4 Vragenuur: Vragen Sienot

Vragen van het lid Sienot aan de minister van Infrastructuur en Waterstaat over het bericht "Droogte-alarm waterbedrijven: geen badjes, niet sproeien, kort douchen".

De voorzitter:

We gaan naar de heer Sienot namens D66 voor zijn vraag over het droogte-alarm van waterbedrijven.

De heer Sienot (D66):

Dank u wel, mevrouw de voorzitter. De gevolgen van extreem weer zien we steeds vaker in Nederland. Onlangs nog kwamen de modderstromen huiskamers in Limburg binnendenderen. In Zeeland had het verkeer enorme overlast doordat de wegen blank stonden. En ook in het noorden van het land stonden kelders blank. Het is nog niet voorbij, of we zien nu alweer dat een enorme periode van droogte, recorddroogte, heel Nederland in zijn ban houdt. Niet voor niks zeg ik "heel Nederland", want afgelopen vrijdag kregen we het bericht dat aan maar liefst 6 miljoen huishoudens wordt gevraagd om zuiniger met water te zijn: minder kinderbadjes, minder sproeien, zuinig zijn met douchen. Kortom, het raakt ons allemaal.

Klimaatverandering is nu al volop aan de gang, en we zien de gevolgen daarvan. We moeten ons daar nu ook op voorbereiden, want dit is het begin. Het is geen incident. We gaan steeds vaker heftiger weer zien. Het heftige weer dat voor 2050 werd voorspeld, zien we nu al. Mijn eerste vraag aan de minister is daarom: is zij het met D66 eens dat we zo snel mogelijk maatregelen moeten nemen, zodat we beter kunnen omgaan met klimaatverandering, ook als het gaat om een lange periode van droogte en hittestress? Is de minister bereid om dit al bij de begroting voor 2019 te regelen?

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank. Dan geef ik nu het woord aan de minister.

Minister Van Nieuwenhuizen-Wijbenga:

Dank u wel, voorzitter. De heer Sienot slaat de spijker op zijn kop. De klimaatverandering komt aan alle kanten in rap tempo op ons af. We hebben het inderdaad gezien met de wateroverlast naar aanleiding van hevige hoosbuien op verschillende plekken in het land. Nu zorgt alweer geruime tijd de droogte voor problemen. Ik ben het met u eens dat we zeker zuinig met water moeten omgaan, dus de oproep die daartoe is gedaan door de waterschappen, door Rijkswaterstaat en door alle deskundigen, zou ik van harte willen onderstrepen. Ga toch niet je auto wassen in de piekuren op die warme momenten. Het is ook helemaal niet fijn, want van het stof wordt die toch meteen weer smerig. Douche niet te lang; houd er, kortom, volop rekening mee.

Zo spoedig mogelijk maatregelen nemen: in de piekuren niet het waternet onnodig belasten, is iets wat mensen zelf kunnen doen. We hebben gezamenlijk met de waterschappen ook 400 miljoen ter beschikking voor de droogte. Daar steekt het Rijk 150 miljoen in en de partners de rest. Dus er loopt al een plan van aanpak ten aanzien van het zoetwater, want dat zit gewoon al in het Deltafonds. Wateroverlast kunnen we niet uit het Deltafonds betalen. Zoals u weet heb ik vorige week in het algemeen overleg Water — daar had ik de Kamer ook een brief over gestuurd — aangekondigd dat ik graag het Deltafonds wil openbreken, door met uw Kamer een wetswijzigingstraject in gang te zetten om toch ook dekking voor wateroverlast uit het Deltafonds mogelijk te maken. Hittestress is een probleem dat er ook bij hoort. Dat klinkt gek, maar dat is natuurlijk ook onderdeel van de klimaatadaptatie. Er zijn nu gemeenten bezig met een stresstest. 5 miljoen stimulering hebben we daar sowieso al voor en ik heb de Kamer tijdens datzelfde algemeen overleg ook voorgesteld om voor de jaren 2019 en 2020 nog 10 miljoen extra voor de koploperprojecten ter beschikking te stellen.

