3 Suïcidepreventie

Aan de orde is het VAO Suïcidepreventie (AO d.d. 17/10).

De voorzitter:

Ik heet de staatssecretaris van harte welkom. Aan de orde is het VAO Suïcidepreventie, met als eerste spreker de heer Renkema.

De heer Renkema (GroenLinks):

Voorzitter, dank u wel. Geen gemakkelijk onderwerp, wel een goed overleg. We hebben het veel gehad over onder andere 113, maar ook over de opleidingen en over een aantal andere onderwerpen. Ik denk dat het streven om naar nul suïcides te gaan, ambitieus is, maar dat moet ons wel verbinden.

Ik heb twee moties. Een gaat over de opleidingen en een over 113.

Mijn eerste motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat suïcidepreventie geen structurele plaats heeft in de opleiding van zorgprofessionals en hulpverleners;

overwegende dat uit onderzoek en verschillende praktijkvoorbeelden blijkt dat dergelijke scholing kan leiden tot minder suïcides;

van mening dat het van groot belang is om suïcides te voorkomen;

verzoekt de regering een nulmeting uit te voeren hoe suïcidepreventie is ingebed in de opleidingstrajecten van zorgprofessionals en hulpverleners en een dergelijke meting over twee jaar te herhalen om te kwantificeren of het aangekondigde beleid toereikend is,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Renkema. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 464 (32793).

Uw tweede motie.

De heer Renkema (GroenLinks):

Ja, die gaat over de hulplijn "113 suïcidepreventie".

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de zelfmoordpreventielijn 113 in ongeveer 15% van de gevallen niet direct bereikbaar is;

constaterende dat jaarlijks circa 1.800 Nederlanders suïcide plegen en het van groot belang is om suïcide te voorkomen;

overwegende dat zelfmoordpreventielijn 113 een wezenlijke bijdrage levert aan laagdrempelige zorg, maar momenteel niet volledig kan voldoen aan de vraag;

verzoekt de regering om in gesprek te treden met Stichting 113 om tot een oplossing te komen om de wachttijden terug te dringen en te bezien of verdere handelingsbevoegdheid van de professionals bij 113 wenselijk en uitvoerbaar is,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Renkema en Wörsdörfer. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 465 (32793).

Dan geef ik het woord nu aan de heer Wörsdörfer.

De heer Wörsdörfer (VVD):

Dank u wel, voorzitter. Ik maak toch nog even van de gelegenheid gebruik om hier iets te zeggen tijdens dit VAO. Als je worstelt met gedachten rondom zelfmoord is het belangrijk dat je weet dat er hulp is en dat je kunt bellen met bijvoorbeeld 113, vooralsnog — het is belangrijk om dat te onderstrepen — te bereiken via 0900-0113. De staatssecretaris is hard bezig om ervoor te zorgen dat dat nummer bereikbaar wordt. Dat lijkt me heel verstandig. Ik heb daar nog één vraag over. Als je nu een mobiele operator belt, krijg je een bandje en word je doorverwezen. In het debat hebben we het ook gehad over het doorschakelen: je moet meteen worden doorgeschakeld als je belt. Daarover las ik in de laatste brief niets terug. De vraag aan de staatssecretaris is of het niet verstandig is om daar toch nog op in te zetten totdat dat nummer bereikbaar wordt. Verder kunnen de oplopende wachttijden vreselijke gevolgen hebben en dat verdient aandacht. Vandaar dat ik de motie die GroenLinks net heeft ingediend, mede heb ondertekend.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank. En aan de das van de heer Wörsdörfer kunnen wij zien dat hij in Rotterdam heeft gestudeerd. Dan is nu het woord aan de heer Voordewind.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Dank u wel, voorzitter. Ik ondersteun alles wat de urgentie van een betere bereikbaarheid van 113 helpt vergroten. Ik heb in de brief gezien dat dat nummer hopelijk ergens in maart vrijkomt. Als dat nog eerder kan ... Ik begrijp dat het zijn inzet is om dat zo snel mogelijk te doen, maar hoe sneller hoe beter, geef ik de staatssecretaris maar mee.

Tot slot heb ik een motie, die breed wordt ondersteund door de Kamer en die oproept om tot een nieuwe agenda te komen — een landelijke agenda suïcidepreventie — omdat de oude straks afloopt.

De motie luidt als volgt.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de Tweede landelijke agenda suïcidepreventie loopt van 2018 tot en met 2021;

overwegende dat vroegtijdig duidelijk dient te zijn op welke wijze ingezette acties en maatregelen op het gebied van suïcidepreventie na 2021 een vervolg krijgen;

verzoekt de regering in overleg met veldpartijen uiterlijk in oktober 2020 met een voorstel te komen voor doorontwikkeling en financiering van de landelijke agenda voor de periode 2022-2025,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Voordewind, Kuiken, Renkema, Diertens, Agema, Kuik en Van Kooten-Arissen.

