Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2018-2019 | nr. 97, item 34 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2018-2019 | nr. 97, item 34 |
Aan de orde is het VAO Bescherming persoonsgegevens (AO d.d. 13/06).
De voorzitter:
Aan de orde is het VAO Bescherming persoonsgegevens. Hartelijk welkom aan de minister. Ik zou de heer Van Dam van het CDA als eerste het woord willen geven.
De heer Van Dam (CDA):
Voorzitter, dank u wel. We hebben een AO gehad waarin allerlei zaken aan de orde zijn gekomen en toch ook een beetje de afdronk van één jaar AVG, hoewel we daar alleen de rapportage over het eerste halfjaar formeel op papier hadden. Er zijn veel dingen besproken. Dat heeft bij mijn fractie geleid tot één zorgpunt, dat ik in een motie heb motie vervat. Het gaat over het privacytoezicht op de Big Five. Ik zal die motie voorlezen.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat ingevolge artikel 56 AVG de Ierse Data Protection Commission in Europees verband de leidende toezichthoudende autoriteit is voor de zogenaamde Big Five, te weten Google, Facebook, Microsoft, Apple en Amazon;
overwegende dat adequaat en deugdelijk toezicht op deze Big Five door de Ierse Data Protection Commission ook voor Nederlandse ingezetenen van zeer groot belang is;
verzoekt de regering inzichtelijk te maken op welke wijze de Ierse Data Protection Commission ten opzichte van de Big Five inhoud geeft aan haar toezichttaak, inclusief het jaarlijks toezenden van het Ierse jaarlijks activiteitenverslag zoals bedoeld in artikel 59 AVG,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Van Dam (CDA):
Ik dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan mevrouw Buitenweg, GroenLinks.
Mevrouw Buitenweg (GroenLinks):
Dank u wel, mevrouw de voorzitter. Het was inderdaad een algemeen overleg waarin veel aan de orde is geweest. Het was vooral een beetje een evaluatie van de Algemene verordening gegevensbescherming, waarvan je ziet dat die soms ook problemen oplevert voor bedrijven. Je ziet ook dat dat deels is omdat eerdere wetgeving al niet goed werd nageleefd. Je ziet ook een toenemend privacybewustzijn. Dat is iets wat de Algemene verordening gegevensbescherming natuurlijk beoogt, dus dat is goed.
We hebben wel zorgen — die hebben we ook geuit — over of de Autoriteit Persoonsgegevens wel voldoende geëquipeerd is om mensen te helpen en te beboeten waar nodig. De taak, de opdracht, die ze heeft correspondeert niet met de capaciteiten die ze krijgt, dus daarover zijn zorgen. De minister heeft gezegd dat hij daar nog naar gaat kijken. Ik kan zeggen dat de fractie van GroenLinks denkt dat er echt nog een stevige injectie nodig is.
We hebben ook gesproken — daar heb ik een motie over — over discriminatie die het gevolg kan zijn van het gebruik van algoritmes. Mijn motie luidt als volgt.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat het kabinet het onaanvaardbaar en potentieel discriminerend vindt als bedrijven besluiten tot het niet leveren van goederen en diensten aan groepen mensen op basis van algoritmen en zonder tussenkomst van personen;
overwegende dat het kabinet het wel mogelijk acht dat op basis van algoritmen sommige groepen mensen gevraagd wordt om aanvullende informatie voordat bedrijven besluiten tot levering van goederen of diensten;
overwegende dat deze extra horde een vorm van indirecte discriminatie kan opleveren;
verzoekt de regering te onderzoeken hoe indirecte discriminatie bij de levering van goederen en diensten via besluitvorming waar algoritmen een dominante rol spelen, kan worden voorkomen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Mevrouw Buitenweg (GroenLinks):
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dank. Dan de heer Van Nispen, SP.
