd asbest zit verwerkt, dat het Asbestfonds tot voor kort beperkt gebruikt werd en dat het kabinet recent wijzigingen heeft aangebracht om sanering te stimuleren;

overwegende dat het de schijn heeft dat de asbestsanering niet in alle Nederlandse gemeenten een prioriteit is en dat er nog steeds gemeenten zijn die geen inzicht hebben in de aanwezigheid van onder andere asbesthoudende daken binnen hun grenzen;

verzoekt de regering gemeenten op te roepen actief asbestsaneringsbeleid te voeren en de bekendheid van bestaande fondsen en instrumenten te vergroten teneinde de asbestsanering te bespoedigen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Mooiman en Esser.

Zij krijgt nr. 286 (28325).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat adviesgroep STOER adviseert om vanuit het Rijk een landelijk geldende maximale parkeernorm van 0,7 op te stellen voor woningbouw;

overwegende dat ondanks aanwezigheid van ov de auto voor veel mensen onmisbaar blijft voor hun dagelijks leven en het daarom niet wenselijk is om een parkeernorm van maximaal 0,7 te hanteren;

verzoekt de regering het advies van adviesgroep STOER voor een landelijk geldende maximale parkeernorm van 0,7 niet over te nemen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Mooiman en Heutink.

Zij krijgt nr. 287 (28325).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het plaatsen van een dakkapel een effectieve manier is om extra ruimte in een woning te creëren met alle voordelen van dien;

overwegende dat er gemeenten zijn waar geen vergunning hoeft te worden geregeld voor een dakkapel aan de achterzijde van een woning, maar wel voor een dakkapel aan de voorzijde;

verzoekt de regering om aan alle gemeenten een brief te sturen met de oproep om het plaatsen van een dakkapel aan zowel de voor- als achterzijde van een woning vergunningvrij te houden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Mooiman.

Zij krijgt nr. 288 (28325).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de nieuwe Europese Commissie in maart 2026 komt met het European Affordable Housing Plan;

overwegende dat er kansen liggen om het belang van meer betaalbare woningen te benadrukken;

verzoekt de regering in het kader van het European Affordable Housing Plan richting Europa in te zetten op kansen voor flexibelere nationale regelgeving ten aanzien van overheidssteun aan betaalbare woningbouw en er tegelijkertijd zorg voor te dragen dat er geen Europese regels bij komen die woningbouw kunnen belemmeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Mooiman.

Zij krijgt nr. 289 (28325).

Dank u wel. Dan geef ik graag het woord aan de heer Gabriëls namens GroenLinks-PvdA.

De heer Gabriëls (GroenLinks-PvdA):

Eén motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Kamerbrief over STOER recent is verschenen;

constaterende dat er in het rapport STOER voorgesteld wordt veel regels ten aanzien van de bouwregelgeving te schrappen;

overwegende dat de impact van de voorstellen nog onvoldoende besproken is met medeoverheden zoals VNG, IPO en Unie van Waterschappen;

overwegende dat het belangrijk is deze medeoverheden goed te betrekken vanwege hun kennis en kunde ten aanzien van de uitvoeringspraktijk en over nut en noodzaak van bouwregels;

overwegende dat nog onduidelijk is hoe de positie van de decentrale overheden ten aanzien van de bouwregelgeving op langere termijn is geborgd;

verzoekt de regering om via een in te richten overlegstructuur "interbestuurlijk overleg bouwregelgeving" de opgehaalde STOER-resultaten voor te leggen aan medeoverheden en deze resultaten daar te laten toetsen op uitvoerbaarheid en impact;

verzoekt de regering de positie van de decentrale overheden ten aanzien van de bouwregelgeving op langere termijn te borgen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Gabriëls.

Zij krijgt nr. 290 (28325).

Dank u wel. Dan geef ik het woord graag aan de heer Buijsse namens de VVD.

De heer Buijsse (VVD):

Dank, voorzitter. Ook ik kijk terug op een goed debat en ik dank de minister voor de beantwoording van onze vragen. Ik heb één motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het bouwen van ten minste 100.000 woningen per jaar een maatschappelijke noodzaak is, dat een procedure voor het bouwen van woningen zeven tot tien jaar duurt en dat het van groot belang is dat deze op korte termijn korter wordt;

constaterende dat er daarnaast minder blokkades moeten komen voor woningbouwlocaties en de kosten voor woningbouw omlaag moeten;

constaterende dat tijdens de Woontop van 11 december 2024 het programma STOER is gestart met het doel de regeldruk voor het bouwen van woningen te verlagen;

constaterende dat 10 juli aanstaande de adviescommissie STOER het hele rapport zal aanbieden aan de regering;

overwegende dat minister Keijzer middels een brief de Kamer heeft geïnformeerd aan de slag te willen met aanbevelingen die binnen haar portefeuille vallen en het onbekend is wat de regering wil met de overige aanbevelingen, die vallen onder de bevoegdheden van andere bewindspersonen;

overwegende dat urgentie geboden is gezien de grote opgave voor woningzoekenden op korte termijn;

verzoekt het kabinet door te pakken met de aanbevelingen van de adviescommissie STOER, en de Kamer hierover te informeren voor 1 september aanstaande,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Buijsse.

Zij krijgt nr. 291 (28325).

Dank u wel. Dan de laatste spreker namens de Kamer, de heer Vijlbrief voor D66.

De heer Vijlbrief (D66):

Dank u wel, voorzitter. De NRC opende vanmorgen met "Nijpende kamernood studenten: '2,5 uur per dag in trein is te veel'".

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de kamernood onder studenten onacceptabel hoog is;

constaterende dat het aantal aangeboden studentenkamers vorig kwartaal met 40% is afgenomen;

overwegende dat veel studentensteden nog steeds strenge eisen stellen aan woningdelen en woningsplitsen, waarmee snel veel meer studentenkamers zouden kunnen worden gerealiseerd;

verzoekt de regering zo spoedig mogelijk te regelen dat gemeenten geen te strenge regels kunnen hanteren, die het aanbod van studentenkamers belemmeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Vijlbrief, Paternotte en Vijlbrief.

Zij krijgt nr. 292 (28325).

De heer Vijlbrief (D66):

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel. De minister heeft aangegeven een minuut of zeven nodig te hebben. Ik stel voor dat we om 12.45 uur de vergadering hervatten.

De vergadering wordt van 12.40 uur tot 12.45 uur geschorst.

De voorzitter:

Ik heropen de vergadering en geef graag het woord aan de minister voor de beantwoording.

Minister Keijzer:

Dank u wel. Er zijn tien moties, voorzitter.

De motie op stuk nr. 283 is van Welzijn, Gabriëls en Vijlbrief. Er gebeurt al heel veel in de ondersteuning bij verduurzaming en aan voorlichting. Er is allerlei informele ondersteuning en er bestaan landelijke informatiecampagnes. Wat dat betreft sluit dit wel aan. Maar deze motie gaat wel héél ver. Deze motie wil dat ik ga vertellen hoe mensen hun woning dienen te gebruiken. Ik denk dat het toch echt aan mensen zelf is hoe zij hun woning willen gebruiken. Ook het monitoren van het gebruik van woningen om een gezond binnenklimaat te bevorderen en behouden, vind ik wel ver gaan. Ik wil graag met mevrouw Welzijn kijken naar het doel dat hierachter zit, namelijk dat gebruikers en eigenaren van woningen snappen wat verstandig is om te doen, maar ik wil de keuze wel dáár laten. Een monitoringssysteem opzetten voor hoe mensen hun eigen woning gebruiken, vind ik wel wat ver gaan. De bedoeling deel ik, maar het instrumentarium gaat mij te ver. Daarom moet ik de motie ontraden.

De voorzitter:

Daar heeft mevrouw Welzijn nog een korte vraag over, hoop ik.

Mevrouw Welzijn (NSC):

Klopt, voorzitter; het wordt nog een lange dag. In het dictum staat "hoe ze de woning dienen te gebruiken om een gezond binnenklimaat te bevorderen en te behouden". Dat is dus het doel waarop het gericht is. Dat monitoren gaat over de 7,8 miljard, dus over de gezondheidsschade die wordt veroorzaakt. Maar misschien kunnen we nog even praten over een andere formulering.

Minister Keijzer:

Graag. "Dienen" is een ander woord voor "moeten". Ik vind het ingewikkeld om tegen mensen te zeggen wat ze "moeten" binnen de muren van hun eigen huis. En dat monitoren is gewoon een stelsel, waarin je moet gaan controleren wat mensen doen in hun woning. Sowieso vraag ik me af wat dit gaat kosten en hoe ik dit ga betalen. Ik voer dus graag even overleg. Ik neem dus aan dat mevrouw Welzijn 'm nu aanhoudt, zodat we daar met elkaar eens over kunnen praten.

De voorzitter:

Tot nog toe staat hij op ontraden en het advies is duidelijk. Vanavond zijn de stemmingen al.

Minister Keijzer:

O! Nou, dat wordt wat. Nou ja, er is leven na de zomer.

De voorzitter:

Gaat mevrouw Welzijn 'm aanhouden, ja of nee? Ze gaat 'm aanhouden.

Op verzoek van mevrouw Welzijn stel ik voor haar motie (28325, nr. 283) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

Minister Keijzer:

Dank u wel, voorzitter.

In de motie op stuk nr. 284 vragen mevrouw Welzijn en de heer Gabriëls mij om een publieksregister op te zetten met gebruikte gevelmaterialen en hun brandrisico. Deze moet ik ontraden. Het is mij gewoon onduidelijk hoe een publieksregister met het gebruikte gevelmateriaal de kans op brand moet beperken. De eisen in het Bbl worden gesteld aan brandgedrag van vloeren, gevels en daken. Deze gelden voor de constructie als geheel en niet alleen op materiaalniveau. Deze eisen gelden voor bestaande bouw en bij verbouw. Het is echt aan bouwers om de juiste keuzes te maken, die leiden tot een brandveilige toepassing, waarbij gewoon moet worden voldaan aan het Bbl. Maar ook hiervoor geldt dat ik geen budget heb om een publieksregister op te zetten. Daarom moet ik deze motie ontraden.

Dan heb ik de motie op stuk nr. 285 van mevrouw Wijen-Nass, waarin zij verzoekt om de "fast lane"-experimenten met industriële bouw en de erkende kwaliteitsverklaringen versneld uit te breiden. Deze motie kan ik oordeel Kamer geven. Nog geen twee weken geleden heb ik een van die EKV-verklaringen in Amsterdam-Zuidoost uitgereikt aan Plegt-Vos. Dit is echt een manier om de 50% industriële bouw te gaan bereiken, en daarmee uiteindelijk de 100.000 woningen per jaar.

In de motie op stuk nr. 286 wordt mij verzocht om gemeenten op te roepen actief asbestsaneringsbeleid te voeren. Deze motie is overbodig. Dit doen wij namelijk al.

Dan de motie op stuk nr. 287 van de heren Mooiman en Heutink, waarin verzocht wordt om het advies van de adviesgroep STOER voor een landelijk geldende maximale parkeernorm van 0,7% niet over te nemen. Verderop heb ik nog de motie op stuk nr. 290 van de heer Gabriëls om met gemeenten een overlegplatform op te zetten over voorstellen voor deregulering en de heer Buijsse diende ook nog de motie op stuk nr. 291 in. Dit gaat de komende tijd echt gebeuren. Het maakt niet uit welk voorstel je doet om te dereguleren — de heer Buijsse ziet trouwens op wat anders, want die wil het wel — maar als je elke keer op zoek gaat naar waarom het niet zou kunnen, is er altijd een reden om een bepaalde regel niet te schrappen. Volgens mij moeten we dat juist wel doen. De motie van de heer Mooiman over de maximale parkeernorm is geen voorstel om hem landelijk te laten gelden. Dit is een voorstel om in HOV-gebieden, dus met hoogwaardig openbaar vervoer, een maximale parkeernorm in te stellen. Deze motie is of ontijdig, of ik moet hem ontraden, want ik ga er bij al die voorstellen echt per onderdeel op in wat daar wijsheid voor is.

De motie op stuk nr. 290 van de heer Gabriëls moet ik dan ook ontraden. We hebben diverse gremia waarin alle voorstellen worden besproken. De voorstellen ten aanzien van STOER bespreek ik bijvoorbeeld in het Bestuurlijk Overleg VRO, Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, wat ik echt geregeld heb. Dit zijn dus twee moties die ik ontraad.

Dan kom ik bij de motie op stuk nr. 288 van de heer Mooiman, waarin hij mij vraagt om aan alle gemeenten een brief te sturen met de oproep om het plaatsen van een dakkapel aan zowel de voor- als achterzijde van een woning vergunningvrij te houden. Aan de achterzijde is hij al vergunningvrij. Voor de voorzijde kan je dat besluit nemen, maar het is écht aan gemeenten of zij dit wel of niet doen. Deze motie ontraad ik dus. Ik geloof niet zo in het versturen van brieven. Als de heer Mooiman wil dat alle dakkapellen, ook aan de voorzijde, vergunningvrij moeten zijn, dan moet dat gewoon geregeld worden in de Omgevingswet. Er valt trouwens best wat voor te zeggen om dat te doen, zeg ik ook richting de heer Mooiman.

Dan heb ik nog de motie op stuk nr. 289 van de heer Mooiman, waarin hij mij vraagt om Europa ervan te overtuigen om steun aan betaalbare woningbouw mogelijk te maken en geen regels toe te voegen die het duurder of lastiger maken of misschien zelfs regels te schrappen. Deze motie krijgt oordeel Kamer.

Dan kom ik bij de motie op nummer ... Welk nummer is dit? Dit is de motie van de heer Buijsse.

De voorzitter:

Op stuk nr. 291.

Minister Keijzer:

Ja, de motie op stuk nr. 291 van de heer Buijsse. De heer Buijsse is nieuw in ons midden. Helemaal in het begin, in een van mijn eerste commissiedebatten, heb ik tegen de Kamerleden gezegd dat zij eigenlijk met mij coördinerend politica of politicus zijn om iedereen ervan te overtuigen dat het echt nodig is dat we met wat minder regels toe kunnen. De heer Buijsse overweegt hier dat een aantal van de voorstellen van STOER niet direct vallen onder mijn bevoegdheid, maar onder die van collega's in het kabinet. Ik zou bijna willen zeggen: u dient deze motie bij mij alleen in, maar eigenlijk zou die ook in andere debatten moeten worden ingediend. Er is dus mooi missiewerk te verrichten voor de heer Buijsse in zijn eigen fractie. Wat in deze motie staat, probeer ik op zichzelf echt met gezwinde spoed te doen. Daar ga ik de zomer voor gebruiken, maar ik het red het niet voor 1 september. Als het medio oktober mag zijn, kan ik de motie oordeel Kamer geven.

De voorzitter:

Ik hoor graag even van de heer Buijsse of hij daarmee akkoord kan gaan.

De heer Buijsse (VVD):

Medio oktober is oké voor mij.

De voorzitter:

Dan verwacht ik dat hij het even aanpast, dat er een gewijzigde motie komt. Die krijgt dan oordeel Kamer.

Minister Keijzer:

Tot slot kom ik bij de motie op stuk nr. 292 van de heren Vijlbrief en Paternotte. Zij verzoeken in deze motie om zo spoedig mogelijk te regelen dat gemeenten geen strenge regels kunnen hanteren die het aanbod van studentenkamers belemmeren. Dat geldt überhaupt ook voor wonen boven winkels, woningdelen, splitsen, en dan niet alleen voor studenten, maar voor iedereen. Die motie is mij uit het hart gegrepen en dus: oordeel Kamer.

De voorzitter:

Dank u wel. Ik bedank de minister voor de beantwoording en de Kamerleden voor dit tweeminutendebat.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

De vergadering wordt geschorst tot 13.30 uur en daarna gaan we verder met stemmingen.

De vergadering wordt van 12.56 uur tot 13.44 uur geschorst.

Naar boven