37 Internationalisering

Aan de orde is het VAO Internationalisering (AO d.d. 21/06).

De voorzitter:

Aan de orde is het VAO Internationalisering. Een hartelijk woord van welkom aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. We hebben zes deelnemers aan dit debat, waarvan er drie ook daadwerkelijk gaan spreken. De eerste is de heer Özdil van de fractie van GroenLinks. Het woord is aan hem. Hij heeft zoals iedereen twee minuten spreektijd.

De heer Özdil (GroenLinks):

Dank u, voorzitter. Ik heb drie moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat verhoging van uitgaande diplomamobiliteit in het regeerakkoord staat;

overwegende dat studenten nu hun collegegeldkrediet niet in één keer mogen opnemen;

overwegende dat deze situatie onnodige obstakels opwerpt;

overwegende dat de minister uitvoeringskosten van €1.000 per student en "het risico op oninbaarheid" benoemt als argument om leenfaciliteiten niet te flexibiliseren;

verzoekt de regering deze uitvoeringsobstakels cijfermatig te onderbouwen en te verkennen op welke wijze DUO tegemoet kan komen aan de collegegeldkredietbehoefte van in het buitenland studerende Nederlandse studenten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Özdil, Tielen, Futselaar en Van den Hul. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 60 (22452).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de economische effecten van binnenkomend talent jaarlijks ten minste 1,6 miljard euro bedragen;

overwegende dat het regeerakkoord de ambitie uitspreekt om internationaal talent te behouden;

overwegende dat het ROA op korte termijn al grote tekorten voorziet in diverse sectoren;

overwegende dat het "Make it in the Netherlands!"-programma bewezen successen heeft geboekt op dat gebied;

overwegende dat een succesvolle vergelijkbare nieuwe aanpak gecoördineerde inzet vereist;

overwegende de aanbevelingen van de commissie-Buijink, de AWTI, VSNU en VH, VNO-NCW, het Netwerk Kennissteden, de Talent Coalition en de SER hieromtrent;

verzoekt de minister samen met haar collega's van EZ, BZK en SZW te verkennen op welke wijze een vervolgprogramma gericht op werving en binding van internationaal talent in gang gezet kan worden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Özdil en Tielen. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 61 (22452).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat bijna 90.000 internationale studenten een volledige bachelor- of masterstudie volgen in Nederland;

overwegende dat dat aantal naar verwachting verder zal toenemen;

overwegende dat het scheppen van de juiste randvoorwaarden essentieel is voor het aantrekken en behouden van internationaal talent;

overwegende dat uit een inventarisatie door het ISO, de LSVb en ESN Nederland blijkt dat het welzijn van internationale studenten in Nederland ondermaats of zorgwekkend is;

overwegende dat deze inventarisatie nog geen volledig representatief beeld geeft van de situatie;

verzoekt de regering jaarlijks onderzoek te laten doen naar de belevenissen en het welzijn van internationale studenten in Nederland,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Özdil. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 62 (22452).

De heer Özdil (GroenLinks):

Dank u.

De voorzitter:

Dan de heer Van der Molen van de fractie van het CDA.

De heer Van der Molen (CDA):

Met twee minuten op de klok.

Voorzitter. Tijdens het AO heeft de minister een aantal belangrijke toezeggingen gedaan, die ik niet in moties zal vastleggen, maar waar ik de minister op een later moment graag weer verder over spreek. Ten eerste heeft de minister uitgesproken dat Nederlands het uitgangspunt blijft, ook bij de wetsherziening voor het hoger onderwijs. Als het om het mbo gaat, heeft ze uitgesproken dat ze zich wil inzetten voor de omkeerregeling, die ook in de grensregio heel erg speelt bij het gebruik van Duits, en wil kijken of aan de overkant van de grens ook soortgelijke maatregelen genomen kunnen worden door Duitse deelstaten. Het Nederlandstalig aanbod moet voor Nederlandse studenten ook gehandhaafd blijven. Zo zijn er heel aantal punten geweest die de minister heeft aangegeven.

