Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2016-2017 | nr. 97, item 3 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2016-2017 | nr. 97, item 3 |
Aan de orde is het VAO Media (AO d.d. 28/06).
De voorzitter:
Er zijn negen deelnemers aan dit VAO. De eerste spreker is mevrouw Ellemeet van de fractie van GroenLinks. Zij heeft, net als iedereen, een spreektijd van twee minuten.
Mevrouw Ellemeet (GroenLinks):
Voorzitter. Ik wil graag twee moties indienen.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
van mening dat onderzoeksjournalistiek van groot maatschappelijk belang is, onder andere voor de democratische controle, en daarmee een belangrijke taak is voor de publieke omroep;
verzoekt de regering, in het reeds aangekondigde onderzoek naar de toekomst van de onafhankelijke journalistiek in Nederland ook onderzoek te doen naar de staat van de Nederlandse onderzoeksjournalistiek,
en gaat over tot de orde van de dag.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
van mening dat onderzoeksjournalistiek van groot maatschappelijk belang is, onder andere voor de democratische controle, en daarmee een belangrijke taak is voor de publieke omroep;
overwegende dat niet transparant en duidelijk is uit de huidige rapportages hoeveel middelen worden besteed aan onderzoeksjournalistiek;
verzoekt de regering, in overleg met de NPO voorstellen te doen hoe in huidige en toekomstige rapportages beter inzichtelijk kan worden gemaakt welke middelen door de publieke omroep aan onderzoeksjournalistiek worden besteed,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Paternotte (D66):
Voorzitter. Onlinereclame bij de publieke omroep is D66 een doorn in het oog. Het is vervelend, het levert de NPO nauwelijks iets op en het past niet bij het publieke karakter van de publieke omroep. Voor de uitzendingen is al betaald en er is al geld opgehaald met reclames op tv. Wat ons betreft stoppen we er dus mee. We weten dat niet iedereen deze mening over reclame deelt en dat veel mensen het zien als een belangrijke inkomstenbron voor de publieke omroep. Maar iedereen is het er wel over eens dat regels er zijn om je aan te houden. Daarom dien ik de volgende moties in.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat het Commissariaat voor de Media in zijn beleidsregels aangaande reclame-uitingen op de publieke omroep uit 2011 bepaalt dat voor de hoeveelheid onlinereclame bij de NPO het beginsel van non-commercialiteit leidend moet zijn, wat betekent dat reclames ''beperkt in hoeveelheid en duur'' zijn en ''niet overheersend'';
constaterende dat het Commissariaat voor de Media in de toelichting op die beleidsregels stelt dat een totaal van vijftien seconden aan zogenaamde prerolls voor een videofragment voldoet aan deze principes;
constaterende dat de Ster zelf in eigen regels op een later moment samen met de NPO heeft bepaald dat maximaal twee prerolls met gezamenlijk een maximale lengte van 30 seconden toelaatbaar zijn;
constaterende dat in de praktijk zowel de regels van het Commissariaat als die van de Ster soms worden overschreden door meer dan 30 seconden aan reclame voor een fragment te plaatsen;
overwegende dat regels regels zijn, maar dat tegenstrijdige regels vragen oproepen;
verzoekt de regering, de Tweede Kamer een schriftelijke toelichting te sturen op de verhouding tussen de verschillende regels en de praktijk en waar deze strijdig zijn de betrokken partijen te vragen om tot een geactualiseerd toetsingskader voor onlinereclame voor de publieke omroep te komen waar het principe van non-commercialiteit in is opgenomen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat in het Advies Verkenning benoemingen wordt gehecht aan voldoende afstand van de minister tot het wervings- en selectieproces;
voorts constaterende dat de staatssecretaris voornemens is voor de benoemingsprocedure voor leden van het Commissariaat voor de Media te kijken naar de constructies bij andere toezichthouders;
overwegende dat de onafhankelijkheid van de leden van het Commissariaat voor de Media gewaarborgd dient te zijn, juist vanwege diens rol bij de bewaking van de informatievrijheid, in voorkomend geval ook jegens de politiek;
verzoekt de regering, de procedure voor het benoemen, herbenoemen en ontslaan van leden van het Commissariaat voor de Media zodanig in te richten dat volstrekte onafhankelijkheid van politieke bemoeienis gewaarborgd is;
verzoekt de regering tevens, bij het kiezen voor constructies bij andere toezichthouders zich te baseren op de procedure voor benoeming, herbenoeming en ontslag van leden van de Autoriteit Persoonsgegevens,
en gaat over tot de orde van de dag.
