Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2023-2024 | nr. 83, item 12 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2023-2024 | nr. 83, item 12 |
Juridische beroepen
Aan de orde is het tweeminutendebat Juridische beroepen (CD d.d. 10/04).
De voorzitter:
Aan de orde is het tweeminutendebat Juridische beroepen. Dat gaan we voeren met de minister voor Rechtsbescherming die ik van harte welkom heet, en dat geldt ook voor de leden. Het is een tweeminutendebat. We hebben een termijn van de zijde van de Kamer met vier sprekers die zich hebben ingeschreven. Welkom ook aan de mensen op de publieke tribune en iedereen die dit op afstand volgt. De heer Ellian heeft dit debat aangevraagd en gaat als eerste, namens de VVD, het woord voeren. Gaat uw gang.
De heer Ellian (VVD):
Dat klopt, voorzitter. Tweeminutendebatten zijn er volgens mij ook echt voor bedoeld om als je er samen niet helemaal uitkomt, een motie in te dienen om het beleid bij te sturen en anders is het niet nodig. Ik heb inderdaad een motie en die ziet op de hervormingen die de minister in gang heeft gezet, waarvoor waardering. De minister heeft ook gezegd het toezicht op de advocatuur te willen versterken. Alleen, ik wil graag een beetje bijsturen en dat ga ik met deze motie doen, omdat ik vind dat ook de klachtafhandeling bij die Onafhankelijke Toezichthouder Advocatuur moet worden ondergebracht. Ik zie niet goed in dat er een onderscheid gemaakt kan worden tussen toezicht in bestuursrechtelijke zin en toezicht op de gedragsregels. Dat moet allemaal bij elkaar want dat versterkt het toezicht alleen maar. Daarom de volgende motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het toezicht op de advocatuur versterkt en hervormd dient te worden;
constaterende dat de regering bij deze hervorming klachtenonderzoek van het toezicht wil scheiden door toezicht bij de Onafhankelijke Toezichthouder Advocatuur onder te brengen en klachtenonderzoek bij de lokale dekens;
constaterende dat toezicht op naleving van de kernwaarden onafhankelijkheid, deskundigheid, vertrouwelijkheid, partijdigheid en integriteit evenals klachtenonderzoek onder meer via de gedragsregels plaatsvindt;
van mening dat klachtenonderzoek, toezicht op naleving van de kernwaarden en het daaruit volgende tuchtrecht onlosmakelijke onderdelen van toezicht zijn en derhalve bij de Onafhankelijke Toezichthouder Advocatuur moeten worden ondergebracht, met oog voor lokale kennis;
verzoekt de regering om bij de versterking en hervorming van het toezicht op de advocatuur zowel het toezicht als klachtenonderzoek, als onderdeel van het tuchtrechtelijk toezicht op naleving van de kernwaarden, onder te brengen bij de Onafhankelijke Toezichthouder Advocatuur,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Ellian (VVD):
Merci.
De voorzitter:
Hartelijk dank voor uw inbreng. Dan gaat nu de heer Van Nispen spreken namens de Socialistische Partij.
De heer Van Nispen (SP):
Dank u wel, voorzitter. Allereerst een motie over de verkeersboetes.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat er verschillende redenen aan ten grondslag kunnen liggen dat verkeersboetes niet tijdig worden betaald maar deze vervolgens fors worden verhoogd waardoor mensen in de problemen kunnen komen;
constaterende dat verhogingen op het niet betalen van (verkeers)boetes nooit bedoeld zijn als verdienmodel voor de overheid;
verzoekt de regering ervoor te zorgen dat, voordat er wordt overgegaan tot een aanmaning, in eerste instantie een kosteloze betalingsherinnering wordt gestuurd bij het niet betalen van een boete;
verzoekt de regering voorts de aanmanings- en incassokosten bij verkeersboetes fors te verlagen en in lijn te brengen met de toegestane verhogingen van de hoofdsom in andere rechtsgebieden,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Van Nispen (SP):
Dan een motie over de tolken en vertalers.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de uurtarieven voor gerechtstolken weliswaar gemiddeld iets gestegen zijn ten opzichte van de situatie van voor de aanbestedingen, maar dat de uiteindelijk uitbetaalde vergoedingen aanzienlijk zijn verlaagd door afschaffing van voorrijkosten, afschaffing van betaling per begonnen halfuur en afschaffing van wachttijdvergoeding;
overwegende dat de teruggang het grootst is bij diensten van 31 en 61 minuten en gerechtstolken bij korte tolkdiensten bij een uurtarief van €65 tot wel €40 minder en bij een uurtarief van €100 tot wel €23 minder dan voorheen betaald krijgen;
constaterende dat de motie-Sneller/Ellian (29936, nr. 69) daarmee niet is uitgevoerd;
verzoekt de regering met een voorstel te komen voor een reëel standaardtarief voor het eerste begonnen uur waarmee gerechtstolken er ten opzichte van de oude situatie niet op achteruitgaan,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Van Nispen (SP):
"Er niet op achteruitgaan" is toch wel het minste wat wij hier als Kamer kunnen uitspreken. Wij vragen hier geen gouden bergen, wij vragen iets heel redelijks voor een cruciaal beroep binnen onze rechtsstaat want zonder hen kan de rechtsstaat niet functioneren. Ter onderbouwing daarvan heeft de Orde van Registertolken en -vertalers een zwartboek aanbestedingen aangeboden. Namens hen bied ik dat de minister, de aanwezige Kamerleden en de mensen die nu niet aanwezig kunnen zijn aan, omdat dit de precieze onderbouwing ervan is dat de motie die ik net heb ingediend, hartstikke nodig is. Dit zwartboek van de Orde van Registertolken en -vertalers gaat over hoe intenties van het ministerie met een nieuw en beter systeem en de praktijk uit elkaar lopen. Ik zou het erg op prijs stellen — dat kan begrijpelijkerwijs niet vandaag helemaal inhoudelijk — dat de minister of de minister van Justitie en Veiligheid op termijn inhoudelijk zal reageren op dit zwartboek. De appreciatie van de motie zal uiteraard oordeel Kamer zijn want de minister gaat dat met mij eens zijn, maar vervolgens krijg ik graag een inhoudelijke reactie op dit zwartboek waar de tolken heel hard aan gewerkt hebben.
Ik dank u wel.
De voorzitter:
Dank. Mevrouw Lahlah gaat nu het woord voeren namens de fractie van GroenLinks-Partij van de Arbeid. Gaat uw gang.
Mevrouw Lahlah (GroenLinks-PvdA):
Voorzitter. Er is al veel gezegd over het toezicht op de advocatuur, ook in het commissiedebat. Er zijn veel waardevolle suggesties gedaan, ook vanuit de sector zelf. Daar is van alles over te zeggen en je kunt de verschillende perspectieven ook begrijpen. Daarom vinden wij het des te belangrijker dat er wordt geëvalueerd. Daarom deze motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het toezicht op de advocatuur landelijk belegd wordt bij de OTA en het onderzoek naar tuchtklachtafhandeling en de bemiddeling bij de lokale dekens blijft liggen;
overwegende dat deze rolverdeling enerzijds leidt tot een zuivere taak voor de toezichthouder en lokale inbedding bij de dekens borgt, maar anderzijds zowel de deken als de toezichthouder afhankelijk maakt van andere organen voor informatie-uitwisseling over toezicht en tuchtklachtafhandeling;
verzoekt de regering om drie jaar na invoering een evaluatie van de OTA uit te voeren en daarin ook de wijze van klachtafhandeling en de onderlinge uitwisseling hierover mee te nemen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Hartelijk dank. Tot slot van de zijde van de Kamer in dit debat is het woord aan mevrouw Vondeling. Zij voert het woord namens de Partij voor de Vrijheid. Gaat uw gang.
Mevrouw Vondeling (PVV):
Dank u wel, voorzitter. Ik heb één motie, over letselschadespecialisten.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het aantal malafide en ondeskundige letselschadebureaus de afgelopen vijf jaar is gestegen met 25%;
constaterende dat deze bedrijven misbruik maken van mensen in kwetsbare posities en hun geld afhandig maken;
overwegende dat illegale praktijken kunnen worden voorkomen door van letselschadespecialist een beschermd beroep te maken;
verzoekt de regering met een voorstel te komen om van letselschadespecialist een beschermd beroep te maken,
en gaat over tot de orde van de dag.
Hartelijk dank voor uw inbreng. Daarmee zijn we aan het einde van de termijn van de zijde van de Kamer. We gaan vijf minuten schorsen en dan krijgen we een appreciatie van de minister op de vijf ingediende moties.
De vergadering wordt van 15.39 uur tot 15.46 uur geschorst.
De voorzitter:
Aan de orde is het vervolg van het tweeminutendebat Juridische beroepen. Ik geef het woord aan de minister voor Rechtsbescherming.
Minister Weerwind:
Voorzitter, dank u wel. Ik start met het zwartboek en zal vervolgens ingaan op de vijf ingediende moties. Laat ik vooropstellen dat ik de heer Van Nispen en de betrokken tolken dank voor het document. We staan als regering altijd open voor de signalen van betrokken beroepsvertegenwoordigers en tolken. Ik wil benadrukken dat tolken en vertalers — dat zegt u ook — uiterst belangrijk zijn voor de rechtsgang en de rechtspleging. Dat staat ook in artikel 6 van het EVRM, voor de liefhebbers. Juist de tolken en vertalers vormen een cruciale schakel in het functioneren van de rechtsstaat, want zo kan eenieder zich goed uitdrukken in de moedertaal. Eenieder heeft recht op een eerlijk proces. Dat is een basisvoorwaarde van de rechtsstaat. Inhoudelijk zal ik hier niet nader op ingaan, aangezien het dossier van de tolken en vertalers tot het werkterrein van de minister van Justitie en Veiligheid behoort, maar ik zal het doorgeleiden. Hoe zal ik dat doen? Ik stel mij zo voor dat we in de voortgangsbrief over de tolken en vertalers, u welbekend, de monitor tolken en vertalers, die na het zomerreces komt, hierop ingaan en dan inhoudelijk reageren. Daarmee heb ik gereageerd op het zwartboek, voorzitter.
Dan ga ik naar de moties. Ik start met de eerste motie, op stuk nr. 856. Ik dank via u, voorzitter, de indiener van de motie, de heer Ellian, voor de woorden die hij bezigde ten aanzien van de energie die erin gestopt is om het toezicht op de advocatuur te versterken en te hervormen. Ik kijk ook met groot genoegen terug op de debatten die wij hierover hebben gevoerd; duidelijke, scherpe debatten. Ik heb de Kamer in het laatste commissiedebat hieromtrent een brief toegezegd. Die heb ik op 13 mei gestuurd. Daarin heb ik mijn argumenten gegeven om te kiezen voor het model dat ik heb voorgelegd: niet in één hand, maar een scheiding trekken. In diezelfde brief heb ik echter ook aangegeven dat het voorstel om alles in één hand te leggen, een mogelijkheid is, al heeft dat consequenties. Mijn ambtsopvolger zal in kaart moeten brengen wat die consequenties zijn en zal die verder moeten uitwerken, voor alle betrokken actoren. U mag in dezen enige consistentie van mij verwachten, dus ik blijf achter mijn voorstel staan. Daarom is de motie ontraden.
Dan ga ik naar de tweede motie, op stuk nr. 857. Die motie gaat over de verkeersboetes en is ingediend door de Socialistische Partij. Ik kijk even rond; daar zit de heer Van Nispen. We spreken via de voorzitter, maar ik kijk u toch het liefst aan, voor de mooie interactie. Ik ga u verzoeken om de motie aan te houden. Dat heeft er alles mee te maken dat we niet moeten vergeten dat veel mensen, zo'n 84%, verkeersboetes op tijd betalen. Daarnaast is uit onderzoek gebleken dat Nederland een hoge betalingsbereidheid heeft en dat mensen een lange periode krijgen om te betalen. Zelf ben ik verantwoordelijk voor het Centraal Justitieel Incassobureau. Dat heeft de afgelopen jaren grote stappen gezet, mijns inziens, richting een meer persoonsgerichte inning.
Ondanks alle mogelijkheden voor maatwerk van het Centraal Justitieel Incassobureau kunnen de verhogingen van verkeersboetes alsnog ingrijpend zijn voor mensen. Samen met de andere verantwoordelijke departementen doe ik daarom mee aan een onderzoek van het ministerie van SZW, Sociale Zaken en Werkgelegenheid, naar de doelmatigheid van ophogingen. Bij dat onderzoek wordt in kaart gebracht welke ophogingen tijdens het invorderingstraject kunnen ontstaan en worden opties verkend om de schuldenoploop te verminderen, inclusief de budgettaire gevolgen daarvan. De resultaten van het onderzoek zijn van belang om uitspraken te kunnen doen over een kosteloze betalingsherinnering, omdat een dergelijke standaardvoorziening ook een prikkel kan zijn om juist níét op tijd te betalen. Dat zeg ik, de andere kant op redenerend, er even bij.
Kortom, u hoort mij zeggen dat ik met het onderzoek de budgettaire gevolgen in kaart breng, ook van het invoeren van een betalingsherinnering: wat betekent dat voor het missen van de eerste betalingstermijn? Ik vraag de indiener nadrukkelijk om zijn motie aan te houden. Ik wacht even af wat de reactie van de indiener is.
De voorzitter:
Weet u op welke termijn de resultaten van dat onderzoek beschikbaar zijn?
Minister Weerwind:
Dat zou na de zomer van 2024 zijn.
De heer Van Nispen (SP):
Wat de minister voorstelt, is heel redelijk. Dat begrijp ik. En toch, hier is echt goed over nagedacht. Het heeft een hele historie en ik denk dat het heel goed is om nu wel een Kameruitspraak te doen. Hoe hoog de incassokosten moeten worden — moet dat 15% worden of een ander percentage? — is expliciet niet opgenomen in de motie. Ik kan me voorstellen dat het onderzoek dat zal moeten uitwijzen, maar ik denk dat er goede redenen zijn om de motie niet aan te houden en juist wel in stemming te brengen.
Minister Weerwind:
Op het moment dat de Kamer niet bereid is om de motie aan te houden, ga ik die ontraden.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 857 is ontraden.
Minister Weerwind:
Dan gaan we naar de motie op stuk nr. 858. Die gaat over de tolken en vertalers, over het doorvoeren van een standaardtarief. Het doorvoeren van een standaardtarief voor het eerste uur is binnen de huidige overeenkomsten niet mogelijk, omdat dit een wezenlijke wijziging is die het economische evenwicht in de markt wijzigt. Ik zeg dit ook namens de minister van Justitie en Veiligheid. Dit zit immers in haar portefeuille. Indien een standaardtarief voor het eerste uur al in de reeds geïmplementeerde aanbesteding was meegenomen, zouden tolkbureaus hier rekening mee hebben gehouden. We hebben gekozen voor een stelsel met een minimumuurtarief met jaarlijkse indexering en onderhandelingen tussen tolkbureaus en tolken voor een redelijke vergoeding. Laat ik richting de Kamer vooropstellen dat we de effecten van het stelsel blijven monitoren. We blijven op basis van feitelijke cijfers het stelsel binnen de kaders verder ontwikkelen. Ik hecht eraan te benadrukken dat de percelen van de tolkopdrachten bij het Openbaar Ministerie en de rechtspraak pas recent gegund zijn en dat we dus pas kort in de nieuwe werkwijze zitten. Maar ik wil u ook min of meer tegemoetkomen in de aandacht die we hebben voor de vergoeding aan tolken. U hoort mij zeggen: een monitoringanalyse; eerst de feiten, dan de conclusies. Mocht uit de monitoring en analyse die we uitvoeren blijken dat de ophoging van het inschrijftarief niet zorgt voor een hogere vergoeding voor de gerechtstolken of juist zorgt voor een verstoring van levenszekerheid, dan zal het ministerie van Justitie en Veiligheid de gecontracteerde tolksbureaus actief sturen op de uitbetaling van een vergoeding die bij de dienstverlening van de gerechtstolken passend is. Daarnaast kunnen we nooit garanderen dat een individuele tolk erop vooruitgaat of achteruitgaat. Ik kan alleen kijken naar de gehele sector en het beeld dat daaruit voortkomt.
Voorzitter. In oktober sturen we een nieuwe monitoringsbrief waarin ook de vergoedingen aan de gerechtstolken worden geanalyseerd. Mijn appreciatie voor deze motie is dan ook: ontraden. Dat zeg ik namens de minister van Justitie en Veiligheid.
De heer Van Nispen (SP):
De minister zegt dat hij niet kan garanderen dat met het nieuwe voorstel een individuele tolk er niet op achteruit zal gaan, maar ik kan de minister wel garanderen dat vrijwel alle tolken er nu op achteruitgaan vanwege de gekozen systematiek. Wat betreft de onderbouwing weet ik wel dat het geen WODC-monitor is, maar het is wel een zwartboek van die tolken zelf. Die hebben dus juist onderbouwd — dat heb ik ook in de motie opgenomen — dat ze er gewoon op achteruitgaan door de afschaffing van de voorrijkosten, van betaling per begonnen halfuur en van de wachttijdvergoeding. Dat was expliciet niet de bedoeling. Dat was althans niet de belofte vanuit het ministerie. Het was ook niet de wens van de Kamer met betrekking tot de motie-Sneller/Ellian. Het is dus niet conform de afspraak die we hebben gemaakt. Ik vind het met een net woord lastig dat we hier moeten constateren dat de minister zegt dat we toch zullen moeten wachten omdat het nu niet binnen de afspraken past. Dat zijn de afspraken die de minister zelf heeft gemaakt met de tolkenbureaus. Dat zijn nou juist die aanbestedingen. Je zult daarop in moeten grijpen om je aan de afspraak te kunnen houden met de tolken dat die er niet op achteruitgaan. Als de minister een ander voorstel heeft dan een reëel standaardtarief, dan hoor ik het graag. Maar wij hebben echt alles binnenstebuiten gekeerd. Het is volgens ons niet mogelijk zonder een reëel standaardtarief. Ik stel dus nogmaals de vraag hoe de minister gaat garanderen — nu al, niet in oktober — dat de tolken er niet op achteruitgaan.
Minister Weerwind:
In mijn eerste reactie heb ik ook gezegd dat ik naar de groep in zijn totaliteit kijk. Ik wil eerst de feiten hebben. Ik wil kijken wat de effecten zijn. Dan pas kan ik conclusies trekken, niet nu al. Het stelsel is jong en nieuw. Ik heb dus een andere mening dan het Kamerlid Van Nispen.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 858 blijft ontraden.
Minister Weerwind:
Ontraden. Dan de motie op stuk nr. 859. Ik kan heel kort zijn: ik geef die oordeel Kamer. Ik vind het van belang dat er een evaluatie wordt uitgevoerd naar het functioneren van de OTA. De evaluatie dient juist om te bekijken of het model werkt zoals beoogd en de wijze van tucht- en klachtafhandeling en de onderlinge uitwisseling van informatie en gegevens zullen worden betrokken, zoals u ook voorstelt. Ik kan deze motie dan ook alleen maar ondersteunen.