De heer Van Nispen (SP):
Voorzitter. Met de komst van de Algemene verordening gegevensbescherming is het privacybewustzijn groter geworden, maar is er ook een grotere rol weggelegd voor de Autoriteit Persoonsgegevens. Omdat wij ons zorgen maken over de capaciteit, hebben wij de volgende motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat uit onderzoek en cijfermatige gegevens blijkt dat de Autoriteit Persoonsgegevens voor het goed kunnen uitoefenen van haar taken meer budget nodig heeft dan zij nu krijgt;
verzoekt de regering inzicht te bieden in de taakuitbreiding en groeiscenario's van de Autoriteit Persoonsgegevens, het voorziene groeipad dat de minister voor ogen heeft, zo nodig een verklaring te geven voor dit eventuele verschil en dit voor Prinsjesdag aan de Kamer te sturen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Van Nispen (SP):
Dan nog een motie, over een heel ander onderwerp. Zij gaat namelijk over wifitracking.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat in enkele tientallen gemeentes gewerkt wordt met wifitracking, terwijl de Autoriteit Persoonsgegevens juist heeft verklaard dat het gebruik van wifitracking bijna nooit is toegestaan;
verzoekt de regering duidelijk te maken op grond waarvan wifitracking is toegestaan, dit actief te delen met gemeentes en bedrijfsleven en in geval van overtreding van deze regels erop aan te dringen dat gemeentes stoppen met wifitracking,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Van Nispen (SP):
Verder zal straks door de VVD-fractie een motie worden ingediend over het midden- en kleinbedrijf, die mijn fractie mede heeft ondertekend.
De voorzitter:
Dank u wel. De heer Verhoeven heeft een vraag aan u.
De heer Verhoeven (D66):
Die eerste motie klonk mij heel sympathiek in de oren, maar ik dacht te horen dat er in de overweging staat dat de Autoriteit Persoonsgegevens geld tekort heeft en dat de heer Van Nispen vervolgens oproept om bepaalde cijfers, getallen of feiten te delen met de Kamer. Dat wil ik even checken. Als dat zo is, zou ik de heer Van Nispen willen vragen om te kijken of die overweging iets minder stellig kan, omdat ik dan mijn fractie wat makkelijker mee kan krijgen voor het dictum van de motie. Een overweging die eigenlijk vooruitloopt op het dictum, levert bij ons namelijk nogal eens een probleem op.
De heer Van Nispen (SP):
Ik dacht eigenlijk dat de heer Verhoeven hier zou zeggen: de Autoriteit Persoonsgegevens heeft geld tekort, dus waarom schrijft u dat dan niet op in uw dictum, want dan steun ik u. Maar het is dus net andersom: hij wil eigenlijk dat ik de overweging aanpas aan het dictum. Ik ga daar serieus over nadenken, maar de heer Verhoeven begrijpt natuurlijk dat het voor mijn fractie al heel wat is om alleen maar inzage te vragen in cijfers, terwijl we eigenlijk willen dat er meer geïnvesteerd wordt in de Autoriteit Persoonsgegevens. We waren dus al vrij mild, maar ik zal kijken of ik D66 tegemoet kan komen.
De heer Verhoeven (D66):
Dat waardeer ik zeer.
De voorzitter:
Dan is nu het woord aan de heer Van Gent van de VVD.
De heer Van Gent (VVD):
Dank u wel, voorzitter. Ik heb drie moties. De eerste twee gaan over de initiatiefnota van mijn collega Koopmans over horizontale privacy.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat het bij wet verboden is personen heimelijk te filmen, behoudens bijzondere en geclausuleerde uitzonderingsgronden zoals onderzoeksjournalistiek;
constaterende dat desondanks steeds meer goedkope verborgen (mini)camera's vrijelijk en goedkoop te verkrijgen zijn, en deze voornamelijk bedoeld zijn om het verbod op heimelijk filmen te schenden en daarmee de vertrouwelijkheid en intimiteit van burgers onderling te schaden;
constaterende dat de laatste jaren een exponentieel aantal mensen, met name jonge vrouwen, slachtoffer worden van heimelijk genomen opnamen van intieme momenten, waarmee zij makkelijk gechanteerd kunnen worden, welke vervolgens onuitwisbaar op internet beschikbaar blijven;
verzoekt de regering met spoed de vrije verkoop en beschikbaarheid van verborgen camera's in te perken en het illegaal gebruik ervan actiever en gerichter te bestrijden,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Van Dam heeft een vraag over deze motie.