Zij krijgt nr. 466 (32793).

Dank u wel. Ik zou nu het woord willen geven aan mevrouw Agema van de PVV, maar die zie ik nu niet in de zaal. Ik zie wel de heer Edgar Mulder van de PVV, maar die ziet af van spreektijd. Dat geldt ook voor mevrouw Kuik. Het woord is aan mevrouw Van Kooten-Arissen.

Mevrouw Van Kooten-Arissen (vKA):

Voorzitter. Ik heb één motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de staatssecretaris heeft aangekondigd dat "113 Zelfmoordpreventie" pas in de zomer 2020 op vaste basis bereikbaar zal zijn via het nummer 113 en niet gratis;

constaterende dat mensen die naar 113 bellen in geestelijke nood zijn en een gesprek gemiddeld 45 minuten duurt;

overwegende dat mensen die een noodnummer bellen daarvoor niet zouden hoeven te betalen;

verzoekt de regering alles op alles te zetten om 113 zo snel mogelijk algemeen beschikbaar te maken en het telefoonnummer gratis te laten zijn,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Kooten-Arissen. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 467 (32793).

Ik kijk nog naar mevrouw Diertens. Die ziet ook af van haar spreektijd.

De staatssecretaris vraagt om vijf minuten schorsing. Ik schors voor vijf minuten.

De vergadering wordt van 10.22 uur tot 10.27 uur geschorst.

De voorzitter:

Het woord is aan de staatssecretaris.

Staatssecretaris Blokhuis:

Dank u wel, voorzitter. Er zijn vier moties ingediend. Die ga ik alle vier behandelen. Er is ook nog een vraag gesteld door de heer Wörsdörfer. Daar zal ik ook op ingaan.

Ik begin met de motie op stuk nr. 464 van de heer Renkema, over een nulmeting van hoe het is geïmplementeerd in de opleidingen. Wij zien beiden het belang. Ik vind het heel belangrijk dat aandacht voor suïcide en de signalering daarvan een goede plek krijgen in de opleidingen. Hoe ga ik daarmee om? Ik heb met de wetenschappers gesproken die dit via hun manifest bij mij en bij de Kamer onder de aandacht hebben gebracht. Ik heb vervolgens met alle partners van het hoofdlijnenakkoord ggz gesproken, om dit onder de aandacht te brengen. Ik heb ze daar mondeling over gesproken en ik stuur ze allemaal een brief. Die is volgens mij onderweg of die hebben ze al. Daarmee wil ik dit onder de aandacht brengen. Ik zie in de reacties dat alle betrokkenen de aandacht onderschrijven. Ik wil de motie graag duiden op een bepaalde manier, namelijk dat ik het onder de aandacht breng bij alle koepels en dat ik aan ze vraag hoe dit geïmplementeerd wordt en hoe zij dit een plek geven. Ik heb vier keer per jaar een bestuurlijk overleg met de koepels. Dat is wat anders dan dat je letterlijk bij alle opleidingen langsgaat om te vragen: hoeveel uur besteed je daaraan? Ik wil een terugkoppeling hebben van de koepels over hoe dit geïmplementeerd wordt. Dat levert een beeld op. Als ik dat mag zien als een nulmeting — daar zal ik de Kamer uiteraard volgend jaar over informeren — dan kan ik de motie omarmen en haar oordeel Kamer geven. Maar als ik per opleiding in beeld moet hebben hoeveel uur et cetera, dan vind ik dat echt overvragen en dan zou ik de motie willen ontraden.

De heer Renkema (GroenLinks):

Dan moet ik mijn motie toch nog even toelichten. Ik geloof van harte dat een gesprek met de koepels gebeurt. Ik geloof ook van harte dat ze schriftelijk geïnformeerd worden over wat belangrijk is. Maar het gaat mij erom dat we daarover zowel kwantitatief als kwalitatief objectieve gegevens kunnen verzamelen: wat gebeurt er nou precies in die opleidingen, wat werkt en wat werkt niet? Alleen een inventarisatie door een journalist of door Stichting 113 vind ik te weinig. Ik wil echt een onafhankelijke nulmeting van hoe het er nu voor staat. Zo zou de motie moeten worden geïnterpreteerd.

Staatssecretaris Blokhuis:

Volgens mij zitten we dan nog wel een eindje uit elkaar. Ik wil de heer Renkema echt wel bedienen. Ik vraag om een terugkoppeling van GGZ Nederland en van alle brancheverenigingen, zoals de NVP, over hoe dit geborgd wordt in de opleidingen. Daar wil ik een kwalitatieve terugkoppeling van hebben. Ik denk ook dat de heer Renkema en ik het er gelijk over eens zullen zijn dat als er in het curriculum één uur aandacht is voor suïcidepreventie, dat dan geen garantie is dat het goed gaat. Ik wil juist een kwalitatieve terugkoppeling hebben van de brancheverenigingen en de koepels. Die wil ik terugkoppelen aan de Kamer. Dat wil ik als nulmeting zien en dat willen we natuurlijk monitoren. Ik hoop dat de heer Renkema zijn zegeningen telt. Als ik de motie zo mag uitleggen, wil ik haar van harte omarmen en laat ik het oordeel aan de Kamer. Maar als hij zegt "je moet per opleiding het aantal uur in beeld brengen en hoeveel studenten daaraan deelnemen", dan overvraagt hij mij, want dat doen we volgens mij bij geen enkel vakonderdeel. Dan wil ik de motie echt ontraden.

De voorzitter:

De heer Renkema. Tot slot.

De heer Renkema (GroenLinks):

We zijn aan het onderhandelen over de tekst, geloof ik.

De voorzitter:

Ja, dat klopt.

De heer Renkema (GroenLinks):

Ik hecht echt aan een onafhankelijk onderzoek, dus zo moet de motie worden geïnterpreteerd, en dus niet als een terugkoppeling door de koepels.

Staatssecretaris Blokhuis:

Een onafhankelijk onderzoek lijkt te duiden op een verzoek om een onafhankelijke commissie aan het werk te zetten om te gaan screenen. Dat komt heel dicht in de buurt van de eerste uitleg. Dan neig ik ernaar om de motie te ontraden. Maar als de Kamer het eens kan worden over mijn duiding van de motie, zie ik de stemmingen morgenavond met vertrouwen tegemoet.

De voorzitter:

Goed. De volgende motie.

Staatssecretaris Blokhuis:

De motie op stuk nr. 465 van de heer Renkema en de heer Wörsdörfer gaat over de wachttijden. Wij weten dat heel veel mensen snel en goed geholpen worden bij 113 Zelfmoordpreventie. Dat vraagt lange gesprekken. 85% van de mensen wordt in één keer geholpen via de chat of de telefoon. Dat is heel fijn. 15% van de mensen moet wachten. Wat wij niet in beeld hebben, is hoelang mensen moeten wachten. Ik wil graag dat we dat nader in beeld brengen. Daar hebben we ook contact over met de organisatie 113 Zelfmoordpreventie. Ik wil dus nader kunnen duiden hoe ernstig dat probleem is. Hoelang moeten mensen wachten? Want we weten ook dat mensen die urgent hulp nodig hebben en waar bij wijze van spreken een ambulance op afgestuurd moet worden, 112 moeten bellen. Ik wil heel graag met 113 Zelfmoordpreventie in gesprek om te zien hoelang de wachttijden zijn en wat zij nodig hebben in de sfeer van professionele of vrijwillige inzet om die te dichten. U weet dat er in deze kabinetsperiode al een forse impuls is gegaan naar de organisatie. Ik wil in ieder geval geen financiële claim achter deze vraag zien. Ik wil in beeld hebben wat de wachttijden zijn. Ik zie een van de indieners al instemmend knikken. Vervolgens wil ik het gesprek aangaan: wat is ervoor nodig om die terug te dringen, zodat mensen adequaat worden geholpen? Met die uitleg wil ik de motie van harte omarmen en het oordeel erover aan de Kamer laten.

Voorzitter. Ik kom op de motie op stuk nr. 466 van de heer Voordewind cum suis, die heel breed is gesteund. Daarin wordt gevraagd om de agenda uit te bouwen. Dat is ondersteuning van beleid. Het is fantastisch dat de Kamer breed achter het idee staat om verder te gaan met de agenda, en het thema zelfmoordpreventie op die manier een plek geeft. Oordeel Kamer dus, van harte steun voor de motie.