Dat is eigenlijk de aanpak die ik voor ogen heb om zo snel mogelijk hiermee aan de slag te kunnen.

De heer Sienot (D66):

Dank. Ik hoor de minister heel duidelijk zeggen dat ze dit probleem ook heel serieus neemt. Dat is maar goed ook, want het komt eraan en het is nu ook al om ons heen. We hebben er gewoon last van. Ik begrijp heel goed dat de minister nu op een pot met goud zit, maar het voedsel verdort, de schepen lopen vast en de natuur staat in brand. Dan kun je niet op je handen blijven zitten. Daarom nogmaals de vraag: kunnen we ook al wat regelen bij de begroting voor 2019? Daar heb ik nog niet een heel concreet antwoord op gehoord. Het klimaat wacht niet op wetswijzigingen. Het klimaat wacht niet op onderzoeken. We moeten nu aan de slag! Daar zit ook mijn volgende vraag bij. De boeren gaan er, als het nog langer duurt, last van krijgen, want die mogen op korte termijn minder sproeien. De schippers kunnen er last van krijgen, want de vaarwegen zijn minder begaanbaar. Wat gaat de minister hier precies aan doen? Wat kan ze doen? En wat gaat de minister doen om de boeren en de schippers ook op wat langere termijn te helpen, zodat zij zich kunnen voorbereiden op deze stevige veranderingen? Kan de minister de Kamer hierover zo snel mogelijk informeren?

Minister Van Nieuwenhuizen-Wijbenga:

Allereerst zegt de heer Sienot dat ik op een pot goud zit. Die heb ik helaas zelf nog niet ontdekt.

De heer Sienot (D66):

Ik ook niet. Ik bedoelde juist níet op een pot met goud.

Minister Van Nieuwenhuizen-Wijbenga:

Vandaar dat we ontzettend hebben moeten sprokkelen en dat ik geen andere uitweg zie dan de Kamer voor te stellen om het Deltafonds open te breken om aan financiële middelen te komen. Dat moet dus met heel veel kunst- en vliegwerk. U zegt geen concreet bedrag gehoord te hebben voor 2019. Ik heb gezegd dat we naast de 5 miljoen stimulering die we al hadden, zowel voor de jaren 2019 als 2020, 10 miljoen hebben, maar dan moet ik echt in alle gaten en hoeken van het ministerie schrapen om dat bij elkaar te krijgen. Dat is, dacht ik, toch een heel concreet bod.

U vroeg ook naar de boeren en de schippers. Op dit moment lijkt de droogte voor de scheepvaart nog niet tot problemen te leiden. Bijvoorbeeld bij de Rijn gaat het pas bij een instroom van 1.000 kuub problematisch worden. We zitten nu op 1.200 en omdat het elders in Europa onweert — onder andere in Zwitserland is dat het geval — komt er weer wat naar ons toe, want het zijn regenrivieren. Dat lijkt goed te gaan, maar we zitten er bovenop en worden iedere dag geïnformeerd. Ook Rijkswaterstaat zit er bovenop om zo snel mogelijk, mocht dat nodig zijn, de scheepvaart te kunnen waarschuwen. Dat is vooralsnog niet aan de orde. Bij de boeren zit vooral de Unie van Waterschappen erbovenop, om de waterkwaliteit en de hoeveelheid zoetwater te bewaken. In sommige delen van het land is er inderdaad een beregeningsverbod ingesteld. En dan is er altijd nog het alternatief van grondwater, dat gebruikt kan worden. Ik ben ook heel blij dat we onlangs hebben besloten om het Peilbesluit IJsselmeer flexibel te maken. Er waren toen, voor die droogte, misschien wat sceptici in de zaal die dachten: is dat wel nodig? Ik denk dat we nu meteen zien waarom dat keihard nodig is, want, voor degenen die dat nog niet weten, het IJsselmeer is een derde van onze zoetwatervoorraad. Dat kan dus nog een belangrijke buffer zijn, naast het Markermeer. We houden het dus aan alle kanten in de gaten. En niet alleen wij, maar ook Rijkswaterstaat, de Unie van Waterschappen en de drinkwaterbedrijven. Iedereen is er continu mee bezig en houdt de vinger aan de pols. Zodra er extra maatregelen nodig zijn, zal ik dat uiteraard ook met uw Kamer delen.

De heer Sienot (D66):

Ik dank de minister voor haar antwoorden. Het is goed dat we het vandaag over extreem weer hebben gehad, want het blijkt duidelijk dat de klimaatverandering niet wacht op onze stresstesten en nu al plaatsvindt. De toezeggingen heb ik duidelijk gehoord. De minister gaat haar best doen om in 2019 te kijken wat er mogelijk is om al wat extra's te regelen binnen de bestaande richtlijnen. Voor de langere termijn krijgen we de wetsaanpassing. Dat is ook hartstikke goed. Graag zou ik nog willen vragen hoe we ook op lange termijn de vaarwegen wel begaanbaar houden. Ik hoor goed dat dat nu nog geen probleem is, maar dit is, zoals we al zeiden, het begin. Dit is geen incident, maar het nieuwe normaal. Hoe gaan we daar op lange termijn mee om, zodat de vaarwegen bevaarbaar blijven? Wordt dat meegenomen in de plannen?

Minister Van Nieuwenhuizen-Wijbenga:

Ik kan de heer Sienot geruststellen, want in het kader van het Deltaprogramma wordt iedere zes jaar het hele programma herijkt. We hebben op uw instigatie een keer een debat gehad over de zeespiegelstijging. De combinatie met mogelijkheden voor klimaatadaptatie zullen we dan zeker bekijken. In 2019 komt weer een nieuw rapport uit. Het KNMI laat daar weer alle nieuwe berekeningen op los. Voor het volgende Deltaprogramma zullen we natuurlijk proberen om zo veel mogelijk rekening te houden met de lange termijn.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Sienot. Dan mevrouw Van Brenk namens 50PLUS.

Mevrouw Van Brenk (50PLUS):

Als water aan de orde is, kan ik als ambassadeur voor water en sanitatie niet achterblijven. We zouden, niet alleen als het mooi weer is, heel veel bewuster moeten omgaan met water. De vraag is of dit niet ook een momentum is om aan te grijpen om een publiekscampagne te starten over "wees wijs met water", want de zorgen zijn er toch wel. Je ziet dat het van groot belang is dat mensen wat meer nadenken voordat ze de kraan opendraaien. Wat vindt de minister hiervan?

Minister Van Nieuwenhuizen-Wijbenga:

Daar wordt ontzettend veel aan gedaan, door de drinkwaterbedrijven en door de waterschappen. Wij dragen daar ook aan bij. Ik noem de Week van Ons Water. Daarbij hebben we ook aandacht voor andere aspecten, zoals medicijnresten in het water. Je ziet ook dat heel veel ngo's daar ontzettend veel goed werk bij doen. Ik mocht vorige week bij de Volvo Ocean Race de Dutch Wavemakers zien. Dat is ook fascinerend. Die richten zich juist op de jeugd en zijn met de Volvo Ocean Race de hele wereld rondgegaan. Je ziet kinderen achter een zandbak waar ze water in gieten en dan moeten ze de huisjes droog zien te houden. Voor kinderen heb je ook het slootjesproject van IVN. Ik denk dat er in de hele maatschappij al mee wordt gedacht en waar nodig, zullen we dat vanuit het ministerie graag ondersteunen. U draagt daar met uw SDG en alles wat u daarvoor doet natuurlijk ook een steentje aan bij.

De voorzitter:

Dank u wel, minister.

Naar boven