De heer Van Dam (CDA):
Ik snap het gewoon niet helemaal. Een camera wordt niet als een "verborgen camera" verkocht, maar een camera wordt pas verborgen als je een handeling verricht waarmee je hem verbergt. Als ik mijn iPhone achter het plafond spijker en zorg dat hij aangaat, is hij verborgen. Hoe moet ik dat zien? Ik vind het idee sympathiek, maar ik snap het gewoon niet.
De heer Van Gent (VVD):
Er zijn allerlei technologische vernieuwingen op dit gebied waardoor je echt hele kleine cameraatjes kunt aanschaffen. Er is bijna niets anders te bedenken dan dat je daarmee echt heimelijke opnames gaat maken.
De heer Van Dam (CDA):
Ja, maar zou u dat dan niet specifieker beschrijven in uw motie, zodat dat ook helderder is? Nu is het een heel open ticket.
De heer Van Gent (VVD):
Ik wil nog weleens naar de motie kijken om dat nog wat nadrukkelijker te beschrijven. Is dat een optie voor de heer Van Dam?
De heer Van Dam (CDA):
Ja, daar vraag ik dus naar. Maar goed, ik begrijp iets meer wat u bedoelt.
De voorzitter:
Dank u wel. Mevrouw Buitenweg.
Mevrouw Buitenweg (GroenLinks):
Ik vind de vraag van de heer Van Dam om wat inkleuring, een goede vraag. Is het dan ook niet toegestaan als een particulier voor de beveiliging van zijn huis een verborgen camera wil plaatsen?
De heer Van Gent (VVD):
Nee, het gaat vooral om echt hele kleine minicameraatjes. Ik noem ze in de motie ook minicamera's. De techniek schrijdt voort, waardoor je steeds kleinere cameraatjes kunt krijgen. En die zijn echt niet bedoeld om bijvoorbeeld een huis te beveiligen, want daar zijn ze echt veel te klein voor. Dat zijn echt camera's om via internet, via computers of op andere manieren opnames te maken.
Mevrouw Buitenweg (GroenLinks):
Dan gaat het dus niet om de intentie, maar om een verbod op camera's van een bepaalde kleinte.
De heer Van Gent (VVD):
Bijvoorbeeld, ja. Je kunt ze overal vinden, zelfs bij gewezen bedrijven. Ze zijn echt heel klein.
Mevrouw Helder (PVV):
Ik vind de motie ook onduidelijk. Het ligt er maar aan hoe je een camera gebruikt. Dan gaat het inderdaad om de intentie. Maar goed, daar zijn al vragen over gesteld. Ik noem ook even een voorbeeld: het verbergen van een kleine camera in een schoen, waardoor er onder een deur mee gefilmd kan worden. Dat begrijp ik. Dat onderschrijf ik ook. Maar die camera moet je op zichzelf eerst verbergen. Kan er niet een motie komen waarbij het om de intentie van het gebruik van een camera gaat en niet om het verbergen van de camera an sich? Want ik wil ook camera's achter mijn deurbel kunnen verbergen om mensen zonder goede bedoelingen te weren of in ieder geval te kunnen zien. Die kan ik dan legaal gebruiken.
De heer Van Gent (VVD):
Het idee is dat sommige camera's zo klein zijn dat je je kunt afvragen waarvoor je ze anders zou kunnen gebruiken dan voor het heimelijk maken van opnames.
Mevrouw Helder (PVV):
Daar kan ik u bij helpen. Op de iPhone zit ook een camera. Moet die er ook uit?
De heer Van Gent (VVD):
Wat mij betreft niet, want die is niet zo klein. Je praat echt over hele kleine minicameraatjes, waarvan je je kunt afvragen welk doel ze dienen en wat je ermee kunt.
De heer Verhoeven (D66):
We hebben de afgelopen decennia heel Nederland volgehangen met camera's, mede op inzet van de VVD. En nu stelt de VVD voor om allerlei hele kleine camera's te verbieden. Ik begrijp dat helemaal niet.
De heer Van Gent (VVD):
De heer Verhoeven verwijst nu naar camera's die inderdaad in straten hangen en soms ook bij winkels. Overigens moet duidelijk worden aangegeven dat ze daar hangen en dat je opnames maakt.
De heer Verhoeven (D66):
Als die allemaal vervangen worden door hele kleine cameraatjes, dan wil de VVD ze dus allemaal weghalen?
De heer Van Gent (VVD):
De kwaliteit van de opnames van die kleine camera's is dusdanig dat je ze alleen maar kunt gebruiken voor ... Je kunt ze niet gebruiken om bijvoorbeeld een straat of een huis te bewaken. Dat is een heel andere technologie.
De voorzitter:
Meneer Van Gent, u had nog een tweede motie.
De heer Van Gent (VVD):
Ja. Ik had ook nog een derde.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de strafwet wel het heimelijk filmen van personen, behoudens rechtvaardigingsgronden, strafbaar stelt, maar niet het zonder medeweten van alle betrokkenen opnemen van gesprekken;
overwegende dat de mogelijkheden tot het heimelijk opnemen en (dreigen met) publiceren van gesprekken inmiddels eindeloos zijn, en dat dit het vertrouwen, de intimiteit en de vrijheid van mensen aantast;
verzoekt de regering met spoed een wetsvoorstel in te dienen dat, behoudens rechtvaardigingsgronden zoals slachtofferbescherming of onderzoeksjournalistiek, het heimelijk opnemen van gesprekken strafbaar stelt,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Van Gent (VVD):
De derde motie gaat over de AVG.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de AVG mkb-bedrijven, verenigingen en stichtingen onduidelijkheid bezorgt, omdat door complexiteit en vage normen in de wet in veel gevallen niet helder is welke gegevens op welke manier verwerkt mogen worden;
constaterende dat de Kamer de motie-Koopmans over hulpvaardige handhaving door de Autoriteit Persoonsgegevens heeft aangenomen (motie-Koopmans c.s. van 8 maart 2018 (34851, nr. 18));
overwegende dat in de Wet bescherming persoonsgegevens een vrijstellingsbesluit (Besluit van 7 mei 2001, houdende aanwijzing van verwerkingen van persoonsgegevens die zijn vrijgesteld van de melding bedoeld in artikel 27 van de Wet bescherming persoonsgegevens) was opgenomen, met daarin een overzicht van standaardverwerkingen en aanwijzingen hoe daarin te handelen, zoals personeels- en salarisadministratie, cameratoezicht en sollicitaties;
verzoekt de regering in overleg te treden met de Autoriteit Persoonsgegevens om te bewerkstelligen dat de Autoriteit Persoonsgegevens komt tot een eenvoudige beleidsregel, vergelijkbaar met het vrijstellingsbesluit in de Wet bescherming persoonsgegevens, die mkb-bedrijven, verenigingen en stichtingen duidelijkheid en rechtszekerheid biedt in een groot aantal standaardverwerkingen, geldig tot aan de evaluatie van de AVG in 2020,
en gaat over tot de orde van de dag.
Dank u wel, meneer Van Gent. Het woord is aan de heer Verhoeven van D66.
De heer Verhoeven (D66):
Voorzitter, dank u wel. Je hoort mensen weleens zeggen dat privacy dood is, maar gelet op dit debat en het debat van vorige week is privacy springlevend voor wat betreft de politieke handelingen die er nu worden gepleegd. Want er zijn allerlei moties ingediend die juist zien op de bescherming en verbetering van onze privacy. Dat juich ik dus zeer toe.
