38 Gevangeniswezen

Aan de orde is het VAO Gevangeniswezen (AO d.d. 08/02). 

De voorzitter:

Ik heet de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie hartelijk welkom. We hebben vijf sprekers van de zijde van de Kamer. 

Mevrouw Helder (PVV):

Voorzitter. Meten is weten. Op basis van zo volledig mogelijke cijfers kan beleid worden gemaakt, of worden bijgestuurd. De staatssecretaris is een verstandige man, dus hij vindt dat vast ook. Toch dien ik ter ondersteuning de volgende motie in. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat uit de discussienotitie "Opsporings- en vervolgingstekort" van de politie en het Openbaar Ministerie blijkt dat er een groot verschil bestaat tussen de omvang van de geregistreerde criminaliteit en de omvang van de feitelijke criminaliteit; 

constaterende dat geschat wordt dat ongeveer 3,5 miljoen strafbare feiten niet tot uitdrukking komen in de geregistreerde criminaliteit; 

constaterende dat de cijfers met betrekking tot de geregistreerde criminaliteit echter de grondslag vormen voor de berekening van de behoefte aan celcapaciteit in het gevangeniswezen, hetgeen tot uitdrukking komt in het Prognosemodel Justitiële Ketens (PMJ); 

van mening dat dit derhalve niet terecht is en van mening dat de omvang van de daadwerkelijke criminaliteit zo veel mogelijk als grondslag moet gelden voor de berekening van de behoefte aan celcapaciteit binnen het gevangeniswezen; 

verzoekt de regering in dat kader om onafhankelijk onderzoek te (laten) doen naar de daadwerkelijke omvang van de criminaliteit en tot dat moment geen onomkeerbare stappen te zetten, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Helder en Van Toorenburg. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 675 (24587). 

De heer Van Nispen (SP):

Voorzitter. Vlak voordat wij het algemeen overleg gevangeniswezen hadden, bleek uit een interne notitie dat er mogelijk nog meer gevangenissen gesloten moeten worden en dat er in de toekomst nog meer personeel zal moeten afvloeien. En dit terwijl er de afgelopen periode al heel veel gevangenissen zijn gesloten. Eigenlijk is dat gek, zeker nu we weten dat een aantal zelfmelders niet snel terechtkon en dat er een personeelstekort is. Daarom dien ik de volgende motie in. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat uit een uitgelekt intern advies zou zijn gebleken dat meer gevangenissen moeten worden gesloten en meer personeel dient te worden ontslagen; 

constaterende dat dit veel onrust teweegbrengt bij het gevangenispersoneel, er recent nog sprake was van een capaciteitstekort en de werkdruk al geruime tijd te hoog is; 

van mening dat er een onafhankelijk onderzoek moet komen naar wat daadwerkelijk nodig is in het gevangeniswezen; 

verzoekt de regering, opdracht te geven tot onafhankelijk onderzoek naar wat nodig is aan extra gevangenispersoneel gelet op het belang van resocialisatie en herstel, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Nispen en Van Toorenburg. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 676 (24587). 

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Voorzitter. We hebben een indringend algemeen overleg gevoerd, waarin we weer de zorg hebben uitgesproken over de sluiting van diverse gevangenissen. Misschien gebeurt dat niet in deze kabinetsperiode, maar het monster staat al wel ergens op de weg. Daar maken we ons grote zorgen over. Denk aan het gevangeniswezen in bijvoorbeeld Drenthe, maar ook in andere regio's, waar men hier met heel grote zorgen naar kijkt. We hebben echter ook bijzondere aandacht besteed aan een aantal gevangenissen. We denken dan vooral aan de halfopen en de open inrichtingen, de bbi's en de zbbi's, zoals ze in de volksmond worden genoemd. Dat zijn nou juist de inrichtingen die het heel goed doen. Maar wat gebeurt er vervolgens? Juist die inrichtingen dreigen te moeten sluiten. Daar spreken we over naar aanleiding van een wetsvoorstel vanuit dit kabinet, maar ik denk dat we toch een duidelijk signaal moeten afgeven dat wij hier niet op zitten te wachten. Vandaar dat ik de volgende motie indien. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

overwegende dat de recidivecijfers van inrichtingen met een beperkt dan wel een zeer beperkt beveiligingsniveau substantieel lager zijn dan die van gesloten inrichtingen; 

overwegende dat de regering dit ook cijfermatig heeft gestaafd in de nota naar aanleiding van het verslag bij wetsvoorstel 33844, waarin deze regimes juist worden afgeschaft; 

verzoekt de regering, op genoemd wetsvoorstel een nota van wijziging in te dienen waardoor deze regimes behouden blijven, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Toorenburg, Van Nispen en Van Tongeren. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 677 (24587). 

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Ik heb ook andere moties medeondertekend. Ik vind het namelijk belangrijk dat dit signaal nog met dit kabinet meegaat. 

De voorzitter:

Tot zover de termijn van de Kamer. We schorsen even zodat de staatssecretaris zich kan voorbereiden op zijn antwoord. 

