19 Lokale, regionale en streekomroepen

Aan de orde is het tweeminutendebat Lokale, regionale en streekomroepen (CD d.d. 05/10).

De voorzitter:

Aan de orde is het tweeminutendebat Lokale, regionale en streekomroepen. Ik had nog even moeten melden dat we volgende week dinsdag stemmen over de moties die net bij het debat over het erfgoed zijn ingediend.

Ik heet de staatssecretaris wederom van harte welkom alsook de woordvoerders in de zaal. Ik geef meteen het woord aan de heer Van Strien van de VVD voor zijn bijdrage.

De heer Van Strien (VVD):

Voorzitter, dank. Ook dit was een mooi commissiedebat met de staatssecretaris. Het was een debat waarin we opkwamen voor een vitaal lokaal en regionaal medialandschap. Eén punt bleef echter onbevredigend liggen. Om ook dat goed te regelen, dien ik graag de volgende motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de staatssecretaris beoogt het lokale medialandschap te versterken en zij daartoe een visie op de lokale media heeft opgesteld;

constaterende dat de hieraan gekoppelde middelen vrijwel volledig worden ingezet voor de versterking en professionalisering van lokale, streek- en regionale omroepen en de staatssecretaris specifiek wijst op de mogelijkheid voor deze omroepen om geschreven (online)nieuws te verzorgen;

constaterende dat volgens recent onderzoek van het Commissariaat voor de Media in een door de staatssecretaris omarmd rapport lokale en regionale dagbladen, huis-aan-huisbladen en onlinemedia de hofleverancier zijn van geschreven (online) regionaal en lokaal nieuws;

overwegende dat rechtstreekse concurrentie van publieke omroepen met deze dagbladen en media niet wenselijk is en het verdienmodel van deze partijen ernstig bedreigt;

overwegende dat het effect op het lokale medialandschap verschraling en verdringing kan zijn in plaats van versterking, maar dat deze effecten niet zijn meegenomen in de visie van de staatssecretaris op het lokale medialandschap;

van mening dat het totale lokale medialandschap juist versterkt kan worden door de mogelijkheden van samenwerking tussen privaat en publiek te bevorderen met maatregelen zoals de jongejournalistenregeling, openbare nieuwsdatabases, aanpassing dienstbaarheidsverbod en de introductie van spelregels in het lokale en regionale omroepstelsel naar Duits en Vlaams model, waarbij de focus van private en publieke media duidelijker is geformuleerd en minder overlapt;

verzoekt de regering om in kaart te brengen wat de effecten van de aangekondigde investeringen op het totale medialandschap zijn, dus ook op het verdienmodel van private lokale en regionale journalistiek;

verzoekt de regering om in kaart te brengen wat er nodig is om het totale lokale medialandschap te versterken en te professionaliseren op een wijze dat alle aanbieders van lokaal en regionaal nieuws hiervan profiteren en de bovengenoemde voorstellen daarin mee te nemen;

verzoekt de regering om de Kamer hier zo spoedig mogelijk over te informeren, in ieder geval uiterlijk medio 2024 en voordat wordt overgegaan tot vaststelling of verdeling van de bovengenoemde gelden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Strien, Werner en Pouw-Verweij.

Zij krijgt nr. 288 (32827).

De heer Van Strien (VVD):

Voorzitter. Tot slot heb ik nog een drietal laatste zinnen. Wellicht was dit ook mijn voorlopig laatste debat in de Kamer. Ik wil slechts tegen mijn collega's, de bodes, het personeel, de bewindspersonen en allen hier aanwezig zeggen: dank voor alles wat jullie hebben betekend! Het was, is en zal altijd een eer zijn om dit mooie land als volksvertegenwoordiger te mogen dienen.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van Strien, mooi gesproken. Ik geef het woord aan de heer Mohandis, PvdA. En 5 december is er ook nog een afscheid voor de leden.