De motie op stuk nr. 467 van mevrouw Van Kooten-Arissen is een sympathieke motie: alles op alles zetten om 113 zo snel mogelijk te implementeren, en als het even kan gratis. Beide dingen zijn mijn streven, zo snel mogelijk. We zien welke stappen er allemaal gezet moeten worden om dat nummerplan te implementeren. Wij, de staatssecretaris van Economische Zaken en ik, hebben in de brief aangegeven dat als er ergens ruimte zit in een stap, bijvoorbeeld als de ACM eerder klaar is met de toets, we dan gelijk de volgende stap gaan zetten. Alles op alles zetten om 113 zo snel mogelijk beschikbaar te maken, doen we dus. Alles op alles zetten om het gratis te laten zijn, doen we ook. Maar ik beloof niet dat het nummer hoe dan ook gratis wordt. Ik zet wel alles op alles, maar ik weet niet welke hindernissen we onderweg tegenkomen. We zetten echt alles op alles om dat te doen, maar dat is geen keiharde belofte dat het hoe dan ook gratis wordt. Maar hier staat wel iemand die daartoe gemotiveerd is. Als ik de motie zo mag duiden, laat ik het oordeel aan de Kamer.

Tot slot de vraag van de heer Wörsdörfer. Moet ik even wachten, voorzitter, omdat mevrouw Kuik ...

De voorzitter:

Nee, maakt u uw zin af.

Staatssecretaris Blokhuis:

Ik heb een vraag van de heer Wörsdörfer over het doorschakelen opgeschreven. Er wordt nu doorverbonden. Eigenlijk is het hele simpele antwoord dat we daar heel breed overleg over hebben gehad met alle belanghebbenden. Zij zeggen dat de oplossing waarvoor nu gekozen is, namelijk het doorverbinden met een bandje, volstaat en dat ze doorschakelen niet zien als aanvullende optie. Daar moet je dus van afzien. Dat is het antwoord, punt.

De heer Voordewind vroeg ook of 113 zo snel mogelijk beschikbaar kan komen. Zie mijn reactie op de motie van mevrouw Van Kooten-Arissen.

Mevrouw Kuik (CDA):

De duiding die de staatssecretaris geeft aan de motie op stuk nr. 467, is precies wat hij in de brief heeft geschreven die hij de Kamer heeft toegestuurd. Ik zit mij af te vragen of wij brieven moeten vastleggen in moties. Dan krijgen wij wel een hele lange stemmingslijst.

Staatssecretaris Blokhuis:

Volgens mij is dit vooral een vraag aan de Kamer zelf en niet aan mij.

Mevrouw Kuik (CDA):

Ik vraag mij af of deze motie niet overbodig is.

Staatssecretaris Blokhuis:

Maar die kwalificatie mogen wij niet meer aan moties geven. Vroeger mocht dat wel, maar dat mag ik niet meer. Als een motie het beleid ondersteunt, kan ik kiezen voor de kwalificatie "ontraden", maar dat vind ik wel heel gek bij een motie die mijn beleid ondersteunt. Ik zou dus zeggen: oordeel Kamer. De CDA-fractie kan dan zeggen dat ze de motie overbodig vindt en haar om die reden niet steunt. Maar daar gaat ook weer zo'n vreemd signaal van uit. Ik zou zeggen: gunt u mevrouw Van Kooten-Arissen dit mooie punt.

De voorzitter:

Dan komen we bij mevrouw Van Kooten-Arissen.

Staatssecretaris Blokhuis:

Overnemen mag ook?

Mevrouw Van Kooten-Arissen (vKA):

Het is niet mijn bedoeling om een overbodige motie in te dienen. De staatssecretaris heeft aangegeven dat de sector zegt ongeveer twee maanden nodig te hebben om het in te regelen. 113 Zelfmoordpreventie heeft zelf ook nog een tijd nodig. Mijn idee is om dit in elkaar te schuiven. Als deze motie door de Kamer wordt aangenomen, zou dit een extra impuls voor de sector kunnen zijn om er toch wat vaart achter te zetten. Dat is mijn bedoeling.

Staatssecretaris Blokhuis:

Noch de sector, noch het kabinet heeft een impuls nodig om hier keihard op te duwen. Wij zetten alles op alles om dit zo snel mogelijk te regelen. Laten we ook de zegeningen tellen die we hebben. De doorschakeling klopt over de hele linie. Dat is al de eerste goede regeling. Voor de korte termijn is het goed geregeld en is de kans dat mensen een verkeerd nummer gaan bellen vrijwel uitgesloten. De kortetermijnoplossing is er dus al en wij zetten alles op alles om de langetermijnoplossing zo snel mogelijk te regelen.

De voorzitter:

U mag de motie ook overnemen, als daartegen geen bezwaar is in de Kamer.

Staatssecretaris Blokhuis:

Ja, met mijn uitleg. Dat is prima, maar ik weet niet of mevrouw Van Kooten-Arissen dat fijn vindt. Daar ga ik niet over.

De voorzitter:

Is er bezwaar tegen het overnemen van de motie? Dat is niet het geval.

De motie-Van Kooten-Arissen (32793, nr. 467) is overgenomen.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Daarmee komt een einde aan het VAO Suïcidepreventie.

Naar boven