U moet even blijven staan, want de heer Öztürk heeft nog een vraag.
De heer Öztürk (DENK):
Ik hoorde een heel lange motie. Komt het erop neer dat CDA en D66 niet blij zijn met de benoeming van staatssecretaris Martijn van Dam bij de NPO? Als dat zo is, vind ik dat de burger dat ook mag weten.
De heer Paternotte (D66):
Nee, we hebben het over het Commissariaat voor de Media en eventuele andere toezichthouders. De NPO is geen toezichthouder. De NPO is de Nederlandse Publieke Omroep.
De heer Öztürk (DENK):
Maar deze motie komt wel in een periode waarin heel veel commotie is en heel veel discussie over Martijn van Dam. Ik merk dat CDA en D66 deze constructie nu een beetje aan de orde stellen, maar zeg het dan als jullie het ook niet eens zijn met de benoeming van staatssecretaris Martijn van Dam bij de NPO, zodat dat ook duidelijk wordt! Ik ga dadelijk een motie indienen, en ik ga ervan uit dat jullie die steunen.
De heer Paternotte (D66):
Ik heb van u, de heer Baudet en de heer Bosma gehoord dat u niet blij bent met de benoeming van de heer Van Dam, maar om nu meteen te zeggen dat er dús commotie is … Dat is een beetje jezelf boos maken en vervolgens constateren dat er commotie is. Dat kan ik ook. Nee, het gaat hier om toezichthouders. We hebben dit punt ook gemaakt in het AO, waar u overigens bij was. Dat was nog voordat ik kennis had van het feit dat de heer Van Dam een nieuwe baan had.
De voorzitter:
Dank u. Dan is het woord nu aan de heer Öztürk.
De heer Öztürk (DENK):
Voorzitter. Ik heb drie moties.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat een zittend bewindspersoon is benoemd als bestuurder bij de NPO;
constaterende dat dit heeft geleid tot maatschappelijke ophef en bij sommigen de schijn opwekt van een partijpolitieke benoeming;
verzoekt de regering, naar Brits voorbeeld, een onafhankelijke commissie die toeziet op de benoeming van bestuurders en personeel bij de (semi)overheid in het leven te roepen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat berichtgeving over lokale besluitvorming onder druk staat en dat burgers daardoor niet goed genoeg worden geïnformeerd;
verzoekt de regering om te bezien welke maatregelen zij kan nemen in de aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen om berichtgeving over lokale besluitvorming te versterken;
verzoekt de regering tevens om in gesprek te treden met het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek om te bezien of het een mogelijkheid is om met het oog op de gemeenteraadsverkiezingen een subsidietraject voor lokale berichtgeving te starten, en te overwegen om hier bij de begroting voor 2018 middelen voor vrij te maken,
en gaat over tot de orde van de dag.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat uit het onderzoek "Oorzaken en triggerfactoren moslimdiscriminatie in Nederland" blijkt dat berichtgeving in de media voor velen een reden is om negatief te denken over moslims;
van mening dat het ontstaan van negatieve vooroordelen dient te worden bestreden;
verzoekt de regering om over de bovenvermelde uitkomst van het onderzoek in gesprek te treden met vertegenwoordigers van de media;
verzoekt de regering tevens om deze uitkomst mee te nemen in haar beleid met betrekking tot mediawijsheid in het onderwijs,
en gaat over tot de orde van de dag.
U heeft nog tien seconden.
De heer Öztürk (DENK):
Die maak ik graag op. Je merkt dat berichtgeving in de media heel veel invloed heeft op onze jongeren en op de burgers van Nederland. Berichtgeving over andersgelovigen, mensen die een ander geloof aanhangen, zorgt ervoor dat heel veel discriminatie ontstaat. Ik denk dat het goed is dat wij in Nederland samen, ook met de PVV, gaan bekijken hoe we de media zover kunnen krijgen dat zij de berichtgeving, ook over moslims, op een dusdanige manier doen dat het fatsoenlijk is.