Ik heb inderdaad meegedaan met een aantal moties van collega's die net zijn ingediend. En ik heb zelf ook nog een motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat er online steeds vaker misleidende advertenties getoond worden en het neerhalen van misleidende advertenties moeizaam verloopt;
verzoekt de regering mogelijkheden voor de versterking van het toezicht door de Reclame Code Commissie te onderzoeken, en de Kamer hierover voor de begrotingsbehandeling te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Verhoeven (D66):
Voorzitter. Straks zal ik nog een motie van mevrouw Kuiken ondersteunen over politieke advertenties. Dat zijn twee van de zaken waar we het in het AO uitgebreid over hebben gehad.
De motie van mevrouw Buitenweg over algoritmes juich ik zeer toe en zal ik ook met een positief gevoel in mijn fractie bespreken.
De voorzitter:
Heel goed. De heer Van Dam heeft een vraag aan u.
De heer Van Dam (CDA):
Voor zover mij bekend heeft de Reclame Code Commissie een aantal objectieve criteria op grond waarvan ze naar berichten kijkt: is het wel of niet bestemd voor kinderen en dat soort dingen allemaal. U spreekt van "misleidende berichten" op social media. Dat heeft ook heel veel met de inhoud te maken: is de inhoud wel of niet correct? Wilt u dat de Reclame Code Commissie, om het even te chargeren, hier als de grote censor van het Nederlandse internet gepositioneerd wordt? Kunt u dat punt iets meer duiden?
De heer Verhoeven (D66):
Zeker. Een van de problemen bij digitale platforms in het algemeen en bij Facebook in het bijzonder is dat de scheidingslijn tussen advertenties en content, berichten, steeds minder duidelijk is. Uiteraard moet je wegblijven bij alles wat te maken heeft met het censureren van berichten of content die door mensen geplaatst wordt. Dan ga je als overheid namelijk bepalen wat waar is en daar is D66 geen voorstander van. Wat je wél moet doen, is reclames, betaalde advertenties en betaalde content, helderder scheiden van berichtgeving. En als je advertenties plaatst, dan moeten dat geen misleidende advertenties zijn, zoals de bitcoinadvertenties van vorige week of twee weken geleden, die op verzoek van de AFM van Facebook moesten worden afgehaald. Dat was via een omweg, terwijl je eigenlijk zou willen dat de Reclame Code Commissie daar veel directer op kan ingrijpen, zoals dat ook kan op andere media.
De heer Van Dam (CDA):
In Europees verband hebben we een orgaan hiervoor opgericht, en ik meen dat dat ook misleidende advertenties moet gaan bekijken. Daar is al veel over te doen, omdat het al snel naar de inhoud gaat. Ziet u daar ook een link mee?
De heer Verhoeven (D66):
Als u de organisatie EUvsDisinfo bedoelt, dan gaat het hier over twee nogal verschillende dingen. Politieke advertenties en commerciële advertenties koop je gewoon in. Voor geld kun je een advertentie plaatsen. Dat is dus een commerciële publicatie. Daar gelden regels voor, die door de Reclame Code Commissie via andere toezichthouders gecontroleerd worden. Via andere toezichthouders is een lange weg. Dat kost tijd, terwijl je juist snelheid wil omdat het hier om het internet gaat. EUvsDisinfo kijkt of nieuwsorganisaties wel of niet correcte nieuwsberichten plaatsen. Dat ging inderdaad te veel richting censuur. En daar waren we volgens mij Kamerbreed geen voorstander van. Dit betreft dus toch wel twee verschillende zaken.
De voorzitter:
Dank u wel. Mevrouw Kuiken, PvdA.
Mevrouw Kuiken (PvdA):
Voorzitter. Ik was al geïntroduceerd met mijn motie, dus ik ga haar gewoon voorlezen.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de AIVD in het jaarverslag 2018 waarschuwt voor ongewenste buitenlandse inmenging, onder andere door heimelijke politieke beïnvloeding;
constaterende dat de commissie-Remkes aanbeveelt dat er een wettelijke transparantieplicht komt voor de opdrachtgevers en voor de bedrijven die tegen betaling politieke advertenties plaatsen of op een andere manier tegen betaling politieke informatie onder de aandacht brengen in de digitale wereld;
verzoekt de regering de mogelijkheid van een wettelijke transparantieplicht voor politieke advertenties op onlineplatforms te onderzoeken, en de Kamer hierover voor de begrotingsbehandeling te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Ik schors voor enkele ogenblikken en dan gaan we luisteren naar de antwoorden van de minister.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.
