Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2016-2017 | nr. 56, item 10 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2016-2017 | nr. 56, item 10 |
Aan de orde is het VAO Arbeidsmigratie, loondoorbetaling bij ziekte, arbeidsongeschiktheid en arbeidsmarktbeleid (AO d.d. 09/02).
De heer Ulenbelt (SP):
Voorzitter. Ik wil de Kamer het volgende voorleggen.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de Hoge Raad in een uitspraak van 4 november 2016 (ECLI:NL:2016:2356) in feite payrollbedrijven gelijkstelt aan uitzendbureaus;
overwegende dat de gelijkstelling sinds 1 juli 2015 van eigen werknemers en payrollwerknemers in het ontslagrecht nu via een uitzendbeding kan worden ontdoken;
constaterende dat de Hoge Raad expliciet aangeeft dat het aan de wetgever is om in te grijpen als de regels voor payroll en detachering tot een onwenselijke situatie leiden;
verzoekt de regering, de wet zo aan te passen dat eigen werknemers en payrollwerknemers bij ontslag gelijk behandeld moeten worden,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Ulenbelt (SP):
Door de uitspraak van de Hoge Raad wordt een hoeksteen gehaald uit de wet waar de minister zo trots op is, de Wet werk en zekerheid. De Hoge Raad zegt eigenlijk: als je dat niet wilt, moet je een wetswijziging toepassen. Dat is het verzoek.
Tenslotte heb ik nog een vraag aan de minister. Tijdens het algemeen overleg hierover beloofde hij de Kamer dat hij binnen 14 dagen met een reactie zou komen op de Kamerbreed aangenomen motie over handhaving van het verbod op weekendrust op parkeerplaatsen. Die 14 dagen zijn nog niet helemaal voorbij, maar 13 wel. Morgen is de laatste dag en ik wil graag van de minister een bevestiging horen dat die brief er nog komt, voor morgen 12 uur.
De heer Van Weyenberg (D66):
Voorzitter. Ook ik heb één motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het aantal inspecties naar arbeidsmarktfraude en het aantal geconstateerde overtredingen al sinds 2011 dalen;
constaterende dat de minister van SZW van mening is dat de capaciteit van de Inspectie SZW dient te worden uitgebreid;
overwegende dat hiervoor in de voorjaarsbesluitvorming middelen moeten worden vrijgemaakt;
verzoekt het kabinet om in de voorjaarsbesluitvorming middelen vrij te maken voor een structurele uitbreiding van de Inspectie SZW met 100 fte,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Van Weyenberg (D66):
En, voorzitter, ik heb niet meer veel kans om met de heer Ulenbelt te debatteren, als hij graag mee wil doen zo meteen, is hij van harte welkom.
Mevrouw Schut-Welkzijn (VVD):
Voorzitter. De VVD heeft jarenlang gehamerd op het vaker herbeoordelen door het UWV. Daar hebben we in het algemeen overleg ook uitgebreid over gehad. We zien dat de WGA, de tijdelijke arbeidsongeschiktheid, van tussenstation tot eindstation geworden is. Veel mensen die kunnen werken, worden nu jarenlang aan hun lot overgelaten. Hierover hebben we gelukkig in mei 2016 een integraal plan met de Kamer afgesproken. De minister heeft ons dat toegestuurd. Daarmee geeft hij uitvoering aan mijn initiatiefnota hierover, maar nu zien we dat in het eerste jaar van de uitvoering daarvan de afspraken die in dat plan staan, niet worden gehaald. Vandaar de volgende motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat er jarenlang door het UWV te weinig is herbeoordeeld en dat in mei 2016 een integraal plan is gestart om achterstanden in de herbeoordelingen weg te werken;
overwegende dat er jaarlijks zo'n 10.000 mensen arbeidsongeschikt worden in de WGA, waardoor het aantal benodigde herbeoordelingen in de toekomst groeit;
constaterende dat de Kamer voor 2016 10 miljoen euro heeft vrijgemaakt voor 10.000 extra herbeoordelingen;
constaterende dat in augustus 2016 er nog maar 1.370 extra herbeoordelingen zijn uitgevoerd en onduidelijk is wat er met de rest van het budget van het UWV is gebeurd;
overwegende dat ook de Algemene Rekenkamer in zijn rapport concludeert dat bij het UWV de relatie ontbreekt tussen prestaties en budget, en dat de minister hier onvoldoende zicht op heeft;
verzoekt de minister, de Kamer spoedig te informeren wat er met de 10 miljoen euro is gebeurd en ervoor te zorgen dat de achterstanden worden weggewerkt zoals met de Kamer in het integraal plan van mei 2016 afgesproken,
en gaat over tot de orde van de dag.
Mevrouw Yücel (PvdA):
Voorzitter. Ik heb één motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat goede arbeidsomstandigheden uitgangspunt zijn op de Nederlandse arbeidsmarkt;
overwegende dat omstandigheden als een te hoge werkdruk, intimidatie en het negeren van gezondheidsklachten niet vallen onder goede arbeidsomstandigheden;
constaterende dat er deze maand meerdere arbeidsmisstanden zijn gemeld over grote ondernemingen in de kledingbranche;
verzoekt de regering, onderzoek te doen naar de arbeidsomstandigheden van werknemers in de Nederlandse kledingbranche en de resultaten voor het zomerreces 2017 naar de Kamer te zenden,
en gaat over tot de orde van de dag.