De heer Kwint (SP):
Ik ben buitengewoon benieuwd naar de uitwerking van deze nieuwe samenwerking, maar dat gaan wij de komende maanden ongetwijfeld horen.
Voorzitter. De SP vindt het eigenlijk onwenselijk dat er voor diensten van de NPO extra betaald moet worden. Daar is immers al voor betaald door ons allemaal door middel van de belastingen. Nu is er een nieuwe dienst, NPO Plus, en daar moet voor betaald worden. Daar heb ik een voorstel over. Dat luidt als volgt.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de NPO een extra vergoeding hanteert voor NLziet en NPO Plus;
overwegende dat de belastingbetaler al meebetaalt voor het ontwikkelen van programma's door de NPO en het dan niet past ze een consumentenvergoeding te vragen voor het on demand kijken van dezelfde programma's;
verzoekt de regering om in overleg met de NPO minstens te realiseren dat de door de publieke omroep gemaakte producties gratis beschikbaar worden gesteld,
en gaat over tot de orde van de dag.
Ik dacht dat er nog een motie kwam. Des te beter. De heer Van der Molen is de laatste spreker van de zijde van de Kamer. Hij is van de fractie van het CDA.
De heer Van der Molen (CDA):
Voorzitter. Ik wil de staatssecretaris bedanken voor de toezeggingen die hij in het algemeen overleg heeft gedaan over de positie van de omroepen. Ik heb daar ook aandacht gevraagd voor Omrop Fryslân. Daarover heeft de staatssecretaris ook goede toezeggingen gedaan. Daar wil ik hem nogmaals voor bedanken.
Om het goed af te ronden als het gaat om het toezicht, wil ik nog een motie indienen die gaat over de Stichting Ether Reclame en de veranderingen die daar plaats gaan vinden door bestuur en toezicht van elkaar te scheiden.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
van mening dat bestuur en toezicht bij de Stichting Ether Reclame (Ster) gescheiden moeten zijn;
van mening dat de Nederlandse Publieke Omroep (NPO) een belang heeft bij een integrale aanpak voor het genereren van inkomsten;
van mening dat betrokkenheid van de NPO bij de Ster opportuun is;
verzoekt de regering om in de voorgenomen wetswijziging om de bestuursstructuur van de Ster aan te passen, mee te nemen dat NPO in de raad van toezicht vertegenwoordigd zal zijn,
en gaat over tot de orde van de dag.
Tot zover de termijn van de Kamer. Ik schors even vijf minuten. Dan kan de staatssecretaris kijken naar de moties en die vervolgens becommentariëren.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.
Staatssecretaris Dekker:
Voorzitter. De moties op de stuk nrs. 105, 106 en 107 wil ik overnemen.
De voorzitter:
Dat betekent "oordeel Kamer".
Staatssecretaris Dekker:
Formeel mogen we moties overnemen, toch?
De voorzitter:
Dan moet ik even vragen of daartegen bezwaren bestaan onder de leden. Dat is het geval: volop.
De heer Van der Molen (CDA):
Naar aanleiding van de motie op stuk nr. 106: als ik het mij goed herinner, wordt de regering in die motie verzocht, inzichtelijk te maken wat de middelen zijn die aan onderzoeksjournalistiek besteed worden. Natuurlijk gaat ons dat allemaal aan het hart, dus dat punt kan ik wel begrijpen. Maar verder begrijp ik ook dat in dit huis veelvuldig is gediscussieerd over de vraag in hoeverre de NPO alles moet gaan verantwoorden, wat abstract moet gebeuren. Je kunt immers nog heel veel vormen van journalistiek bedenken die je apart kunt verantwoorden, wat in de verhouding tussen Kamer en kabinet treedt als het gaat om een onafhankelijke publieke omroep.
Staatssecretaris Dekker:
Dat ligt er maar aan. Als de motie op stuk nr. 105 wordt aangenomen, zullen we wat inzicht moeten krijgen in de middelen die de publieke omroep besteedt aan onderzoeksjournalistiek. In de motie op stuk nr. 106 wordt eigenlijk gevraagd om dat regulier inzichtelijk te maken. Ik zou daar geen bezwaar tegen hebben, dus laat ik het oordeel aan de Kamer.