De voorzitter:
Ik geef het woord aan de minister.
Minister Dekker:
Voorzitter, dank. We hadden onlangs een in mijn ogen heel goed AO over de verschillende kanten van privacy. We maakten de stand van zaken op na ruim een jaar AVG, maar keken ook wat verder dan de AVG: wat is er op het vlak van horizontale en verticale privacy verder nog nodig? De ingediende moties liggen eigenlijk in het verlengde van dat debat.
Met de motie Van Dam/Verhoeven op stuk nr. 137 zou ik in beginsel goed uit de voeten kunnen, dus ik kan het oordeel aan de Kamer laten.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 137 krijgt oordeel Kamer.
Minister Dekker:
Datzelfde geldt voor de motie van mevrouw Buitenweg op stuk nr. 138, als ik die zo mag interpreteren dat we ook eens kijken naar wat er precies met indirecte discriminatie wordt bedoeld, wat de verschillende kanten van dat verhaal zijn. In het najaar kom ik sowieso bij de Kamer terug met richtlijnen over het gebruik van algoritmen. Ik probeer dit daar dan een plek in te geven.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 138 krijgt ook oordeel Kamer.
Minister Dekker:
De motie op stuk nr. 139 wil ik ontraden. Dat zit hem voor het deel in het punt dat de heer Verhoeven aankaartte. Er staat een onderdeel in de overwegingen dat de Autoriteit onvoldoende geld zou krijgen. Daar ben ik het niet mee eens. Het dictum vraagt iets wat ik eigenlijk al heb toegezegd, namelijk meer inzicht geven in hoe het staat met de verschillende scenario's voor Prinsjesdag.
De voorzitter:
De motie op stuk 139 wordt ontraden. De heer Van Nispen heeft nog een vraag.
De heer Van Nispen (SP):
Ik heb meer een mededeling. Ik ga in ieder geval de overweging aanpassen, zodanig dat ook de heer Verhoeven zich daar iets beter in zou kunnen vinden. Ik maak de overweging dus iets neutraler. Wat de minister over het dictum zegt, geeft mij aanleiding om nog even na te denken.
De voorzitter:
Oké. De motie op stuk nr. 140.
Minister Dekker:
Dan de motie op stuk nr. 140 gaat over wifitracking. Ik ben het wel met de heer Van Nispen eens dat wifitracking een inbreuk kan zijn op de privacy, dus alleen maar mag onder zeer strikte voorwaarden. Tegelijkertijd wordt hier aan de overheid gevraagd om te vertellen wat wel en niet kan en aan mij of mijn departement om daarop in te grijpen of dingen voor te schrijven aan de gemeente, terwijl ik dat een wezenlijke taak vind van de Autoriteit Persoonsgegevens. We hadden er toen een debatje over. Er werd door de AP gezegd dat het niet zou kunnen. Dan zou ik tegen de AP zeggen: grijp in, leg boetes op, wees helder over wat er wel en niet kan en schep die duidelijkheid. Dat is de reden dat ik in ieder geval deze motie ontraad.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 140 wordt ontraden.
