30 Zwangerschap en geboorte

Aan de orde is het VAO Zwangerschap en geboorte (AO d.d. 22/06). 

De voorzitter:

Dit is het eerste VAO van een lange lijst VAO's die wij vanmiddag houden. Daarom zou ik willen afspreken dat we bij de beantwoording van de minister uitsluitend degene die de motie heeft ingediend in de gelegenheid stellen om een korte interruptie te plegen, mocht dat nodig zijn. De spreektijd is twee minuten. U wordt geacht al uw moties binnen die tijd in te dienen. 

Ik heet de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport welkom. 

Mevrouw Kooiman (SP):

Voorzitter. Ik zal de volgende motie gewoon indienen, want die is heel duidelijk. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat de Stuurgroep zwangerschap en geboorte in zijn rapport Een goed begin heeft geadviseerd om de eigen bijdrage kraamzorg af te schaffen; 

constaterende dat uit studie ERKEN-1 (Evaluatie Risicosignalering Kraambed En Nazorg) blijkt dat een kraamverzorgende in 56% van de gezinnen een of meer nieuwe risico's signaleert; 

overwegende dat de eigen bijdrage in de kraamzorg leidt tot minder gebruik van kraamzorg door zwangere vrouwen in een achterstandssituatie; 

verzoekt de regering, alvast een aanzet te maken met het afschaffen van de eigen bijdrage kraamzorg voor 2018 en in de Miljoenennota 2018 voorstellen te doen voor de financiering van deze afschaffing, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Kooiman en Arissen. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 110 (32279). 

Mevrouw Kooiman (SP):

Al zeven jaar geleden is dit in de stuurgroep besproken en geadviseerd. Het is dus een beetje laat, maar ik hoop dat het in ieder geval al wel gebeurt. Daarom heb ik die motie ingediend. 

Ik heb nog een heel andere mooie motie. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

overwegende dat integrale bekostiging in alle gevallen alleen op basis van vrijwilligheid en lokale instemming plaats mag vinden en niet op enigerlei wijze mag worden afgedwongen (conform motie 32279, nr. 91); 

overwegende dat de keuzevrijheid van de cliënt en de zelfstandigheid van de verloskundigen geborgd dient te zijn; 

verzoekt de regering, bij het Zorginstituut Nederland een meldpunt in te richten wanneer partijen in het veld tegen het bovenstaande aanlopen, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Kooiman en Ellemeet. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 111 (32279). 

Mevrouw Kooiman (SP):

Collega's Ellemeet en Arissen hebben nog twee heel mooie andere moties die ik heb meeondertekend, maar die zullen ze zelf voorlezen. 

Mevrouw Arissen (PvdD):

Voorzitter. Ik heb één motie. Ik lees haar maar meteen voor. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

overwegende dat integrale bekostiging in de geboortezorg mogelijk leidt tot inperking van de keuzevrijheid van vrouwen om thuis of in het ziekenhuis te bevallen; 

constaterende dat het model midwife-led continuity of care (MLCC) een positieve prikkel bevat om geboortezorg voor vrouwen, zonder medische indicatie, door eerstelijnsgeboortezorgverloskundigen te laten verzorgen in plaats van door het ziekenhuis; 

overwegende dat verloskundigen hierdoor poortwachter blijven en onnodige medicalisering van de geboortezorg wordt tegengegaan; 

verzoekt de regering, de voorgenomen beleidsregel integrale bekostiging voor de geboortezorg in te trekken en een beleidsregel te ontwikkelen op basis van midwife-led continuity of care, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Arissen, Thieme en Kooiman. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 112 (32279). 

Mevrouw Agema (PVV):

Voorzitter. Mijn collega Gerbrands deed mee aan het algemeen overleg, maar zij is nu afwezig vanwege verplichtingen in de gemeenteraad van Den Haag. Daarom dien ik de volgende motie in. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

overwegende dat diverse partijen, waaronder Zorgverzekeraars Nederland en het College Perinatale Zorg, adviseren de eigen bijdrage voor zwangeren die zonder medische indicatie in een geboortecentrum of ziekenhuis willen bevallen, te laten vervallen; 

van oordeel dat financiële overwegingen de keuze voor een ziekenhuisbevalling niet mogen beïnvloeden; 

van mening dat de afschaffing van de eigen bijdrage kan bijdragen tot het terugdringen van de babysterfte; 

verzoekt de regering, de eigen bijdrage voor de poliklinische bevalling zonder medische indicatie af te schaffen, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Agema en Gerbrands. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 113 (32279). 