De voorzitter:
Maar dan brengen we de motie dus in stemming. En dan is uw oordeel?
Staatssecretaris Dekker:
Sowieso allebei oordeel Kamer. De eerste zou ik kunnen overnemen.
De voorzitter:
Dan stel ik vast dat tegen de eerste motie geen bezwaar bestaat.
Mevrouw Ellemeet (GroenLinks):
Het zou mijn voorkeur hebben als de motie op stuk nr. 105 in stemming wordt gebracht.
De voorzitter:
Dan brengen we haar in stemming. De staatssecretaris laat deze motie aan het oordeel van de Kamer.
De heer Paternotte (D66):
Dan lijkt me het best een goed idee om dat ook voor de motie op stuk nr. 107 te doen.
De voorzitter:
Dan brengen we ook die motie in stemming. U vraagt, wij draaien. Dan is het oordeel van de staatssecretaris "oordeel Kamer".
Staatssecretaris Dekker:
Met de motie op stuk nr. 108 kan ik een heel eind meegaan. In de motie wordt de regering verzocht, ook het Commissariaat voor de Media zodanig in te richten dat sprake is van een onafhankelijke benoeming. Daar is de hele exercitie voor bedoeld. Maar in de motie wordt gevraagd om dat te doen conform het model van de Autoriteit Persoonsgegevens. Ik moet heel eerlijk zeggen dat dit geen onderdeel is geweest van het debat dat we eerder hebben gevoerd. Ik weet niet precies hoe het geregeld is bij de Autoriteit Persoonsgegevens. Dat is misschien een beetje gek, maar we hebben heel veel toezichthouders. De indieners van de motie, de heren Paternotte en Van der Molen, overvallen mij hiermee. Zij vragen mij of ik daarover een oordeel kan geven. Ik denk dat het daarmee vergelijkbaar zou kunnen zijn, maar dat maakt deze motie wel wat overbodig. Maar als de indieners het precies willen weten, dan wil ik hen vragen de motie nog even aan te houden, zodat ik daarnaar kan kijken en daar schriftelijk op terug kan komen.
De heer Paternotte (D66):
Zo'n vriendelijk verzoek sla ik niet af.
De voorzitter:
Op verzoek van de heer Paternotte stel ik voor, zijn motie (32827, nr. 108) aan te houden.
Daartoe wordt besloten.
Staatssecretaris Dekker:
De Kamer ontvangt zo snel mogelijk een reactie.
Ik kom toe aan de motie op stuk nr. 109 van de heren Öztürk en Baudet over een Brits model rond benoemingen. Die motie ontraad ik, omdat het niet nodig is. We hebben immers net het hele benoemingenstelsel herzien en volgens mij losgemaakt van de politiek. Ik ontraad haar dus. Hetzelfde geldt voor de motie op stuk nr. 110: het klinkt sympathiek, maar het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek heeft hiervoor geen middelen. De motie heeft dus geen dekking, zodat ik haar ontraad. Ook de motie op stuk nr. 111 ontraad ik. Ik zie daartoe namelijk helemaal geen aanleiding. In de motie op stuk nr. 112 wordt de regering gevraagd, de producties van de publieke omroep zelf gratis beschikbaar te maken. Dat is in die zin lastig, omdat van heel veel producties van de publieke omroep diezelfde publieke omroep niet onbeperkt de rechten heeft. Veel producties worden gemaakt door onafhankelijke producenten, die zeggen: je mag dat voor een bepaalde periode uitzenden, waarvoor de publieke omroep betaalt. Dan willen ze zelf vermarkten door het te verkopen aan Netflix of aan buitenlandse partijen, of het op een later moment nog eens te laten uitzenden, en daarvoor de rechten betaald te krijgen. Dit gaat eigenlijk veel verder dan dat. Er moet linksom of rechtsom voor worden betaald. Ik heb toegestaan dat de publieke omroep de mogelijkheid heeft gekregen om dat via een extra dienst te doen. Mensen gaan betalen voor iets wat ze anders niet hadden gekregen. Als je zegt dat het uit de reguliere middelen moet komen, dan moet de publieke omroep gaan bezuinigen op het bestaande programma-aanbod. Ik zou daar niet voor zijn en daarom ontraad ik deze motie.
De heer Kwint (SP):
Het gaat specifiek om de producties die door de publieke omroep zelf worden gemaakt. Daar is al voor betaald door ons allemaal. De staatssecretaris zegt dat mensen hiermee iets krijgen wat ze anders niet zouden hebben, maar dat klopt niet. Ze krijgen namelijk iets niet te zien wat ze twee weken geleden op tv wel hadden kunnen zien. Dan krijgen ze toch iets wat andere mensen ook gewoon hebben, namelijk de mogelijkheid om een programma te bekijken?
Staatssecretaris Dekker:
Als er iets wordt gemaakt, worden de rechten niet altijd onbeperkt afgekocht. Als je vanavond iets op de televisie ziet bij de publieke omroep, dan is daar weliswaar voor betaald, maar niet in die zin dat je het oneindig kunt herhalen of dat je het oneindig vrij toegankelijk op internet kunt zetten. Dat zou je wel kunnen doen, maar dan zegt de rechthebbende organisatie: dan willen wij daar ook extra voor betaald krijgen. De vraag is hoe je dat doet. De NPO zegt: wij willen die extra service bieden aan onze kijkers, maar dan moeten ze daar wel een klein beetje voor betalen. Ik ben in die redeneerlijn meegegaan. Als je nu zegt dat de NPO dat standaard moet afkopen voor zijn programma's omdat alles wat op de publieke omroep te zien is geweest, voor altijd, tot in lengte van dagen, voor iedereen beschikbaar moet zijn, dan gaat dat om heel veel extra middelen. Dat betekent dat er minder geld overblijft om goede programma's te maken.
De voorzitter:
Afrondend, mijnheer Kwint. Nee? Dan mag de heer Paternotte nog even.
De heer Paternotte (D66):
Ik begrijp best dat er producties zijn waarvoor de NPO, of een van de omroepen, betaalt en dat je er niet voor kunt zorgen dat die tot in de lengte van dagen online beschikbaar zijn. Mijn vraag gaat echter over de producties die door de omroepen zelf zijn gemaakt met behulp van belastinggeld en Ster-inkomsten en waarvoor dus eigenlijk al is betaald. Waarom zouden die achter een betaalmuur moeten komen? Dat wil er bij mij echt niet in.
Staatssecretaris Dekker:
Er is Uitzending Gemist, waarop je het overgrote deel van de programma's tot een week geleden kunt terugkijken. De programma's waarvan de rechten voor een langere tijd zijn afgekocht, kun je langer terugkijken. Het is een soort archief waarin je terug kunt kijken. Dat zijn de rechten die de NPO op dit moment heeft afgekocht. Daar verandert niets aan. Dat blijft altijd gratis toegankelijk voor iedereen. NPO Plus, of NPO Start Plus zoals het inmiddels is gaan heten, gaat over iets extra's, bijvoorbeeld series waarvoor extra rechten worden afgekocht en waarvoor mensen een klein beetje meer moeten betalen. Deze motie strekt verder. Er staat: doe dat standaard voor alles. Dat is een enorme extra kostenpost voor de NPO en dat moet ergens vandaan komen.
De voorzitter:
Prima. Ik stel voor dat u verdergaat met de motie-Van der Molen/Paternotte op stuk nr. 113, want we lopen al uit de tijd.
Staatssecretaris Dekker:
De motie-Van der Molen/Paternotte op stuk nr. 113 klinkt heel sympathiek, maar doet een stapje terug in de tijd. We hebben een rapport liggen dat juist laat zien dat de scheiding tussen bestuur en toezicht goed geregeld moet worden en dat we ervoor moeten uitkijken dat het toezicht op de Ster vooral het belang van de Ster voor ogen heeft en niet dat van de NPO of dat van het ministerie van OCW. Ik wil graag bekijken hoe we goede deskundigheid kunnen krijgen en hoe we ervoor kunnen zorgen dat de Ster niet los aan de gang gaat met de vraag wat de publieke omroep nodig heeft of wat wij als OCW graag zouden willen. De vraag is of je dat moet doen door q.q.-posten in de raad van toezicht te benoemen, want daardoor wordt de raad van toezicht toch een soort belangenorganisatie. Dat is nu net het knelpunt; dat blijkt ook uit het rapport dat we hebben laten maken. Dat past niet in onze opvattingen over goed bestuur. Ik ontraad daarom de motie.
De voorzitter:
Dat wilde ik even horen. De indiener van de motie, de heer Van der Molen, heeft een vraag.
De heer Van der Molen (CDA):
Ik kijk even naar de heer Paternotte. Wilde u hier nog wat over vragen?
De heer Paternotte (D66):
Nee, over de vorige motie.
De heer Van der Molen (CDA):
Oké. Ik wil nog even toelichten wat de reden is voor deze motie. De Ster heeft aan de ene kant een verbondenheid met OCW — er zit dus een politiek en bestuurlijk punt in — maar aan de andere kant zijn de inkomsten ook van belang voor de NPO. We kunnen de Ster dus niet volledig los zien van de NPO. Als er in het toezicht vijf plekken komen en we daarin één iemand onderbrengen zodat dat verband er is, houden we daarmee, naar het oordeel van de indieners, in ieder geval een verbintenis in stand die zowel voor de NPO als de Ster goed zou zijn.
Staatssecretaris Dekker:
Ik kijk daar net iets anders tegenaan, want dan zal ook OCW zeggen dat zij wel een plekje wil en dan zullen misschien individuele omroepverenigingen zeggen dat ze ook wel een vertegenwoordiger in de raad van toezicht willen hebben. Zo is het in feite nu geregeld. Het knelpunt is echter dat de raad van toezicht dan niet een onafhankelijke raad van toezicht is die het belang van de Ster in al zijn facetten vooropzet, maar dat het een soort overlegorgaan wordt. Dat was ook een van de redenen waarom wij hebben gezegd: dat zou je zuiverder moeten regelen. Ik ben het wel met u eens dat de Ster niet losgezongen moet raken van de publieke omroep, waar ze nauw mee moeten samenwerken en waarvoor de opbrengsten van belang zijn. Je kunt het echter ook op een andere manier regelen, en wel door het wettelijk beter te borgen, door verplicht overleg en door verplichte afstemming. Dat zou mijn voorkeur hebben, want anders vertroebel je de bestuursrelatie rond de Ster.
De voorzitter:
Mijnheer Paternotte, u was al niet de indiener van de vorige motie, dus het is al ongewoon om u dan een vraag te laten stellen. U wilt dat nu zelfs voor een tweede keer doen. Kunt u dat in één zin doen?
De heer Paternotte (D66):
Zeker, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel.
De heer Paternotte (D66):
Kan de staatssecretaris bevestigen dat programma's gemaakt met rechten bij de publieke omroep en de omroepen niet achter een betaalmuur komen en kan de staatssecretaris uitleggen waarom high definition-beelden achter een betaalmuur zouden moeten komen, want die hebben niets met rechten te maken?
Staatssecretaris Dekker:
Over het eerste hebben we net uitvoerig gediscussieerd. Als iets gemaakt wordt door de NPO, door de publieke omroep, betalen ze daarvoor, maar dat betekent nog niet automatisch dat daarmee oneindig alle rechten zijn afgekocht. Ik kan die vraag dan ook niet bevestigend beantwoorden. Een omroep heeft niet het recht om iets maar iedere keer te herhalen of oneindig op internet te zetten als ze dat een keer hebben uitgezonden op de televisie.
Wat betreft de beeldkwaliteit sluit de NPO op dit moment voor het gratis kanaal aan bij het meest gebruikte kwaliteit voor dit soort devices, zoals iPads. Als je dat wilt uitbreiden naar high definition voor alles, dan vraagt dat een enorme investering in servercapaciteit en in infrastructuur om het allemaal betrouwbaar te houden. Ik zie niet in waar de NPO die middelen vandaan zou moeten halen.
De voorzitter:
Ik dank de staatssecretaris voor zijn aanwezigheid.
De beraadslaging wordt gesloten.
De voorzitter:
Wij stemmen vanavond over de negen moties. U hebt dus nog even tijd om erover na te denken.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20162017-97-3.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.