De heer Mohandis (PvdA):

Voorzitter, dank u wel. Ik reflecteer nog even op het debat en over hoe nu verder met de streekomroepen en de lokale omroepen. Wij kijken vooral heel erg uit naar de voortgangsbrief, omdat wat ons betreft het wat fundamentelere debat over hoe we het exact gaan inrichten, aan een nieuwe Kamer is. Ik had dat graag nog willen doen met collega's Wuite, Werner en Van Strien, maar het is even afwachten hoe dat straks gaat. Dat is altijd even moeilijk vanaf hier.

Maar het is wel een belangrijk punt. We hebben het bij mediadebatten vaak over de NPO, alles daaromheen en de regionale omroepen. We weten ook dat de lokale omroepen er in het debat soms wat bekaaid vanaf komen. Dat komt ook doordat de agenda soms erg dominant is met alles wat landelijk en regionaal is. Lokaal is dan toch iets van gemeenten. Voor ons zijn een paar uitgangspunten relevant als wij straks in die voortgangsbrief doorkijken naar een eventueel wetsvoorstel. Dat is ook door verschillende briefschrijvers aan ons gemeld. Denk bijvoorbeeld aan het punt hoe ervoor te zorgen dat streekomroepen geen regionale omroepen worden, dat helder is dat het hun taak en zorgplicht is om die kern in de haarvaten van de samenleving te blijven en dat zo wettelijk te borgen dat we voorkomen dat acht kernen zich vervreemden van hun omroep omdat de streek niet aanspreekt. Maar die professionalisering en die samenwerking zijn cruciaal om te garanderen dat lokale content overeind blijft. Vandaar dat wij met deze opmerkingen de wet graag verder inkleuren de komende tijd. Wij roepen de staatssecretaris op om, ondanks het feit dat zij demissionair is, stappen te blijven zetten. Wij horen graag hoe zij dit ziet.

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Mohandis. Dan geef ik het woord aan mevrouw Werner, CDA. Zij heeft aangegeven haar bijdrage te doen vanaf de plaats in de zaal. Gaat uw gang.

Mevrouw Werner (CDA):

Dank, voorzitter. Ik heb twee moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er 16 miljoen euro structureel extra beschikbaar is gekomen voor het versterken van de lokale media;

constaterende dat er lokale en regionale omroepen zijn, zoals de WOS, die al enige tijd werken aan een professionaliseringsslag ter voorbereiding op toetreding tot het landelijke bestel en hiervoor de benodigde investeringen hebben gedaan met dito structureel hogere lasten;

constaterende dat het er vanwege een benodigde wetswijziging naar uitziet dat het pas in 2026 gaat lukken om de lokale omroepen de extra financiële middelen toe te kennen;

constaterende dat sommige omroepen door de reeds ingezette professionalisering nu al wel structureel hogere kosten hebben en gemeenten nu noodgedwongen veel moeten bijspringen;

overwegende dat vanwege de wetswijziging die nodig is en die pas in 2026 rond is het Rijk een financieel probleem veroorzaakt bij de omroepen die reeds gestart zijn met professionalisering en dit financiële probleem door gemeenten moet worden opgevangen, maar veel gemeenten de komende jaren de nodige financiële uitdagingen hebben;

verzoekt de regering om met ten minste de VNG, de NLPO en de WOS in gesprek te gaan over overgangsproblematiek naar het nieuwe stelsel, en de Kamer voorafgaand aan de behandeling van de begroting voor 2024 te informeren over mogelijke oplossingen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Werner.

Zij krijgt nr. 289 (32827).

Mevrouw Werner (CDA):

En nu een korte motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de vindbaarheid van de regionale omroepen belangrijk is, onder andere om de kloof tussen regio en Randstad te verkleinen;

overwegende dat de regio op een vast kanaal helpt om de mediawettelijke taak van vindbaarheid en zichtbaarheid goed in te vullen;

constaterende dat dit nog niet gerealiseerd is omdat het opleggen van een hoge zenderpositie voor de regiokanalen geld kost;

verzoekt de regering om in overleg met de distributeurs te zoeken naar een vaste zenderpositie voor de regio die het beste past in de huidige afspraken met de andere partijen in de keten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Werner en Van Strien.