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst. 

Staatssecretaris Dijkhoff:

Voorzitter. Ik begin met de motie van mevrouw Helder op stuk nr. 675. Zij weet denk ik al dat ik die ga ontraden omdat het dezelfde motie is die besproken is bij de begrotingsbehandeling. Het is niet zo dat ik het niet met haar eens ben dat je je instrumenten moet verfijnen, want daar staan we voor open. Het WODC heeft dat op eigen initiatief ook al gezegd. Als er wetenschappers met hun expertise en methoden ter verfijning komen, staan we daarvoor open. Ik kan echter niet zeggen dat er een andere methode op de plank ligt en dat we die uit onwil niet betrekken. 

De motie van de heer Van Nispen op stuk nr. 676 ontraad ik ook. We hebben de PMJ-ramingen. We hebben op verzoek van de Kamer helemaal laten checken of de methode deugt. Er is ook een second opinion gedaan. Dit is de methode die ervoor zorgt dat je een inkijkje kunt krijgen. We hebben het WODC gevraagd fictieve scenario's te ontwikkelen over de invloed op de benodigde capaciteit. We hebben dat allemaal laten doen vorig jaar en dat hebben we ook aan de Kamer doen toekomen. Ik zie dus niet wat er daarbovenop nog te onderzoeken valt. 

De voorzitter:

Dus u ontraadt de motie? 

Staatssecretaris Dijkhoff:

Ja, ik ontraad de motie. 

De motie van mevrouw Van Toorenburg op stuk nr. 677 zie ik als een voorwaarschuwing van haar. Als ik het in het wetsvoorstel laat staan, wordt het een pittige klus om de indieners van deze motie te overtuigen. Ik wil de motie echter niet overnemen. Ik wil echt aan de hand van het wetsvoorstel de discussie met de Kamer aangaan. Ik beoog namelijk de voordelen van die regimes in te voeren zonder speciaal de instellingen te handhaven. 

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Als deze motie wel wordt aangenomen — die kans is reëel — ben ik benieuwd of de staatssecretaris met gezwinde spoed met een nota van wijziging komt. Dat wil ik dan wel graag weten. 

Staatssecretaris Dijkhoff:

Als de motie eventueel wordt aangenomen, twijfel ik er niet aan dat het kabinet gevraagd wordt om daarop te reageren. Dan zal ik op de eventueel aangenomen motie reageren. 

De voorzitter:

De heer Van Nispen, nog even kort. 

De heer Van Nispen (SP):

Jazeker, voorzitter, ik heb een korte vraag over de tweede motie. Het gaat mij niet zozeer om de methode waarmee ingeschat wordt hoeveel personeel er nodig is. Het gaat erom dat er nu weer onrust is, omdat uit die notitie zou blijken dat er weer personeel zou moeten afvloeien. Eigenlijk is er iets raars aan de hand, want recentelijk hadden wij juist een personeelstekort. Tegelijkertijd weten wij dat uit die visie moet komen dat we meer moeten gaan doen aan resocialisatie en herstel en dat wij dus mogelijk meer personeel nodig hebben in de toekomst. Het gaat mij dus niet om de methode, maar om de vraag hoeveel personeel er nodig is om alle zelfmelders snel te kunnen opnemen en om meer te doen aan resocialisatie en herstel. Het gaat mij dus om een concreet onderzoek naar de huidige situatie en naar wat er nodig is aan extra personeel. 

Staatssecretaris Dijkhoff:

Maar het tekort aan personeel is niet ontstaan door het schrappen van functies. Wij hebben nu een tekort en daardoor hebben wij tijdelijk een probleem met de zelfmelders. Die functies zijn er nog steeds, maar de mensen die deze banen hadden, zijn ander werk gaan doen. Ik heb nu dus vacatures openstaan. Het tekort kwam dus niet door een ontslagronde of het schrappen van functies. 

De voorzitter:

Nog heel kort. 

De heer Van Nispen (SP):

Maar dan wijs ik er wel op dat vanuit diverse kanten van de Kamer de roep klinkt om meer te doen aan resocialisatie en herstel. Dan zou je kunnen denken aan een scenario waarin je je afvraagt hoeveel extra personeel we nodig hebben als we meer zouden gaan doen. Zou de staatssecretaris de motie zo kunnen lezen? 

Staatssecretaris Dijkhoff:

In dat geval blijf ik de motie ontraden, omdat ik het dan nog een abstracte formulering voor een onderzoeksopdracht vind. De heer Van Nispen zegt "als we meer zouden gaan doen". Je moet eerst weten wat je meer wilt doen en dan pas kun je bekijken hoeveel mensen je daarvoor nodig hebt. 

De voorzitter:

Ik dank de staatssecretaris voor zijn komst. 

De beraadslaging wordt gesloten. 

De voorzitter:

Aanstaande donderdag stemmen wij over de drie moties. 

De vergadering wordt van 17.20 uur tot 19.03 uur geschorst. 

Voorzitter: Arib

Naar boven