Handeling
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2024-2025 | nr. 104, item 4 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2024-2025 | nr. 104, item 4 |
Jaarverslag Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 2024
Aan de orde is het tweeminutendebat Jaarverslag ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 2024.
De voorzitter:
Ik heropen de vergadering voor het tweeminutendebat Jaarverslag ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 2024. Ik begin met de eerste spreker, de heer Koops van NSC.
De heer Koops (NSC):
Dank u wel, meneer de voorzitter. Het debat en de lijst met vragen en antwoorden: het gaat hier eigenlijk allemaal om geld, om hoeveel geld er wordt uitgegeven aan mensen in rijksdienst. Het resultaat van vorig jaar was niet zo heel erg goed, maar ik denk zelf — mijn fractie denkt dat ook — dat dat dit kabinet niet heel erg aan te rekenen is, want het kabinet trad pas halverwege vorig jaar aan. Wat er is misgegaan in 2024, valt dit kabinet dus niet heel erg aan te rekenen.
Tegelijkertijd moeten we hier wel opletten, want de regering is gewoon lekker aan de bak op dit moment en blijft ook lekker aan de bak, maar er is een heel specifieke commissie, de Ministeriële Commissie Taakstelling Rijksdienst, die expliciet als taak heeft om inzicht te krijgen en te verschaffen in het aantal mensen dat in rijksdienst komt, inclusief de ABD. Nou hebben wij gezien dat deze commissie eigenlijk amper bij elkaar is gekomen en dat de eerstvolgende bijeenkomst pas in oktober is. Dat is eigenlijk het enige waar ik hier een opmerking over maak. Is de minister bereid om toe te zeggen dat die commissie eerder bijeenkomt, en wel zo veel eerder dat de uitkomst van die bijeenkomst kan worden betrokken bij de begrotingen en de discussie over die begrotingen? Kortom: niet in oktober bijeenkomen maar voorafgaand aan Prinsjesdag, zodat we er ook echt iets mee kunnen doen in deze Kamer in plaats van achteraf te klagen.
Dank u. Dat was eigenlijk mijn inbreng.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan ga ik verder met de tweede spreker op de lijst, mevrouw Chakor van GroenLinks-PvdA.
Mevrouw Chakor (GroenLinks-PvdA):
Dank, voorzitter. Ik heb twee vragen en twee moties. Ik start met de moties.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat artikel 7 van de Code Interbestuurlijke Verhoudingen decentrale overheden een plek geeft in de kabinetsformatie en zowel de Raad van State als de studiegroep Interbestuurlijke en Financiële Verhoudingen eerder adviseerde om als Rijk en decentrale overheden de kabinetsformatie gezamenlijk voor te bereiden;
overwegende dat elk kabinet voor het bereiken van ambities op belangrijke maatschappelijke opgaven goed moet samenwerken met de medeoverheden en het daarom dus van belang is om samen met hen voor te bereiden;
verzoekt de regering een interbestuurlijke studiegroep advies uit te laten brengen met daarin een gedeelde probleemanalyse, mogelijke oplossingen, onderscheiden verantwoordelijkheden en beleidsopties voor het takenpakket en de bekostiging van decentrale overheden, en deze voorbereiding vóór 1 oktober aan de Kamer te sturen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Mevrouw Chakor (GroenLinks-PvdA):
Dan de tweede motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat er geen rijksbreed inkoopkader is en dat er geen toezichtstructuur en aanspreekcultuur bestaan rond inkoop, zoals de Algemene Rekenkamer heeft geconstateerd;
overwegende dat dit leidt tot inefficiënties, onduidelijkheid, verspilling van publiek geld en een gebrek aan sturing op rijksbrede doelen;
verzoekt de regering om voor de Voorjaarsnota 2026 een rijksbreed inkoopkader op te stellen met bijbehorende toezichtstructuur en daarbij heldere uitgangspunten en normen vast te stellen om verspilling en inefficiëntie tegen te gaan,
en gaat over tot de orde van de dag.
Mevrouw Chakor (GroenLinks-PvdA):
Voorzitter. Allereerst wil ik iedereen danken die heeft bijgedragen aan de beantwoording van de hoeveelheid vragen die zijn gesteld. Ik heb een vraag. Door de minister van Financiën worden de ombuigingslijsten ook opgesteld om mogelijke besparingen te inventariseren. Bij deze ombuigingsstaten worden decentrale overheden niet betrokken. Dit lijkt mij onverstandig, omdat het vaak ombuigingen betreft die ook decentrale overheden raken. Ik denk bijvoorbeeld aan de onverstandige korting op de brede doeluitkering. Ik vraag daarom om de toezegging om de decentrale overheden hier vanaf nu bij te betrekken, zodat dit soort ongelukken in de toekomst kunnen worden voorkomen.
Op mijn andere vraag hoop ik misschien ook een toezegging te krijgen. Dat is om een streefwaarde vast te stellen met betrekking tot de externe inhuur. De Rekenkamer heeft hier ook op geattendeerd. Ik heb hier bewust geen motie over ingediend, omdat ik ervan uitging dat een toezegging misschien wel zou lukken.
Dank, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan geef ik graag het woord aan de heer Bikkers voor de VVD.
De heer Bikkers (VVD):
Dank u wel, voorzitter. Op dit moment breken 342 wethouders hun hoofd over hun begroting voor komend jaar. In april heeft deze Kamer een motie van de hand van Aukje de Vries aangenomen, die het kabinet opriep ruimte te geven aan deze wethouders, een stelpost in te richten voor onderuitputting en als toezichthouder met de provincies in gesprek te gaan om dit mogelijk te maken. Tot op heden hebben wij hier nog niets over teruggehoord van de minister. Ik zou graag, omdat dit de laatste dag is voor het reces, willen dat de minister duidelijkheid kan geven aan deze 342 wethouders, zodat zij komende zomer hun begroting op een goede manier kunnen maken.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan is het woord aan de laatste spreker uit de Kamer, de heer Sneller.
De heer Sneller (D66):
Dank, voorzitter. Vanochtend was er op het ministerie van Binnenlandse Zaken een mooie opening van de online-expositie Werken aan een moderne overheid. Nou, er is nog veel werk te doen. Dat bleek ook uit de jaarverslagen. Daarover gaat de eerste motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat een deel van het overschrijden van de Roemernorm komt door de inhuur van specialistische ICT-capaciteit;
overwegende dat blijkt uit het rapport Rijksbreed onderzoek externe inhuur dat het lastig is om deze capaciteit bij het Rijk in huis te halen, mede vanwege de primaire arbeidsvoorwaarden;
van mening dat het goed is voor de kennisopbouw binnen het Rijk en het dempen van de kosten van externe inhuur om deze kennis in huis te halen;
verzoekt de regering om, conform de aanbeveling van de Auditdienst Rijk, verder in kaart te brengen op welke wijze de primaire arbeidsvoorwaarden hiervoor aangepast zouden moeten worden en welke wijzigingen van het functiegebouw daar eventueel voor nodig zouden zijn,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Sneller (D66):
Dat moet ervoor zorgen dat een volgend kabinet toch kan kiezen tussen de Balkenendenorm en de Roemernorm, want uiteindelijk is dat volgens mij de keuze die voor zal liggen.
Uit de Monitor Brede Welvaart blijkt dat onze kwaliteit van leven, die ongelijk verdeeld is in Nederland, ten koste gaat van toekomstige generaties. Daarom de volgende motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat het CBS in de Monitor Brede Welvaart 2025 constateerde dat de huidige "hoge kwaliteit van leven ten koste blijft gaan van latere generaties";
overwegende dat toekomstige generaties de gevolgen ondervinden van keuzes die vandaag worden gemaakt, maar er geen invloed op kunnen uitoefenen;
overwegende dat bouwstenen, zoals de generatietoets, bestaan om deze lacune in onze democratische besluitvorming op te vullen, maar dat een gedegen en samenhangende aanpak ontbreekt;
constaterende dat Nederland zich in VN-verband heeft gecommitteerd aan het vertegenwoordigen van toekomstige generaties in het wetgevingsproces en dat de Nationale ombudsman zich bereid heeft verklaard om als kwartiermaker te fungeren voor een ombudsman voor toekomstige generaties;
verzoekt de regering om een voorstel aan de Kamer te doen toekomen om een ombudsman voor toekomstige generaties in te stellen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Dank u wel. De minister heeft gevraagd om een schorsing van tien minuten. Er zijn vier moties en vier vragen. Ik zou de minister dringend willen verzoeken om toch te targeten op vijf minuten, want we lopen al behoorlijk uit. Anders komen we later op de dag of vannacht verder in de problemen. Ik schors de vergadering dus voor tien minuten, tot 11.20 uur.