Zij krijgt nr. 290 (32827).

Mevrouw Werner (CDA):

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Werner. Ik kijk even naar de staatssecretaris om te zien of vijf minuten schorsen voldoende is. Dat is het geval.

De vergadering wordt van 21.40 uur tot 21.44 uur geschorst.

De voorzitter:

Ik geef het woord aan de staatssecretaris.

Staatssecretaris Uslu:

Dank u wel, voorzitter. Allereerst wil ik reageren op de heer Mohandis. Ik zie de bijdrage van de heer Mohandis als een aanmoediging van mijn beleid. Ik ga daar dus graag mee door. In de toegezegde brief zal ik ingaan op de planning. Die brief kunt u begin volgend jaar verwachten.

Dan de motie op stuk nr. 288 van de heer Van Strien, mevrouw Werner en mevrouw Pouw-Verweij.

De voorzitter:

Meneer Van Strien zit daar.

Staatssecretaris Uslu:

O ja, ik was hem even kwijt. Nu zie ik waar hij zit. Laat ik nogmaals benadrukken dat ik het belang van de private journalistiek op regionaal en lokaal niveau onderschrijf. Ik investeer er ook in. Ik doe dat via het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek, door coaching voor de lokale private journalistiek, door het aanmoedigen van innovatie in de private journalistiek en door het stimuleren van instroom van jonge mensen in de onderzoeksjournalistiek via het Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten.

Tijdens het commissiedebat heb ik al een brief toegezegd over de effecten voor de private pers. Als deze motie wordt aangenomen, kan ik de elementen die in die motie worden genoemd meenemen in die brief. Die brief is voorzien voor medio 2024. Ik kan de motie dan ook oordeel Kamer geven als ik het laatste deel zo mag lezen dat het gaat over de inzet van de investeringen in het nieuwe stelsel.

De voorzitter:

Ik kijk even wat de heer Van Strien en mevrouw Werner daarvan vinden. Ik zie dat zij zich beiden kunnen vinden in uw interpretatie. Daarmee krijgt de motie op stuk nr. 288 oordeel Kamer.

Staatssecretaris Uslu:

Dan de motie op stuk nr. 289 van mevrouw Werner. Deze motie ging over de mogelijke overgangsproblematiek die zou ontstaan bij lokale omroepen in de overgang naar het nieuwe bestel. Ik geef deze motie graag oordeel Kamer.

Vervolgens de motie op stuk nr. 290 van mevrouw Werner en de heer Van Strien. Deze motie gaat over de vindbaarheid van de regionale omroepen. Als ik de motie zo mag lezen dat de bestaande afspraken tussen de omroepen en de tv-pakketaanbieders in stand blijft, dan kan ik de motie oordeel Kamer geven.

De voorzitter:

Ik kijk weer naar mevrouw Werner en de heer Van Strien.

Mevrouw Werner (CDA):

Ik zou graag van de staatssecretaris horen wat zij bedoelt met het in stand houden. Op het moment dat daar dan een zenderpositie komt, dan moet er natuurlijk wel het een en ander verschuiven.

Staatssecretaris Uslu:

Het gaat over afspraken die er al zijn en die gaan bijvoorbeeld over de onderhandelingsvrijheid. Ik kan daar niet tussen de marktonderhandelingen zitten. Dat bedoel ik daarmee.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan zijn we aan het einde gekomen van deze beraadslaging. Ik wil de staatssecretaris van harte danken voor haar aanwezigheid hier. Ook wil ik de woordvoerders en de mensen die dit debat gevolgd hebben bedanken.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik schors de vergadering voor een enkel moment en dan gaan we over tot een heel ander onderwerp, namelijk het tweeminutendebat Strafrechtelijke onderwerpen.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven