9 Verkiezingen

Verkiezingen

Aan de orde is het tweeminutendebat Verkiezingen (CD d.d. 18/04).

De voorzitter:

Ook dit debat is met de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het gaat over verkiezingen. Als eerste spreker is het woord aan de heer Van Oostenbruggen, die namens NSC het woord gaat voeren.

De heer Van Oostenbruggen (NSC):

Voorzitter, dank. Ik neem dit debat over van mevrouw Palmen. Het voelt zeker niet als corvee. Ik sta hier graag. Het is een waar genot om deze motie te kunnen indienen. De motie luidt als volgt:

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat stemwijzers, zoals het Kieskompas of de StemWijzer, een belangrijk hulpmiddel zijn om kiezers te ondersteunen bij het maken van hun keuze;

constaterende dat de totstandkoming en het gebruik van stemwijzers echter niet altijd navolgbaar en uitlegbaar zijn;

van mening dat stemwijzers moeten voldoen aan de vereiste transparantie, volledigheid van informatie en eisen van de democratische rechtsstaat;

verzoekt de regering om te onderzoeken welk voorstel gedaan kan worden om ook stemwijzers te laten voldoen aan de waarborgen van de democratische rechtsstaat, in de vorm van bijvoorbeeld een kwaliteitseis voor een stemhulp,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Oostenbruggen.

Zij krijgt nr. 78 (35165).

U krijgt een interruptie van de heer Flach hierover.

De heer Flach (SGP):

We hebben inderdaad gesproken over de stemwijzers. We gaan de motie natuurlijk bekijken. Ik weet dat u het overneemt van een collega, maar kunt u iets nader expliciteren wat die waarborgen van de democratische rechtsstaat zijn waaraan zo'n stemwijzer moet voldoen? Want dat is een heel breed begrip.

De heer Van Oostenbruggen (NSC):

Nou, zeker. We leven in een tijd waarin veel te doen is over desinformatie en onjuiste informatie. Bij reclames heb je de Reclame Code Commissie, bij media heb je het Commissariaat voor de Media, maar bij stemwijzers heb je geen toezichts- of kwaliteitsorgaan dat zorgt dat een stemwijzer niet misleidend is. Wij denken dat het goed is om daarover na te denken. Daarom schrijven we geen oplossing voor. Er stond daarom "bijvoorbeeld" in de motie. We roepen de regering op om dit weliswaar niet nieuwe maar relatief steeds belangrijkere kanaal te onderwerpen aan kwaliteitscriteria en toezicht.

De heer Flach (SGP):

U heeft er vast over nagedacht hoe we ervoor zorgen dat de overheid niet de regie krijgt over dat soort stemwijzers, want dat lijkt me onwenselijk. Hoe kijkt u naar de onafhankelijkheid van zo'n organisatie of club die dat moet gaan toetsen?

De heer Van Oostenbruggen (NSC):

U gaat daar heel technisch diep op in. Uiteraard is dit het debat van mijn collega, maar tegelijkertijd denk ik dat ik er wel een antwoord op kan geven. Goedbeschouwd gaat de regering niet over reclames die uitgezonden worden of over de inhoud van onze media, kranten, televisie en dergelijke. En toch hebben we daar met elkaar iets voor bedacht waarbij de kwaliteit en de rechtsstatelijkheid ervan worden geborgd. Ik voeg eraan toe dat het me goed lijkt om dat bij kieswijzers ook te doen.

De voorzitter:

Hartelijk dank voor uw inbreng. De volgende en tevens laatste spreker in dit debat is mevrouw Chakor. Zij spreekt namens de fractie van GroenLinks-PvdA.

Mevrouw Chakor (GroenLinks-PvdA):

Dank, voorzitter. Ik houd het kort. Ik heb één motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de bijdragen van vele duizenden vrijwilligers cruciaal zijn voor het goed laten verlopen van verkiezingen;

constaterende dat er nog steeds geen oplossing gevonden is voor een fiscale vrijstelling van de vergoeding die vrijwilligers op de stembureaus ontvangen;

verzoekt de regering om op korte termijn een voorstel te doen voor de fiscale vrijstelling van vergoedingen van vrijwilligers op stembureaus, zodat deze regeling in werking kan treden voor de gemeenteraadsverkiezingen van 2026;

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Chakor.

Zij krijgt nr. 79 (35165).

Dank u wel. We gaan even vijf minuten schorsen. Dan krijgen we een appreciatie op de twee ingediende moties.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Aan de orde is de voortzetting van het tweeminutendebat Verkiezingen en ik geef het woord aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Minister De Jonge:

Voorzitter, dank u wel. Ik doe de moties gewoon op volgorde van binnenkomst en begin dus bij de motie op stuk nr. 78 van de heer Van Oostenbruggen. We hebben in de commissievergadering een goed debatje gehad over de vraag of je wel of niet iets zou moeten doen met peilingen of stemhulpen. Van de kant van NSC hoorden wij er nogal stevige tekst over dat je daar goed naar zou moeten kijken, omdat stemhulpen en peilingen wel degelijk beïnvloedend zouden kunnen zijn voor de verkiezingsuitslag. Ik heb er ferm tegen gepleit daar iets mee te doen. Niet omdat ik denk dat kieswijzers of peilingen geen effect zouden hebben op de uitslag, maar wel omdat ik vind dat de rijksoverheid, het ministerie van Binnenlandse Zaken of de minister van Binnenlandse Zaken, op dat terrein niets te zoeken heeft.

Dat zeg ik omdat deze motie de regering verzoekt te onderzoeken welk voorstel er gedaan kan worden om de stemwijzer te laten voldoen aan de waarborgen van de democratische rechtsstaat. Maar dé waarborg van de democratische rechtsstaat is de Grondwet, en artikel 7 GW beschermt de vrije meningsuiting en de vrije pers. Dat is echt waar dit over gaat. Je moet niet willen dat het ministerie van Binnenlandse Zaken het ministerie van de Waarheid wordt als het gaat over stemhulpen. Dat is een heel ongezonde ontwikkeling. Ik denk dat de Grondwet als beste waarborg van de democratische rechtsstaat ons juist voorschrijft om ons niet op dit terrein te begeven.

Dan is er ook nog een meer praktische kant. Stelt u zich eens voor dat een ministerie zich zou moeten bekreunen over wat een partij wel of niet zou kunnen hebben bedoeld met haar verkiezingsprogramma. Ik zie niet hoe we dat zouden moeten doen. Ik zie niet hoe dat praktisch vorm te geven is. Politici gaan zelf over wat ze bedoelen met hun eigen verkiezingsprogramma. Politici hebben zelf verantwoording af te leggen over hoe ze hun eigen standpunten over het voetlicht gebracht willen zien en over hoe ze zich verhouden tot stemwijzers. Daarover hebben politici elkaar te bevragen. Dat is hoe het hoort te werken en hoe het ook al een hele tijd werkt. Ik zou daar niet aan willen tornen. Dat aangaande de motie op stuk nr. 78: die ontraad ik dus.

Dan de motie op stuk nr. 79. Daarover ga ik het oordeel aan de Kamer laten. "Verzoekt de regering op korte termijn een voorstel te doen voor de fiscale vrijstelling van vergoedingen van vrijwilligers op stembureaus." Ik heb al eerder geschetst dat het nog best wel ingewikkeld is om dat op een goede manier te doen. Maar ik ben wel met de staatssecretaris van Fiscaliteit in overleg over het aanmerken van zo'n vergoeding als vrijwilligersvergoeding. Als ik de motie zo mag lezen dat ik uw Kamer na het zomerreces mag informeren over hoe dat zou kunnen, dan kan ik die motie oordeel Kamer geven.

De voorzitter:

Er wordt instemmend geknikt door mevrouw Chakor. Dan krijgt de motie op stuk nr. 79 dus oordeel Kamer. Dank u wel.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ook voor deze moties geldt dat wij daar aanstaande dinsdag 18 juni over zullen stemmen.

Naar boven