Mevrouw Ellemeet (GroenLinks):

Voorzitter. Ik dien drie moties in. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat de pilots in Rotterdam en Tilburg rondom het bespreken en aanbieden van vrijwillige anticonceptie bij kwetsbare vrouwen zeer succesvol zijn; 

constaterende dat de minister heeft aangegeven deze pilots verder te willen ondersteunen; 

overwegende dat deze kennis succesvol gedeeld zou kunnen worden met andere steden; 

verzoekt de regering, zorg te dragen voor financiële en organisatorische ondersteuning voor een bredere implementatie van de pilots vrijwillige anticonceptie bij kwetsbare vrouwen, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Ellemeet. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 114 (32279). 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

overwegende dat de keuzevrijheid van groot belang is bij het aanbieden van zorg binnen het integrale geboortetarief; 

verzoekt de regering, in overleg met de taskforce integrale geboortezorg, de keuzevrijheid van zwangere vrouwen als apart evaluatieonderdeel in de experimenten te betrekken, en hierover de Kamer te informeren, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Ellemeet en Kooiman. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 115 (32279). 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat het taboe op het bespreken van een keuze rondom abortus groter is geworden; 

constaterende dat jonge vrouwen aangeven meer behoefte te hebben aan onafhankelijke en neutrale keuzehulp; 

van mening dat vrouwen maximaal en onafhankelijk geïnformeerd dienen te worden over de keuzemogelijkheden bij een abortus; 

verzoekt de regering, de informatievoorziening en ondersteuning met betrokken neutrale partijen te vergroten, en hierover de Kamer te informeren, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Ellemeet. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 116 (32279). 

De voorzitter:

Daarmee zijn wij gekomen aan het einde van de inbreng van de Kamer in eerste termijn. Ik schors de vergadering enkele ogenblikken, totdat de minister beschikt over de tekst van alle moties. 

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst. 

Minister Schippers:

Voorzitter. In de motie-Kooiman/Arissen op stuk nr. 110 wordt de regering verzocht om alvast een aanzet te maken met het afschaffen van de eigen bijdrage kraamzorg voor 2018. De motie bevat geen solide dekking. Op macroniveau leidt afschaffing tot ongeveer 25 miljoen hogere kosten in de Zorgverzekeringswet. De eigen bijdrage is in 2017 €4,30 per uur. In de voorjaarsbesluitvorming heeft het kabinet geen financiële ruimte gereserveerd voor afschaffing van deze eigen bijdrage. Ik heb daarom geen ruimte om daarover een besluit te nemen, zowel vanwege de ongedekte financiële consequenties als vanwege het feit dat dit kabinet demissionair is. Dat is ook de reden waarom ik deze motie ontraad. 

Mevrouw Kooiman (SP):

In het algemeen overleg zei de minister nog: dat laten we aan het oordeel van de Kamer. Ik zeg in deze motie ook: laten we in ieder geval het oordeel aan … Ik hoop eigenlijk dat we bij de Miljoenennota een nieuw kabinet hebben, zodat we dat in de begroting kunnen bespreken. Het zou dus wel zo netjes zijn als we dit dan ook laten waar het hoort, namelijk bij de Kamer en straks bij een nieuw kabinet, om het goed af te kunnen dekken. Ik zie dus mogelijkheden. Ik hoop dat de minister die ook ziet. 

Minister Schippers:

Als ik die eigen bijdrage had willen afschaffen, had ik dat in de afgelopen zeven jaar gedaan. Dat is een inhoudelijk oordeel. Maar procedureel gezien kan ik, aangezien ik demissionair minister ben en de Voorjaarsnota net is behandeld, geen geld uitgeven zonder dekking in die Voorjaarsnota. Zo werken de financiële spelregels. De Kamer is natuurlijk vrij om de motie aan te nemen of niet, maar ik ontraad deze. 

In de motie-Kooiman/Ellemeet op stuk nr. 111 wordt de regering verzocht bij het Zorginstituut Nederland een meldpunt in te richten als partijen aanlopen tegen het feit dat er geen basis van vrijwilligheid of lokale instemming is. Deze motie ontraad ik ook. Ik zie geen meerwaarde in het instellen van een specifiek meldpunt voor de integrale geboortezorg bij het Zorginstituut ten opzichte van de acties die nu al lopen. De NZa houdt al toezicht op de contractering en staat al open voor het ontvangen van signalen van zwangeren en zorgprofessionals. Die kunnen ze gewoon melden bij de NZa. Daarnaast zal de NZa de beleidsregel integrale geboortezorg evalueren. Daarbij zal ze inzoomen op de afspraken die verzekeraars hebben gemaakt met de organisaties voor integrale geboortezorg en de afspraken die de zorgverleners onderling hebben gemaakt. Ook de keuzevrijheid zal hier onderdeel van uitmaken. Daarnaast heb ik het RIVM gevraagd de ontwikkelingen te monitoren. Het RIVM maakt gebruik van diverse databronnen, onder andere Perined en Vektis, en houdt semigestructureerde interviews met de regio's. Het gaat zowel om regio's die overstappen als om regio's die niet overstappen en regio's die gebruikmaken van de beleidsregel innovatie. In de interviews kan een heel scala aan onderwerpen ter sprake komen, zoals keuzevrijheid en de positie van de eerstelijnsverloskundige. Dat is aan de regio's. Tot slot heeft de beroepsvereniging van verloskundigen, de KNOV, een meldpunt onvrijwillige samenwerking opgezet met als doel verloskundigen te ondersteunen als zij onvrijwillige samenwerking ervaren. 