Minister Dekker:
Voorzitter. Datzelfde geldt voor de motie op stuk nr. 141 van de heer Van Gent. Die gaat over spyware. Je zag net al een beetje discussie ontstaan over de vraag wat spyware dan precies is. Daar zit een deel van de moeilijkheid en de problematiek in, waardoor wij ook in de brief over horizontale privacy hebben gezegd dat wij wel willen verkennen wat er mogelijk is, ook wat betreft een vergunningstelsel, kijkend wat er in het buitenland al op dit vlak gebeurt. Dat gaan we dus sowieso doen. Daarmee komen we volgens mij ook de VVD tegemoet. Deze motie vraagt om nog een stap verder te gaan, namelijk om de vrije verkoop daarvan verder in te perken. Daar ontbreekt natuurlijk nu wel een juridische grondslag voor. Dat gezegd hebbende wil ik deze motie daarom ontraden. Wij gaan gewoon doen wat we hebben beloofd, maar dit kan niet op dit moment.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 141 wordt ontraden.
Minister Dekker:
Voorzitter. Dan ontraad ik ook de motie op stuk nr. 142 van de heer Van Gent. Die gaat eigenlijk over het verbieden van het opnemen van telefoongesprekken, waarbij een van de partijen dat heimelijk doet zonder de ander daarvan in kennis te stellen. Nou ja, dat doe je meestal niet als het heimelijk is. Ik ben het met de heer Van Gent eens dat dat in sommige gevallen onwenselijk en misschien onfatsoenlijk is, maar de vraag is of je dat dan moet regelen via het strafrecht. Ik heb daar zeer ernstige aarzelingen bij, omdat er zoveel uitzonderingen zijn te bedenken. Er kan namelijk sprake zijn van stalking. Iemand kan het gevoel hebben in een conflict te zitten met zijn werkgever. Die zoekt dan naar bewijsmateriaal dat hij kan gebruiken in een rechtszaak. Iemand kan een conflict hebben met de overheid, de Belastingdienst opbellen en willen vastleggen wat daar wordt gezegd. We kunnen denken aan klokkenluiden en de journalistiek. De hoeveelheid uitzonderingen maakt eigenlijk dat het regelen ervan via het strafrecht enorm ingewikkeld is. Dat is het lex certabeginsel. Je moet duidelijk zijn over wat strafbaar is en wat niet. Dat komt daarmee in het gedrang. Dus ik ontraad deze motie.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 142 wordt ontraden.
Minister Dekker:
Dan de motie van de heren Van Gent en Van Nispen op stuk nr. 143. Als ik de motie zo begrijp dat de heer Van Gent wil dat mkb'ers die voorheen onder het Vrijstellingsbesluit vielen, zich op de een of andere manier niet aan de normen van de AVG hoeven te houden, dan moet ik deze ontraden. Dat heeft ermee te maken dat de AVG geen enkele mogelijkheid biedt om dergelijke uitzonderingen op nationaal niveau te maken. Er bestond in het verleden een vrijstellingsbesluit. Dat wilde alleen maar zeggen dat deze verwerkingssoorten niet hoefden te worden gemeld aan de AP, maar ook toen al golden er normen onder de Wet bescherming persoonsgegevens die aan de verwerking zelf wel degelijk eisen stelden.
De heer Van Gent (VVD):
Het gaat specifiek niet alleen om het mkb, maar ook om andere kleine partijen en instellingen die vooral te maken hebben met zogenaamde niet-gevoelige en niet-risicovolle persoonsgegevens. De motie vraagt expliciet om een regeling — of om dat in ieder geval te bespreken met de AP — tot aan de evaluatie. Dan kunnen we bij de evaluatie zien of het werkt of niet.
Minister Dekker:
Ik begrijp het punt. Ik zie ook dat er bij het mkb soms nog onduidelijkheid is over wat er wel en wat er niet mag. Maar we kunnen niet tot aan de evaluatie van de wet even een deel van de AVG buiten werking stellen voor kleine ondernemers. Dat zou om te beginnen een wetswijziging vragen, terwijl we die wet net met z'n allen hebben aangenomen. Twee is dat het hier gaat om de doorvertaling van Europese regelgeving naar nationaal niveau. Dit is echt een onderdeel waar geen discretionaire ruimte voor Nederland, voor lidstaten, bestaat. Ik kan niet anders dan deze motie daarom ontraden.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 143 wordt ontraden.
