21 Gesubsidieerde rechtsbijstand

Aan de orde is het tweeminutendebat Gesubsidieerde rechtsbijstand (CD d.d. 14/09).

De voorzitter:

Ik zie dat alle woordvoerders in de zaal zitten. Ik dank de minister voor zijn beantwoording in het vorige tweeminutendebat. We starten met het tweeminutendebat Gesubsidieerde rechtsbijstand. Ik geef het woord aan de heer Sneller van D66.

De heer Sneller (D66):

Dank, voorzitter. Ik heb twee moties en één vraag. De eerste motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het tarief voor sociaal advocaten dit jaar is geïndexeerd met 0,67%, waardoor vergoedingen minimaal zijn gestegen terwijl de gemiddelde consumentenprijsindex-inflatie dit jaar 5,6% is, waardoor sociaal advocaten te maken krijgen met flinke kostenstijgingen;

overwegende dat vanwege onvoldoende inkomen en gebrek aan perspectief sociaal advocaten stoppen met het vak en dat het beroep daardoor onaantrekkelijk wordt, met alle negatieve gevolgen voor de rechtsbijstand aan minder draagkrachtige rechtzoekenden van dien;

verzoekt de regering om nog dit jaar een noodinvestering te doen in de sociale advocatuur, te dekken uit de nog niet bestede middelen in het rechtsbijstandsbudget,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Sneller, Kuik, Temmink, Mutluer, Wassenberg en Ceder.

Zij krijgt nr. 276 (31753).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het in de financiering van de sociale advocatuur ontbreekt aan een duidelijke systematiek voor actualisering van vergoedingen, zoals al is geconstateerd door de commissie-Wolfsen in 2015, waardoor deze structureel achterlopen op de actuele inflatie;

overwegende dat vanwege onvoldoende inkomen en gebrek aan perspectief sociaal advocaten stoppen met het vak en dat het beroep daardoor onaantrekkelijker wordt;

verzoekt de regering spoedig, ten behoeve van de volgende kabinetsformatie, inzichtelijk te maken via welke vaste methodiek de vergoedingen voor sociaal advocaten kunnen meelopen in de reeds bestaande uitvoeringscorrecties van de begrotingssystematiek, zodat deze actueel blijven,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Sneller, Wassenberg en Ceder.

Zij krijgt nr. 277 (31753).

De heer Sneller (D66):

Dan de vraag die ik nog voor de minister had. Hij heeft aangegeven te zullen bekijken welke mogelijkheden er zijn om het moment waarop het punttarief wordt bepaald aan te passen. Hij heeft alleen ook gezegd: dat zal ik voor 1 april aan de Kamer sturen. Maar het is, net als bij de onderzoeksmotie die ik zojuist heb ingediend, de bedoeling dat het ook bij de formatie kan worden betrokken. Mijn verzoek is dus of dat bijvoorbeeld nog voor het kerstreces zou kunnen.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Sneller. Ik geef het woord aan mevrouw Temmink van de SP.

Mevrouw Temmink (SP):

Dank u wel, voorzitter. Toegang tot het recht is belangrijk voor iedereen. Daarom heb ik maar liefst vier moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat klokkenluiders, toeslagenouders, Groningers en andere slachtoffers van het overheidshandelen voor juridische procedures tegen de Staat een beroep doen op de gesubsidieerde rechtsbijstand, omdat er geen andere optie is;

overwegende dat dit gaat om schade die gedupeerden vanuit de Staat is aangedaan, maar hiervoor het budget voor gesubsidieerde rechtsbijstand wordt gebruikt, terwijl veel mensen met een laag inkomen ook een beroep op deze regeling moeten doen, waar deze regeling ook voor bedoeld is;

verzoekt de regering om de bijstand voor klokkenluiders, Groningers en toeslagenouders uit een speciaal fonds van het betreffende ministerie te betalen, zodat de verplichting vervalt dat het onder het regime van de gesubsidieerde rechtsbijstand valt,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Temmink en Van Nispen.

Zij krijgt nr. 278 (31753).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Vereniging Sociale Advocatuur Nederland en de Nederlandse orde van advocaten aangeven dat sociaal advocaten behoorlijk geholpen zouden zijn bij een herinvoering van de voorschotregeling;

overwegende dat de praktijk zonder voorschotregeling nu is dat sociaal advocaten al hun zaken noodgedwongen moeten voorfinancieren, in sommige gevallen zelfs langer dan een jaar;

overwegende dat hiermee onnodig de druk wordt opgevoerd voor sociaal advocaten en zij hierdoor in de knel komen, terwijl het prioriteit zou moeten zijn om het vak aantrekkelijker te maken om een leegloop te voorkomen;

verzoekt de regering om de voorschotregeling zoals deze ook vroeger van toepassing was bij de sociaal advocaten weer in te voeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Temmink en Van Nispen.

Zij krijgt nr. 279 (31753).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat een van de conclusies van het WODC-rapport Rechtsbijstandsverlening in kinderopvangtoeslagzaken is dat toeslagenouders onvoldoende werden ondersteund via het stelsel van gesubsidieerde rechtsbijstand;

overwegende dat dit duidt op een behoorlijke mate van rechtsongelijkheid, aangezien de overheid zelf prima de weg wist te vinden en die ook geregeld koos voor doorprocederen tegen deze mensen;

overwegende dat het onrechtvaardig en onredelijk is om deze machtsongelijkheid en rechtsongelijkheid zo te vergroten door er juist voor te kiezen om te gaan doorprocederen;

overwegende dat de conclusies uit dit WODC-rapport zich in de praktijk niet alleen beperken tot toeslagenouders maar ook gaan over andere zaken waar de overheid lijnrecht tegenover de burger staat;

verzoekt de regering per direct te stoppen met het procederen in zaken die lopen tegen burgers die eerder in het gelijk zijn gesteld,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Temmink en Van Nispen.

Zij krijgt nr. 280 (31753).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het aantal bellers met maar liefst 22% is gestegen bij het Juridisch Loket sinds de invoering van het gratis telefoonnummer;

overwegende dat voor de toegang tot het recht een gratis telefoonnummer zeer effectief blijkt te zijn en dus veel mensen hiermee hun weg naar eerstelijns rechtshulp weten te vinden, in het bijzonder mensen met een kleinere beurs;

overwegende dat het gratis telefoonnummer een groot succes is, maar nog niet structureel wordt gefinancierd;

verzoekt de regering nog voor het einde van 2023 op zoek te gaan naar middelen om het gratis telefoonnummer voor het Juridisch Loket wél structureel te financieren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Temmink en Van Nispen.

Zij krijgt nr. 281 (31753).

Mevrouw Temmink (SP):

Ik heb het echt zo snel mogelijk gedaan, voorzitter.

De voorzitter:

Dat hebben we gehoord met elkaar. Dank u wel, mevrouw Temmink. Ik geef tot slot het woord aan mevrouw Mutluer.

Mevrouw Mutluer (PvdA):

Dank u wel, voorzitter. In de eerste plaats een steunbetuiging voor de moties die zojuist zijn ingediend door de heer Sneller. Alle verbeteringen van allerlei vergoedingen ten spijt, zien we dat de sociale advocatuur onder druk blijft staan en dat de kostenstijgingen door de inflatie niet kunnen worden bijgehouden. Bestaande kantoren kunnen hun hoofd al niet meer boven water houden. Daarom moet er op de korte termijn een noodoplossing komen — dat is de reden waarom wij onder de motie-Sneller staan — maar er moet ook een langetermijnoplossing komen. We lossen het nu niet op, maar we moeten echt opnieuw gaan kijken naar de methodiek, want iedereen moet toegang hebben tot recht en zeker mensen met een minimuminkomen.

Ik heb een vraag aan de minister die te maken heeft met de middeninkomens, mensen die net boven de grens voor gesubsidieerde rechtsbijstand zitten en in de praktijk geen rechtshulp kunnen inschakelen. Dat geldt ook voor zzp'ers. In de praktijk kan de wet- en regelgeving tot heel schrijnende situaties leiden, omdat deze mensen die eigenlijk recht hebben op rechtshulp die niet krijgen. Die hardvochtigheden in de wet moeten weg. Mijn vraag is of de minister ons kan toezeggen dat hij op zeer korte termijn terugkomt op hoe wij de hardvochtigheden in de wet zodanig kunnen wegnemen dat daadwerkelijk rechtshulp toegankelijk wordt, juist ook voor de middeninkomens, die nu per maand nog minder overhouden dan ze wensen en dus eigenlijk helemaal niet het gevoel hebben dat ze toegang hebben tot recht.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Mutluer. Daarmee zijn we aan het einde gekomen van de termijn van de kant van de Kamer. Ik kijk naar de minister. Vijf minuten weer?