De vergadering wordt van 11.11 uur tot 11.24 uur geschorst.
De voorzitter:
Ik heropen de vergadering. De reactie van de minister.
Minister Uitermark:
Dank, voorzitter. De motie op stuk nr. 31 moet ik ontraden, want het is praktisch niet uitvoerbaar voor 1 oktober. Ik kan wel toezeggen, mevrouw Chakor, dat ik kan zorgen voor een advies op hoofdlijnen met daarin een probleemanalyse en mogelijke oplossingen, onderscheiden verantwoordelijkheden en beleidsopties over het takenpakket en bekostiging van decentrale overheden en dit voor 1 oktober naar de Kamer te sturen.
De motie op stuk nr. 32 is ontijdig.
De motie op stuk nr. 33 kan ik oordeel Kamer geven. Ik ga het namelijk in kaart brengen. Die kan ik dus oordeel Kamer geven.
De motie op stuk nr. 34 moet ik ontraden. De motie raakt wel het belangrijke punt dat we in onze besluitvorming oog moeten hebben voor de lange termijn en de belangen van toekomstige generaties. Dat uitgangspunt deel ik van harte. Het kabinet onderkent ook dat het meenemen van het langetermijnperspectief in de besluitvorming nog lang geen vanzelfsprekendheid is. Ik moet deze motie toch ontraden, niet omdat ik de intentie niet onderschrijf, maar omdat ik van mening ben dat we al beschikken over instrumentarium. Gelet op de tijd hou ik dit antwoord iets korter, voorzitter, met uw welnemen.
De voorzitter:
Zeer graag.
Minister Uitermark:
We zijn bezig met de instrumenten die we hebben. Die zijn nog niet af, maar worden momenteel wel stapsgewijs ingebed.
Dan heb ik nog vragen van de heer Koops. Hij vraagt om de ministeriële commissie, de MCTR, die nu op 7 oktober gepland staat, te vervroegen, zodat de uitkomst door de Kamer kan worden betrokken bij de begroting. Ik maak even onderscheid tussen de Miljoenennota en de begroting van BZK. Wat betreft de Miljoenennota krijgt u, zoals de motie-Vijlbrief verzocht, daarvoor nog een brief over de wijze waarop de regering strategisch handelt rondom de taakstelling en deze monitort. De begrotingsbehandeling van Binnenlandse Zaken stond gepland voor 15 oktober, maar die zal worden verplaatst. De ministeriële commissie staat op 7 oktober. Voor de begrotingsbehandeling van dit departement zal dat op tijd zijn. Dat betekent dat ik denk dat ik de Kamer op tijd gewoon goed kan informeren.
Dan de vraag van mevrouw Chakor om de medeoverheden te betrekken bij de ombuigingslijst. Ambtelijk Financiën is verantwoordelijk voor dat document. Het is echt een ambtelijke technische exercitie van het ministerie van Financiën. Dat gaat niet over de wenselijkheid van de maatregelen, maar is slechts een financiële inventarisatie van technisch mogelijke maatregelen.
Dan de vraag van de heer Bikkers over de motie van Aukje de Vries waarin opgeroepen wordt om het voor gemeenten mogelijk te maken om een stelpost voor onderuitputting op te nemen in de begroting. Aan die motie wordt gewerkt. De uitwerking vraagt wel zorgvuldigheid, omdat er heel veel facetten aan vastzitten. Ik ben over de uitwerking daarvan in gesprek met de VNG, maar ook met het IPO en de commissie BBV. Ik verwacht de Kamer hierover in september te kunnen informeren.
De voorzitter:
Mevrouw Chakor heeft nog een vraag over uw eerdere antwoord.
Mevrouw Chakor (GroenLinks-PvdA):
Inderdaad. Het ging even heel snel. Ik kon er niet uithalen wat de minister er nu mee bedoelde. Volgens mij was mijn vraag heel duidelijk: zeg dan gewoon toe dat de decentrale overheden betrokken worden bij de ombuigingslijsten die opgesteld worden. Dat is een simpele toezegging, maar het is niet helemaal helder wat de minister nu aangeeft. Gaat ze het wel doen of gaat ze het niet doen?
Minister Uitermark:
Nee, dat kan ik niet doen. Het is namelijk een ambtelijke exercitie naar technische mogelijkheden. Het gaat dus niet om wenselijkheid, maar om technische mogelijkheden. Die wordt gedaan door het ministerie van Financiën. Ik kan niet toezeggen dat de medeoverheden daarbij worden betrokken. Het is een ambtelijke technische droge exercitie.
De voorzitter:
U moet bij het ministerie van Financiën zijn.
Mevrouw Chakor (GroenLinks-PvdA):
Voorzitter.
De voorzitter:
Dat is helder.
Mevrouw Chakor (GroenLinks-PvdA):
Ik vind het heel bijzonder. U kunt het wel meenemen. Ik vind het ontzettend belangrijk dat er met overheden gesproken wordt en niet over hen. Ik hoor dan wel graag hoe op een andere manier vormgegeven kan worden dat ze aan tafel zitten of input kunnen leveren.
De voorzitter:
De vraag is of de minister dat signaal wil doorgeven aan het ministerie van Financiën, maak ik hieruit op.
Minister Uitermark:
Ik zal het signaal met warmte overbrengen. Tegelijkertijd zeg ik erbij dat het echt een ambtelijke, droge, technische exercitie is, waarbij soms zelfs de departementen graag op een andere manier betrokken zouden zijn.
De voorzitter:
Dit lijkt mij voer voor de interne discussie, maar niet voor hier.
De heer Bikkers (VVD):
De minister geeft aan in september terug te komen met een antwoord of de wethouders van Financiën, die op dit moment kneiterhard bezig zijn met hun begroting voor 2026, in het najaar die stelpost mogen opnemen. Daar hebben ze niks meer aan. Ik hoop echt dat de minister vandaag kan zeggen: beste wethouders Financiën, als u de komende twee maanden aan de slag gaat met het maken van de begroting 2026, dan mag u daarin een stelpost onderuitputting opnemen, en ik zorg ervoor dat uw toezichthouder dat straks akkoord vindt. Als we in september een antwoord krijgen van deze minister, betekent dat dat de begrotingen van de gemeenten er al liggen, dat de gemeenteraden daar de maand erop mee aan de slag gaan en dat de wethouders Financiën opnieuw met een kluitje in het riet worden gestuurd.
De voorzitter:
Wat is uw vraag, meneer Bikkers?
De heer Bikkers (VVD):
Kan de minister dat toezeggen?
Minister Uitermark:
Ik begrijp de vraag en het belang daarvan. Tegelijkertijd is dit een vraag die zorgvuldige afstemming vereist, ook omdat de toezichthouder de provincie is. Ik gaf net al aan dat wij bezig zijn om dat met elkaar af te stemmen. Dat kost tijd. Ik kan het echt niet sneller maken dan september. De Kamer gaat morgen met reces. Ik begrijp dat dit signaal wordt afgegeven, maar we kunnen het echt niet sneller maken dan september. Ik zeg er ook nog bij dat uit overleg met de gemeenten vooral naar voren komt dat er behoefte bestaat aan een nadere verduidelijking van wat er nu al kan en wat er niet kan voor gemeenten die geld overhouden. Ik noem de inzet van reserves, het geld inzetten in een volgend begrotingsjaar of realistischer ramen. We werken eraan, maar sneller dan september kan niet.
De voorzitter:
Dank u wel. U zult het hiermee moeten doen, meneer Bikkers. Ik dank de minister en schors de vergadering voor een enkel moment. Of had de minister nog een antwoord?
Minister Uitermark:
Ja, de laatste vraag is van mevrouw Chakor over de streefwaarden voor de externe inhuur. In de brief aan de Kamer over het terugdringen van externe inhuur is aangegeven dat de Roemernorm de rijksbrede streefwaarde is. Ook de ADR geeft ons daar handvatten voor. Om de ontwikkelingen te kunnen monitoren en te kunnen bijsturen, wordt momenteel heel hard gewerkt aan een dashboard, dat wordt ingevuld door de departementen. Ik vind het een belangrijk onderwerp. Ik heb een heel uitgebreid antwoord en stel voor dat ik dat even op schrift stel en aan de Kamer toestuur.
De voorzitter:
Goed plan.
De beraadslaging wordt gesloten.
De voorzitter:
De stemmingen over dit tweeminutendebat zijn vanavond. Ik schors de vergadering voor enkele ogenblikken.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20242025-104-4.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.