Minister Dekker:
Voorzitter. Dan de motie van de heer Verhoeven en mevrouw Kuiken op stuk nr. 144 over de Reclame Code Commissie. Ik zie wel een beetje waar de heer Verhoeven naartoe wil, maar het ingewikkelde is dat de Reclame Code Commissie niet een soort wettelijke taak heeft. De commissie is een vorm van zelfregulering. De overheid staat daarbuiten. Dat is ook heel erg welbewust. In het debat ontstond een discussie over censuur: wat kan er wel en wat niet? De regel is: altijd staat de gang naar de rechter open voor iedereen die zich benadeeld voelt. Bij de Reclame Code Commissie worden tussen adverteerders onderling afspraken gemaakt. Het van overheidswege versterken van die rol vind ik daarom ingewikkeld. Daarom ontraad ik de motie.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 144 wordt ontraden.
Minister Dekker:
Voorzitter. Tot slot de motie op stuk nr. 145. Deze motie ligt wat meer op het terrein van mijn collega van BZK, maar ik heb begrepen dat zij hier goed mee uit de voeten kan en het oordeel erover aan de Kamer laat.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 145 krijgt oordeel Kamer. De heer Verhoeven heeft nog een vraag over de motie op stuk nr. 144.
De heer Verhoeven (D66):
Als dat mag.
De voorzitter:
Absoluut.
De heer Verhoeven (D66):
Ik begrijp het punt van de minister ook wel. Maar we hebben een situatie gezien — daar hebben we het ook even over gehad in het debat vorige week — waarbij de AFM, de Autoriteit Financiële Markten, op verzoek bitcoinadvertenties bij Facebook ging melden, zodat Facebook die weg kon halen. Dat geeft toch wel aan dat er een soort hiaat is. Eigenlijk wil je gewoon dat misleidende advertenties worden verwijderd. Ik kan me voorstellen dat de minister zegt dat de overheid niet de positie van de Reclame Code Commissie kan versterken, maar wat zou dan de weg zijn die we toch moeten inslaan om die misleidende advertenties terug te dringen?
Minister Dekker:
Daar moet ik even op broeden, want het is natuurlijk enorm ingewikkeld als je de overheid daar een actieve rol in geeft. Eigenlijk is de vorm van zelfregulering een hele nette manier voor alle partijen die zich daarbij aangesloten hebben om zich vervolgens dan ook daaraan te houden. Ik vermoed dat je bij Facebook te maken hebt met ook buitenlandse partijen die uiteindelijk de Nederlandse markt weten te bereiken. Die vallen niet onder de jurisdictie of de zelfbinding waar de Reclame Code Commissie werkt. Kennelijk zag de AFM hier wel reden om deze opdracht te geven. Wat ik zou kunnen doen om de heer Verhoeven tegemoet te komen, is in gesprek gaan met de AFM om te horen op welke juridische grondslag zij dit hebben gedaan en of die grondslag voldoende ruimte biedt om ook op andere vlakken op te treden tegen overduidelijk misleidende reclame.
De heer Verhoeven (D66):
Als de minister dat doet en dan aan de Kamer laat weten wat eruit komt, dan kan ik tot die tijd deze motie aanhouden. Die slaat toch ook een klein beetje de plank mis; ik vind dat de minister dat wel aannemelijk heeft gemaakt. Ik zou het zeer waarderen als er een gesprek komt. En als er dan een korte brief komt, zal ik tot die tijd deze motie aanhouden.
Minister Dekker:
Afgesproken.
De heer Verhoeven (D66):
Dat is mooi. Dan houd ik hem aan.
De voorzitter:
Op verzoek van de heer Verhoeven stel ik voor zijn motie (32761, nr. 144) aan te houden.
Daartoe wordt besloten.
De voorzitter:
Daarmee zijn we aan het einde gekomen van dit VAO.
De beraadslaging wordt gesloten.
De voorzitter:
Over de moties zal volgende week dinsdag worden gestemd.
Ik schors voor enkele ogenblikken. Daarna gaan we door met het VAO Jeugdhulp.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20182019-97-34.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.