De minister heeft nog niet alle moties. Wij gaan even schorsen.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.
De voorzitter:
Ik geef graag de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid het woord voor zijn oordeel over de ingediende moties.
Minister Asscher:
Voorzitter. Dank u wel. Allereerst kom ik op de brief van I en M over de inspecties. Ik kan het niet voor 100% beloven, want hij komt van I en M, maar ik ga mijn uiterste best doen, want ik snap heel goed waarom er gehecht wordt aan tijdigheid.
Dan kom ik op de motie-Ulenbelt op stuk nr. 767. Per 1 juli zijn die ontslagregels gelijkgetrokken. In de praktijk gebruikt het merendeel van de payrollbedrijven geen uitzendbeding in de contracten, omdat er vaak sprake is van langdurige terbeschikkingstelling van de werknemer. Als dat toch gebeurt, kunnen de ontslagregels inderdaad via die weg worden ontdoken. Voor het schrappen van het uitzendbeding is op dit moment geen ruimte. Dat betekent dat dit op de formatietafel zal moeten gebeuren. De heer Ulenbelt weet dat ook, want dat hebben we al eerder met elkaar besproken. Op dit moment ontraad ik de motie dus.
De motie-Van Weyenberg op stuk nr. 768 gaat over de capaciteit van de Inspectie SZW. Ik denk dat het heel goed is om te kijken naar de capaciteit van de Inspectie SZW. Dat hebben we ook al eerder met elkaar besproken naar aanleiding van het rapport van de commissie-Veld. We hebben ook afgesproken dat daar beleidsopties worden voorbereid. De Inspectie SZW stelt een Inspectie Control Framework op, zodat juist in de voorbereiding naar een volgend kabinet een goede afweging van taken en capaciteiten mogelijk kan worden gemaakt en je dus bijvoorbeeld al bij de Voorjaarsnota — dat zou kunnen — aan uitbreiding kunt gaan werken. Dat Inspectie Control Framework is in maart gereed. Ik adviseer dus om de motie aan te houden totdat we beschikken over dat Inspectie Control Framework. Dan weet je ook in welke opbouw en in welk tempo de Inspectie SZW moet worden uitgebreid.
De heer Van Weyenberg (D66):
Voor de goede orde: ik heb de minister ook al ergens wat ambitieuzere teksten horen uiten. Maar ik ga de motie in stemming brengen om nu juist een signaal af te geven en duidelijk te maken wat er wat mij betreft moet gebeuren bij de Voorjaarsnota.
Ik wil van de gelegenheid gebruikmaken om de motie in die zin te wijzigen, dat het de motie-Van Weyenberg/Ulenbelt is geworden.
De voorzitter:
De motie-Van Weyenberg (29544, nr. 768) is in die zin gewijzigd dat zij thans is ondertekend door de leden Van Weyenberg en Ulenbelt. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Dat is aan de Handelingen toegevoegd. Wat is het oordeel van de minister over deze motie, als deze toch in stemming wordt gebracht?
Minister Asscher:
Dan ontraad ik de motie, want dan is deze ontijdig.
De voorzitter:
De motie-Van Weyenberg/Ulenbelt op stuk nr. 772, was nr. 768, wordt ontraden.
Minister Asscher:
De motie-Schut-Welkzijn op stuk nr. 769 gaat over het UWV. Dit is staand beleid. De verplichting was om met die 10 miljoen euro de achterstanden terug te brengen naar 6.100. In feite zijn de achterstanden teruggebracht naar 4.033 eind 2016. De middelen zijn dus ook zinvol ingezet, namelijk om de achterstanden terug te brengen. Ik had al beloofd om de Kamer in maart een brief met de laatste stand van zaken te sturen. Dat betekent dat ik de motie overneem, want dit is echt volledig in lijn met wat ik al had beloofd.
De voorzitter:
Ik constateer dat er bij de Kamer geen bezwaar bestaat tegen overname van deze motie door de regering. De motie-Schut-Welkzijn op stuk nr. 769 komt niet meer in stemming.
Minister Asscher:
De motie-Yücel/Kerstens op stuk nr. 770 gaat over onderzoek naar de arbeidsomstandigheden van werknemers in de kledingbranche. Ik zou die motie zo willen uitleggen, dat ik aan de hand van de signalen die er nu zijn het gesprek voer met de kledingbranche, met behulp van de inspectie, zodat we een beter beeld krijgen. Je moet iets van richting hebben voordat je een specifiek onderzoek kunt doen, los van de rol van de inspectie die natuurlijk op basis van signalen en klachten kan handelen. Als ik de motie zo mag uitleggen laat ik de motie aan het oordeel van de Kamer, en anders ontraad ik de motie want dan is die niet uitvoerbaar voor het departement.
Mevrouw Yücel (PvdA):
Dat is akkoord, want dit lijkt me een heel goede eerste stap om de boel in beweging te brengen.
De voorzitter:
De minister laat het oordeel over de motie op stuk nr. 770 dus aan de Kamer.
De beraadslaging wordt gesloten.
De voorzitter:
Over de ingediende moties wordt morgen gestemd.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20162017-56-10.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.