Minister Weerwind:

Iets langer graag.

De voorzitter:

Oké. Zeven minuten. Dan schors ik de vergadering tot 22.21 uur.

De vergadering wordt van 22.14 uur tot 22.22 uur geschorst.

De voorzitter:

Het woord is aan de minister.

Minister Weerwind:

Dank, voorzitter. Ik start met de gestelde vragen. De vraag van de Sneller was of ik de toezegging kan doen om de Kamer te informeren over de alternatieve mogelijkheden voor het moment waarop het punttarief voor een zaak wordt bepaald. U bent goed geïnformeerd. Het klopt. Ik ben op dit moment aan het verkennen welke alternatieve scenario's er zijn voor het moment waarop het punttarief voor een zaak wordt bepaald. Bij de uitwerking van deze scenario's zal ik ook de voor- en nadelen van de alternatieven schetsen. Ik zal uw Kamer hierover zo snel mogelijk na het kerstreces informeren, uiterlijk eind januari 2024.

Dan de vraag van de PvdA, van mevrouw Mutluer. Ik kijk even naar de vraag die u mij stelde. U zoekt naar een noodoplossing. U kijkt naar de korte termijn en de lange termijn en vraagt: hoe ga je om met de middeninkomens? Op dit moment loopt er nadrukkelijk — ik kijk u aan — een onderzoek van het CBS: over wie hebben we het, wat speelt er, wat is het probleem en hoe kan je daar een goed antwoord op geven? Ik ga in de eerste voortgangsrapportage, voortgangsrapportage 10 — die krijgt u voor het kerstreces — een eerste indicatie geven, een antwoord geven. Dat is nog niet uitputtend. Pas uitputtend zal het antwoord eigenlijk zijn in het voorjaar van 2024. Eerst de facts. U weet hoe ik in elkaar zit: eerst feiten, dan conclusies.

Dat waren de twee vragen mij gesteld, voorzitter. Dan zal ik ingaan op de moties. Ik start met de eerste motie, de motie op stuk nr. 276. Laat ik eerst, net zoals ik in het debat heb aangegeven, mijn waardering uitspreken voor die motie. Ik sta sympathiek tegenover de strekking van de motie, toch ga ik haar ontraden. Waarom? Het gaat hier om een beleidsintensivering en daar is op dit moment geen dekking voor. Ik houd mij aan de begrotingsspelregels zoals wij die kennen bij het Rijk. Ik besef — u noemde een x-aantal partijen — dat u wanneer u de motie aanneemt mij voor een fait accompli stelt. Dan zal ik snel kijken hoe ik de motie kan uitvoeren. Ik zal dan ook op korte termijn met een brief komen in uw richting. Ik vraag u wel mij minimaal twee weken te geven om dat aan het papier toe te vertrouwen, mocht de motie worden aangenomen.

Dan kom ik bij de derde motie, ook afkomstig van de heer Sneller, over de financieringssystematiek van de sociale advocatuur.

De voorzitter:

Slaat u de tweede motie even over?

Minister Weerwind:

Dit is de tweede motie, de motie op stuk nr. 277. Ik heb u een brief doen toekomen op 6 oktober. Ik heb aangegeven welke financieringssystematiek we nu kennen, die prachtige wiskundige module die we hebben bedacht. Ik heb ook aangegeven waar die is ontstaan en wat de historische achtergrond is. Vervolgens heb ik u meegenomen door te zeggen wat de nadelen en beperkingen van de huidige systematiek zijn. Daarna ben ik ook gaan kijken welke alternatieven er zijn. Wat zijn de mogelijkheden? Vervolgens kom ik resumerend nadrukkelijk tot de slotsom dat er aan alle alternatieven meer nadelen dan voordelen zitten ten opzichte van de huidige systematiek. Ik kan een heel lang antwoord geven, maar ik heb juist getracht u met die brief zo optimaal mogelijk te informeren over de huidige indexeringssystematiek die ik momenteel hanteer om het punttarief actueel te houden.

Ik heb de alternatieven net genoemd. In de negende voortgangsrapportage heb ik aangegeven dat de forfaitaire vergoedingensystematiek wordt behouden en dat de komende periode een systematiek van periodieke herijking uitgewerkt zal worden samen met de Raad voor Rechtsbijstand. Aangezien de uitwerking van de systematiek van periodieke herijking tijd vergt, heb ik besloten om een onafhankelijke commissie in te stellen. Die wordt nog dit jaar ingesteld. Ik heb de zaken versneld, gelet op de urgentie van het vraagstuk. Die commissie zal zich buigen over de tijdsbesteding per zaakcode in de jaren 2022 en 2023. Om te bepalen hoe de periodieke herijking meegenomen kan worden in de reguliere begrotingscyclus wacht ik onder andere de ontwikkelingen rondom de systematiek van die periodieke herijking af. De uitkomsten van de commissie zullen worden meegenomen in de reguliere begrotingscyclus richting de Voorjaarsnota 2025. U begrijpt dat ik daar niet alleen over ga. Het ministerie van Financiën zal ook weten wat de resultaten zijn, en zal dan ook in conclaaf gaan over wat wel en wat niet kan. Aangezien de uitkomsten losstaan van een bepaalde indexatiewijze, maar gebaseerd zullen zijn op de benodigde aanpassing van de capaciteit, zal de wijze van de verwerking van de uitkomsten afhangen van de beschikbaarheid van de middelen. Daar verwijs ik dan concreet naar. Ik moet de motie op stuk nr. 277 ontraden.

Dan komen we bij de moties van de SP, dacht ik. De motie over het speciale fonds ga ik ontraden. De financiering loopt nu via de verantwoordelijke kerndepartementen. Zo is het geregeld. Als u spreekt over de toeslagenouders, dan is dat het ministerie van Financiën. Als we spreken over de Groningers, dan kijken we naar het ministerie van Economische Zaken en Klimaat. En niet te vergeten, als je praat over klokkenluiders, praat je eigenlijk weer over het ministerie van Binnenlandse Zaken. Dit gaat buiten mijn reikwijdte. Ik ga deze motie ontraden.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 278 wordt ontraden.

Minister Weerwind:

Excuses, ik zal de nummers van de moties nu ook noemen. De motie op stuk nr. 279 gaat over de voorschotregeling. Als ik naar deze motie over de voorschotregeling kijk, zou ik eigenlijk het verzoek willen doen om 'm aan te houden. De reden is dat er op dit moment een onderzoek loopt. Ik wil daarop terugkomen in voortgangsrapportage tien, dus al voor het kerstreces, om u de stand van zaken te geven over hoe we daarmee om zouden kunnen gaan.

De voorzitter:

Ik kijk even naar mevrouw Temmink om te zien of zij bereid is de motie aan te houden. Dat is het geval. Dank u zeer.

Op verzoek van mevrouw Temmink stel ik voor haar motie (31753, nr. 279) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

Minister Weerwind:

Dan de motie op stuk nr. 280 over direct stoppen met procederen in zaken die lopen tegen burgers die eerder in het gelijk zijn gesteld. Hier heb ik even flink over nagedacht. Er kunnen omstandigheden zijn waarin de Staat wel degelijk de afweging moet maken om te procederen. Omdat de motie heel absoluut is in het dictum, ga ik die ontraden. Ik wil daarop terugkomen in de brief. Ik heb ook nog te maken met de motie-Leijten/Ellian hieromtrent. Daarop wil ik ook meteen een goed antwoord dichten en u doen toekomen. Ik ga de motie op stuk nr. 280 ontraden.

Dan de motie op stuk nr. 281 over het structureel financieren van het Juridisch Loket. U ziet een glimlach op mijn gezicht, omdat ik ooit eens proefondervindelijk heb mogen ervaren wat het betekent als het telefoonnummer niet gratis is en welke drempel dat oplevert voor de rechtzoekende. Dat heeft ertoe geleid dat we het incidenteel gefinancierd hebben. U zegt: doe dat nu structureel. Ik ben eigenlijk al aan de slag om dat structureel invulling te geven naar de toekomst toe. Weet u wat? Ik geef 'm oordeel Kamer.

De voorzitter:

Kijk. Ik zie mevrouw Temmink heel blij kijken, dus daarmee zijn we aan het einde gekomen van deze beraadslaging.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

We gaan volgende week dinsdag stemmen over de ingediende moties. Ik dank de minister en de woordvoerders voor dit tweeminutendebat. Ik kijk even of we compleet zijn. Ik zie alleen mevrouw Kuik nog niet. Ik hoor dat zij niet komt. Dan strepen we haar door. Ik stel voor dat we meteen doorgaan naar het volgende tweeminutendebat. Dat is het tweeminutendebat Femicide.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven