35 Emissie-eisen brom- en snorfietsen

Aan de orde is het VSO emissie-eisen brom- en snorfietsen (30175, nr. 251). 

De voorzitter:

In dit VSO hebben wij wederom twee sprekers. Ik breng in herinnering dat bij de beantwoording door de staatssecretaris uitsluitend degenen die een motie hebben ingediend de gelegenheid krijgen om kort te interrumperen. 

Ik geef als eerste het woord aan de heer Dijkstra namens de VVD. 

De heer Remco Dijkstra (VVD):

Voorzitter. Wij Kamerleden controleren de regering. Dan heeft het zin om af en toe vragen te stellen en de antwoorden goed te bestuderen. Ik ben mij een hoedje geschrokken. Als het gaat om de emissie-eisen voor brom- en snorfietsen, staat de VVD voor bronbeleid. Natuurlijk, je moet eisen stellen aan fabrikanten en uitfaseren. Dat is goed, maar over de wijze waarop moet je wel met elkaar in overleg treden. De staatssecretaris heeft de green deal met de branche overboord gegooid om eigenlijk wel vage redenen. Vervolgens zadelt zij de branche op met een kostenpost van 2.000 of 6.000 bromfietsen die eigenlijk waardeloos worden na 1 januari. Dat is niet goed en daarom dien ik de volgende motie in. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

overwegende dat de staatssecretaris de gesprekken over een green deal met de brom- en snorfietsenbranche heeft beëindigd en een maatregel heeft voorgesteld die leidt tot mogelijk waardeverlies voor ondernemers; 

van mening dat het niet rechtvaardig is dat deze ondernemers hierdoor mogelijk op kosten worden gejaagd; 

constaterende dat de Europese regelgeving (verordening EU-nr. 168-2013) lidstaten de mogelijkheid geeft een restantvoorraadregeling toe te passen; 

verzoekt de regering, het overleg met belanghebbenden in de bromfiets- en snorfietsbranche te hervatten en een restantvoorraadregeling te treffen, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Remco Dijkstra. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 252 (30175). 

De heer Remco Dijkstra (VVD):

Voorzitter. Nog één vraag. Ik las op pagina 8 en 9 van de beantwoording van de vragen de reactie van de staatssecretaris op een verzoek van de ChristenUnie. De staatssecretaris antwoordt daar dat ze de suggestie van de ChristenUnie om de snorfiets uit te faseren een interessante optie vindt, die ze gaat verkennen. Rond de jaarwisseling stuurt ze ons de resultaten daarvan toe. Ik schrik daarvan, want de staatssecretaris lijkt hiermee tussen neus en lippen door te suggereren dat de snorfiets helemaal uitgefaseerd gaat worden. Dat kan toch niet waar zijn? Ik kan me voorstellen dat de mensen die dit lezen daar knap zenuwachtig van worden. Graag een reactie. 

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Voorzitter. In reactie op de zojuist ingediende motie wil ik de staatssecretaris allereerst een compliment maken voor haar doortastendheid bij het invoeren van de emissienormen voor brom- en snorfietsen. In dezelfde lijn hebben wij deze motie voorbereid. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

overwegende dat in 2020 strengere emissienormen van kracht worden en dit gevolgen heeft voor de verkoop van de huidige voorraad en modellen; 

verzoekt de regering, nu alvast hierover met de brommer- en scootersector in gesprek te treden, zodat zij tijdig het aanbod aan kunnen passen, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Kröger. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 253 (30175). 

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Mijn tweede motie gaat ook over de emissies van scooters en bromfietsen. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat veel steden nog steeds kampen met slechte luchtkwaliteit; 

constaterende dat kleine verbrandingsmotoren, zoals die voor kleine tweewielers, hier een onevenredig groot aandeel in hebben; 

overwegende dat de elektrische variant zowel technisch als economisch een schoner alternatief is; 

overwegende dat op dit moment lokaal beleid vooral op basis van DET en niet op feitelijke emissie of techniek wordt gevoerd; 

verzoekt de regering, te onderzoeken of het mogelijk te maken is dat via ANPR-kentekencontrole het onderscheid tussen tweewielers met elektrische of verbrandingsmotor is vast te stellen, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Kröger. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 254 (30175). 

Daarmee zijn we gekomen aan het eind van de inbreng van de zijde van de Kamer. Ik schors de vergadering voor een kort ogenblik totdat de staatssecretaris beschikt over de teksten van de ingediende moties. 

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst. 

De voorzitter:

Ik geef de staatssecretaris het woord voor haar reactie op de moties. 

Staatssecretaris Dijksma:

Voorzitter. Ik begin met de motie op stuk nr. 252 van de heer Dijkstra. Er zijn verschillende opties verkend om de uitstoot van brom- en snorfietsen te beperken. Onder die opties waren een inruilregeling en een groene deal, een green deal. Het is dus niet zo dat die er al was. Ik denk dat het belangrijk is om dat hier te zeggen. De Kamer heeft vervolgens in verschillende moties aan mij gevraagd, in meerderheid, om de uitstoot van brom- en snorfietsen aan te pakken. Het niet toestaan van een restantvoorraadregeling voor de overgang van euro 2 en 3 naar euro 4, heeft naar verwachting een klein, maar wel positief beleidseffect. Ik vind dat we dit signaal moeten geven. Ik voelde mij ook door al die meerderheidsmoties gesteund, omdat we daarmee de branche laten zien dat ze met vijf jaar voldoende voorbereidingstijd heeft gehad om tijdig schone voertuigen op de markt te brengen. Om die reden — de heer Dijkstra en ik zijn het dus op dit punt niet eens — ontraad ik de motie. 

De heer Remco Dijkstra (VVD):

Dat had ik eigenlijk deels al verwacht. 

Staatssecretaris Dijksma:

Ja. 

De heer Remco Dijkstra (VVD):

De Kamer heeft zich natuurlijk uitgesproken over het uitfaseren van tweetaktscooters. Wat u doet, is het veel groter maken. U doet ook de viertaktscooters erbij. Daarnaast weet u dat de fabrikanten nog niet allemaal de euro 4-vierttaktscooters hebben. Dat kost enige tijd. Wat ik van u wil weten, is of u in gesprek wilt gaan … 

De voorzitter:

Wilt u via de voorzitter spreken, mijnheer Dijkstra? 

De heer Remco Dijkstra (VVD):

Wil de staatssecretaris in gesprek gaan met de branche om tot een oplossing te komen? Daar gaat mij het mij om. Geef ze nog twee of drie maanden de tijd. Iedereen weet waar hij aan toe is. We faseren het uit, maar laten we die schade voorkomen. Is de staatssecretaris dat met mij eens? 

Staatssecretaris Dijksma:

Volgens mij waren wij al heel lang met ze in gesprek. Dat is precies het punt. Op een gegeven moment moet je ook een knoop doorhakken. Dit is dus het besluit. Als ik nu weer zou gaan praten, zou ik doen alsof ik dat ga hernemen en dat ben ik niet van plan. Dan moet u mij daar inderdaad met een motie van weerhouden. 

De heer Remco Dijkstra (VVD):

De staatssecretaris is daar ook niet helemaal brandschoon, want zij wist natuurlijk ook al lang dat die Europese verordening in zou gaan per 2018. Ze had dat dus ook eerder kunnen aangeven. Zij heeft anderhalf jaar gepraat met de branche en die een green deal voorgehouden. In één keer zegt ze: ik red het niet meer, ik kom er ineens achter dat ik te laat ben en laat ik maar een verbod doen ineens, heel breed. Ik vind dat niet goed. Ik vind dat onfatsoenlijk. 

Staatssecretaris Dijksma:

Ik vind dat geen reële weergave van hoe het gegaan is. Ik ben het ook niet met uw samenvatting eens, mijnheer Dijkstra. Volgens mij praten we al heel lang. Ik heb dit voorstel gedaan. Ik kan me voorstellen dat de branche liever geld had gezien, maar men weet het al vijf jaar. Ik denk dat het ook belangrijk is dat we op een gegeven moment gewoon doorpakken. 

Dan de vraag over de snorfiets. Die ga ik niet verbieden. Ik denk dat dat belangrijk is om te zeggen. Waar het hier over gaat, zo zeg ik tegen de heer Dijkstra, is een motie van de ChristenUnie die gaat over de toekomstige, nieuwe verkoop van dit type snorfietsen. Het gaat niet over hetgeen al op de weg zit. Dan zou ik me kunnen voorstellen dat de heer Dijkstra zou schrikken. 

De motie van mevrouw Kröger op stuk nr. 253 vraagt eigenlijk nu alvast met de brommer- en scootersector in gesprek te treden over datgene wat er aan nieuwe regelgeving nog aankomt. Dat lijkt mij op zichzelf wijs. Ik ben op zich van plan om dat te doen en tijdig te beginnen. Ik wil het oordeel over deze motie dus aan de Kamer overlaten. 

Ik wil mevrouw Kröger een voorstel doen over haar motie op stuk nr. 254. Het is een zware motie voor iets wat ik meer als een technische vraag beschouw: de vraag of het überhaupt technisch mogelijk is om via kentekencontrole onderscheid te maken. Ik wil haar toezeggen dat ik dat ga navragen en dat ik de Kamer daar een brief over stuur. Dan zou zij misschien haar motie kunnen intrekken, want dan kunnen wij het op die manier doen. Dat lijkt mij iets wat op die manier georganiseerd kan worden. 

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Met die toezegging ga ik tevreden het reces in. Dank u wel. 

De voorzitter:

Aangezien de motie-Kröger (30175, nr. 254) is ingetrokken, maakt zij geen onderwerp van beraadslaging meer uit. 

Staatssecretaris Dijksma:

Voorzitter, dank u wel. Dat was het. 

De beraadslaging wordt gesloten. 

De voorzitter:

Over de ingediende moties zal vanavond aan het einde van de vergadering worden gestemd. Ik dank de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu voor haar komst naar de Kamer. 

Ik zie dat de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap al aanwezig is. Dan kunnen we gelijk door met het volgende VAO. 

Naar boven