De voorzitter:
Toch heeft de heer Ellian daar een vraag over.
De heer Ellian (VVD):
Zeker, voorzitter, ook om te leren van voorgaande gebeurtenissen. Precisie is hier van belang. Ik begrijp de motie, alleen ik zit er anders in. Daarom heb ik een andere motie ingediend. Als de motie die ik zojuist heb ingediend namens de VVD wordt aangenomen, dan heb je die informatie-uitwisseling niet meer. Klachtafhandeling wordt dan immers onderdeel van de onafhankelijk toezichthouder. Ik zoek dus even naar het volgende. Als die eerste motie wordt aangenomen — ik hoop dat; ik weet dat niet — wat is dan het lot van deze motie? Als die ook wordt aangenomen, dan heb je twee tegenstrijdige moties, en daar moeten we wel voor waken. Ik adresseer dit dus.
Minister Weerwind:
Ik leg een ander accent. Ik vind sowieso dat je, wanneer je een wet invoert, een x-periode praktijkervaring moet opdoen en goed moet evalueren: hoe werkt het, hoe functioneert het in de praktijk? In mijn voorstel heb je te maken met die informatieoverdracht. In eerste instantie hebben we al gesproken over het voorstel waarbij de Kamer hier anders over beschikt. Ik heb dat ook geapprecieerd. Dan kan het zo zijn dat je dat aspect minder aandacht geeft in de evaluatie, maar die evaluatie blijft benodigd.
De heer Ellian (VVD):
Helder. Dan kunnen we de motie lezen als: evalueren kan sowieso, maar als de eerste motie wordt aangenomen, hoef je dat deel niet meer te evalueren. Dat verandert dan immers. Je kunt niet iets evalueren wat er niet is. Daar gaat het mij even om.
Minister Weerwind:
Daar is geen speld tussen te krijgen. Je kunt niet evalueren wat er niet is. Maar je moet wel evalueren. Daarin hebben we elkaar gevonden. Ik vind die periode van drie jaar die GroenLinks-PvdA voorstelt een termijn die we moeten volgen.
De voorzitter:
Dan de motie op stuk nr. 860.
Minister Weerwind:
De motie op stuk nr. 860 ga ik ontraden. Ik herhaal eigenlijk wat ik in het commissiedebat hierover heb gezegd. Ik heb het WODC verzocht om onderzoek te laten doen naar de kwaliteit van de belangenbehartiging in de letselschadebranche. Dit onderzoek probeert onder meer om overzicht over en inzicht in de markt van belangenbehartigers te krijgen. Daarbij wordt ook gekeken naar de kwaliteit van de belangenbehartiging en of deze kan worden verbeterd binnen bestaande regelgeving of met een alternatieve regelstructuur of handhavingswijze. Ik vind dat dit van belang is. U hoort continu dat ik praat vanuit "eerst feiten, dan conclusies". Het onderzoek is in oktober 2023 van start gegaan. Ik verwacht dat dit voor de zomer is afgerond. Ik zeg liever "rond de zomer", om de Kamer niet teleur te stellen. Tijdens het vorige debat heb ik u toegezegd in gesprek te gaan met de branche en hierover naar u terug te koppelen zodra dit is gebeurd. De gesprekken worden thans gevoerd. Ik zal samen met mijn beleidsreactie op het WODC-onderzoek in het derde kwartaal terugkoppelen wat hieruit is gekomen. Ik ga de motie als zodanig ontraden.
De voorzitter:
Helder, dank. Daarmee zijn we aan het einde gekomen van dit tweeminutendebat.
De beraadslaging wordt gesloten.
De voorzitter:
We gaan over de ingediende moties stemmen op dinsdag aanstaande, 18 juni.
We kunnen doorgaan naar het volgende debat. Dat is een wetsbehandeling, ook met de minister voor Rechtsbescherming. De woordvoerders zijn al aanwezig, dus ik stel voor dat we met gezwinde spoed doorgaan.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20232024-83-12.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.