Voorzitter. Ik zou graag nog even de vinger willen leggen bij de rol van de NVAO en de CDHO. Het zijn allemaal technische afkortingen, maar dat zijn de mensen die gaan kijken naar het starten van opleidingen en de mensen die gaan kijken of een opleiding die al bestaat bijvoorbeeld goed met het Engels omgaat. Daarom dien ik een motie in die aan die opdracht nog een klein ding toevoegt. Dat gaat over de naamgeving van een opleiding.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er veel Nederlandstalige opleidingen zijn die voor een Engelstalige naam gekozen hebben;

constaterende dat de Commissie Doelmatigheid Hoger Onderwijs, de CDHO, gevraagd wordt om in de macrodoelmatigheidsadviezen voor nieuwe opleidingen voortaan expliciet mee te nemen of de taalkeuze van opleidingen afdoende aansluit op het arbeidsmarktperspectief, en dat de Beleidsregel macrodoelmatigheid hoger onderwijs hiertoe wordt aangepast;

constaterende dat de NVAO is gevraagd voor wat betreft bestaande opleidingen de taalkeuze van de opleiding en de taalvaardigheid van docenten in het accreditatiekader op te nemen als aandachtspunt bij de kwaliteitsbeoordeling, indien de onderwijstaal afwijkt van het Nederlands;

verzoekt de regering om in de uitwerking van de Beleidsregel macrodoelmatigheid de CDHO voor nieuwe opleidingen zowel te laten kijken naar de taalkeuze als naar de naamgeving van de opleiding in relatie tot het arbeidsmarktperspectief;

verzoekt de regering tevens om te onderzoeken of de NVAO in het kader van de kwaliteitsbeoordeling ook een rol kan krijgen in de beoordeling van de taal van de opleidingsnaam van bestaande opleidingen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van der Molen. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 63 (22452).

De laatste spreker van de zijde van de Kamer is mevrouw Tielen van de fractie van de VVD.

Mevrouw Tielen (VVD):

Dank u wel, voorzitter. Ik dank de minister en de collega-Kamerleden voor het leuke debat over internationalisering dat wij twee weken geleden hadden. Ik denk dat we inmiddels tot een weloverwogen pakket zijn gekomen, zodat ons hoger onderwijs kan inspelen op al die kansen in de wereld.

Ik heb nog een motie over een aanmeldloket. Die luidt als volgt.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat niet-Nederlandse studenten zich vaak voor meer dan één opleiding aan meer dan één universiteit inschrijven om zodoende hun kansen op toelating te vergroten;

constaterende dat daarmee de administratieve lasten voor hogeronderwijsinstellingen stijgen;

constaterende dat er nu weinig afstemming is tussen de universiteiten over het al dan niet toelaten van buitenlandse studenten bij over- en onderinschrijvingen;

overwegende dat één aanmeldloket voor niet-Nederlandse studenten tevens bijdraagt aan de campagne "Make it in the Netherlands!";

verzoekt de regering om samen met de VSNU te onderzoeken hoe samenwerking tussen de universiteiten bij de aanmelding en toelating van niet-Nederlandse studenten efficiënter en doelmatiger kan worden vormgegeven, en daarin de mogelijkheid van het creëren van één aanmeldloket voor alle niet-Nederlandse studenten in het hoger onderwijs mee te nemen, en de Kamer hier voor het einde van het jaar over te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Tielen. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 64 (22452).

Mevrouw Tielen (VVD):

En "Make it in the Netherlands!" begint dus met een driepoot en niet met een tweepoot, zo zeg ik voor de eventuele toehoorders.

De voorzitter:

Een pak van ons hart!

Mevrouw Tielen (VVD):

Onze naam staat ook onder de moties van meneer Özdil over DUO, omdat we echt geloven dat uitgaande studenten wat ondersteuning moeten kunnen krijgen op het punt van collegegeldkrediet. We zien uit naar een vervolg op deze onderwerpen.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Wil mevrouw Van den Hul nog iets zeggen? Dat is niet het geval. Dan is de echt laatste spreker van de zijde van de Kamer de heer Bisschop van de fractie van de Staatkundig Gereformeerde Partij.

De heer Bisschop (SGP):

Voorzitter, dank u wel. Ja, het was een goede gedachtewisseling over de aspecten van de internationalisering van het hoger onderwijs. Het leidt toch nog tot een motie van onze kant. Die luidt als volgt.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Europese Commissie wil komen tot een stelsel van Europese universiteiten;

overwegende dat risico's op ongewenste beperking van de vrijheid van lidstaten inzake het onderwijs ontstaan wanneer een stelsel van Europese universiteiten wordt gegrond op verordeningen of richtlijnen, aangezien de rechtsmacht van het Hof van Justitie hierdoor wordt vergroot;

verzoekt de regering als uitgangspunt van de Nederlandse positie bij de uitwerking van een stelsel van Europese universiteiten een model van intergouvernementele samenwerking te kiezen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Bisschop. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 65 (22452).

De heer Bisschop (SGP):

Dank u zeer, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel. Tot zover de termijn van de Kamer. Is de minister reeds in staat om de moties te waarderen? Ze vraagt om drie minuten schorsing. Bij dezen.

De vergadering wordt van 17.48 uur tot 17.51 uur geschorst.

De voorzitter:

Het woord is aan de minister.

Minister Van Engelshoven:

Voorzitter, dank u wel. Volgens mij zei mevrouw Tielen het al: we hadden een heel aangenaam algemeen overleg over internationalisering in het hoger onderwijs. Er bleek in de Kamer breed draagvlak te zijn voor de aanpak en de benadering die het kabinet heeft gekozen. Ik ga hier nog in op een zestal moties.

Allereerst is dat de motie-Özdil c.s. op stuk nr. 60 over de flexibilisering van het collegegeldkrediet. Dit punt hebben we uitvoerig in het debat gewisseld. Ik heb een brief toegezegd, vóór de begrotingsbehandeling, die precies op deze punten ziet. En ik heb goed in mijn oren geknoopt wat de voorzitter hier vorige week tegen mij zei: als een motie gaat over een reeds gedane toezegging is het toch echt de bedoeling dat ik die ontraad. Dus bij dezen. Hierop is echt een ruimhartige toezegging gedaan. Die brief komt eraan. Deze motie voegt daar niks aan toe.

De voorzitter:

Kort, meneer Özdil.

De heer Özdil (GroenLinks):

Deze motie was deels bedoeld als inkadering van het aankomende onderzoek. Als de minister hier kan toezeggen dat de overwegingen en het verzoek in deze motie mee worden genomen, dan ben ik samen met mijn collega's bereid om de motie terug te trekken.

Minister Van Engelshoven:

Volgens mij staat er niks in de motie wat we niet reeds in het debat hebben gewisseld en waar ik niet reeds een toezegging over heb gedaan, en kunt u de motie dus rustig achterwege laten.

Voorzitter. Dan de motie-Özdil/Tielen op stuk nr. 61, over "Make it in the Netherlands!". Dat programma is succesvol gebleken. Het is nu onderdeel van de werkzaamheden van Nuffic. Het lijkt me goed om te verkennen hoe we daaraan een gevolg kunnen geven, met die kanttekening dat hier geen extra budget voor beschikbaar is. Maar aangezien de naam van mevrouw Tielen eronder staat en ik me niet kan voorstellen dat een VVD'er hier een ongedekte motie steunt, neem ik aan dat dat heel goed begrepen is. Met die aantekening laat ik het oordeel over de motie dus aan de Kamer.

De motie op stuk nr. 62, van de heer Özdil, gaat over de positie van internationale studenten. Studentenwelzijn is iets wat niet alleen bij internationale studenten speelt, maar veel breder. U weet ook dat wij breder kijken naar het welzijn van studenten, zeker ook samen met de studentenorganisaties. We betrekken ook alle instellingen daarbij. Ik zou het dus niet goed vinden om hier apart naar internationale studenten te kijken. We hebben in het debat juist gewisseld dat het zo belangrijk is dat internationale studenten meer en meer integreren in de hele studentengemeenschap. Ik wil dit dus graag betrekken bij onderzoek dat we sowieso al doen naar het welzijn van studenten. Ik heb u eerder al gemeld dat we daar ook een aparte werkgroep voor hebben, mede op verzoek van de Kamer, met daarin VSNU, VH, de studentenorganisaties en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, omdat ook gemeenten daarbij een rol spelen. Dus in die zin ontraad ik deze motie.

Dan de motie-Van der Molen, op stuk nr. 63. De heer Van der Molen memoreerde aan het begin van zijn bijdrage van vandaag dat we in het debat een aantal dingen hebben gewisseld waarover we ook echt tot overeenstemming zijn gekomen. Nederlands blijft bijvoorbeeld het uitgangspunt wat betreft de taal. Het is goed dat hij dat hier nog even memoreerde. Deze motie, om de NVAO te laten kijken of de naamgeving logisch is en bij de opleiding en het taalbeleid past, vind ik een goede suggestie. Ik ga dit graag meegeven aan de NVAO, dus deze motie laat ik aan het oordeel van de Kamer.

Dan de motie op stuk nr. 64, van mevrouw Tielen, over het aanmeldloket. Mevrouw Tielen heeft gelijk als zij zegt dat het goed zou zijn om te kijken of universiteiten beter kunnen samenwerken rond internationale studenten die zich aanmelden. Het ene aanmeldloket hoeft niet meer gecreëerd te worden, want dat is er in feite al. Dat is Studielink. Volgens mij beoogt u dat de universiteiten achter dat loket beter samenwerken om ervoor te zorgen dat de internationale student op de goede plek belandt en op een plaats waar er nog ruimte is. Daar ga ik graag met de VSNU over in gesprek. Dus ook deze motie krijgt oordeel Kamer.

Tot slot de motie van de heer Bisschop op stuk nr. 65 over de samenwerking van universiteiten in Europa. Ik vind deze motie enorm voorbarig. Dat heb ik ook in het AO gezegd. In het voorstel van de Europese Commissie voor Erasmus+ zit inderdaad ook een voorstel om te werken aan samenwerkende universiteiten. U weet ook dat u in het BNC-fiche een appreciatie van het kabinet krijgt op zo'n voorstel van de Commissie. Dat ligt nog niet in uw Kamer, dus ik zou zeggen: wacht dat eens even af. Maar als ik zie wat u hier voor angsten uitspreekt, kan ik u zeggen dat ik daar niet zo beducht voor zou zijn. Het voorstel dat er nu ligt en dat ik eerder besproken heb met de Europese collega's, gaat over een samenwerking van onderop tussen universiteiten. Dat heeft niks te maken met de beperking van de vrijheid van lidstaten. Dus ik zou zeggen: ben nou niet zo angstig en wacht even het BNC-fiche af. Daarna voeren we een debat daarover. Ik ontraad deze motie dus.

De voorzitter:

Hierover is uitgebreid gesproken in het AO.

De heer Bisschop (SGP):

De minister verwijt mij tot twee keer toe angstig te zijn. Integendeel! Ik heb dat soort gevoelens niet; ik kan haar geruststellen. Het gaat er hier om dat we een uitspraak van de Kamer vragen. Als dit vervolgstappen krijgt, willen we dat het in deze richting wordt uitgewerkt. Regeren is vooruitzien. Ik had gehoopt dat de minister de motie op die wijze zou interpreteren, want die laat daar alle ruimte voor. Misschien kan de minister dat nog even betrekken bij haar overwegingen. Misschien kan ze de motie omarmen of zelfs overnemen, zo van: ja, zo willen we het; dit is een steun in de rug.

Minister Van Engelshoven:

Als we elk denkbaar voorstel dat een Europese Commissie ooit zou kunnen doen, nu al van een appreciatie zouden moeten voorzien, zijn we hier nog wel even bezig. Er ligt nu een voorstel in het kader van Erasmus+. Daar krijgt u in de komende weken een BNC-fiche over en dat gaan we dan bespreken. Ik kan u nu één ding zeggen, namelijk dat er geen noodzaak is om nu een motie met deze strekking in te dienen, want er ligt geen voorstel dat die kant opgaat. Om elke als-dansituatie nu reeds met een motie te beantwoorden, gaat mij een beetje ver.

De voorzitter:

Helder. Tot zover dit debat.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Donderdag stemmen wij over de moties. We gaan in één beweging door.

Naar boven