De motie op stuk nr. 112 verzoekt de regering, de voorgenomen beleidsregel integrale bekostiging voor de geboortezorg in te trekken en een beleidsregel te ontwikkelen op basis van midwife-led continuity of care. Ik wil deze motie ontraden. Wij hebben hier in het AO uitgebreid over gesproken. Het is nu ook al mogelijk om dat model in te voeren. Dat is niet aan mij. Ieder model waarover overeenstemming is, kan worden ingevoerd. Zorgaanbieders kunnen hierover zelf afspraken maken in de regio's en die in standaarden en richtlijnen opnemen. Een voorbeeld is dat in de Zorgstandaard Integrale Geboortezorg is opgenomen dat de aanstaande moeder één vast aanspreekpunt heeft, de coördinerend zorgverlener. Het is vervolgens aan de regio om daar invulling aan te geven. 

Ook de motie op stuk nr. 113 moet ik ontraden. Wij hebben het hier ook in het algemeen overleg over gehad. Ook hiervoor hebben wij geen financiële ruimte gereserveerd en ook hiervoor is geen financiële dekking. Derhalve ontraad ik de motie. 

Mevrouw Agema (PVV):

Het lijkt me toch dat een financiële dekking ruimschoots aanwezig is. Het kost 12,5 miljoen euro, maar de minister had een meevaller van 1,7 miljard. Het lijkt me toch dat deze liberale minister in haar nadagen geen financiële drempels wil opwerpen om te kunnen kiezen of je in het ziekenhuis of thuis bevalt. Ik hoop dus alsnog op een positief advies. Laten we die keuzevrijheid nou eens regelen zonder dat je zo veel geld moet betalen voor een ziekenhuisbevalling. 

Minister Schippers:

Ik ben demissionair minister. We hebben hier heel heldere afspraken over. We hebben ook afspraken dat moties gedekt moeten worden. We hebben een onderschrijding, maar die ligt niet op de plank. Die is gewoon naar de algemene middelen gegaan en weer ingezet. Wij hebben bijvoorbeeld een overschrijding op de care. Ik hoef u niet te vertellen dat daar een enorm dekkingsprobleem is. Er is een onderschrijding hier en een overschrijding daar. Die worden allemaal integraal afgewogen en dat gaat hier ook zo. 

Mevrouw Agema (PVV):

Er is niets mis mee om 12,5 miljoen van een meevaller van 1,7 miljard te reserveren om dit mogelijk te maken. Ik vind eigenlijk dat de minister het mogelijk moet maken en dat er geen financiële drempel moet zijn voor een ziekenhuisbevalling als gewone zwangeren dat zelf zo willen. Het is jammer dat de minister dat simpelweg niet wil. 

Minister Schippers:

Als de Kamer dat wil, moet de Kamer zich daarover uitspreken. Toch ontraad ik vanuit mijn positie de motie, omdat wij met elkaar de goede afspraak hebben dat we ongedekte moties niet aan de Kamer overlaten. Zoals gezegd: aan de ene kant heb je 1,7 miljard onderschrijding, maar aan de andere kant heb je een tegenvaller van 2,1 miljard. Zo hebben we in de zorg allemaal onze financiële problemen op te lossen. 

De voorzitter:

Een korte vraag, mevrouw Keijzer, want we hebben eigenlijk afgesproken dat alleen de indieners een vraag stellen. 

Mevrouw Keijzer (CDA):

Ik heb een heel korte vraag over de motie over midwife-led continuity of care. Dat komt erop neer dat de verloskundige ook bepalend kan zijn in de integrale geboortezorg. De minister gaf in haar toelichting, ik meen op de motie op stuk nr. 111, aan dat de beleidslijn integrale bekostiging geëvalueerd zal worden door de NZa. Wordt ook de positie van de verloskundige daarin meegenomen? 

Minister Schippers:

Ja. Ik heb net aangegeven waarover de evaluatie gaat en dat er wordt geëvalueerd met beroepsbeoefenaren in verschillende modellen. Dit model kan ook worden meegenomen. Als een groep zegt "wij willen het zo doen, wij kunnen daarmee van start gaan", dan is dat prima. Maar het loopt gewoon mee in de evaluatie. Niet alleen de positie van de verloskundige loopt mee in de evaluatie, maar ook die van de zwangere vrouwen: vindt u dat u voldoende keuzevrijheid hebt gehad? 

Ik kom bij de motie van mevrouw Ellemeet op stuk nr. 114 over de pilots in Rotterdam en Tilburg rondom het aanbieden van vrijwillige anticonceptie bij kwetsbare vrouwen. Ik vind dit een belangrijk project. Daarom heb ik landelijke kennisinstituten Rutgers en Fiom gevraagd om tenminste in 2018 de benodigde kennisinfrastructuur op te zetten en voor ontsluiting te zorgen van deze kennis en expertise voor het anticonceptieproject van de GGD's. Deze partijen ontvangen in 2018 net als Siriz nog eenmaal impulsgelden hiervoor. Ook heb ik met de staatssecretaris in de brief van november 2016 aangegeven dat wij de impulsgelden zullen blijven reserveren voor het onderwerp. Het traject over verdere visievorming, uitvoering hiervan en financiering hiervan, ook na 2018, zullen we dan ook op basis van de inhoud met allerlei verschillende veldpartijen voortzetten, waaronder de GGD's. Volgens mij is deze motie overbodig. 

Mevrouw Ellemeet (GroenLinks):

Er was na het debat wat verwarring over de financiering hiervan. De minister gaf tijdens het debat aan dat het uit de impulsgelden kwam. Ik begreep dat die impulsgelden bestemd zijn voor Fiom en Siriz en dat ze niet voor deze activiteiten geoormerkt zijn. Er was bij de veldpartijen wat verwarring of de dekking hiervoor voldoende zou zijn. 

Minister Schippers:

Ja, voor 2018 is dat geregeld. Daarna moeten we bekijken, natuurlijk ook in overleg met de Kamer, hoe dat voor 2019 en verder wordt geregeld. Het is voor dit doel beschikbaar, maar misschien wil je het dan anders inzetten. 

Mevrouw Ellemeet (GroenLinks):

Begrijp ik de minister goed dat er voor deze activiteiten, zoals geformuleerd in deze motie, voldoende dekking is voor het komende jaar? 

Minister Schippers:

Ja, derhalve is de motie overbodig. 

De voorzitter:

Mevrouw Ellemeet, wilt u nog iets met de motie? 

Mevrouw Ellemeet (GroenLinks):

Ik houd haar graag aan. 

De voorzitter:

Op verzoek van mevrouw Ellemeet stel ik voor, haar motie (32279, nr. 114) aan te houden. 

Daartoe wordt besloten. 

Minister Schippers:

De motie van mevrouw Ellemeet en mevrouw Kooiman op stuk nr. 115 verzoekt de regering, in overleg met de taskforce integrale geboortezorg, de keuzevrijheid van zwangere vrouwen als apart evaluatieonderdeel in de experimenten te betrekken. Ook deze motie is overbodig. Ik heb bij eerdere moties al aangekondigd dat zowel de positie van de verloskundige als de positie van de vrouwen al expliciet onderdeel is van de evaluatie, zowel bij de NZa als bij de RIVM-monitor. Dus ook deze motie is overbodig. 

De motie van mevrouw Ellemeet op stuk nr. 116 verzoekt de regering, de informatievoorziening en ondersteuning met betrokken neutrale partijen te vergroten en hierover de Kamer te informeren. Het betreft het taboe op het bespreken van een keuze rondom abortus. Mijn oordeel hierover zal iets anders zijn. De motie is ondersteuning van beleid, dus je zou zeggen dat die overbodig is. Maar omdat er wordt verzocht om de Kamer hierover te informeren, laat ik het oordeel aan de Kamer. Het is dus al onderdeel van beleid, maar daarmee garandeer ik dan ook dat de Kamer daarover wordt geïnformeerd. Derhalve laat ik het oordeel aan de Kamer. 

De beraadslaging wordt gesloten. 

De voorzitter:

We zijn hiermee gekomen aan het eind van dit VAO. Ik dank de minister voor haar komst naar de Kamer. Ik schors voor een heel kort ogenblik, want we verwachten de staatssecretaris voor het volgende VAO. 

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst. 

Naar boven